M°. 9043
Donderdag; jL<~%
A5. 1889,
pit nommer bestaat ait TWEB
Bladen.
Leiden, 14 Augustas.
Qeze jouraat wordt dagelijksmet uitsondering
van (gpn- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
In het zomerhuisje.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJB DEZER COURANT:
Toer Leiden per 3 maanden.7.TT77'. 1.10.
Frenoo per poet1.40.
Ateenderl^ko Nommers0.05.
Het waren meestal oude bekenden, welke
het programma vormden voor het gisteravond
op „Zomerzorg" gegeven vierde buitengewoon
harmonie concert van het stafmuziokcorps van
het vierde reg. infanterie.
Maar het waren ook goede bekenden, het
geen bovendien bleek uit de opkomst, welke,
in verband mot het voor een tuinconcert niet
zoo erg bijzonder gunstige weder, nog vrij
goed kon genoemd worden.
Nadat de vier eerste nommers onder leiding
van den onder-kapelmeester, den heer J. Oos
telaar, waren uitgevoerd, op eene wijze, gelijk
men dit steeds van onze infanterie kapel ver
wachten kan, voerde bij het daarop volgende
nommer de heer Mann over zyn corps zelf
weder den schepter, en heerlijk deed zich
andermaal zjjne fantaisie naar Rossini's „Wil
lem Teil" hooren.
Ook de overige nummers dirigeerde hij, en
dat hetgeen ten gehoore werd gebracht voldeed
en naar verdienste werd gewaardeerd, bleek uit
de toejuichingen na Von Webers machtige
„Obéron" en lieflijke „Invitation a la Valse",
na de eerste uitvoering van Strauss' „Russi-
scher Marsch" en Valerius' „Wilhelmus van
Nassauwe" uit de Oud-Nederlandsche liederen,
waarmede men andermaal met genoegen in
de gelegenheid werd gesteld kennis te maken
maar bovenal bij de vertolking van de fan-
u 'sie over motieven uit Von Webers „Frei-
schütz", eene fantaisie, welke o. i. tot de
schoonste en meest goedgeslaagde des heeren
Mann mag gerekend worden. De uitvoering
er van, met de verschillende solo-gedeelten,
was allerkeurigst en nam aller aandacht in
beslag. Ze was èn componisten, èn directeur,
èn leden in alle opzichten waardig.
Ze deed tevens met verlangen het volgende
concert te gemoet zien, dat, indien de natuur
dan een weinig meer ter wille is, als laatste
dezer serie buitengewone concerten, zeer zeker
heel veel zal belovenen geven.
Gedurende do tweede helft der maand
Juli zijn aan het postkantoor alhier bezorgd de
volgende brieven, welke, wegens onbekend
heid der geadresseerden, niet besteld konden
worden
J. Weidenaa., A. Posthuma, F. Ten Hopen,
Amsterdam; A. J. Eigeman, Gouda; wed.
Plenterie, mej. J. Colin, 's-GravenhageC.
Wengels Matter, Kaatsheuvel; mr. L. Rinkel,
Leiden; Th. Taverne, Leimuiden; A. Spaan,
Rotterdammej. Kartus, N. Hamer, niet ver
meld. Briefkaarten: Rotteveel, Leiden;
Jeanette Herwegh, NjjmegonH. Roos, Bleis-
wyk; wed. Overman, niet vermeld.
Brieven, verzonden geweest naar Amerika
K. C. Van der Sluys, Jansville; naarDuitsch-
land: Nanny De Roever, Lagersee.
Op 12 Augustus jl. bedroeg de som, in
ons land voor de Waldenzijn bijeengebracht,
8603.04 en wel door de N.-Herv. en Waalsche
gem. 6956.41 '/a, door de Remonetr. gem.
626.56, door de Évang. Luth. gem. 560.96'/,,
en door particuliere personen 360.10.
Ds. E. Cesar Segers, predikant bü de
Ned.-Herv. gemeente alhier, heeft zich heden
op reis begeven om den Waldenzen deze
som ter hand te stellen en hunne feesten
bjj te wonen.
By de Regeering bestaat, naar de „N.
R. Ct." verneemt, het voornemen de militaire
strafgevangenis naby Leiden op te heffen.
Naar hetzelfde blad verneemt, is de heer
H. P. N. Muller te Amsterdam, ter waardee
ring zyner wetenschappelyke verdiensten ten
opzichte van Afrika en vau aan den Kongo-
staat bewezen diensten, door den koning der
Belgen benoemd tot ridder van de Leopold-orde.
Men schryft ons uit Zoeterwoude, dd.
14 Aug.: Daar de eenige weg tot het aan
brengen van eene drinkwaterleiding in het
dorp zal zyn die, welke reeds vroeger is be
sproken en welke zou moeten komen in den
grond, toebehoorende aan mej. de wed. Boers,
die haren eisch tot vergoeding voor het
leggen der buizen heeft verminderd, is een
contract tusschen haar en de gemeente op
gemaakt, waarby deze laatste het recht ver-
krygt en behoudt tot het hebben leggen der
buizen in bedoelden grond.
Naar aanleiding van het adres, houdende
klachten over de gierputten van Soonius
aan den Hoogen Ryndyk alhier, is door den
Raad dezer gemeente besloten S. te ver
zoeken bedoelde putten binnen 8 dagen te
ledigen en tot 15 Oct. a. s. ledig te houden.
De heer L. Groot, onderwyzer aan do
eerste openbare school te Wassenaar, is door
den minister van waterstaat, handel en
nyverheid benoemd tot tweeden klerk aan
zyn departement.
Aanstaanden Zondag, 18 Aug., zal de
godsdienstoefening in de kerk der Ned.-Herv.
gemeente van Hoogmade aanvangen des
voormiddags te halftien en geleid worden
door den weleerwaarden heer D. A. Van
Haselen, predikant te Schipluiden.
De prins en de prinses Von Wied zyn
voornemens om, van Domburg uit, in welke
badplaats zy eenigen tyd zullen vertoeven,
een bezoek aan de residentie te brengen.
Prins zu Windisgratz en de Vorstin Karei
zu Windisgratz zyn gisteren te 's Hago aan
gekomen in het „Hotel Bellevue" en hebben
heden de reis voortgezet naar Zandvoort tot
het brengen van eon bezoek aan aartshertogin
Stéphanie van Oostenryk, die hare gasten
heden aan tafel heeft genoodigd.
De zonen van prins Albert van Pruisen
vertrekken morgennamiddag naar Berlyn.
Aan den adjunct-ingenieur by den aanleg
van staatsspoorwegen M. W. J. 's-Gravesande
Guicherit is eervol ontslag uit die betrekking
verleend, onder toekenning van den titel van
sectie-ingenieur.
De gezant van het Duitsche keizerryk
bö ons Hof gaat tegen het laatst dezer maand
met verlof naar het buitenland.
De vereeniging tot bescherming van
dieren te 's-Hage zal op 24 Augustus e. k.
haar 25-jarig bestaan gedenken, welken dag
het bestuur dier instelling met een kameraad-
schappeiyken maaltyd hoopt te vieren.
Het toevluchtsoord voor Nederlandsche
werklieden zonder arbeid, hetwelk onze land-
genooten te Brussel willen oprichten, is voor-
loopig in een hulplokaal in de rue Treurem-
berg gevestigd. Den 15don Augustus zal dit
lokaal worden opengesteld. De oprichters
ondervinden by hun plan ook in ons land
zóó grooten steun, dat de noodige geldmid
delen voor het nieuwe gebouw zeker byeen
zullen komen.
De burgemeester van Amsterdam, de heer
Van Tienhovende heeren De Bruyn en
Wertheim, leden van de Eerste Kamer;
Brouwers, lid van den Raad van State;
dr. Schaepman en baron Michiels van Ver-
duynen, leden van de Tweede Kamer, hebben,
evenals de bisschop van Utrecht en andere
invloedrijke personen, zich bereid verklaard
deel uit te maken van hot bestuur tot be
scherming van het werk.
De „Staats Courant" van heden bevat
het overzicht van de opbrengst der middelen
(hoofdsom en opcenten) over de maand Juli
1889, in vergelyking gebracht met de opbrengst
over hetzelfde tydvak van 1888, door het
departement van financiën openbaargemaakt.
De opbreDgst over de eerste zeven maan
den van 1889 bedroeg ƒ62,506,728.69, tegen
60,723,884.85'/j in 1888. De raming over
zeven maanden bedraagt ƒ64,553,281.94 en
over ééne maand ƒ9.221,897.42.
FBIJS DER ADVERTENTIE!!:
Van 16 regels ƒ1.06. Iedere r6gol meor ƒ0.174.
Grootoro letter3 naar plaatsruimte. Voor bat ia-
oaeeeeren buiton de stad wordt 0.10 berekend.
De opbrengst over Juli 1889 wasdirecte
belastingen ƒ1,757,949.1572; rechten op den
invoer ƒ390,879.45; accynzen 4,674,844.35
gouden en zilveren werken ƒ20,470.67; indi
recte belastingen ƒ2,157,272.62; domeinen
ƒ115,384.3972; posteryen ƒ541,582.3572;Ryks-
telegraaf ƒ110,424.39; staatsloterij ƒ9,197.50;
jacht en visschery ƒ58,028; loodsgelden
ƒ109,941.377,; totaal ƒ9,945,974.26, togen
ƒ8,615,634.22'/, in Juli 1888.
De geachte directeur van „Artis", dr.
Westerman, te Amsterdam, die gedurende
enkele dagen ongesteld was, is nu reeds zoo
ver hersteld, dat hy gisteren weder op zyn
bureel was.
De kapitein der mariniers J. R. J. P.
Cambier en de luitenant ter zee lste klasse
G. J. Sluyterman, geplaatst in de marine
directie te Willemsoord, zyn door den minister
van marine voor den tyd van veertien dagen
afgevaardigd naar de tentoonstelling te Parys,
ten einde verslag uit te brengen over hetgeen
aldaar belangrijks te zien is op militair-
maritiem gebied.
De gemeenteraad van Zevenhuizen heeft
het salaris van den derden onderwyzer aan
de openbare school met 50 verhoogd.
Tot directeur van het departement van
onderwys, eeredienst en nyverheid in Nod.-
Indiê is benoemd do heer P. H. Van der Kemp,
tot dusver secretaris aan dat departement.
De commissie, die zich te Amsterdam
gevormd heeft voor de uitzending van werk
lieden naar de wereldtentoonstelling te Parys,
heeft eene niet onbelangryke som byeenge-
bracht, zoodat zy weldra oen zeventig- a
tachtigtal personen, in groepen verdeeld, de
reis zal kunnen doen aanvaarden.
By eene dier groepen worden de werk
lieden uit Utrecht en wellicht uit andere
plaatsen aangesloten, terwyi onderscheiden
porsonen zich hebben aangemeld om de reis
voor eigen rekening mede te maken.
Maandag avond om 10 uren kwam met
den sneltrein uit Keulen te Middelburg aan
koningin Elisabeth van Rumenië (Carmen
Sylva), vergezeld van prins en prinses Von
Wied en hunne kinderen, benevens een talryk
gevolg. Na een kort oponthoud in de wacht
kamer, begaven de hooge reizigers zich in de
acht gereedstaande rytuigen, om hunne reis
naar de badplaats Domburg te vervolgen. Daar
zullen zy vier weken vertoeven, de koningin
in het hotel „Villa Marina," de prins en de
prinses in eene daarby gelegen villa.
Eene talryke menigte was aan het station
i byeen n toen de koningin buiten kwam en
Novelle aan 't Noordzeestrand.
5)
In de strandstoelen zaten de heeren en de
dames te lezen, te praten, te haken, te breienin
groepsgewyzeby elkaar geschoven stoelen vond
men heele gezelschappen, die, om de zeelucht
te genieten, zich tot een praatkransje vereenigd
hadden. Op eenigen afstand werd dit strand
leven aan beide zyden ingesloten door bad
koetsen wapperende vanen gaven het teeken
dat hot bladseizoen geopend was en in het
water sprongen en dansten witte, roode en
gele gedaanten, welke allen hetzelfde doel
hadden zich zoo behendig mogelyk tegen de
aanrollende witte, schuimende golf in te wer
pen. Het was een bont, vroolyk tafereel, dat
uitlokte om deel te nemen aan de algemeene,
opfrisschende bedryvigheid.
Wy gingen de houten trap af en mongden
ons in het gewoel.
Juffrouw Margaretha had myn arm losge
laten en dien van haren vader genomen. Zoo
wandelden wy over het strand, dat zoo glad
was als een fluweelen tapyt en zoo hard als
asphalt, d'cht langs den schuimrand, welken
de golven het strand opstuwden, en die, daar
het vloed was, hoe langer hoe hooger kwam.
Daarop namen wy plaats in drie stoelen,
welke wy met moeite veroverden, en adem
den met volle teugen de versterkende zee
lucht in.
Wy waren alle drie stil.
Juffrouw Margaretha keek onafgebroken naar
de zee en vermoed met opzet om my haar
schoon madonnagelaat toe te keeren, terwyi
haar vader met zyn stok figuren in het zand
teekende. Weldra werd men hem echter gewaar
en er kwam een heele zwerm kennissen op hem
af, waardoor ook zyne dochter aan haar gepeins
onttrokken werd en niet langer hardnekkig,
weemoedig in de verte kon blijven staren.
Ik moet bekennen dat het opzettelyke niet
op my letten van dit schoone, belangwekkende
meisje my zeer ergerde.
Hoe meer deelr ling haar vader my be
tuigde, des te meer wendde zy zich van my
af en des te duidelyker toonde zy, dat zy
niets van my wilde weten. Dat ergerde my,
ofschoon ik nu wist dat haar hart niet meer
vry wasen ik deed toch mijn best om haar
een beter denkbeeld van mij te gevon, dan zy
van my scheen te hebben, en hare belangstel
ling voor my op te wekken.
Dit was goene ydelheid of mannolijke be
haagzucht, maar alleen het gevoel, dat ik
evenveel waard was als honderd anderen,
met wie men ongedwongen en aangenaam
verkeert. Ik moet bekennen dat dit meisje
my meer belang inboezemde dan vele anderen,
die ik had leeren kennen, en ik gunde dien
koenen kapitein dit fijne, geestige persoontje
niet van ganscher harte.
Op den torugweg, toen Margaretha met een
paar kennissen vooropging, nam de consul
my by den arm, hield my tegen en richtte de
volgende vraag tot my
„Gy zijt dokter en zeker een knappe; dat
ziet men u aanwilt gy de behandeling
myner dochter op u nemen?"
Die vraag verraste my en deed my genoe
gen, en toch moest ik antwoorden:
„Myn waarde heer, het zou in stryd zyn
met de gewoonten onder ons, doctoren, indien
ik als badgast hier ging praktizeeren. Recht
streeks behandelen mag ik uwe dochter niet.
Gy zult u tot een der baddokters moeten
wenden; daar zyn zeer knappe lieden onder,
die de plaatselyke toestanden kennen, hetgeen
met my niet het geval is; ik wil u echter
gaarne myne meening over uwe dochter zeg-
gon, als gy mij hare ziekte wilt boschry'von
en later met den baddokter ovor haar in
consult treden."
„Nu, dat is my genoeg. Ik maak my
sedert twee jaren erg ongerust over myne
dochter. Zy lydt aan apathie. Alles is haar
onverschillig geworden; zy leeft, om zoo te
zeggen, alleen werktuiglykzy eet en drinkt
slechts om niet te verhongerenzy gaat alleen
naar concerten of comedies als men er haar
toe overhaalt. Zy maakt geene visites, en
schrikt iedereen af door hare onverschilligheid;
alle genoegens der jeugd schynen voor haar
niet te bestaan en af en toe heeft zy van die
flauwten, zooals gy er eene bygewoond hebt.
Ik heb haar door beroemde artsen laten onder
zoeken en zy zyn het er allen over eens, dat
zy volstrekt geen organisch gebrek heeft;
hare kwaal is alleen zenuwachtigheid, aene
soort van bleekzucht, zeggen de heeren. En
dat duurt nu al twee jaar!" besloot hy met
een zucht.
„Hoe oud is mejuffrouw uwe dochter?"
„Drie en twintig jaar."
„Weet gy eene oorzaak voor die kwaal,
eene aanleiding, meen ik, die haar kan opge
wekt hebben? Is het ineens begonnen of
heeft er iets plaats gehad, dat een diepen
indruk op haar gemaakt heeft?" vroeg ik en
dacht aan de blikken, welke zy met den kapi
tein dor „Augusta" gewisseld had.
Wordt vervolgd