N4. 9040.
Donderdag: 8 Augustus.
A°. 1889.
$eze (gourant wordt dagelijks, met uitzondering
van <fpn- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 7 Augustus.
Droomen tier toekomst-
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZEB COURANT:
To«r Leiden per 3 m*andon.".17.71 1.10.
Freioo per poet..7i77.V.u«7. l.ii.
Afsonderlj^ke Nommere0.05.
PRIJS DEB ADVERTENTTEN:
Yea 15 regele 1.05. Iederfl regel meer /0.17^.
Groot-ore lettors near plaatsruimte. Yoor h«è ia-
casseoreu buiton de stad wordt 0.10 berekead.
Officieel© Kennisgevingen.
De Burgemeester der gemeonte Leidon brengt ter
algomeeiio kennis dat op heden aan den ontvanger
der Directe Belastingen alhier zjjn ter hand gesteld
het kohier van do peraonoole belasting en dat
van het patentrecht, beiden van wijk VI, dienst 1880/90,
on executoir verklaard den 5den Augustus 1889
en herinnert voorts de belanghebbenden aan hunne
verplichting om hunnen aanslag op den bij de wet
bepaalden voet te voldoen.
L ei d e nDe Burgomeester voornoemd,
Augustus 18S9. DE KANTER.
Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden
brengen bij deze ter algemeene kennis dat de passage
over de brug aan de Morschpoort, van 8 Augustus
a. s. tot nadere aankondiging voor rij- en voertuigen
zal zijn afgesloten.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, DE KANTER, Burgemeester.
Augustus 1889. E. KIST, Secretaris.
Naar aanleiding van het in ons vorig nom-
mer opgenomen ingezonden stukje, waarindo
wensch werd uitgesproken dat op do ruïne
der Stadszaal een blik mocht worden gegund,
door de ramen aan do Breestraat zijde en de
deur der kleedkamer, vlak vóór hot verbrande
lokaal, te oponen, ontvingen we nog enkele
stukken, waarin met dat denkbeeld sympathie
wordt betuigd.
Het is trouwens niet te verwonderen dat
ieder, die het gebouw gekend heeft, die er
zoovele genoeglijke oogenblikken of uren van
waar kunstgenot in heeft doorgebracht, het
in zijne tegenwooidige gedaante zou willen
aanschouwen, ja er zelfs wel iets voor
over heeft.
Wij zouden daarom nog verder willen gaan
dan wat in het ingezonden stukje gevraagd
wordtwü zouden den toegang tot de Stads
zaal zelve willen opengesteld zien, namelijk
tot de boven voorzaal, welke onbeschadigd i3
gebleven, geen gevaar oplevert en van waar
men door de aan de gaanderij grenzende,
doch nu verbrande deuren een onbelem
merd en interessant gezicht op de verwoes
ting heeft.
Aangezien echter de stroom van toeschou
wers te groot zou kunnen worden, kon men
o. i. voor de bezichtiging oen gering bedrag
laten betalen, b. v. 25 cents. De aldus ver
kregen opbrengst kon men ten goede laten
komen aan de verschillende wees- of gods
huizen.
Telkens kan men dan zooveel personen
binnenlaten, als eene behoorlijke circulatie
toelaat.
Zoodoende zouden velen worden tevreden
gesteld en instellingen van liefdadigheid gebaat.
Alvorens door het Gemeentebestuur omtrent
dit ons voorstel een besluit worde genomen,
kan men inmiddels van do verwoesting eene
aanschouwelijke voorstelling zien op de door
den heer Goedeljoo vervaardigde, reeds ver
melde photographieên, welke op bestelling
t9vens b(J de boekhandelaars te verkrijgen zijn.
De heer Eggers had ons onjuist ingelicht dat
ze reeds gisteravond of hedenmorgen bh hem
te bezichtigen zouden zijn. De heer Goedeljee
deelde ons althans vanochtend mede dat dit
onmogelijk het geval kon wezen. Wat daarvan
zij, laten we in het midden. Zeker is, dat de
heer Eggers in dit nommer adverteert dat b(j
hom voorhanden zijn photographieên van het
inwendige van de Stadszaal vóór en na den
brand.
Hedenmorgon waren we bovendien in de
gelegonhoid nogmaals een viertal photogra-
pbische voorstellingen van het inwendige der
verwoeste Stadszaal te bezichtigen, en het
viel ons op hoe juist en getrouw tot in de
onderdeelen ook deze photographieên zjjn ge
slaagd. Deor de vier standpunten, waarop deze
afbeeldingen zjjn genomen, verkrijgt men een
goed overzicht van de geheele ruïne. Deze
photographieên worden bij eiken boek- en
kunsthandelaar tegen geringen prjjs in den
handel gebracht door den hoer H. Jonker, op
den Apothekersdjjk alhier, insgelijks reeds
lang gunstig bekend door de schoone gezich
ten, welke hij van gobouwen, zoowel uit- als
inwendig, hoeft geleverd. Ze munten inderdaad
door bijzondere duidelijkheid van voorstel
ling uit.
Menigeen, die zich niet in de nabijheid van
den brand hoeft gowaagd, zal zich geene voor
stelling kunnen maken van de verwoesting
door het vuur aangericht, en juist ook de
photographieên zullen by velen den wensch doen
ontstaan met eigen oogen de ruïne te aan
schouwen. Daarom bevelen wy ons voorstel
dringend ter overweging aan.
De heer J. De Groot, student in de rech
ten aan de Ryks universiteit alhier, in 1886
geslaagd voor het O.-I. Ambtenaars examen,
zal worden gesteld ter beschikking van den
gouverneur-generaal van Ned.-Indië, om te
worden geplaatst in administratieve betrekking
daar te lande. Zyne uitzending dient ter ver
vulling van de by hot onlangs gehouden groot-
ambtenaars-examon opengebleven plaats.
In de maand Juli zyn binnen deze ge
meente geboren 121 kindoren, als60 zoons en
61 dochters; overleden 64 personen, (waar
van 5 elders woonachtig) als4 mannen, 13
vrouwen, 26 zoons en 21 dochtersdaaren
boven als levenloos aangegeven 6; gehuwd
25 paren.
In verband met de benoeming van den
Groningschen hoogleeraar Drucker tot hoog
leeraar aan de Leidsche universiteit, schrijft
de „Prov. Gron. Crt." van heden het volgende:
„De geruchten, dat prof. mi. H. L. Drucker
zoude worden overgeplaatst naar de Rijks-
unive si 'eit te Leidon, zij a dus ten slotte gebleken
gegrond te zyn geweest. De benoeming van
den hoogleeraar te Leiden is geschied en tot
ons groot leedwezen moeten wy daarby voegen,
dat door hem geene termen zyn gevonden
de benoeming af te wijzen. Betaamt hot ons
niet het besluit van den hoogleeraar, om de
Groningsche universiteit tegen de Leidsche
te verruilen, te beoordoelen, wy zyn do tolk
der ingezetenen als wy ons innig leedgevoel
uitdrukken over het vertrek van den hoog-
looraar uit onze gemeente. Zyn de zeven jaren
zyner werkzaamheid in ons midden in de
eerste plaats ten goede gekomen aan onze
universiteit, de heer Drucker had tegelyk oen
open oog en een open oor voor de belangen
onzer stad en werd bereid bevonden tot mede
werking zoo dikwyls die in het publiek be
lang van hem werd gevraagd. Zyn heengaan
is, onafhankeiyk van het belang der univer
siteit, voor de stad een groot verlies en de
herinnering aan zyne werkzaamheid zal hier
erkenteiyk worden bewaard."
In byvoegsels by de Staatscourant van
7 dezer is opgenomen de omschrijving van
eenige voorwerpen, aan het Ryks Ethnogra-
phisch Museum geschonken door dr. P. W.
Korhals.
Ter zake van dit geschenk is aan dien
heer by koninkiyk besluit do zilveren medaille,
ingesteld by koninkiyk besluit van 5 Mei
1877 no. 32, toegekend, als blyk van waar
deering zyner belangstelling in 's Ryks weten-
schappelyke en kunstverzamelingen.
Prins Albert van Pruisen, vergezeld
van zyn zonen en gevolg, begaf zich heden
voormiddag om 10 u. 43 m. per Holl. spoor
naar Haarlem en keerde dos namiddags om
4 u. 36 m. in de residentie terug.
Hoofdonderwyzers-examen te 's-Hage,
5 en 6 Aug. Opgeroepen en opgekomen 16
cand.; afgewezen 13. Toegelaten do lieeren
A. Eysberg en H. J. Hyman, beiden van
Schiedam, en C. J. Bussen, van Leiderdorp.
Door Z. M. is, als blyk van Zr. Ms.
goedkeuring en tevredenheid, do bronzen
medaille en een loffelyk getuigschrift toege-
kind aan J. Van Kan, smid te Noordwyk
aan Zee, wegens het met levensgevaar
redden van twee zeelieden, die op 1 Juli
1889, by het in zee brengen van ankers
voor twee bomschuiten, gevaar liepen hun
dood in de golven te vinden.
Door Z. M. is, ingevolge gemeenschap-
peiyke voordracht van de ministers van
marine en van koloniën: lo. eene commissie
samengestold, ten einde Hoogstderzelvo te
dienen van advies op de vraag: „of hot uit
een staatkundig en finantiëel, en ook uil een
technisch maritiem oogpunt wenschelyk is,
de bestaande indeeling der maritieme middelen
in Ned. Indië, in een Nodorlandsch auxiliair
eskader, eene Indische militaire marine en
eene Indische Gouvernementsmarine te besten
digen"
zoo ja: a. duidelyk te omschryven de be
stemming dier drie categorieën, opdat dien
aangaande geen misverstand mogelyk zyb. in
algemeene trekken aan te wyzen, welke uit
gaven ten behoeve van die categorieën ten
laste moeten komen van de Nederlandsche,
en welke van de Indische begrooting;
zoo neenwelke regeling in plaats van de
bestaande dient te worden ingevoerd;
2o. bonoemdtot voorzitter dier commissie
de heer I. D. Fransen van de Putte, oud
minister van koloniën, lid van de Eerste Kamer
tot leden de heeron W. F. Van Erp Taalman
Kip, oud minister van marine; J. W. Binkes,
vice-admiraal, Zr. Ms. adjudant in buitenge
wonen dienst; J. A. De Gelder, oud-lid in den
Raad van Ned.-Indië; C. Bosscher, oud directeur
van het binnenlandsch bestuur in Ned.-Indië
D. L. Wolfson, oud-zeeofficier, lid van de
Prov. Staten van Zuid-Holland; H. D. Guyot,
gep. kapt. ter zee; G. Kruys, kapt. ter zee;
G. H. Thomassen a Thuessink van dor Hoop,
oud lid van de Tweede Kamer en burgemeester
van Doornspyken tot secretaris jhr. G. J.
Van Tets, adjunct commies by het departement
van koloniën.
Het mondeling overleg van den minister
van binnenlandscho zaken met de commissie
van voorbereiding uit de Tweede Kamer
over de schoolwetherziening is gisteren af-
geloopen. Ht-t gedrukte rapport wordt binnen
enkele dagen verwacht.
Prinses Stéphanie van Oostenrijk ging
gisteren in een rytuig van Zandvoort langs
het strand naar IJmuiden.
Op zeer vriendelyke wyze beantwoordde zy
de groeten der badgasten.
Op het strand kreeg gisteren oen kind een
schramp langs hot been van een harer beide
honden. Onmiddellyk nam H. K. H. het kind
op, deed het kousje uit en bette het been
s>.
12)
Gerlof Terleen was een beroemd man ge
worden in zyne stad. Hoe een mensch be
roemd kan worden, is een raadsel, dat slechts
het toeval oplost. Gerlof was gebleven wat
de vrienden zijner jeugd in hom steeds gezien
haddeneen droomer. Hy sprak weinig en
als anderen iets gezegd hadden, plooiden zich
zyne lippen tot een fijnen glimlach, en ieder
besefte dat Gerlof er iets meer van wist,
maar zyne meening voor zich hield. Sedert
do schepping der wereld hebben de mensc'nen
eerbied gehad voor het geheimzinnige en
Gerlof Terleen verwierf zich don naam van
een zoor bekwaam man, die alles even goed
en beter wist dan de beste. Dank zij deze
eigenschap, werd hij lid van colleges, waarvan
hy nooit lid zou zyn geworden, wanneer hy
sprak, en zonder het zelf te weten werd liy
door do ernstig-donkenden in do maatschappij
alk een der hunnen beschouwd, omdat het
nog nooit was gebleken, dat hy niet tot
do hunnen behoorde. Sommigen laten zich
meestal verleidon om de luid- en veelspre-
kenden bij hunne gelederen in te 1y ven. Zon
der het te willen, was hy, die zeer weinig
sprak, ook een emstig-denkende geworden.
Ten minste hy hield er zich voor.
Het ideaal zyner jongelingsjaren had hy
evenwel niet uit het oog verloren. Eene mooie,
ryko vrouw vindt men dan ook evengoed
by de ernstig-denkenden als by hen, die het
leven meer van de practische en aangename
zyde opvatten, en hy huwde met de beeld-
schoone dochter van zekeren predikant,
die een zeer groot fortuin bezat. Gerlof zag
nu zyn hoogsten wensch bereikt. Hy was
do echtgenoot van eene vrouw, die evenveel
bekoorlykheden als effecten bezat. Helaas
effecten blyven niet altyd, maar bekoorlyk-
hoden evenmin. In dit geval evenwel bleven
de effecten en rezen zelfs, maar na haar
tweede kind ging mevrouw Terleen sukkelen
zy werd ziek en sedert tien jaar verliet zy
hare kamer niet meer. Dag aan dag kwam
de dokter. In de Pharmacopea Neorlandica
was bijna geen geneesmiddel opgenomen, of
mevrouw Terleen had het gebruikt, maar
vergoefs; alle minerale watoren, ez9linnemelk
en al die geneesmiddelen, welke onfeilbaar
worden genoemd, waren achtereenvolgens of
tegelyk aangewend en altijd met hetzelfde
gevolg: mevrouw Terleen beterde niet.
Gelukkig, zoo hopelooze zieken toch nog
iets hebben, dat hun met het leven verzoent
in dat geval verkeerde mevrouw Terleen. Zy
zocht haren troost in de dierbare waarheden,
waarin zy was opgevoed, en het ontbrak
haar niet aan vriendinnen, die haar opbeuring
kwamen brengen en voor zichzelven stichting
kwamen zoeken. Die berusting, die onderwar
ping, dat vaste geloof maakte een onderworp
van het gesprek uit van allen, die haar ken
den, en Gerlof stichtte mede en liet zich
stichten, maar nu en dan, als hy alleen op
zyne kamer was, ontwaakte in hem toch wel
eens het besef, dat zyn leven ook anders had
kunnen zyn dan dat van den echtgenoot eener
zieke vrouw. Zyne kindoren konden by do
altyd kranke moeder thuis niet grootge
bracht wordeneene kostschool was niet
moeilyk te vinden en slechts enkele dagen
in het jaar brachton zij in de ouderlyke
woning door. Dan herloefde Gerlof Terleen;
dan voelde hy zich weder jong en met lust
en liefde voor het leven en moed ep de toe
komst bezield. Maar die tyd duurde slechts
kort; de kinderen vertrokken en Gerlof bleof
weder alleen mot zyne zieke, berustende vrouw
en zyne vele vrienden en vriendinnon, die
kwamen om te stichten en gesticht te wor
den. Vaak werd hot hem te eng om het hart.
Dan verliet hij in stilte zyn huis en maakte
hy wandelingen, uren ver. Zoo lang hy van
zyn huis zich verwyderde, voelde hy zich
verlichteen pak was van zyn hartmaar
als hy eindelyk begreep, dat het tyd was
om terug te koeren, viel elke stap hem zwaar
en hij verlangde dat er iets gebeurde, hoe
akelig en noodlottig ook, dat hem uit zyn
toestand verloste.
Maar er gebeurde niets. Mevrouw Terleen
bleef ziek.
Langzamerhand ondermynde die toestand
zyn gestel en Gerlof werd een stil, in zich
zelven gekeerd man, die byna nooit sprak
en gedwee zich neerzette by de vrienden en
vriendinnen zyner vrouw om zich weder te
laten stichten. Misschien maakte zyne onder
worpenheid en berusting ook op hen een
stichtolyken indruk.
Zijne eigene vrienden had hij sinds lang
verloren. Zoodra hy zich by de ernstig den
kenden had gevoegd, waren do banden, die
hem aan de kennissen zyner jeugd verbon
don, losgegaan en nu groette hy hen ternau
wernood en spreken dood hy hen nooit.
(Wordt vervolgd.)