A°. 1889.
feze fëourant wordt dagelijks, met uitzondering
van ,§pn- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
DONKERE UREN.
SÖ27.
"Woensdag 24 «Tuli.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COÏFSANÏÏ*
Toor Leiden iper 3 m**n<5«K.J 1.10.
Tr*noo per pot*1-40.
A4w>nderlijbe Hommen.0.05.
PRUS DER JLD VERTENTIEN:
V»n 1—6 regel» ƒ1.05. Iedere regol meer/0.17^.
Grootere lettere n»*r plaatsruimte. Voor het in-
caeseeren buiten de et&d 'wordt 0.10 berekend.
Leiden, 23 Juli.
De officier «ran gezondheid der late klasse
■dr. C. J. De Bruyn Kops Jr., gedetacheerd
•hy de Kweekschool voor Zeevaart alhier en
■die 26 Juli -op non-activiteit wordt gesteld,
sal de volgende maand pee particuliere ge
negenheid naar <5ost-Indiê vertrekken, om dienst
te doen by de seemacht aldaar.
Men verzooht ons thans te willen snelden
dat het bericht als zoude de heer A. J.
Witmans benoemd zijn tot deurwaarder der
directe belastingen te Leiden, onjuist is.
De heer A. J. Witmans Abz. is nog steeds
Etjkeboekhouder alhier.
De minister (ran binnenlandsche zaken
heeft op het afdeelingsverslag der Eerste
Kamer betrekkelijk het onteigenings-ontwerp
voor bovengenoemd kanaal eene Memorie van
Antwoord ingezonden, waarin hij tracht te
wederleggen de laatstelijk door de Kamer van
Koophandel te Schiedam daartegen ingebrachte
bezwaren.
De minister deelt in hoofdzaak het volgende
mede. De ingenieur Schotel heeft vroeger eene
schutsluis ontworpen ten noorden van de
spoorwegbrug, doch dit hield verband met
het toen nog bestaande plan om het station te
bouwen in den 's Gravelandschen polder.
Later werd het plan voor het station gewij
zigd en werd de sluis op de thans aangege
ven plaats geprojecteerd. Op 19 Maart 1886
besloot de gemeenteraad van Schiedam het
kanaal uit te voeren met de schutsluis op
nader aan te wijzen plaats. De Raad heeft
den 20stan Januari 1888 volkomen kennis
gekregen van de plaats dor geprojecteerde
schutsluis, terwijl later, nadat de stukken
behoorlijk ter visie hadden gelegen, de koop
som en de voorwaarden werden vastgesteld,
welke bij het bouwen zouden zjjn in acht te
nemen.
Zal elke schutsluis en elke beweegbare
spoorwegbrug de scheepvaart belemmeren, de
plaatsing van deze schutsluis zal die belem
mering niet vermeerderen, hetgeen ook blijkt
uit het overgelegde rapport ter weerlegging
van de bezwaren van gezagvoerders van
stoombooten.
Het gedeelte van de bebouwde kom der
gemeente Schiedam, gelegen in den polder
van Oud-Mathenesse, is niet gelegen in het
thans ontworpen waterververschingsplan, doch
de gelegenheid om dat gedeelte van den pol
der daarin te doen deelen blijft bestaan, al
wordt de sluis ten zuiden van de brug gebouwd.
Bezwaren van waterloozing bestaan er tegen
het bouwen van de sluis ten noordon van de
brug. Het plan der vaartverbetoring tusschen
Rijn en Schie strekt zich overigens niet ver
der uit dan tot Leiden eenerzyds en Delft
Naar het Duitsch van EUGEN SCHMITT.
Slot.)
„Laat maar", zeide Spalding, naar het
scheen eenigszins bedrukt, „laat maar, ik
heb u nog iets te zeggen. Gij ziet het aan
mijne bescheidene kleeding, gij ziet het mjj
wel aan, dat jk zwaar gewerkt heb, maar
het geluk is my ontvloden, ik kan u niets
aanbieden voor de toekomst, niets dan een
paar krachtige armen, waarmede ik, als het
z(jn moet, als daglooner mijn brood wil ver
dienen, en ik weet niet, of gij niet beter kunt
leven, als g(j alleen blijft en, evenals tot
dusver, met uwe vlijtige handen uw kost
verdient."
Een kus zjjner vrouw sloot hem den mond
Hare tranen vielen op zijn voorhoofd.
„Gelooft gjj, dat er voor mij een grooter
geluk bestaat, dan van dit oogenblik af voor
u te werken, voor u te zorgen?" antwoordde
zij. „Ik heb eenige spaarpenningenzij be-
anderzijds, omdat tot aan genoemde plaatsen
Rijn en Scbie voldoende afmeting hebben voor
feet charter van schepen, waarvoor men de
vaarten wil inrichten.
De bedoeling is, dat deze verbeterde vaart
van Delft tot 's Gravenhage zal kunnen be
varen worden door de grootste binnenlandsche
vaartuigen en Rijnschepen van de kleinere
soort, en dat van die tusschen 's-Gravenhage
en Leiden de kleinere en middensoort Frie
sche tjalken, echter zonder beduidenden opper
last, zullen kunnen gebruik maken. Voor de
scheepvaart tot Delft in verband met dezen
verbeterden waterweg dient niet de Schie-
dameehe Schie. Te Delftshaven wordt de ge
meenschap met de rivier verkregen. De sluis
te Delftehaven heeft grootere wijdte dan die
te Schiedam en het kanaal meerdere capaci
teit,. zoodat er geene enkele reden bestaat om
van de Schiedamsche Schie gebruik te maken,
tenzij dan dat eenig vaartuig tegelijk voor
Schiedam en Delft of 's-Gravenhage is bevracht.
Over genoemd wetsontwerp is thans het
eindverslag uitgebracht en het is ter openbare
behandeling gereed.
De Eerste Kamer hield gisteravond
eene vergadering.
Van den minister van marine was bericht
ontvangen, dat hij, tot herstel van gezond
heid eenigen tyd buitenslands moetende ver
toeven, verhinderd was de vergaderingen der
kamer bij te wonen, en dat desvereischt zijn
ambtgenoot van oorlog voor hom het woord
zou voeren bjj de wetsontwerpen, zjjn depar
tement betreffende. Verder waren ingekomen
de laatstelijk door de Tweede Kamer aange
nomen wetsontwerpen, waaronder dat tot
verlenging van den diensttijd der militie.
Verzonden naar de afdeelingen. Op voorstel
des voorzitters werd besloten, heden, Dinsdag,
te drie uren het wetsontwerp betreffende het
waterververschingskanaal te Schiedam te be
handelen.
De heer Van Roijen vroeg en verkreeg
verlof aan de regeering eene vraag te doen,
betreffende de nadere voorziening in de leemte,
ten gevolge van het vervallen der wet van
1818 met 1 September a. s. Meer bepaald
vroeg hij of de regeering denkt te voorzien
in de ongelegenheid, die door het vervallen
van die wet verwacht kan worden, en of
van de zjjde van de regeering daartoe strek
kende voorstellen kunnen worden te gemoet
gezien.
De minister van justitie, de heer Ruijs van
Beerenbroek, was dadelijk bereid tot antwoor
den. Hy herinnerde dat bjj art. 22 der In
voeringswet bepaald is dat de wet van 1818
van kracht blijft tot 1 September 1888 en
dat ten vorigen jare eene verlengingswet is
aangenomen, waardoor de wet van 1818 ver-
hooren u; ik heb mjjn kost en verdien geld
genoeg; van heden af zal ik nog meer ver
dienen, mjjne krachten zullen zich verdubbe
len, want ik ben gelukkig, en niets drukt
my, geene zorg, geen verdriet, geen berouw;
ik heb u weer, u, mijn hoogste geluk, mijn
echtgenoot, van wien ik weet, dat hjj mjj nu
weer bemint."
Zy verborg haar hoofd aan zyne borst, en
hy vouwde zyne handen boven haar hoofd en
zijne lippen murmelden een eed, welken God
in den hemel hoorde.
Het laatste tooneel had den teruggekeerde
biykbaar zeer geschokt; hy had langen tyd
noodig om zyne ontroering te boven te komen
en verklaarde toen plotseling: „Ik moeteer.e
visite maken, Marie, en gy moet my verge
zellen. Ik moet naar een bekende, by wien
ik myne have bewaard heb, voordat ik by u
kwam. Ik wist immers niet, hoe gy my zoudt
ontvangen?"
Zy drukte zyne hand en hy beantwoordde
die» druk. Zy kleedde zich om uit te gaan
en ging naast hem de trap af. Het was haar,
alsof hare voeten den grond niet meer aan
valt met l September a. s. Intusechen heeft
de Regeering zich den tyd ten nutte gemaakt,
speciaal het -departement van waterstaat, om
to voorzien in de leemte, die ontstaan zou,
en een wetsontwerp ingediend, daartoe strek
kende.
Voor andere departementen scheen dit niet
noodig.
Het wetesntwerp ia vry vroogbjjde Tweede
Kamer aanhangig gemaakt. Het is in de
sectiën onderzocht; -de Regeering heeft op
het verslag geantwoord en koesterde de hoop,
vooral, omdat zy aan vele bezwaren te gemoet
kwam, dat het wetsontwerp in openbare be
handeling zou komen.
Maar in de laatste bijeenkomst der Tweede
Kamer is het ontwerp opnieuw naar de sec
tiën verzonden, iets, wat de Regeering niet
kon voorzien. Nog denzelfden dag is aan bet
departement van justitie een nieuw wetsont
werp tot verlenging met 1 jaar der wet van
1818 in gereedheid gebracht, dat vervolgens,
na den Ministerraad te hebben doorloopen,
aan het kabinet des Konings is verzonden,
ten einde by den Raad van State aanbangig
te worden gemaakt. De Regeering hoopt dat
de Tweede Kamer nog vóór 1 Sept. het ver-
lrngingeontwerp zal afdoen.
De heer Van Royen dankte den minister
voor de gegeven inlichtingen en constateerde
dat derhalve ook de Eerste Kamer vóór 1
Sept. bjjeen moet komen om de wet te be
handelen.
De vergadering werd daarop gesloten.
B. en Ws. van 's-Gravenhage hebben
o. a. aanbesteedHet rioleeren en herbe-
straten van een gedeelte van de Marnixkade.
Minste inschryver was de heer J. Jongen-
burger, aannemer te Waddingsveen, voor
f 2080.
Prins Albrecht van Pruisen begaf zich
heden uit Scheveningen met vier leden van
zyn gevolg per Holl. Spoor te 10 u. 43 min.
naar Amsterdam, van waar hy dezen avond
te 8 u. 40 m. derwaarts terugkeert.
De hulppostkantoren der posteryon te
Andel, Leldschendam, Puttersboek, Soester-
berg, Veenvouden en Zwartewaal zyn voortaan
mede belast met de behandeling van aange-
toekende brieven, eene aangegeven gelds
waarde van f 600 te boven gaande.
Te Winschoten is tot gemeente archi
tect benoemd de heer K. A. Lantinga Azn.,
te Nieuw-Scheemda.
De heer A. H. Zahn, burgemeester, is
tevens tot gemeente-secretaris van Gouds
waard benoemd.
De gewone audiëntie van den minister
van marine zal op 26 dezer niet plaats hebben.
Het stoomschip „Amsterdam", van Nieuw-
York naar Amsterdam, is 23 Juli Wight
raakten. De zonneschyn scheen haar helderder
toe dan vroeger; alle menschen schenen ge
lukkige gezichten te hebben, en menigmaal vor-
beeldde zy zich, dat alles maar een droom was.
Haar man ging met haar voort, totdat zy
in eene wyk kwamen, welke Marie kende. Haar
voet aarzelde zelfs een weinig, toen zy eene
zekere straat insloegen. Het was die, waarin
zy eens gewoond hadden, toen haar man zich
zelfstandig vestigde. Wilde hy treurige her
inneringen by haar opwekkon? Wilde by oude
wonden openscheuren?
Heur hand beefde in zyn arm, maar zy
ging dapper voorwaarts; zy wilde op dit
oogenblik aan niets onaangenaams denken
zy wilden nu gelukkig en tevreden zyn. Daar
stonden zy plotseling voor den winkel, die
hun eens toebehoorde, en, was het niet merk
waardig, er woonde nu weer een graveur in
en in het volgende oogenblik meende Marie
te droomen. Daar, op de uitstalkast, las zy
zyn naam, dien van haren echtgenoot.
Zy wilde blyven staan, maar haar man
trok haar mot zich mee. H;j scheen eens
klaps veel haast te hebben; hy trad met
gepasseerdde „Borneo" is 23 Juli van Am
sterdam te Batavia aangekomen; de „Edam",
van Amsterdam naar Nieuw York, passeerde
22 Juli Lizard; de „Noord-Brabant", van-
Rotterdam naar Java, is 22 Juli te Port-Said
aangekomen; de „Bromo", van Rotterdam-
naar Java, is 21 Juli Gibraltar gepasseerd:
de „Koningin Emma", van Amsterdam naar
Batavia, is 22 Juli te Southampton aange
komen.
By koninklyk besluit zyn voor den tyd
van vyf jaren gedetacheerdby hot leger in
Nederlandsch-Indië, de eerste luit. J. J. Yan
Pellecom, van het 7de reg. inf.; by het leger
hier te lande, en wel by het 7 ie reg. inf.,
de eerste luit. R. G. Doorman, van het wapen
der infanterie van het leger in Nederlandsch-
Indië.
Benoemd tot eersten luit.by het wapen
der inf., en wel by het 6de reg., de tweede
luit. H. S. Hordyk, van het corps; by het
wapen der cavalerie, en wel by het 2de reg.
huzaren, de tweede luit. jhr. E. W. Von
Wrangel auf Lindenberg, mede van het corps.
Met ingang van 1 Augustus 1889, aan de-
telegrafiste 2de kl. by de Rykstelegraaf, mejuf
frouw V. Kraay, op haar verzoek, eervol ont--
slag verleend uit 's Ryks dienst.
Gemengd Nlei
De kermis heeft zich goed in
gezet. D e eerste dag hield zich droog. De
regen, die, by gelegenheden als deze, zoo
trouwe bondgenoot der politio, bleef in
tegenstelling met andere jaren ditmaal
achterwege. Toch had de politie het er niet
raoeilyker om, al was het de z. g. „fabriek3-
dag." Do Leidenaar weet hoe hy kermis-
behoort te houden.
Natuurlyk was het 's avonds woelig, doch
op den naam van zoo erg „buitengewoon"
kon de drukte geen aanspraak maken.
Heel gezellig was bet in de schouwburg-
loge van den heer Van Lier. Munt de toe
gang tot dit tydelyk gebouw uit, wegens de
nabyheid van Park, Rapenburg en Steenschuur,
ook de tent is ruim en luchtig.
Voor den eersten kermis-avond, als zoo
velen buiten liever „kyken", was de opkomst
van het publiek talryker dan andere jaren.
Die belangstelling geeft moed tevens voor de
volgende avonden, en dat Yan Liers Hol-
landsch Tooneelgezelschap op werkelyke be
langstelling mag aanspraak maken, toonde
het gisteravond op ondubbelzinnige wyzo.
De opvoering van „Zenuwachtige Vrouwen,"
het blijspel reeds van vroeger hier niet onbe
kend, was eene goede inleiding voor de reeks
volgende voorstellingen. Het stuk liep flink
van stapel. Allen werkten zeer verdienstelyk
haar in den winkel, waarin zich een bediende
bevond, en bracht haar in de kamer, welke zy
voor jaren voor de laatste maal gezien had,
en daar stond hy voor haar, met tranen in
de oogen, en vatte heur handen.
„Marie," zeide hy, „wees welkom in het
huis, dat ik u aanbied I God heeft my geze
gend, Hy heeft my niet alleen de kracht ge
geven, die noodig was om my zeiven te ver
beteren, Hy heeft my ook geluk in myne
zaken gegeven; er zyn vrienden voor my
opgestaan, aan wie ik nooit gedacht heb.
Myne toekomst is verzekerd. Ik heb zoo veel
verdiend, om eene zaak op te richten, en op
den vasten grond, welken ik hier gelegd heb,
kan ik verder bouwen. Ik zeide u het tegen
deel, niet om u te beproeven, of omdat ik
aan uw trouw hart twyfelde, maar het was
my eene behoefte, te vernemen, of gy my
nog liefhadt. Nu weet ik het. TVees nu
welkom, treedt weer binnen als huisvrouw,
en moge de vrede en het geluk met u hunne
intrede doen!"