S'. 9025 Maandag 22 .Xnli. A\ 1889. feze (jourant wordt dagelijksmet uitsondering van <gon- en feestdagen, uitgegeven. |Dlt nommer bestaat uit DRIE Bladen. Kikeriki. Kermis in de Sleutelstad. Feuilleton. DONKERE UREN. Leiden, 20 Juli. LEIDSCH DAGBLAD. PRUS DEZER OOUaAHT: Voor Loidon per S maanden.1.19. Franco per post1.40. Aiaonderl^Jke Hommers0.00. PHUB DER ADVBRTHNTHUf: Tan 1—6 regel»/ 1.06. Iedere regel meer/0.174. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het in- easseeren buiten de stad vordt 0.10 berekend. Aan de Abonné's daarop, wordt bt) dit nommer verzonden No. 43 van Kikeriki. Elk zyn beurt is niet te veel. Hebben kort geleden heeren industriéelen uit heel Neder land eenige genotvolle dagen in ons midden doorgebracht, thans wordt den ingezetenen onzer goede stad, benevens den bezoekers van eiders, die nog eenvoudig genoeg zyn om het oud-Hoilandsch volksvermaak een goed hart tos te dragen, de gelegenheid aangeboden zich een wyle vroolyk en gezellig te ontspannen. Van heinde en verre komen zy opdagen, de ondernemers, die de vruchten hunnor vindingrijkheid aan onzen smaak voorleggen. We hebben eens de zeer juiste opmerking gehoord, dat het ,een eventueels feestcom missie, aan wie de taak zou worden opge dragen alles bijeen te brengen, wat de kermis te aanschouwen en te genieten geeft, heel wat moeite zou kosten haar mandaat op be vredigende w()ze ten uitvoer te leggen. Nu komt het vanzelf: de traditioneels laatste volle week van Juli is nauwelijks daar, of met de vlugheid, nomadischen volken eigen, worden de architectonische meesterstukken in elkander gezet, die aanvankelijk binnen hun geheimzinnige wanden de oplossing ver bergen van menig raadsel, hetwelk de ge dachten der belangstellende schooljeugd ge heel en al vervult, wel een weinig ten nadeele van de juiste opvatting van gramma ticale en arithmetische quaesties, die toch ook in de laatste dagen voor de vacantie niet geheel achterwege kunnen blijven. 't Is wel jammer dat men in die gemeen ten, waar de vroede mannen gemeend heb ben over de kermis het banvonnis uit te moeten spreken, de zaak niet eerst onderwor pen heeft aan eon schooljongens-plebisciet. De beslissing zou wellicht anders zijn uitge vallen. By ons is dat gelukkig niet noodig ge weest. De leden van Leidens gemeenteraad mogen, olk voor zich, geen bepaalde behoefte hebben gevoeld aan een rit op oen loeuw of een opstijging por Turkschen schommel, noch willen doordringen in de geheimen der toe komst, hun ontsluierd door de pythische priesteres in de tent genaamd „de Zwarte Spiegel", zjj hebben toch niet vergeten dat er oen tijd geweest is waarin deze dingen hun wèl belangstelling inboezemden. De krachtige aanvallen, onlangs tegen de kermis gericht, werden afgeslagen op een w(jzo, die afdoende mag heeten. Vooral het argument, waarop men zich steeds beroept, namelijk dat de kermis „gelegenheid geeft" tot dron kenschap en daaruit voortvloeiende uitspat tingen en ongeregeldheden welk feest doet zulks niet! werd in het advies van Hee ren Burg. en Wethouders afdoende wederlegd mot het feit, dat in de laatste negenjarige periode slechts tweemaal gedurende de ker- misweek proces-verbaal behoefde opgemaakt te worden ter zake van verwondingen of ernstige vechtpartijen. Z(jn onze medeburgers dankbaar voor dat advies en die beslissing, op hon rust thans de plicht om zorg te dragen dat steeds op dezelfde gronden het bohoud der kermis ver dedigd zal kunnen worden. Een gepast vreugde betoon doet zoowel hun goed, die er aan mededoen, als dengenen die er getuigen van z(jn. Bij toeneming moeten we leeron feest- houden, zonder rumoer te maken en aan ver keerde hartstochten den teugel te vieren. Het is een verkeerde methode, onhebbelijke din gen, welke zieh soms voordoen, te willen afweren door de gelegenheid weg te nemen; integendeel, dat de menscben zich oefenen in zelfbeheerschingdat z(j bewijzen de begrip pen van betamelijkheid, hun in het dagelyksch verkeer eigen, ook te kunnen in acht nomen wanneer de omstandigheden eenigermate af wijken van het alledaagsche 1 Zonder het eigenlijk te willen, z(jn we in den ernstigen toon vervallen. Wjj konden niét nalaten met een enkel woord te protes teeren tegen de bewering als zou de kermis oen beschaafde natie onwaardig en haar op heffing de eerste plicht van een verlicht be stuur zijn. Wonderlijk zjjn soms de gronden, op welke men de kermis bestrijdt. Zoo hebben wij ergons gelezen dat zy het bijgeloof in de hand werkt. Lezer, zjjt gij weieens in een „Zwarten Spiegel" wezen k(jken? Schrijver d6zer regelen koestert voor die soort van inrichtingen een bijzondere sympathie. Toch was het wezenlijk zonder een zweem van bijgeloof, dat hij by zijn oerste kennismaking, overeenkomstig het programma, vroeg het portret to mogen aanschouwen van zyn beminde in spe. En toen, bij het draaien van do kruk aan het kastje, een prentje te voorschijn kwam, waarop een soldaat in de uniform van het jaar '30, toen zou hjj, wegens deze ge wichtige voorspelling, de profetes wel hebben willen omhelzen van verrukking, ware z|j niet zoo abominabel leeljjk goweeet. Inderdaad, ge moet ook eens gaan kijken: misschien wordt uw bijgeloof wel op soort gelijke wijze gevoed! Voor muzikaal ontwikkelde naturen levert de karmis misschien geen onverdeeld genot op, want hoe streng het vergelijkend examen sok zijn moge, dat den eigenaars van muziek- machines van allerlei aard en vorm en den directeuren van reizende fanfarecorpsen wordt afgenomen, de pr(js der uitnemendheid zal wel aan geen van deze toegekend kunnen worden. En treft het soms dat gt) aan weers zijden van uw woning op twee uitvoeringen togeiyk wordt onthaald, dan is een wensch naar „niet te veel van 't goede" alleszins gewettigd. Maar een kermis zonder muziek, en wel zonder echte kermismuziek, is eon olifant zonder snuiten als aanstonds de brave zonen van GermaniS met hun ge moedelijke deunen onze woning voorbijtrek ken, zullen wy hun den tol onzer dankbaar heid niet onthouden. Is het wel aan hen alleen te wijten, dat noch Kogel noch Kes hen engageerden voor hun orkest Het is ook mogelijk, dat sommigen uwer den geur van poffertjes en andere baksels minder op prys stellen, dan deze proeven van culinariscbe bekwaamheid wel verdienen. Maar herinnert u dan den tyd, toen eon gang naar de bekende kraam, elke jongen wist precies waar men het minst zuinig was op boter en ÖUlKoi Liul LiOOIlylxoto -WC»o, w<»i bedenken kon om u pleizier aan te doen. De jeugd blijft, dooroongenomen, van jaar tot jaar hetzelfdelaat de kinderen toch ook eens die genoegens smaken, die w|j ons met wel gevallen uit onze gelukkigste levensperiode herinneren. Het is wezenlijk een aangenaam schouw spel, als men een werkmansgezin, au grand complet, ziet uittrekken tor kermisvaart en wie dan met economische nauwgezetheid gaat zitten becijferen dat het geld, 't welk bij die gelegenheid aan weinig beduidende dingen wordt uitgegeven, nuttiger besteed zou kunnen worden, die behoort tot de taaie en droge soort, waarvan sommige musea merkwaardige exemplaren in conservatie hebbon. Of rekent g\j voor niemendal die goede harmonie, die b\j een gezamenlijk feest vieren de loden van een gezin vereenigt, Naar het Duitsch van EUGEN SCHMITT. 3) Zy begon haren man te vreezen, te ver achten, en wat met haar gebeurd was, toon hy haar gisteren voor de eerste maal mis handeld, wreed geslagen en vervloekt had, wist zü'zelve niet recht. Indien zy thans inlichtingen had moeten geven over den toe stand van heur hart, zou zy het niet hebben kunnen doen, maar zy gevoelde, dat er iets nieuws in haar was ontwaakt, dat zy tot dusver niet gekend had, oene vreeselyke ver bittering tegen den man, om wien zy reeds zooveel geleden, en voor wien zy alles ge daan had, wat eene vrouw maar doen kan. Een wilde haat, eene ontembare zucht naar wraak kwam in haar op; heur hart werd als 't ware met gloeiende tangen aangegre pen, als zy er aan dacht, dat de man, dien zij bemind had, haar zóó had kunnen mis handelen. Hot werk naderde zyne voltooiing; de han den der ongelukkige vrouw bewogen zich steeds koortsachtiger. Zy dood dan laatsten steek en legde den mantel by do vier andere, welke reeds klaar op de tafel lagen en die zy nu wilde afleveren. Zy kleedde zich in het vertrek, dat aan de kamer grensde, om uit te gaan, toen zy buiten voetstappen hoorde, zware voetstappen, als die van iemand, die vermoeid of beschon ken is. Zy wist, dat haar man nu te huis kwam, nadat hy den laatsten cent verbrast had. Een onbeschryflyk gevoel van bitterheid en woede kwam in haar op; de bloedige strie men in haar gezicht brandden als vuur. Zy luisterde of hy in de kamer zou komen, waarin zy was, maar het scheen hem in 't geheel niet te interesseerea of zy te huis was of niet. Plotseling kreeg zy eene verschrikkelyke gedachte. Indien hy de mantels nam, welke op de tafel lagenHy was in staat, hen naar den eersten den besten beleener te brengen. Met een kloppend hart trad zy in de kamer; hare vrees was evenwel ongegrond. Spalding lag op de sofa, welke in d9 naby- lieid d9r kachel stond, naar het scheen in beschonken toestand; zyne borst bewoog zich op en neer en zyne oogen waren gesloten. Plotseling echter stond hy op en zeido toornig tot zyne vrouw: „Hoe lang wilt gy hier nog rondsluipen en mij storen? Ziet gij niet, dat ik slapen wil? Breng de mantels weg en breng het geld, maar maak wat spoed Ik heb honger, ik verlang een fatsoonlyken maaltyd en ook geld; anders zal ik ja laten zien, wie do baas is." Eene wilde woede ontbrandde in het hart der ongelukkige vrouw. Zy beefde over haar geheels lichaam, en zy zag als 't ware niets meer. Spalding had zich weer neergelegd, en thans scheen hy inderdaad te slapen. Minuten lang verroerde de ongelukkige vrouw zich niet, totdat zy op" de teenen weer naar het aangrenzende vertrek sloop, om hare kleeding te voltooien en vervolgens met een zwarten dook terug te komen, waarin zy de af te leveren mantels inpakte. Zy zag nog even achterom, en haar blik viel op de kachel, waarin zy vanmorgen met hare laatste kolen een klein vuur had aan- golegd. Haar oog ontmoette hot kleine handvat in de kachelpijp, waarmede de klep gesloten kon worden, en plotseling was het haar, alsof een electrische schok haar getroffen had; eene rilling ging haar door do leden, en met ge weid moest zy zich inhouden, om niet in tranen uit te barsten. En toen gevoelde zy, dat plotseling oen zonderling iets var. haar en de stille dankbaarheid der kinderen, wan neer vader hun het kermisgeschenk, mis schien een paard van onmogelyken vorm of een muziekinstrument, dat tot innige voldoe ning van alle omstanders na eon half etmaal voor eeuwig verstomt, - ter band stelt? Wy schryven deze inleiding niet om de kermishaters te bekeeren. Zy staan te vast in hun schoenen en hun vooroordeelen zyn te diep ingeroest. Maar een opwekking ge richt tot de koole vrienden en een „Leve de kermis dat wy in vereeniging met alle warme voorstanders van het aloude volksfeest van hee- lerharte aanheffen, zietdaar het thema, waarop wy hopen nog menig jaar een variatie te mogen leveren. De luitenant ter zee 2de kl. P. F. Van der Velden Erdbrink, geplaatst by de Kweekschool voor Zeevaart te Leiden, heeft met zeer goed gevolg examen afgelegd voor den rang van luitenant ter zee 1ste klasse. In het „Hótel de Bellevue" te's-Graven- liage zyn aangekomen de generaal van hot Japansche leger T. Ozava en de officier in Japanschen dienst Ozichara, beiden laatstelyk komende uit Essen. Zy zullen hier te lande eenige militaire inrichtingen bezoeken. Tot lid in het hoofdbestuur van het Nederlandsch onderwyzersgonootschap is be noemd de heer H. Hinse, hoofd der Rozen- school te Amsterdam. By den gemeenteraad van Amsterdam is van B. en Ws. ingekomen eene voordracht betreffende de verlichting van het plein vóór naartoe zuilen worden opgesteld op het midden van dat plein twee candelabers met Krausó-branders, elk met een gasverbruik van 1000 liter per uur, en verder 10 candelabers met Sugg's branders, olk met een gasverbruik van 530 liter por uur. De hieraan verbonden kosten bedra gen f 6000. Door burg. en weth. wordt tevens voor gesteld tot tydelyke waarneming der vaca ture van leeraar in de klassieke letterkunde, gedurende den cursus 1889/90, aan het gym nasium te belastende heeren Y. H. Rogge, doctorandus in de klassieke letterkunde, en F. W. Fledderus, candidaat in de klassieke let terkunde, ieder op eene jaarwedde van 1100. In de Staatscourant van 20 dezer is op genomen oen overzicht van de verrichtingen der permanente militairo spoorwogcommissie, gedurende het jaar 1S88. verstand bezit nam. Het suisde in hare ooren, alles dansto voor hare oogen, en slechts óén punt schoen vast te staan de kachelklep. Als zy nu de hand uitstrekte en met eene enkele kleine bewoging het handvat omdraaide, was zy vry, was zy uit de verschrikkelyke ellende, waarin zy zich bevond. Als heur hand dit handvat greep en omdraaide, dan stroomde het kooloxydgas door de kacheldeur in de kamer, en zonder dat de slapende op de sofa iets bemerkte, zou hy bedwelmd worden en langzaam sterven. Slechts deze ééne hand beweging, en zy was vry! Eene onzichtbare macht hief den arm der ongelukkige vrouw op; het was alsof zy han delde onder den dwang van een demon, tegen wien zy niet in staat was zich te vor- zetten. Zy had hot handvat gegrepen, zy hoorde don zachten toon, welken de klep by het dicht vallen veroorzaakte, zy keerde zich om, nam het pak mot de mantels, dat op de tafel lag, en snelde de trap af, totdat zy de straat be reikte. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1889 | | pagina 1