N°. 9023 (§ourant wordt dagelijks, met uitzonde ring van <§on- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 18 Juli. Feuilleton. DONKERE UREN. Y rijdaj» 19 Jixli. A°. 1889. LEIDSCH PRIJS DEZER COURANT: ▼oor Loidoo per 8 maanden1.10. Fr&nco por poet1.40. Afzonderlijke Noiomers0.05. PRUS DER ADVERTENTIEN: Yan 16 regola 1.05. Iedere regel meer/0.17J. Grootere letters naar plaateruimto. 1 oor bet ia- ooesc-eren buiten de stad wordt 0.10 berekend. Officieel© Kennisffeying;eii. Kostelooze Ineaiing. BargemcoBter en Wethouders van Leiden brengen ter algomeono kennis dat de zittingen voor koste looze inenting in bet Elisabethshof aan de Oudo Ye8t na Dinsdag 28 Juli e. k.f tijdelijk zgn gesloten. Burgemeester ©n Wethouders voornoamd. Leiden, DE KANTER, Burgemeester. 18 Juli 1889. E. KIST, Secretaris. De Burgemeester dor gemeente Leiden brengt ter algemeene kennis dat op lieden aan den ontvanger der Directe Belastingon alhier is ter hand gesteld het kohier van het patentrecht van wijk IV, dienst 1880/90, executoir verklaard den lGden Juli 11., en herinnert voorts de bolanghebbonden aan hunne ver plichting om hunnen aanslag op don bij de wet be paalden voet te voldoen. Leiden, De Burgemeester voornoemd, 18 Juli 1889. DE KANTER. De Burgemeester van Leiden brengt ter kennis vau belanghebbenden dat ingevolge Koninklijk besluit van 22 Mei 1889 (Staatsblad No. GG), do attcstatiën do vita, benoodigd tot het ontvangen van pensioenen der gepensionneerde koloniale landsdienaren en ge- pensionneerdo Indische weduwen, zullen worden af- gegoven in do eersto dagen der laatsto maand van het kwartaal waarover de betaling loopt. Tot het verkrijgen dier attestation zal in het vervo'g gelegenheid bestasn op den derden tot en met den vijfden der maanden Maart, Juni, September en Decem ber van ieder jaar. L o i d o n, Do Burgemeester voornoemd, 15 Juli 1889. DE KANTER. Er bestaat gelegenheid tot verzending der correspondentie naar Noord-Amerika, door middel van het stoomschip „Edam", van Amsterdam vertrekkende. Ten postkantore alhier moeten de brieven enz. uiterlijk Vrijdag nacht om 12 uren bezorgd zijn. De wijze van verzending behoort duidelijk op het adres vermeld te worden. In de vergadering van den Raad van State is gisteren o. a. ingekomen een konink lijk besluir, waarüy niet ontvankelijk wordt verklaard in zjjn beroep het bestuur van den Grooten Westeindschen polder, onder Zoeter- woude en Stompwijk, tegen eene beslissing van Ged. Staten van Zuid-Holland van 24 December 1888, waarbij bevolen is het onder Stompwijk gelegen verlaat, strekkende tot vaartgemeenschap tusschen het water van dien polder en hot Rijnlandsche boezemwater, in behoorlijken toestand te herstellen. In behandeling kwam o. a. het beroep van B. Beneker, onderwijzer te Nieuw Beierland, tegen een besluit van Ged. Staten van Zuid- Holland, dd. 8 April 1889, waarbij, krachtens art. 31 der wet van 17 Aug. 1878 (Stbl. No. 127), zjjn ontslag als onderwijzer aan de openbare lagere school No. 1 te Nieinv Beierland is uit gesproken. —Ook in deze zaak bracht de Staats raad jhr. Van Humalda van Eysinga rapport uit. De appellant trad, ter toelichting van zijn beroep, in oone uitvoerige bespreking van toestanden en omstandigheden en betoogde dat de tegen hem ingebrachte klachten het gevolg waren van de slechte verstandhouding tusschen het hoofd der school en hem (appol- lant). De betrokken schoolopziener advi seerde tot handhaving van het besluit van Ged. Staten. Daarna werd door een inwoner van Nieuw Beierland verklaard dat over 't onderwijs en gedrag van apellant niet te kla gen viel, hetwelk met het hoofd der school hot geval wel was. Zr. Ms. beslissing in deze zaak volgt later. Bedankt is voor het beroep naar de Ned.-Geref. gemeente te Hazerswoude-Koude- kerk door den heer J. C. Van Schelven, te Dieren. Staatsexamen tot toelating aan de univer siteit. 2de groep 15-17 Juli. Candidaton voor bet getuiêschrift voor godgeleerdheid enz. 9. Toegelaten 3, de hoerenL. Dunner, C. A. De la Parra en J. Spruit. Met één car.didaat wordt het examen voortgezet. Candidaten voor het getuigschrift voor geneeskunde 8. Toegelaten 4, de heerenE. \V. A. Van Nederhasselt, A. W. A. Schrederhof, H. J. M. Sterneberg en C. J. De With. Candidaten voor beide getuigschriften 10. Afgewezen 8 candidaten. Teruggetrokken vóór het examen 1, gedurende hot examen 1. Gisteren zijn aan de Theologische School to Kampen toegelaten als cand. tot den H. Dienst, de h6eren H. L. Beijer, F. C. Vsn Dorp, N. H. Koers, J. C. Van Mantgem, J. M. Mulder, G. v. d. Munnik, Ph. Oegema, T. Rispens, P. Veenhuizon en H. J. Wilber ng. Teruggetrokken 1 en afgewezen 1 candidaat. In de gistermiddag onder leiding van den inspecteur van het geneeskundig staats toezicht, dr. Egeling, gehouden vergadering van den Geneeskundigen Raad voor Zuid Holland is, na uitvoerig debat, met 12 te»en 4 stemmen, op voorstel van dr. Van Vollen hoven, besloten adhaesie te betuigen aan dfe nota van mr. W. K. baron Van Dedem, be treffende het opnemen van de gymnastiek onder de verplichte onderwijsvakken op de lagere school. Voorts is eene commissie benoemd tot onderzoek van het rapport, vanwege de Maat schappij tot Nut van 't Algemeen versctenen omtrent de oprichting van bureaux tot onder zoek van levensmiddelen in de verschillende gemeenten. Men schrijft uit Apeldoorn aan het „Utr. Dbl." dat de gezondheidstoestand van den Koning bij voortduring gunstig is en in geen opzicht te wenschen overlaat. Wel ge niet Z. M. hoogst zelden van de buitenlucht, doch dit is oenerzjjds daaraan toe te sctfrjjven dat Z. M. het loopen eenigszins moeilijk valt, anderzijds, en niet het minst, is h6t meer ongunstige weder hiervan de oorzaak. Om toch zonder hinder van de lucht te ge- i.lelen, wordt thans een draagstoel vervaar digd, waarin Z. M. bij gunstig weder in de buitenlucht door twee kamerdienaren ge dragen zal kunnen worden. Het stoomschip „Bantam," van Batavia naar Amsterdam, vertrok 18 Juli vau Suez; de „Gouverneur Generaal 's Jacob," van Am- s erdam naar Java, passeerde 16 Juli Gibraltar. Bij koninklijk besluit is verlof verleend tot het aannemen en dragen van het kruis „Pro Ecclesia et Pontefice", haar door Z. H. den Paus geschonken, aan de wed. H. A. Schmier Van Bree te Leiden; en tot het aannemen en dragen van het onderscheidings toeken, achter zijn naam vermeld, aan dr. M. J. De Goeje, te Leiden, hoogleeraar aan de Rjjks Universitoit aldaar, van de Medjidié- orde der 2de klasse, hem door Z. K. H. den Kbédive van Egypte geschonken. Coasulaat In PerzllL Door vele leden der Tweede Kamer werd, bjj het afdeelingsonderzoek van de daartoe betrekkelijke suppletoirs begrooting van Bui tenlaudsche zaken, de doelmatigheid betwist van de verlegging van het consulaat generaal van Bender Bouchir naar Teheran. Die haven ligt in het zuidelijk gedeelte van Perzié en naar de eigsn verklaring van den minister is slechts dat gedeelte voor den handel met Nederland van gewicht. Bovendien dagteekent onze vestiging te Bender-Bouchir van ruim anderhalve eeuw geleden, toen z(j een mid delpunt uitmaakte van de handelsnederzet tingen onzer Oost-Indische compagnie aan de Perzische golf. De benoeming van iemand, die zelf koopman is, tot onbezoldigd consul aldaar zou het doelhet aanknoopen van nieuwe handelsbetrekkingen, ter zijde streven. Beter ware 't den consul generaal te Bender Bouchir te laten, maar voor hem moer geld beschik baar te stellen, zoodat hjj de verschillende deelen van Perzié, voor onzen handel van be lang, goregold zou kunnen bezoeken en, zoo noodig, naar Teheran gaan, wanneer onze be langen dat vorderen. Ernstig werd het dan ook betwijfeld of Teheran eene geschikte verblijfplaats zou ziln voor onzen consul-generaal. Teheran is de zetel der Perzische Regeering, waar de beide groote mededingers naar het evenwicht in het Oosten, Engeland en Rusland, elkaar langs diplomatieken weg het overwicht betwisten. Onze belangen z(jn echter handelsbelangen en ongewonscht ware het, indien onze vertegen woordiger in politieke intriges gemengd werd. De geest van het tractaat met Perzié van 3 Juli 1857 laat echter ook niet toe dat de te benoemen consul-generaal diplomatieke onderhandelingen voere, waartoe h(j wellicht geroepen zal worden, terwijl hot dan toch geen goeden indruk zou maken wanneer wij, bij diplomatieke onderhandelingen te Teheran, in tegenstelling met andere mogendheden, door een consulair ambtenaar vertegenwoor digd werden. Verscheiden leden kwamen dan ook tot do conclusie dat het verkieslijker ware een diplomatieken agent aan te stellen. Eenige leden achtten noch een diploma tieken, noch een consulairen vertegenwoor diger noodig in Perzié. Op Swatow in China zouden onze handelsbelangen veel meer een bezoldigden consul vereischen. In elk geval wilden deze leden de zaak in haar geheel laten totdat men bi) de aanstaande begrooting het onderwerp der consulaten in al z(jn om vang zou kunnen overzien. Andere leden betuigden hunne ingenomen heid met de voordracht. Perzié is, naar hun gevoelen, wel degelijk van belaog voor onzen handel en biedt wel voldoende debouches aan. Men had voor de uitbreidiDg van den handel vooral het oog te richten op onzo O. I. bezittingon en in 't bijzonder op Java, dat zoovele artikelen voor export op groote schaal oplevert. Het verdiende ornstige over weging dat tot bevordering van den uitvoer, vooral van suiker on thee, een stoomboot- dienst van Indiö op Perzié stoomde, gelijk met goed gevolg geschiedde met den stoom- bootdienst op China. Algemeen intus3chen, door voor-, zoowel als door tegenstanders, werd het betreurd, dat de tegenwoordige consul genoraal, de heer Keun, verplaatst was naar Bangkok. Noch tans wordt by het Nederlandsche corps di plomatique of consulair niemand gevonden, die de Perzische en andere Oostersche talen spreekt zooals de heor Keun. Zal er nu voortaan een tolk noodig zijn, dan zal het consulaat weer eenige duizenden guldens meer kosten. In elk geval had deze zoo geheel der zake kundige titularis in de gslegenheid Naar het Duitsch van EUGEN SCÏÏMITT. I. De sombere herfstdag liet nauwelijks ge noeg licht vallen op de Berlynsche binnen plaats, welke, omgeven door torenhooge hui zen, meer eene schacht dan eene binnonplaats geleek, en de vrouw, die op de derde verdie ping van oen der huizen voor het venster zat en met eene vlugheid naaide, welke alleen veeljarige oefening verleent, moest hare oogen steeds meer inspannen, als eene wolk den hemel eenigen tyd nog meer verduisterde dan de nevel bovendien reeds deed. Misschien was het niet de slechte verlich ting alleen, welke de vrouw dwong, zoo nauwkeurig toe te zien. De tranen, welke uit hare oogen vielen, maakten het zien steeds moeilijker. Er lag iets aangrijpends in dit stille weenen der vrouw. Men hoorde geen snik, geen klaagtoon, en toch schenen de tranen, welke zij weende, uit het hart te komen. Het gezicht der vrouw was nog jeugdig en misschien vroeger zeor schoon geweest; thans werd het ontsierd door drie breede striemen, roode strepen, welke dwars over het gezicht liepen, en deze striemen schenen te branden, want de vrouw betastte ze nu en dan, en dan vertoonde zich een trek van verbittering op haar gezicht, een sombere, harde trok, welken men in dit overigens zachte vrouwengelaat niet verwacht zou hebben. Op dit oogenblik had zij zeker geen tijd voor beschouwingen; heur handen naaiden koortsachtig aan eene dikke mantelstof, en onafgebroken werkte zij voort. Zy moest en wilde nog binnen een paar uur den mantel gereed hebben, dien zy met anderen voor eene groote confectie-zaak maakte. Zy moest om elf uren klaar zijn, omdat zij dan nog naar het magazijn kon gaan, om den arbeid af te leveren en geld te halen. Alleen tusschen elf en twaalf uren werd betaald, en zij moest geld hebben, om de noodzakelijkste uitgaven voor het middageten te doen. Den vorigen dag had zij nog geld genoeg gehad, om de geheele week to kunnen leven, maar het was haar ontnomen onder verweri- scbingen, onder scheldwoorden en ten slotte onder slagen, ontnomen door haren eigen j man, dio het verdrinken wilde en sedert den vorigen avond niet naar buis toruggekoerd was. Hy keerde zeker niet terug, voordat de laatste cent door zijne keel gejaagd was. En toch, voor nog geen vijf jaar was deze man een beminnelijk, goed, vlijtig mensch geweest, die destijds naar de liefde dong van dezelfde vrouw, die hy nu met slagen en mishandelingen dwoDg, het geld, dat zy met moeite verdiende, voor hem en zijne kame raden af te geven. Voor vijf jaar nog leefde Marie "Wildner met hare moeder alleen in ebnvoudige, maar behoorlyke omstandigheden. De vrouwen leef den van haren handenarbeid en van een klein pensioen, dat de moeder genoot. Marie had by het leven van haren vader eene zorg vuldige opvoeding ontvangen, maar, daar haar vader plotseling gestorven was en niets nage laten had, was z\1, evenals duizend anderen, genoodzaakt den kost zelve te verdienen. Op zekeren dag had zy, op uitnoodiging van eenige goede buren, met dezen een uit stapje naar buiten gemaakt. By die gelegen heid had zij voor de eerste maal Heinrich Spalding, haren tegenwoordigen echtgenoot, ontmoet, die destyds in eene groote inrich ting als graveur werkzaam was. Marie bemerkte dat zy indruk gemaakt had op den jongen man, en het was haar niet onaangenaam, toen dezo kort daarna hare moeder eön bezoek bracht en niet onduideiyk het voorn-men verraadde, Marie tot zyne vrouw te maken. Hy stond misschien niet met haar op dezelfde hoogte van ontwikke ling, maar zy kon hem achtenzy leerde hem ook beminnen. Zy gaf hem heur hand en beloofde eene trouwe levensgezellin te zyn. De weinige spaarpenningen, welke Marie bezat, en ook die, welke de moeder gaf, maakten eene zelfstandige vestiging mogelyk. Spalding verheugde zich in de protectie van kunstenaars, wier werken hy uitgevoerd had, en van aanzienlijke lieden, die kunstvoorwer pen kochten, en vol hoop en énergie vestigde hy zich als zelfstandig ciseleur en graveur, in de vaste overtuiging, dat het hem by eenige inspanning niet ontbreken kon aan succès. Hy en zyne vrouw leidden het gelukkigste leven, dat slechts verstoord werd door den dood van Marie's moeder. De jonge cchfge- nooten hadden nog geena kinderen, maar dezen zouden in 't eerst werkelyk storend geweest zyn en onnoodigo kosten veroorzaakt hebben, welke de jonge zaak nauwelyks zou he'obon kunnen dragen. (Wordt vervolgd.) DAGBLAD.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1889 | | pagina 1