LIEBIG'S Gemengd Nieuw». Naar wjj vernemen, zal de deel neming aan den zwemwedstrijd, door de „Leidsche Zwemclub" tegen morgen, Zondag, uitgeschreven, grootor zijn dan ooit te voren. Niet minder dan 21 zwemmers uit andere gemeenten hebben zich aangemeld, en onder lien komen de meest bekenden voor. Het aantal inschrijvingen voor de hoofd nummers is als volgt: Buikzwemmen Juniores 15; buikzwemmen Seniores, beneden den leeftijd van 19 jaren, 7buikzwemmen Seniores 11; rugzwemmen Juniores 12; rugzwemmen Seniores 11, en duiken 12. De prijsuitdeeling zal des avonds op „Rhyn zigt" plaats hebbende tuin zal daartoe met Chineesche ballons feestelijk worden verlicht, terwijl een en ander door muziek zal worden opgevrooljjkt. Liefhebbers van dezen echt vaderlandschen tak van sport is een bezoek aan dezen wed strijd zeker zeer aan te bevelen. Gewoonlijk komen de perziken van den kouden grond in September, op zijn vroegst half Augustus. Hedenmorgen liet de heer Doeve, uit de Pieterskerkkoorsteeg, er ons echter reeds eene zien. Het was een prachtig exemplaar, evenwel niet van de gewone, maar van eene nieuwe soort, welke hij op de buitenplaats „Crone steijn", bi) de Lammerbrug, niet in eene warme kas, maar in de open luebt geteeld heeft. Thans kan de tuinbouw dus, wat deze fijne zomervrucht betreft, met de Amerikanen meedoen. Gaarne laat de heer Doeve haar ook aan anderen zien. De volgende week heeft hjj er meerdan komen ze in den handel. Ten gevolge van don bijval, wolken do voorgaande reis por stoomboot naar het eiland Marken bij de passagiers, die toen van deze gelegenheid gebruik maakten, heoft ondervonden, kondigt de heer W. Bus tegen den 31sten Juli wederom een dergelyken pleiziertocht met muziek en verlichting a g;o-no aan. In de advertentie komen nadere bijzonderheden voor. De rechtbank te 's-H age veroor- deelde gisteren den ontslagen portier van een hotel, die verleden week terechtstond wegens verduistering, tot 6 weken gevange nisstraf, te verminderen met 1 maand, door hem in voorloopige bewaring doorgebracht. Uit Taschkent wordt, dd. 12 Juli, gemeld: De stad Dscharkent, in het gebied van Semirjetsch, is voor de helft door eene aardbeving verwoest. Een effectenmakelaar te Parijs, de heer Bouille, die in de rue Chauchat eene „spéculation générale" dreef, is met ruim 1,000,000 fr. verdwenen. Ofschoon i e d er v e e h o u d e r zeer goed weet, dat eene slechte melkkoe in de plaats van winst, nadeel oplevert, zjjn er toch nog maar enkelen, die door meten of wegen van de melkopbrongst van iedere koe en verder door berekening van de kosten van onderhoud van het vee, met zekerheid weten of niet sommige dieren hoe eerder hoe beter behoorden te worden afge schaft en door andere vervangen. Een als zuivelbereider zeer gunstig bekend Hessisch landbouwer geeft in een Duitsch landbouwblad hieromtrent de volgende cijfers ten beste, aan zijne eigen praktijk ontleend. Hij stelt voor dit doel de opbrengst van zjjne beste, middelmatig goede en slechte melkkoeien tegen elkander over. De hoeveelheden melk, welke hy verkreeg, waren 6110 liter, 2613 liter en 1782 liter. Berekend tegen den prijs van 4.8 cents per liter, welke in eene nabij zijne boerderij ge legen stad voor de melk betaald werd, be droegen dus de inkomsten in afgeronde cijfers ƒ513, 219, resp. ƒ149. De koeien, die veel melk gaven, verbruikten natuurlijk meer voeder dan de andere. De gezamenlijke on kosten werden berekend op 343, 227, resp. 227. Terwijl de beste koe eene winst opleverde van 170, gaven de beide andere een nadeelig saldo van 8, resp. 78. Daarbjj komt nog dat de mest der beste koe, ten gevolge van de sterkere voeding, ook eene hoogere waarde bezat. Hieruit blijkt dus opnieuw hoe noodzake lijk het is zich nauwkeurig op de hoogte te stellen van de opbrengst eener melkkoe. Eene slechte koe loont niet alleen niet de kosten der voedering, maar zij veroorzaakt tevens dat men de winst mist, welke eene J gaode koe zou opgeleverd hebben. Men schrijft uit Madrid: De torero Manuel Fuentas, bekend onder den nom da guerre „Boccanegra", is op de Plaza de Toros te Baeza, in Andalusië, onder de volgende omstandigheden gedood Drie stieren waren reeds bloedend in de arena nedergestort; de vierde stier was een prachtig, driejarig beest, dat vóór korten tjjd van de wilde Sierras der provincie Salamanca aangekomen was. De broeder van Boccanegra, „El Melo", trad hot dier te gemoet. Dat was een oogenbhk van angstige spanning. Hoe meer de stier evenwel naar voren kwam, des te meer week de torero terug, tot hy eindeiyk was ter plaatse, waar hy niet verder achter waarts kon. Nog eenige seconden, en hy was reddeloos verloren. Boccanegra zag het gevaar, waarin zyn broeder verkeerde, en yide dezen te hulp. De menigte wachtte ademloos den uitslag af. Met den degen tusschen de tanden, sprong Boccanegra op het dier los en hield dit zyn rood manteltje voor de oogen. De stier was verblind en El Melo gered. Algemeene byval was de belooning voor deze koene daad van Boccanegra, maar ook het ongeluk van dezen, want, terwyl hy naar rechts en links buigend dankte voor die hulde en daarby de bewe gingen van den stier uit het oog verloor, wierp hot beest zich op hem en stiot hem een hoorn diep in het lichaam, slingerde hem omhoog in het luchtruim, zag hem aan zyne pooten nederstorten, liep een oogenblik rondom hem en verwyderde zich daarna met trots, terwyl bet onmenschelyke publiek hem be groette met een: „Bravo! Bravo Torol" Stervende uit het strydperk gedragen, werd Boccanegra naar het hospitaal der Plaza ver voerd, waar de ongelukkige na weinige uren den geest gaf. Zoo was hot einde van Boc canegra; zoo stierf een der meest gevierde torero's. By den grootenzeilwedstryd, Zondagmiddag door de St.-Peter3burgsche jacht club georganiseerd, zou gezeild worden van den Jelagin-vuurtoren over Peterhof naar Kronstadt. In de nabyheid van Peterhof echter werden de booten door een plotseling opge komen onweder, mot hevigen storm, verrast. Twee jachten, de „Felicia" en de „Nancy," die elk, behalve de stuurlieden, nog twee man aan boord hadden, sloegen om. Gelukkig werd de bemanning door de volgende stoom- booten gered. Twee andere jachten kwamen, ondanks den storm, te Kronstadt aan en behaalden de beide eerepryzen, twee zilveren medailles. De Schach van PerziSheeftte Londen, onder geleide van lord Ross en sir Henry Drummond "Wolff, een bezoek gebracht aan de 3 grootste clubs: de „Carlton-", de Reform-" en de „Senior United Serviceclub". In de „Carltonclub" liet Nasserdin zich op een zelfwerkend weegtoestel wegen. Men stelde hem daarna een kaartje ter hand, waarop zyn gewicht, 70'/j kilo, was aangegeven. Men berekent dat de reis van den Schach door Europa hem 3 millioen gld. kost. De Schach heeft een bezoek aan Birmingham gebracht. In het paleis van justitie te Londen had Dinsdag eene groote opschudding plaats. De „Evening News" bevatte nameiyk in hare eerste editie een anoniemen br.of van een „amateur dynamietman," waarin hy meldde dat hy by het verscbynen van het blad vier helsche machines zou plaatsen in bedoeld paleis, waarbij de klok op één uur gezet was. Het blad was nauwelyks uitge geven, of het publiek ontruimde haastig alle gerechtshoven. Eene afdeeling detectives ging toen onderzoeken en vond werkelyk vier hel sche machines, die voorzichtig verwyderd werden. In eene latere editie bevatte het genoemde blad een tweeden brief, waarin de schryver verklaarde dat de machines niet met dynamiet, maar met zand gevuld waren en dat hy alleen had willen aantoonen hoe gemakkelyk men een groot onheil aanrichten kon. De politie behandelt de zaak zeer geheimzinnig en ver sterkt het publiek in het vermoeden, dat er werkelyk een aanslag gepleegd werd. Dr. Nansens expeditie naar Groen land heeft te Kopenhagen het plan doen ont staan om eene grootere expeditie uit te rusten, die drie zomers en twee winters op de oost kust van Groenland zou kunnen doorbrengen, ten einde van daar uit onderzoekingstochten naar het biünenland te ondernemen in ver schillende richtingen. Daarvoor zou natuuriyk op de oostkust eene hechte woning opgesla gen moeten worden, berekend op het heiber gen van acht personen. Pijnlyk incident. Een treffend geval deed zich dezer dagen voor in de Tui- lerieén te Parys, alvorens de uitreiking der belooningen by het muziekconcours plaats had. Een 80-jarig man, met sneeuwwit haar, worstelde met do commissarissen, die hem eene plaats betwistten, wyl hy niet voorzien was van eene toegangskaart. De oude man riep: „Het is schande; myn vader heeft het Conservatoire gesticht, nu honderd jaren geleden, en gjj zoudt my niet eens hier eene plaats gunnen?" Na ingewonnen informatiên bleek dat de grysaard inderdaad de zoon was van Bernard Sarrette, die in 1785 de muziek der nationale garde te Parys, bestaande uit 70 leden, orga niseerde, en in 1793 by decreet der nationale conventie belast werd met de vorming van een nationaal instituut voor muziek, bestemd voor het onderwys in die kunst. Bernard Sarrette bleef directeur van het Conservatoire, totdat hy door de Bourbons werd ontslagen. Doodslag tc SlompwIJk. (Vervolg dor rechtszaak.) Het verhoor van Zwitser, den kameraad, die met beklaagde den bewusten nacht ge- vischt heeft, levert op een incident, wyl hij, in afwyking van zyne vroegere verklaring voor den rechter-commissaris, nu beweert dat de verslagene, vóór hy heenging om de hooi vork te halen, zou hebben gezegd dat hy bekl. van den dyk afsteken zou, en verder dat by alleen het draaiend gebaar, niet het toebren gen van den steek zou hebben gezien. De officier van justitie maakt getuige op merkzaam op de tegenspraak, wyst hem op de kracht van den eed, en op het feit, dat zyn getuigenis, by den rechter commissaris afgelegd, voor den bekl. veel bezwarender was dan deze verklaring, hier afgelegd. De getuige houdt vol dat hy nu do waarheid zegt en toen ook, en blyft er by dat de ver slagene gedreigd heeft den bekl. te zullen steken, en daarop, na het eindigen van den twist, eene hooivork haalde, en in dreigende houding daarmede den beklaagde naderdo, die de hooivork vastgreep. Hy zag toen beklaagde een dreigend gebaar maken, maar zag niet dat deze een mes in de hand had. Lang duurde het verhoor van den gemeente veldwachter, die inlichtingen gaf omtrent de plaats en het terrein, waar het feit ge pleegd was. Het woord was toen aan den officier van justitie, die mededeelde dat, toen het eerste bericht van den doodslag het parket bereikte, er byna geene gegevens waren om den dader op te sporen en deze slechts door den yver der politie, die hier een woord van lof ver dient, zóó vlug is gevonden. Omtrent het bewys kan Z.E A. kort zyn, met het oog op de bekentenis en de afge legde getuigenverklaringen, waardoor hy meent dat wettig en overtuigend het bewys geleverd is, terwyl uit het visum repertum duidelyk blykt dat niet de verwonding is toegebracht door de hooivork. "Wat de qualificatie van het feit aangaat, meent by dat boklaagdo opzet- telyk zware verwonding heeft toegebracht, met doodelyk gevolg. Wat de straf betreft, vraagt Z.E.A. of er eenige aanleiding tot de daad bestond en meent dat de bekl. met getuige Zwitser eene onrechtmatige daad beging, toen hy op het hooiland van den verslagene zich bevond, zoo dat deze het volste recht had om hem weg te jagen. Uit de bekentenis van bekl., zooals die is voorgelezen, blykt ten duidelykste, dat hy niet bepaald in eenig gevaar verkeerde, zoodat, geiyk hyzelf beweert, hy niet weet waarom hy den steek toebracht. Z.E.A. wyst op de droevige gevolgen, die de dood heeft gehad en vorderde dat bekl. worde schuldig verklaard aan het plegen van zware mishandeling met doodelyk gevolg en worde veroordeeld tot eene gevangenisstraf van zes jaren. Alsnu heeft de verdediger aan get. Zwitser te vragen of de verslagene met de hooivork gedreigd heeft, en hoe hy gedreigd heeft. Na de pauze is het woord aan den verdediger. De verdediger begint met te beweren dat, dank zy het medelyden met de nabestaanden van den verslagene, deze zaak eene rucht baarheid heeft gekregen, welke zy niet ver dient. Mede door de verhalen, welke de ver dediger gehoord had, gevoelde hy zich genoopt om zoo mogelyk de verdediging op anderer schouders te wentelen, doch hy besloot er niet toe, alvorens den beklaagde te hebben gehoord en te hebben leeren kennenèn daaruit én uit de lezing van de stukken kwam by tot de overtuiging dat we hier te doen hebben met een hoogst ongelukkig toeval; met een man, die niet willens en wetens, zooals ver teld werd, terwyl hy stroopte, den eigenaar van het land, zonder aanleiding doodstak, maar wel iemand, die op het oogenbhk, waarop hy werd aangevallen met eene hooivork, in 't wilde zocht naar een wapen om zyn aan valler van zich af te houden, een mes vond en, zonder bepaald te willen dooden of vér- wondon, met dat mes een door toeval doode- lyke wond toebracht. De verdediger treedt nu in eene uiteenzetting der feiten, welke reeds zijn gemeld, en wyst er wel uitdrukkelyk op, dat in den twist tus schen de beide visschers en de buide land bouwers eene pauze, een stilstand is ontstaan. De visschers, voldoende aan den eisch der boeren, vischten niet meer, en de jonge boor ging in huis. 't Was dus uit. Laatstgenoemde kwam daarop echter terug met eene hooivor.k, nadat hy gedreigd had: „je zult voor myn pleizier den anderen kant uitgaan; ik zal je van den dyk afsteken." De bekl. stond op den openb. weg, en de oude boer vroeg zyn zoon: „wat moet je met die hooivork doen?" Het viel don ouden boer dus op, dat zyn zoon met eene hooivork aankwam; deze liep dus op eene byzondere en dreigende wyze met de hooivork. De beklaagde vatte ook, zooals de getuigen verklaren, de hooivork tusschen de tanden indat kan niet zonder dat recht streeks het voorwerp op hem gericht was. Had de bekl. kunnen wegloopen? Een 22-jarig man loopt niet weg onder zulke omstandig heden. Hy zou dat laf vinden. Een man op ryper leeftyd zou wegloopen, wetende dat kleine oorzaken groote gevolgen kunnen heb ben. Maar een jonge man doet dat niet. De verdediger omschreef nu breedvoerig de houding der beide vechtenden en trachtte daaruit aan te toonen dat de beklaagde den verslagene moest raken op zulk eene nood lottige plek, terwyl, blykens de verklaring van den hoogleeraar, slechts een toeval gewild hoeft dat het mes, het weefsel tusschen twee j beenderen verscheurend, een slagader door sneed en niet afschampte op de beenderen zelf. Verder zou de verdediger bespreken lo. hot t opzettolyk zwaar lichameiyk letsel; 2o. de}- topographie, en daardoor komen tot legitieme f, zelfverdediging, ad. lo. tracht hy uit denf toestand der vechtenden aan te toonen i dat geen sprake van opzet zyn kanad. 2o. beschryft hy het terrein van den waard, en tracht uit de plaatselyke omstandigheden aan te toonen dat beklaagde niet kon vluchten,: noch ook te voren den boer met de hooivork kon zien aankomen, terwyl de boer hemden! eenigen weg kon afsnyden, waarlangs hyf vluchten kon, en hy, met bet oog op de be dreigingen van den boer, recht had te vreezen dat deze hem in don rug steken zou. Hy moest dus uit zelfbehoud zorgen, dat| de boer hem niet steken kon. Hy greep dus| het wapen met de linkerhand aan en wat! moest hy nu doen? Moest hy nu wachtenI tot de tanden van do hooivork in zyn lichaam I waren gedrongen? Had hy niet het recht zich f te verweren? Moet men hier geen noodweer aannemen? Met volle overtuiging roept deg verdediger uit: de bekl. was in zyn recht Van den verslagene zal pleiter niet spreken, hy en zyne familie verdienen alle medolyden ;k maar óók, óók de bekl., die nu als moordenaars in den mond van 't publiek leeft; diemanist diep beklagenswaardig, die, uit wettige zelf-l verdediging handelend, by ongeluk, by toevalj een medemensch heeft vermoord. Het O. M., waargenomen door mr. De Vosl Van Steenwyk, repliceerende, beweert dat del verdediger hot heeft doen voorkomen alsoff de geheele twist een gevolg was van del handelingen van den jongen boer, den ver-| slagene; met de stukken in de hand tracht! Z.E.A. echter aan te toonen dat dit geheell onjuist is gezien. Het tegendeel is eer waar.! Wat bovendien de wottelyke zelfverdediging! aangaat, de verdediger heeft er geen hetj minste bewys voor aangevoerdde gevolgen van dq daad zyn verschrikkelyk, deze moetenl ook invloed uitoefenen op de toemeting van] straf, en hy persisteert by zyn genomen requisitoir. Na dupliek werd de uitspraak bepaald op| 19 Juli a. s. reclames! bederft nooit; verb(-l tert en versterkt 8 o e«| pon, aaneen, groenten en andere| spijz en.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1889 | | pagina 6