N°. 9017. Vrijdag 12 Juli. A0. 1889. feze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering van t§on- en feestdagen, uitgegeven. Bit nommer bestaat uit TWEK Bladen. Feuilleton. B a n k n o t e n - p a p i e r. LEIDSCH DAfiBLAI). PRIJS DEZER COURANT: Toer Leiden per 3 maanden1.10. Franco por poet1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Tan 1—6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.171* Grootere letters naar plaatsruimte. Voor h*4 in- caeseeren buiten de stad wordt 0.10 berekend. Nederlnndsche Maatschappij tot bevordering van Nyverheld. Op Utrechtsche Veer en Haven heerschte gisteravond tegen zeven uren heel wat drukte. Van het Veer zouden de beide stoombooten van de „Volharding" afvaren en van de Haven de boeiers, wier eigenaars zich hadden bereid verklaard om den tocht op te luisteren. Alle vaartuigen waren r\jk met vlaggen en vlagge tjes versierd. Op het bepaalde uur zetten de stoombooten, op het dek geheel gevuld met de Nijverheids leden en hunne dames en verdere genoodigden, zich in beweging onder de tonen der muziek, welke zich ook onderweg bij herhaling deed hooren. Ter plaatse waar, van Leiden komende, by Leiderdorp de beide takken van den Ryn zich vereenigen, sloten de door eene eveneens ver sierde sleepboot getrokken vier boeiers, welke een zeer feestelijk en vroolyk gezicht aan boden, zich achter de stoombooten aan, en gezamenlijk ging het nu naar 's Molenaarsbrug. Na de zware regenbuien van een paar uren vroeger, vertoonde de lucht nu en dan nog enkele onheilspellende wolken, doch slechts enkele droppelen werden er gevoeld. Daaren tegen stak de wind meer en meer op. By het voorbijvaren der woning van den burgemeester van Koudekerk, werd aldaar de vlag gehoschen, eene attentie, welke door de feestgenooten zeer werd op prys gesteld, want luide toejuichingen gingen er op, even als des avonds op den terugtocht, toen in den tuin van dezelfde woning bij bet pas- seeren op verschillende punten bengaalsch licht werd ontstoken, hetgeen een goed effect maakte. Het koffiehuis aan 's Molenaarsbrug, waar men tegen kwart voor negenen aankwam, vertoonde door de menigte vlaggen een fees telijk aanzien en eene „Hulde aan Nijverheid" ontbrak er natuurlijk evenmin. Weldra waren alle stoelen in den tuin bezet. Het was er een aardig zitje, niettegenstaande de wind zich nog goed deed gevoelen, terwijl de infanterie- muziek er verschillende opwekkende nommers aanhief. Toen de avond meer was gevallen, werd er op de sleepboot ook „eenig vuurwerk" afgestoken, bestaande in bengaalsche vuren. Slot.) Terwijl de bewustolooze op den grond lag, riep ik hulp en bond hem aan handen en voeten. Vervolgens nam ik, eveneens in tegen woordigheid van getuigen, den weer tot be wustzijn komenden Brettschneider het op zijn lichaam verborgen papier af, en het ontwa ken van den kassier moet zeker niet aange naam zjjn geweest, want hy zag zich als gevangene en mij, z(jn vijand, als politie beambte terug. Op mijn verzoek werden Brettschneider en zijn medeplichtige door de stedelijke politie autoriteit terstond verhoord. Brettschneider zag zich verraden en verklaarde, reeds sedert vele maanden aan dezen man banknotenpapier geleverd te hebben, dat hjj onder zijne be rusting had. De vellen werden hem door de meesterknechts voorgeteld, en hij alleen voerde do administratie en de controle over deze vellen, welke hjj ook weer uitgaf en verzond. Maar hy had de mogelijkheid ge- heele vellen te verduisteren, door voor te geven, dat oenige vellen gebreken hadden en dooi hem vernietigd werden. In dat geval had hjj echter maar een gedeelte vernietigd en een aantal goado vellen aan zijn vriend geleverd. Eene poging om in den tuin de ballons aan te steken, mislukte wegens den wind. Niettegenstaande de groote drukte, welke er bij aankomst der booten opeens heerschte, waren de bezoekers, dank zjj den door den heer Hollmann genomen maatregelen, vry spoedig van een en ander voorzien, waartoe echter ook medewerkte dat menig heer zelf zich naar het buffet spoedde om voor zich en zijne dames het verlangde machtig te worden. Het verblijf duurde er evenwel niet heel lang. Het signaal liet zich hooren dat men zich weder op de booten moest begeven en toen deze andermaal alle gasten hadden opgeno men, aanvaardden ze den terugtocht, op welken de Leidsche afdeeling van Nijverheid werkelijk als eene hoffelijke gastvrouw op trad door de aanbieding van wijn enz. aan de genoodigden. Dat dit ten zeerste werd ge apprecieerd spreekt vanzelf. Jammer was het dat men zich, door de groote beweeglijkheid, welke de tijdens de heenreis opgehangen Chineesche en andere ballons voortdurend hadden aan den dag ge legd, genoopt had gezien deze maar weer in te halen. Van branden scheen immers geen sprake. Enkele tóch opgestokenen trotseerden niettemin den wind, welke later eenigszins ging liggen. Alzoo geschiedde de terugtocht nu, niet fantastisch, maar zeer romantisch, in den maneschijn. Jammer bovendien ook, dat de feestvreugde werd gestoord door een ongeval, dat zeer noodlottige gevolgen had kunnen hebben. Kort nadat men 's Molenaars verlaten had en de eerste feestboot de sleepboot met de gereed liggende boeiers was gepasseerd, geraakte van den stadsboeier de tros los, waarmede de vol gende boeiers waren verbonden. Terwijl men bezig was de touwen weer te verbinden, waren de beide boeiers, nu niet meer voortgetrokken wordende, door den wind uit de richting ge raakt en eenigszins dwars gaan liggen. Onmiddellijk achter hen volgde de tweede feestboot, welke, het gebeurde opgemerkt heb bende, met kracht was gaan stoppen, maar niet kon verhinderen dat zy den achtersten boeier ter zijde een duw gaf, zoodat daarvan één per soon, doch den anderen boeier zelfs ten on derste boven voer, zoodat hiervan de drie dames en de vier heeren, die er waren inge zeten, allen te water geraakten. Gelukkig was een aantal kleine schuitjes, welke bij het verblijf in het café Hollmann op den Rijn hadden gekruist, van het gevaar Van dezen vriend wist Brettschneider. naar hij zeide, niets anders dan dat hij Meijer heette. Deze heer Meijer echter bezorgde ons groote moeilijkheden, want hy verklaarde van niets te weten, schreeuwde onophoude lijk over geweld en onrecht en wilde ook geene ophelderingen geven omtrent z(jn persoon. Zijne harde uitspraak verraadde mij echter maar al te duidelijk den Rus of Pool, en ik twijfelde niet een oogenblik, een lid van het internationale roebel vervalschersge- zalschap voor my te hebben, op wiens vangst ik trotsch kon zjjn. Ik telegrafeerde nog des nachts aan mijn principaal en verzocht, den volgenden morgen een beambte met de portretten der verval- schers, voor zoover zij in ons inisdadigers- album voorhanden waren, naar Birkenwald te zenden. Ik had dien avond nog een onderhoud met den hoer Römer, dien ik toen nog in't bijzon der leerde hoogachten. Ofschoon hij de be drogene was, ofschoon men zijn vertrouwen misbruikt had, bracht hij het niet eens tot een verwijt voor zjjn vroegeren vriend. Hy vergoot tranen van medelijden met den man, die zich alleen uit hebzucht tot zyn misda- digen stap had laten verleiden. Het stond vast, dat Brettschneider vermo gen bezat, dat hy echter met de jaren gieri ger was geworden. Eene huiszoeking, welke hoorende, spoedig b(j de hand om de dren kelingen, waarvan er één inmiddels naar den wal gezwommen was, uit hun gevaarlijken toestand te redden, waarin men slaagde. Bijzonder geroemd dient hier ook te worden do welwillende wjjze, waarop de geredde personen door den heer Hollmann en de aan den Ryn wonenden in hunne villa's opgeno men en o. a. van de noodigo droge kleeding- stukken voorzien werden. Dat de ontsteltenis groot was en er op de tweede feestboot een algemeen gegil opging en menige dame flauwviel, kan men begry- pen; evenzeer hoe verheugd men was, toen het zevental deze boot, welke was blyven wachten, betrad, om daarmede de terugreis voort te zetten. De omgeslagen boeier werd, weer overeind gebracht, op sleeptouw meegenomen. De eerste fee3tboot was, hoewel er aan boord vermoed werd dat er iets moest zijn voorgevallen, waardoor de andere vaartuigen zoo achterbleven, naar Leiden bleven door varen, ten gevolge waarvan zy veel vroeger dan de andere in de Haven aankwam. Hedenmorgen werd de tweede zitting van het congres geopend. Het eerst werden de gehouden notulen der verschillende vergaderingen voorgelezen, welke rapporten allen zonder eenige aan merking werden gearresteerd. De heer De Clercq vraagt vergunning om nog de volgende motie voor te stellen: „Het congres spreekt den wensch uit dat de alge- meene vergadering der Ned. Maats, ter Bev. van Nyv. directeuren uitnoodigt om met be kwamen spoed te bevorderen het tot stand komen eener Ryksinstelling voor Levensver zekering en Pensioenuitkeering op den grond slag van vrywiliige deelname." Hy licht deze motie met enkele woorden toe; gaarne zag hy de bedoelde verzekeringen op dezelfde wyze ingericht ais de Rykspostspaarbanken hy wil zooveel mogelyk hier eenheid vestigen om versnippering te voorkomen. Opmerkzaam gemaakt dat zyne motie niet op het juiste tydstip was ingediend, trekt de voorsteller die motie in. Thans komt het rapport der commissie voor de rekening van 1888 en begrooting van 1890; wy laten die in extenso in het Tweede Blad volgen. Op voorstel van de rapporteurs wordt de penningmeester voor zyn kohier over de ont- vangstposten gedechargeerd. in Brettschneiders woning ingesteld werd, bad geen resultaat. Men ontdekte wel een brief, waarin de naam Meyer voorkwam, maar welke ons overigens niets hielp. Eerst laat in den nacht kwam ik er nog toe, naar Glasers woning te gaan. Openhar tig gezegd, myn gevoel dreef my daarheen, en ik bedroog my niet, toen ik gedacht had, de eehtgenooten nog wakker te vinden. Glaser zelf zat uitgeput by de tafel; zijne vrouw had zyne handen gevat, en beiden weenden vreugdetranen; en toen ik binnentrad, werd ik door hen begroet als vriend en redder, die de beide ongelukkigen voor de ellende, ja, misschien voor zelfmoord bewaard had. De volgende morgen bracht eene nieuwe verrassing. Brettschneider had zich des nachts opgehangen. Met den eersten trein kwam een door myn principaal gezonden politie-beamte, die de portretten meebracht, en een halfuur later kon ik den zoogenaamden heer Meyer zeg gen: „Gy heet Micbailow en woont te Zürich. Gy zult ons toestaan, u aan de Russische 'regeering uit te leveren, want gy zytoender gevaarlijkste agenten van het roebelverval- schersgezelschap." De beambte nam Michaflow in ontvangst en bracht hem naar onsen principaal, die over zyne uitlevering correspondeeren moest. Ik bleef nog eenige dagen in Birkenwald, Over het voorstel om by den minder gun- stigen finantiöelen toestand de subsidie aan de Museums in stede van f 2775 op f 2000 te brengen, ontspint zich eene uitgebreide discussie; in stemming gebracht, wordt dit voorstel aangenomen met 100 tegen 82 stemmen. Overigens wordt met eene kleine wyziging in de buitengewone en onvoorziene kosten de begrooting goedgekeurd. Door den president was bericht gevraagd omtrent het gebeurde ongeluk tydens den stoomboottocht; eene tyding van den heer Sythoff, dat allen, die to water zyn geraakt, gered waren, dat men er geen ongeluk te be treuren had, werd met luid applaus begroet. Naar aanleiding van het gisteren door direc teuren in hun praeadvies bestreden voorstel der afdeeling 's-Gravenhage om de noodige stappen te doen, opdat het teekenonderwys aan de gymnasia verplichtend worde gesteld, door den heer De Stuers verdedigd, vraagt thans do heer dr. De Loos het woord. Tot zyne spyt was hy gisteren verhinderd geweest het congres by te wonen en had derhalve het belarigryke rapport van den heer De Stuers niet gehoord; gaarne brengt hy hulde voor de uitvoerigheid, waarmede de spreker van gisteren het voorstel heeft ver dedigd, zooals hy uit de rapporten heeft vernomen. Toch is hy niet overtuigd van de wenschelykheid om van uit deze Maatschappy de gevraagde stappen by de Regeering te doen. Hy wil gaarne toegeven dat het teeken onderwys voor medici uitstekend zou kunnen zyn, maar, met het oog op de wet, welke zooveel mogeiyk uitbreiding van leervakken heeft willen voorkomen, dezen zelfs tot het strikt noodzakelyke heeft beperkt, kon hy zich met het voorstel niet vereenigen. De heer De Stuers heeft beweerd dat 28 lesuren niet te veel waren; dit ligt echter niet aan deze Maatschappy te beoordeelen, evenmin of het Hebreeuwsch of de natuurlyke historie bepaald noodwendige vakken zyn dit alles moet aan het oordeel onderworpen worden van rectoren, curatoren der gymnasia, in het algemeen aan de daarvoor gestelde autoriteiten, maar in geen geval mogen wy ons daarmede bemoeien. Mr. Jolles uit Assen sluit zich gaarne aan by de hulde, door den vorigen spreker den heer De Stuers gebracht, toch kon ook hy zich niet met het voorstel van Den Haag vereenigen. Tot zyn leedwezen moet hy ter zoowel om wat uit te ruston, alsook om nog enkele kleine dienstzaken af te doen. Toen ik vertrok, werd Brettschneider in alle stilte begraven, en ofschoon hy een tamelyk groot vermogen voor zyne dochter had achtergela ten, kreeg deze van den heer Romer toch nog een pensioen. Glaser was weder in dienst getreden en had niet alleen eene goede beirekking, maar de heer Römer gevoelde zich ook genoopt, hem, als den ontdekker van den papierdief, zyne dankbaarheid te betuigen door hem in zyne flnanciéele omstandigheden te helpen. De belooning, welke de heer Rümer my aanbood, moest ik natuurlyk afwijzen, omdat ik haar niet mocht aannemen. Maar ik zou toch niet met leege zakken heengaan. De Russische regeering gevoelde zich, bywyze van uitzondering, gedrongen my een zeer vleiend schryven en eene gratificatie van zeshonderd roebels te zenden, die my door myn princi paal met een warm woord van waardeering overhandigd werden, en eenige weken later kwam waarlyk ook de Stanislaus-orde. Ik moet echter zeggen, dat my meer vreugde dan door deze orde verschaft wordt door de brieven, welke ik geregeld van het echtpaar Glaser ontvang, dat in my zyn weldoener ver eert en my steeds bericht, dat het nu zoo goed gaat als het maar wenschen kan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1889 | | pagina 1