N°. 9005.
Vrijdag SS Juni.
A°. 1889.
<§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (§on- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 27 Juni.
Feuilleton.
Manoeuvre met hindernissen.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Toor Leiden per 3 maandenf 1.10.
Franco por post1.40.
Afzonderlijke Nommcrs0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer0.17$.
Grootcre letters naar plaatsruimte. Voor het in-
casseeren buiten de stad vrordt 0.10 borekend.
Heden zijn aan de universiteit alhier bevor
derd tot doctor in do rechtswetenschap: de
heer J. T. P. Yan Delden, geb. te Franeker,
met academisch proefschrift, get.„Beschou
wingen over het cassatie middel van over
schrijding van rechtsmacht in verband met
dat van onbevoegdheid des rechters," en
de heer H. M. J. Westerouen van Meeteren,
geb. te Utrecht, met academisch proefschrift,
get.: „Art. 144, 4de lid der Grondwet."
Aan dezelfde universiteit zijn de volgende
examens afgelegddoor den heer G. A.
Lolcama het voorbereidend kerkelijk examen
door den heer J. Spoor het candidaats-examen
in de rechtendoor den heer G. Romijn id.
in de scheikunde; door den heer J. J. C. A.
Rombach id. in do geneeskunde, en door den
heer H. N. Th. J. Freericks het tweede
natuurkundig examen.
De classicale vergadering der Ned.-Herv.
kerk van Leiden werd bijgewoond door 36
predikanten en 36 ouderlingen. De aftredende
leden voor het provinciaal kerkbestuur werden
herkozen, evenals de meeste leden voor het
classicaal bestuur. In plaats echter van het
aftredend lid ds. N. Osti werd ds. S. H. J.
De Wolff benoemd, daar ds. N. Osti als primus
was opgetreden voor den vertrokken ds. W.
J. Pyzel en nu in zijne plaats ds. Van Arkel
als secundus optrad. In plaats van den aftre
denden ouderling A. De Bruin, die verzocht
had niet meer in aanmerking te komen, werd
gekozen de ouderling C. Van Venetie te Leiden.
De meeste wijzigingen, toevoegingen of ver
anderingen in de synodale reglementen wer
den aangenomen. Uitzondering hierop maakte
Ho. XI: toevoeging aan art. 14 6° van het
synodaal reglement voor de kerkeraden, dat
verworpen werd, en No. XVIII werd mede
afgestemd, doch eene beduidende meerderheid
verlangde, dat dit door de synode gewijzigd
zou worden. Daar geen der leden van de ver
gadering het voorstel van kerkvoogden en nota
belen der gemeenten Hornhuizen en Klooster
buren wilde overnemen, kon het niet in be
handeling genomen worden.
Bi) beschikking van den minister van
binnenlandsche zaken van 26 dezer, is dr.
H. W. Bakhuis Roozeboom, assistent voor
de scheikunde aan de Rijks-universiteit te
Leiden, tot wederopzegging, toegelaten als
privaat-docent in de faculteit der wis- en
natuurkunde aan voornoemde Rijks-universi
teit, om onderwijs te geven in de theoretische
anorganische scheikunde.
Door mr. F. J. J. Van Uye Pieterse,
kanselier by Zyner Majesteits gezantschap
te Konstantinopel, zyn aan 's Ryks Etbno-
graphisch Museum te Leiden ten geschenke
gegeven de vier hieronder vermelde photo-
graphieën, ieder groot 32 by 45 centimeter:
No. 1. Mosquee van Sultan Ahmed. No. 2.
Mosquee Aya Sofia (van binnen). No. 3. Ge
zicht op de begraafplaats van Eyoub. No. 4.
Gezicht op de Zwarte Zee met visschershutten
op palen. Aan den schenker is de dank der
Regeering betuigd.
De 1ste luitenant P. J. G. Schott, van
het 4de reg. inf. te Leiden, is door den
minister van oorlog benoemd tot officier voor
speciale diensten by dat corps.
Benoemd is tot onderwyzeres aan eene
bpzondere school voor lager en voortgezet
lager onderwys voor meisjes te Haarlem mej.
F. C. E. Olivier, te Leiden.
Te Utrecht is gehouden de algeraeene
vergadering van het Provinciaal Utrechtsch
Genootschap van Kunsten en Wetenschappen.
Tot leden werden o. a. benoemd: in de
sectie van natuur- en geneeskundige weten
schappen, dr. D. E. Siegenbeek van Heukelom,
hoogleeraar te Leidenin de sectie van letter
kunde, wysbegeerte en geschiedenis, dr. J. J.
Hartman, conrector van het gymnasium te
Leiden; in de sectie van rechtsgeleerdheid
en staatswetenschappen, de heer T. A. O. De
Ridder, burgemeester van Katwgk.
Daar de minister allen, die in den uit
zonderingsmaatregel van de nieuwe arbeids
wet wenschen opgenomen te worden, uitge-
noodigd heeft, daarvan vóór 1 Juli, dus uiteriyk
Zaterdag a. s., te doen blyken, vestigen wy
nogmaals de aandacht van belanghebbenden op
deze zaak.
De Regeering heeft 3 ton aangevraagd
voor den bouw van twee kleine oorlogsschepen
voor Indië.
Er is een wetsontwerp ingediend totwyzi
ging der wet op de inkwartieringen, strek
kende om gemeenschappelyke huisvesting
mogelyk te maken van detachementen, ter
handhaving van de orde gezonden, en voor
te bereiden in vredestyd de aanwyzing van
paarden, gevorderd by eventuëele mobilisatie.
Men verneemt dat de heer H. Bödenz,
opperbrandmeester te 's-Hage, voornemens is
pensioen aan te vragen.
Op de voordracht ter benoeming van een
onderwu'zer aan de openbare lagere school te
Heerjansdam, zyn geplaatst de heerenJ.
Veth, uit Dordrecht; J. N. v. d. Berg, uit
Beusichem; J. Kroon, uit Monnikendam; J.
J. Van der Laan, uit Katwyk aan den Ryn,
en A. Kruyt, uit Ameide.
Door den gemeenteraad te Amsterdam
is benoemd tot leoraar aan het gymnasium
in de oude talen dr. G. Penon, leeraar aan
de H. B.-S. met 5-jarigen cursus te Groningen.
Dr. P. J. Van Hamel Roos te Amsterdam
is tot eerelid gekozen van de jury der inter
nationale tentoonstelling van voedingsmidde
len te Keulen.
Op de internationale conferentie, ter be
paling van den a. s. winterdienst op de spoor
wegen, 18 en 19 Juni jl. te Interlaken ge
houden, is besloten de a. s. zomerdienst con
ferentie in de maand Januari 1890 te Rome
te houden.
Op 2 Juli a. s. vertrekken van het instr.-
bat. te Kampen, ter versterking der kaders,
naar de reg. inf. 39 korp.-tit. In verband
daarmede, is tegen den d. a. v. dag een 50-tal
jongelingen tot dienstneming opgeroepen.
Aan de Tweede Kamer der Staten Gene
raal is het volgende adres gericht: „Geven
met verschuldigden eerbied te kennen onder-
geteekenden, bestuurderen der Gymnastiek-
Onderwyzers-Vereeniging „Noord Holland",
goedgekeurd by Koninkiyk besluit van den
8sten Juni 1886, ten deze domicilie kiezende
te Koog aan de Zaan by den tweeden onder-
geteekende, dat zy, zich aansluitende by de
adressen in zake de invoering van Gymnastiek
als verplicht leervak op de Lagere School, U
verzoeken het daarheen te leiden, dat gemeld
leervaka. in beginsel worde verplicht gesteld
by het Lager Ouderwys in dien zin, dat b.
de wyze van uitvoering aan de Gemeenten
worde overgelaten.
Omtrent punt b. meent de Vereeniging, dat
deze regeling voor de verschillende gemeenten
de meest gewenschte zal zyn, dewyl daardoor
iedere gemeente overeenkomstig hare finantiëele
draagkracht, dit vak van ondorwys zal kunnen
inrichten, 't Welk doende enz.,
(is geteekend) het bestuur voornoemd, J.
A. Van der Boom, 2de voorzitter; W. N.
Francken, 1ste secretaris. Koog aan de Zaan,
Juni 1889."
Het stoomschip „Prins Alexander," van
Amsterdam naar Batavia, vertrok 26 Juni
van Port-Said; de „Prins Frederik," van Batavia
naar Amsterdam, vertrok 25 Juni van Padang
de „Prins Willem I" is 26 Juni van W. Indië
te Nieuw-York aangekomen; de „Zuid-Hol
land," van Java naar Rotterdam, vertrok 25
Juni van Port-Said; de „Noord Holland," van
Rotterdam naar Batavia, is 26 Juni te Mar
seille aangekomen.
By koninkiyk besluit van 25 dezer is
eene commissie van deskundigen ingesteld
ter behandeling van de vraag of het rot-
kreupel der schapen als besmettel yk moet
worden aangenomen, en welke der in de wet
van 20 Juli 1870 (Staatsblad No. 131) ge
noemde maatregelen by het heerschen of by
het dreigen dier ziekte moeten toegepast
worden, en zyn in die commissie benoemd:
tot lid en voorzitter dr. W. P. Ruysch, advi
seur voor de medische en veterinaire politie
by het departement van binnenlandsche zaken,
en tot leden dr. A. W. H. Wirtz, directeur
van 's Ryks veeartser.yschool te Utrecht; L.
F. Jauné, districts veearts en gouvernements
keurmeester te Rotterdam, en Th. J. Waller,
lid van het hoofdbestuur der Hollandsche Maat-
schappy van Landbouw, te Anna Paulowna.
Voorts is bepaald dat de commissie hare
vergaderingen zal houden te 's-Gravenhage.
Gemengd NleuWm.
Op den 14den Mei 1 889, tydens
de verkiezing van leden voor de Provinciale
Staten had zich te Leiden een sociëteitsbediende
uit deze gemeente geen kiezer uitge
geven als kiesgerechtigd en een stembriefje
van een tot kiezer bevoegd persoon, met op
gave van diens naam, in de stembus gewor
pen, en dus ten onrechte aan de verkiezing
deelgenomen. Voor dit feit had hy zich heden
voor de arrond. rechtbank te 's-Hage te ver
antwoorden.
Na toelichting van den burgemeester van
Leiden, voorzitter van het stombureel, waar
het briefje was ingeleverd, omtrent de gewone
wyze van handelen by de verkiezingen ten
aanzien van de kiezers, verklaarde de beklaagde
door den persoon, op wiens naam hy gestemd
had, daartoe aangezocht te zyn en geheel te
goeder trouw te hebben gehandeld. De wettige
kiezer was zyn huisheer, had dien dag geen
tyd om te gaan stemmen en beklaagde ver
zocht dit namens hem te gaan doen; deze
had dit gedaan, niet wetende dat hy daarmede
strafbaar handelde.
De hoofdvraag - en daaromtrent trachtte de
president van de Rechtbank zekerheid te
krygen— was: had bekl. by het stemmen
gezegd „ik kom namens den wettigen kiezer",
of diens naam opgegeven en zich voor den
wettigen kiezer uitgegeven? Een afdoend ant
woord werd op die vraag niet gegeven, want
geen van de leden van het stembureel herin
nerde zich juist de vragen, aan bekl., vóór hy
stemde, gesteld.
EENE
Humoristische schets van H. RuDOLPHr.
4) XJit het Duitsch.
Meyer was opeens klaar wakker. „O ja,
het is heel erg! Maar ik weet raad; trek
myne broek aan! Ik zal my ziek melden!"
„Goede Meyer, het is goed gemeend, maar
uwe broek is my veel te kort!"
„Ik weet beter raadIk heb nog een stuk
fijn piqué van een oud vest en ik kan goed
naaien Ik verwed er eene flesch bier om, dat
noch de sergeant, noch Zyne Majesteit iets
van de roode vlek merkt!"
Fluks neemt Meyer naald en draad ter
hand, en naait zeer kunstig over de roode
vlek een sneeuwwitten lap, zoodat die geheel
bedekt is. Hy bracht het er zóó goed af, dat
zelfs bij de inspectie het onderzoekend oog
der yverigste officieren niets zou kunnen
ontdekken.
Koenraad marcheerde dus met de compagnie
mede naar de paradeplaats. Kapitein noch
sergeant vond iets op de uniform van den
vrywilliger aan te merken.
De onderscheidene regimenten van het leger
corps rukken by gedeelten aan, en door
onverpoosden yver der stafofficieren, zyn de
manschappen weldra in onberispelyke liniën
in parade opgesteld.
Zyne Majesteit nadert. Met onderzoekenden
blik rydt de doorluchtige veldheer, terwyl het
muziekcorps een eeremarsch speelt, langzaam
da voorste gelederen langs. Over het geheel
scheen hy tevreden met de orde en netheid
der kleeding; ook viel er op positie en hou
ding der manschappen niets aan te merken.
Toen reed Zyne Majesteit in matigen galop,
gevolgd door een luisterryk „suite", naar een
„point de vue", dat op duizend schreden
afstands van het front was aangebracht, en
stond toen stil, om het legercorps in parade-
marsch voorby te laten trekken. De liniën
hebben intusschen, zich rechts en links wen
dend, het terrein bereikt en marcheeren in
goede orde Zyne Majesteit voorby.
Eene booze daad sleept altyd treurige ge
volgen na zich. Koenraad blyft met inspan
ning van al zyne krachten in het gelid. Zal
dat goed afloopen Nauweiyks is het
corps het punt genaderd, waar de doorluch
tige veldheer post heeft gevat en wil het,
op het: „links!" van den commandeerenden
officier het terrein weder verlaten, toen de
kapitein van Koenraad's compagnie, rood als
eene kers, op hem losstormt en hem toe
snauwt „Kerel, wat is er met uwe broek
gebeurd. Wacht, ik zal u dadelijk nader spre
ken! Parbleu!"
Reeds lang had Koenraad het onheil be
merkt. Door de groote inspanning, by het
marcheeren in gestrekten pas, was de lap,
zoo kunstig door Meyer op de broek genaaid,
losgegaan, slechts aan ééne zyde had de
naad nog gehouden; de lap hing er by te
fladderen, en, met onmiskenbare duideiykheid,
kwam nu de roode vlek van het bessennat
weer te voorschyn.
Arme Koenraad! Uw kapitein is niet ge-
makkelyk, als hy toornig is.
De verschillende afdeelingen hebben halt
gehouden en zien met verlangen het oogen-
blik te gemoet, waarop bevel zal worden ge
geven af te marcheeren.
„Koenraad, de vrywilliger!" dondert de
kapitein.
„Present, kapitein!" Koenraad verschynt.
„Waar zyt gy gisteren geweest?"
„In myn „kwartier", kapitein."
„Waar?"
„In het dorp; er was een verlovingsfeest
by myn hospes."
„Hoe komt die vlek ap uwe broek?"
Poddingmet- bessennat
„Hoe durft ge het wagen met zulk eene
broek op de parade te verschynen?"
„Kapitein, het was te laat het ongeval te
herstellen; ik kon my toch niet ziek melden."
„Te laat! Welzoo! En ik had u gisteren
gezegd, niet te lanterfantenSergeant
„Present, kapitein!"
„Is hier in D. een arrestlokaal?"
„Neen, kapitein."
Is hier in den omtrek geen wachthuisje
van den nachtwacht.
„Jawel."
„Beschikbaar?"
„Ja, kapitein."
„Sergeant, schryf opDe vrywilliger W.
drie dagen arrest, omdat hy met eene be
morste broek op de parade is verschenen voor
Zyne Majesteit. De straf gaat hedennamiddag
in, na het inrukken der troepen in hunne
kwartieren, en zal bestaan in zes volle uren
arrest, in het huisje van den nachtwacht van
het dorp D. De sleutel van het „hok" moet
aan my worden afgegeven en by den afloop
van het arrest afgehaald worden!"
„Rechtsom. Marcheer af, vrywilliger!!"
(Wordt vervolgd.)