N°. 9002.
Dinsdag 25 Juni.
A0. 1889.
Leiden, 24 Juni.
Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van <§on- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
Manoeuvre met hindernissen.
LEIDSCH
PRIJS DEZER COURANT:
Yoor Leiden por 8 maanden.7.... 1.10.
Franco per poet1.40.
Afkonderljjke Nommers0.05.
Heden is aan de universiteit alhier de heer
A. F. L. Van Rechteren Limpurg, geb. te
Ambt-Almeloo, bevorderd tot doctor in de
rechtswetenschap, met academisch proefschrift,
get.: „De plaatskaartjes op spoorwegen."
Thans niet in de groote zaal van Zomer-
zorg, maar ir het kleinere bovenlokaal der
Stadszaal, had Zaterdag-avond de openbare
los plaats der Muziekschool van den heer
"Willem Van Iperen.
Uit het feit dat er letterlijk plaatsen te
kort kwamen en velen onverrichterzake
moesten torugkeeren, bleek dat de belangstel
ling in d6ze inrichting er niettemin niet min
der op was geworden.
Die belangstelling werd ook aan den dag
gelegd gedurende den geheelen avond bij de
voordracht der 37 nommers, waaruit het
programma bestond en welke gewijd waren
aan zang, piano' en viool-spel.
Al deze nommers werden zeer ten genoegen
der aanwezigen, waaronder ook vele dames,
ten gehoore gebracht; maar toch muntten
o. i. in het bijzonder uit de nommers 17, 21,
24, 25, 27, 28, 29, 30, 32, 34, 35 en vooral
33, terwijl men bovendien in 18 op zeer be
vredigende wijze kennis kon maken met de
koorklasse, welke het koor der Gr,mins uit
Bizets' „Carmen" voordroeg, en in het laat
ste nommer met de orkestklasse, welke Von
Webers „Jubel-ouverture" uitvoerde.
In meer dan één opzicht verschafte deze
openbare les een aangenamen avond, waarvan
de waarde verhoogd werd door het spel der
hoeren Willem Van Iperen en K. W. Karg,
in Schumann's „Concert A mol", op. 54,
erster Satz, waardoor men in de gelegenheid
gesteld werd, kennis te maken met de gaven
des directeurs zeiven, waartoe reods vroeger
de wensch was uitgesproken. Hij werd in
zijn hoogst verdienstelijk, degelijk, beschaafd
en gevoelvol spel uitmuntend tor zijde ge
staan door den anderen genoemden pianist,
die van zijne bekwaamheden aldus mede een
goed getuigenis aflegde. Beiden ondervonden
zeer veel waardeering, evenals de heer Van
Iperen afzonderlijk voor de goede vruchten,
welke zijn onderwijs toont af te werpen.
Hel wordt niet ondienstig geacht nog
maals de aandicht van belanghebbenden te
vestigen op de in de Staatscourant van 5
Juni jl. voorkomende bekendmaking, luidende
als volgt:
De Minister van Justitie
„Gelet op de artt. 5, tweede lid, 7, derde
lid, on 11, tweede lid, der wet van 5 Mei
1889, Stbl. No. 48, houdende bepalingen tot
het tegengaan van overmatigen on gevaar
lijken arbeid van jeugdige personen en van
vrouwen;"
[Deze artikelen luiden:
Art. 5, 2de lid: „Voor bepaalde bedrijven
kan door ons by algomeenen maatregel van
bestuur worden vergund, hetzy in het alge
meen, hetzy ten opzichte van bepaalde ge
meenten, den arbeid van boneden 16 jaren
en van vrouwen op andere dan de in het
vorige lid bepaalde uren te doen aanvangen
en te doen eindigen, onder zoodanige voor
waarden als zullen noodig blyken, met dien
verstande, dat het aantal uren, gedurende
welke die arbeid wordt verricht, niet meer
dan elf per etmaal bedrage. Voor personen
beneden 14 jaren of vrouwen mag het begin
van den arbeid niet vroeger dan te 5 uren
des voormiddags en het einde niet later dan
te 10 uren des namiddags worden gesteld
Art. 7, 3de lid: „Voor bepaalde bedrijven
kan door ons by algemeenen maatregel van
bestuur, bedoeld in het 2de lid van art. 5,
worden vergund den arbeid van manneiyke
personen tusschen 14 en 16 jaren op Zondag
te doen voortduren tot uiteriyk te 6 uren
des voormiddags;"
Art. 11, 2de lid: „Voor bepaalde bedryven
kan door ons by algemeenen maatregel van
bestuur vrystelling verleend worden van de
verplichting, om op de bedoelde lyat de werk
uren te vermelden;"]
„Overwegende dat het voor bepaalde be
dryven noodig kan zyn by algemeene maat
regelen van bestuur de by ovengenoemde
wetsartiken bedoelde afwykingen toe te staan
van by voormelde wet vastgestelde regelen
ten opzichte van den arbeid van personen
tusschen twaalf en zestien jaren en van
vrouwen
„Noodigt belanghebbende hoofden en ba
stuurders van in fabrieken of werkplaatsen
uitgeoefend wordende bedryven en onderne
mingen uit, zich schrifteiyk te wenden vóór
1 Juli a. s. hetzy tot Ged. Staten hunner pro
vincie, hetzy tot het departement van justitie,
met gemotiveerde opgave in hoever zy aan
het toestaan van bedoelde afwykingen be
hoefte hebben, met name wat betreft de ge
bruikelyke uren van aanvang en einde van
den arbeid, zoowel des nachts als des daags,
het voortduren van dien arbeid van mannolyko
personen tusschen veertien en zestien jaren
na middernacht tusschen Zaterdag en Zondag
en de vermelding van de werkuren op de in
art. 11 der wet voorgeschreven lyst."
By de heden gehouden openbare verkoo-
ping van cokes, in partyen van 100, 60,
10 en 5 hectoliters, waren de pryzen: 42,
ƒ21.50, ƒ4.40 en 2.20.
De Schach van Perzië heeft het groot
kruis der Orde van den Leeuw en de Zon
verleend aan de ministers van buitenlandsche
zaken, van binnenlandsche zaken, van water
staat, handel en nyverheid en van justitie.
De consul generaal van Perzië te Amsterdam
is benoemd tot commandeur, de vice-consul
tot officier in de Orde van de Zon en den Leeuw.
Voorts heeft Z. M. nog beschikbaar gesteld
200 voor het personeel, belast met den
torpedodienst; 250 ten behoeve van het
politiefonds en 100 voor het brandweerfonds.
By het dejeuner, dat Zaterdag-morgen vóór
het vertrek van den Schach in het Amstel-
Hotel plaats had en waarby o. a. de ministers
van binnenlandsche zaken, waterstaat, justitie
en de commissaris des Konings, de burge
meester en de generaal Verspyck tegenwoor
dig waren, heeft de minister van binnen
landsche zaken, als hoofd van het Kabinet,
den Schach dank gezegd voor HD. bezoek aan
Nederland en den wensch geuit, dat daardoor
de banden, welke vroeger tusschen Perzië en
ons vaderland bestonden, weder nauwer zouden
worden toegehaald door het aanknoopen van
nieuwe handelsbetrekkingen enz. De Schach
heeft hierop, wat hy zelden doet, in het
Fransch geantwoord, en zyne beste wenschen
geuit voor het welzyn van onzen Koning en
voor het volk, dat hem zoo hartelyk en met
zooveel blyken van sympathie ontvangen heeft
en ook in de toekomst, zoo hy hoopt, zooveel
voor zyn land kan zyn.
Het stoomschip „Noord-Holland," van
Rotterdam naar Java, passeerde 12 Juni
Sagres; de „Celebes," van Amsterdam naar
Batavia, is 22 Juni te Padang aangekomen;
de „Amsterdam," van Amsterdam naar Nieuw-
York, passeerde 24 Juni Lizard; de „Frins
Alexander," van Amsterdam naar Batavia,
passeerde 23 Juni Kaap del Armi; do „Prins
van Oranje," van Amsterdam naar Batavia,
is 23 Juni te Southampton aangekomen; de
„Borneo," van Amsterdam naar Batavia, is
22 Juni te Genua aangekomen; do „Prins
Frederik" is 22 Juni van Batavia naar Am
sterdam vertrokken; de „Sumatra"is 21 Juni
van Amsterdam te Batavia aangekomen.
Gemengd Nieuws.
Heden, 24 Juni, herdenkt de
sigarenmaker J. Wolters don dag, waarop hy
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 16 regele 1.05. Icdore regel meer ƒ0.174.
Grootore lettere naar plaateruimte. Voor het in-
caeBeeren buiten de Btad wordt 0.10 berekend.
vóór 25 jaren by den heer G. Wilhelmy Damsté
in dienst trad. Het ontbrak hem geenszins
aan blyken van belangstelling van zyn chef en
van het personeel; inzonderheid echter toonde
zyn patroon, de heer J. Wilhelmy Damsté,
de door hem bewezen diensten op prys te
stellen. Deze toch wenschte hem geluk met
den huidigen dag, en stelde hem bovendien
een gouden remontoir-horloge on oen ander
stoffelyk blyk van belangstelling ter hand.
Diep geroerd dankte de jubilaris voor al deze
bewyzen van vriendschap en erkenteiykheid.
Dat het hem gegeven moge worden nog lang
by die firma werkzaam te zyn, is zeker veler
oprechte wensch.
Voor eene woning op de Heeren
gracht werd Zaterdag, in den loop van den
morgen, onbeheerd gevonden" een klein, vier
kant kistje.
Het wekte achterdocht, zoodat de dienst
bode, die, toen er door een brievenbesteller
gebeld was geworden, had opengedaan, er
niets van wilde weten om het van de stoep
in huis te nemen.
Er werd een politie agent gezocht en ge
vonden.
Deze nam met nog een zyner collega's het
kistje naar het commissariaat mede.
Daar meldde zich weldra aan een vracht
schipper, die van de vondst vernomen had
en een dergeiyk kistje miste.
Hy herkende het als het zyne en werd er
weer van in het bezit gesteld.
Toen men zich eerst echter van den inhoud
wilde overtuigen, bleek deze te bestaan uit
niet minder dan eene aardige hoeveelheid
bruidsuikers.
Dat had de dienstmeid moeten weten
In den nacht van Zaterdag op
Zondag, omstreeks drie uren, ontstond er
weer brand in perceel No. 52 aan de Breestraat
hoek Vrouwensteeg alhier, beneden bewoond
door den heer Van K. De kleine brandklok
en het hoornsignaal der nachtwachts riepen
eenigen naar de plaat s van hot onheil, het
welk verondersteld word zyn oorsprong ge
nomen te hebben op dat gedeelte van den
zolder, in gebruik by den benedenbewoner.
Ware niet spoedig hulp tot blussching tegen
woordig geweest, dan zou het'vuur alras
nog grootere verwoestingen aangericht hebben
dan waartoe het nu in staat was.
De dienstbode-bedstede is geheel uitgebrand.
Ook is een gat in het dak door de vlammen
ontstaan.
De politie gaf zeer spoedig binnen vier
minuten en dan ook het eerste water met
EENE
Humoristische schets van H. Rudoi.phi.
1) Uil het Duitsch.
In het midden van den zomer, in 187.
bereidden de velschillende regimenten van
het 5de armée-corps zich tot een marsch
voor, om het eentonige, dat de geregelde loop
van het militaire leven in de garnizoensteden
met zich brengt, mot eene manoeuvre voor
den keizer af te wisselen. Schietoefeningen
en exercitiën werden voor kleine troepen-
afdeelingen gecommandeerd, het eene appèl
volgde het andere op, aan het poetsen, ver
stellen, stoppen, in- en uitpakken scheen geen
einde te komen. Het bevel, zich voor den
marsch gereed te houden, veroorzaakte zoo
veel drukte in het geheele bataljon, dat de
kapitein en de sergeant der compagnie in
het geheel geen tyd hadden aan hunne pri
vate zaken te denken of iets voor zichzel ven
te doen.
Ook de vrywilliger Koenraad W., van be
roep een bekwaam referendaris, had ver
scheidene appèls b(j te wonen en heel wat
voor den grooten marsch in te pakken.
Zyn kapitein volgde don stelregel, dat
diensttyd voor een jaar niet voldoende is, ook
al heeft men nog zulk een goeden aanleg,
en al is men nog zoo intelligent. Stand en
familiebetrekkingen kwamen by hem niot in
aanmerking.
Dus moest Koenraad met een paar extra-
laarzen, broek en korte jas, vothoorn, schoen
borstel, kor.'om, met alles wat tot een langen
marsch noodig is, persooniyk verschynen,
ofschoon hy als vrywilliger en dienstdoend
onderofficier eenige aanspraak op verschoo-
nende rechten van hoogere rangen maken
mocht.
Door eene enkele onnauwkeurigheid had
de anders zoo nauwgezette, altoos vroolyke
soldaat de welwillendheid van zyn kapitein
verbeurd, en zoodoende bleef voor hem, in
ontelbare gevallen, het lang begeerde recht
van de hoogere posten slechts eene illusie.
Dat maakte hem echter niet mismoedig;
integendeel, hy wist aan al de voorkomende
zwarigheden, welke op rekening van den
dienst werden geschoven, eene goede, ja,
grappige zyde te vinden en bleef vergenoegd.
Door muziek begeleid, vertrok hot regiment
naar het kamp. In weinige dagen had men
Silezië bereikt. Prettige inkwartiering en ge
zellige avonden vergoedden eenigszins de ver
moeienissen des daags.
Nu naderde de dag, waarop de manoeuvres,
onder het onderzoekend oog van Zijne Majes
teit, een aanvang zouden nemen. Officieren en
manschappen waren in opgewekte stemming.
Op den avond van den 14den September
werd het bevel voor de parade, welke voor
den keizer zou plaats hebben, uitgevaardigd.
Het corps moest den 16den September vroog,
om negen uren, in twee afdeelingen gerang
schikt, zuidoostelyk van H. tot L. in parade
opgesteld staan, het front naar den van H.
tot L. voerenden straatweg gekeerd, met een
leegen ransel, opgerolden mantel en witte
paradobroek.
Goede hemel, die witte broek, dacht Koen
raad, die ligt hoog in moeders linnenkast 1
Wat nu begonnen? Met reuzenschreden, zoo
groot hy maar nemen kon, zonder aan zijne
waarde als vrywilliger te kort te doen, snelde
hy naar het telegraafbureau, en bracht met
zyne depêche: „De witte broek, onmiddeliyk
door een yibodel" het ouderlyk huis in niet
geringe opschudding.
Het oordeel over witte broeken voor sol
daten is verschillend, doch het is een feit,
dat, zoodra men ze by de troepen in grooten
getale byeenziet, zy den indruk, welken een
grootsch militair schouwspel te weeg brengt,
workelyk verhoogen.
Een marsch van een half uur naar de parade
plaats, in stof en gloeiende hitte of regen, is
genoeg om aan de witte broeken eene twyfel-
achtige kleur te geven; ofschoon het wit toch
nog de overhand behoudt, is hot eigenlyk
eene kleur, waaraan men geen naam geven
kan. De eerste bezending kleedingstukken,
met inbegrip der witte broeken, was in kolos
sale kisten en pakken uit de garnizoenstad
verzonden. Koenraad bad zyne paradebroek,
eer zy de garnizoensplaats verlieten, niet aan
den sergeant der compagnie afgeleverd;
anders had hy haar nu by de hand gehad.
Den 15den September werd er vanwege den
commandant appèl in parade-uniform afgeroe
pen. Koenraad verscheen, op klokslag, maar
in eene lakensche broek.
„Vrywilliger, waarom verschynt gy niet in
eene witte broek?"
„Ik meld u alleronderdanigst, dat ik de
witte broek in de garnizoensplaats vergeten
heb. Ik heb er om getelegrafeerd."
(Wordt vervolgd.)