H°. 8981 Woensdag 29 IVXei. A°. 1889. geze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van gon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 28 Mei. f 78,849.03'/, in 1887, alzoo een vooruitgang van f 5734.811/,. Na eene buitengewone af schrijving op uitbreiding-garantie, kan aan de aandeelhouders worden uitgekeerd 6'/, pet. en aan de gemeente Leiden als aandeel- houdster in de winst f 13,500. Het overige werd op nieuwe rekening geplaatst. De obligatie leening werd weder door uitloting van 5 obligatiën verminderd met een be drag van f 5000. In plaats van wijlen jhr. Th. L. Brantsen werd tot commissaris be noemd de heer H. Willekes. Commissarissen zullen in eene volgende algemeene vergadering mededeelen of zij in overleg met den overge bleven directeur een tweeden directeur, in plaats van wijlen den heer Ph. Bosch Reitz, zullen voorstellen, en zoo ja, aan die verga dering eene voordracht indienen. feuilleton. DE DELAHAIES. PRIJS DEZER COURANT: Toot Leiden per meenden.1.10. Franco per poet1.40. Afzonderlijke Nommere0.06. Uithoofde van den Hemelvaartsdag zal aanstaanden Donderdag-avond deze courant niet worden uitgegeven. Otficieele Kennisgevingen. Burgemeester en Wethouders ran Leiden; Gezien het adres van E. H. IJDO, boekdrukker, ■wonende alhier, houdende verzoek om vergunning tot het plaatsen van een gasmotor in het perceel Koppcnhinksteeg No. 4. Gelet op de artt. 6 en 7 der Wet van 2 Juni 1875 (Staatsblad No. 95) Geven bij deze kennis aan het publiek dat ge noemd verzoek, met de bijlagen, op de Secretarie dezer gemeente tor visie gelegd isalsmede dat op Maandag den lOden Juni 1889, 's voormiddags te elf uren, op het Raadhuis gelegenheid zal vrorden gegeven om bezwaren tegen dat verzoek in te brengen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTER, Burgemeester. 27 Mei 1889. E. KIST, Secretaris. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gezien art. 8, lste alinea, der Wet van 2 Juni 1875 (Staatsblad No. 95), tot regeling van het toe zicht bij het oprichten van inrichtingen, welke gevaar, schado of hinder kunnen veroorzaken; Brengen bij deze ter algemcene kennis dat door hen vergunning is verleend aan J. J. GROEN en DE DIRECTIE VAN DE KONINKLIJKE NEDERLAND- SCHE GROFSMEDERIJ en rechtverkrijgenden, res pectievelijk tot het plaatsen van eeDO stoommachine in ten gedeelte van het perceel Pieterskerk-Clioorsteeg No. 18 en tot oprichting van eene ijzer- en metaal- gieterij op een terrein aan den Zijlaingel, Kadastraal bekend Sectie A, No 617. Burgemeester en Wethouders voornoemd. Leiden, DE KANTER, Burgemeester. 27 Mei 18S9. E. KIST, Secretaris. Do toestand van den hoogloeraard'Ablaing is sedert gisteren niet verbeterd, maar daaren tegen, helaas, zeer zorgwekkend geworden. Aan de universiteit alhier zyn met goeden uitslag de volgende examens afgelegdhet candidaats examen in de geneeskunde dcor de heeren C. M. Vinkhuyzen en C. F. E. Praetorius; het cand.-examen in de klassieke letteren door den heer C. Hofstede De Groot het doctoraal-examen in de klassieke letteren cum laudc door den heer J. H. Leopold. Onder voorzitterschap van den heer L. M. De Laat de Kanter is de jaarlyksche alge- meene vergadering van aandeelhouders in de Leidsche Duinwater maatschappij gehouden, waarop, luidens de ons verstrekte mededee- lingen, door den directeur, mr. W. Van der Vliet, verslag werd uitgebracht. Daaruit bleek dat de Maatschappij 'n zoor goeden toestand verkeert. In het afgeloopen jaar werden door de stoommachines te Katwijk uit het duin water-reservoir 39,810 kub. meter meer opgo pompt dan in het jaar te voren. De ont vangsten bedroegen 84,583.85 in 1888 tegen Er bestaat gelegenheid tot verzending der correspondentie naar Noord-Amerika, door middel van het stoomschip „Rottordam", van Rotterdam vertrekkende. Ten postkantore alhier moeten de brieven enz. uiterlijk Vrijdag avond om 5.55 bezorgd zijn. De wijze van verzending behoort duidelijk op het adres vermeld te worden. Onder leiding van den heer L. M. De Laat de Kanter is gisteren de gewone jaar iyksche vergadering van aandeelhouders in de „Noordelyke Hypotheekbank," gevestigd te Zorgvliet, gemeente Diever, gehouden. Op 31 December 1888 waren pandbrieven uitgegeven voor een bedrag van 806,000. Op hetzelfde tyd- stip was het bedrag der uitstaande hypothecaire leeningen /"819,608.15. Tot leden der commis sie voor het onderzoek der volgende balans en winst- en verliesrekening werden benoemd de heeren W. A. De Laat de Kanter te Maas tricht, P. T. C. Driessen te Leiden, en mr. E. N. Rahusen te Amsterdam. Het dividend is be paald op 3 pet. In de 9de zitting der Synodale Commis sie is medegedeeld dat wegens het bedanken van mr. Thorbecko als rechtsgeleerd adviseur, was benoemd mr. F. Was, te Leiden. Hot beroep naar de Ned.-Herv. gemeente te Zoeterwoude is door den heer P. N. Gy'sman, candidaat te Utrecht, aangenomen. Voldaan is aan het zoogenaamd groot directeurs-examen by de posteryen door den heer A. Boot, assistent te Alfen, en aan het zooge naamd klein-directeurs-examon door den heer A. Addens, geagreéerd klerk te Noordwyk. Uit goede bron vernemen wy dat de heer L. H. J. J. Mazel, hoofdingenieur van den water staat, zyn pensioen heeft aangevraagd. Vad Tot leeraar in de wiskunde aan de H. B.- school te Gorkum is benoemd de heer W. Massink. De hoogleeraar-directeur der Indische Instelling te Delft schryft in de „N. R. Crt." van heden het volgende: „Zeker in verband met de naderende eind examens der hoogere burgerscholen en de voor velen daarmede samenvallende moeiiyke vraag der beroepskeuze, ontving ik de laatste weken tal van schriftelyke en mondelinge verzoeken om inlichtingen, betreffende de vooruitzichten van hen, die zich voor den burgerlyken dienst in Nederlandsch-Indië be stemmen. „Byna allen, die zich aldus tot my wendden, berichtten my het voornemen te hebben, hunne zonen of pupillen aan de Indische Instelling te laten studeeren, maar, alvorens daarom trent een stellig besluit te nemen, nauwkeurig te willen worden voorgelicht met opzicht tot de waarschpniyke kans op plaatsing na het afleggen van oen voldoend groot-ambtenaars examen in de eerstvolgende jaren. „Het uiterst gering aantal der personen, die in den laatsten tyd door den minister van koloniën jaariyks aan den kolonialen opper- landvoogd werden ter beschikking gesteld, sehynt by velen in den lande het min juiste denkbeeld te hebben gevestigd, dat, zoo ooit, althans vooreerst geene verbetering ten dezen te verwachten is. „Het tegendeel echter is waar. Juist door de geringe, wy kunnen veilig zeggen te ge ringe aanvragen van de laatste jaren, is thans het vroegere overcompleet aan personeel voor den Indischen burgerlyken dienst geheel ver dwenen, zoodat dan ook, naar ik zeker meen te weten, allen, die het vorige jaar aan den gouverneur-generaal van Ned. Indië werden beschikbaar gesteld, reeds eene benoeming ontvingen als adspirant-controleur by het binnenlandsch bestuur, en door den minister van koloniën voor dit jaar kan worden be kend gemaakt, dat twintig personen na vol doend groot ambtenaars-examen, voor uitzen ding zullen in aanmerking komen. Daarby komt nu nog, dat, als gevolg van de genoemde omstandigheden, het aantal van hen, die zich voor het afleggen van het groot-ambtenaars examen bekwamen, op dit oogenblik byzonder gering is. „De kansen van hen, die zich thans voor den burgerlyken dienst in Ned.-Indië bestem men, zyn dus onbetwist gunstig, en het laat zich niet aanzien, dat moeiiyke tyden, als lartstelyk in dit opzicht zyn doorleefd, voor eerst zullen terugkeeren. PRUS DER AD VERTEN TIEN: Tan 16 regel* 1.06. Ieder* regel meer/0.174. droolers letter* neer plMtsrolmte. Toor het 1b- ewaeeren holten de *t*d wordt 0.10 berekend. Mededeelingen als de hier gegevene, werden in particuliere brieven reeds herhaaldelyk door my aan belanghebbenden verstrekt. Het komt my echter niet ondienstig voor, in verband met de vele en groote belangen, bij deze aange legenheid betrokken, daaraan meer algemeene bekendheid te geven." Uit Groningen wordt aan de „N. R. C." gemeld: De tot opvolger van wylen prof. Van Braam Houckgeest benoemde dr. Van Wyhe, prosector aan de universiteit te Freiburg in den Breisgau, is geen Duitscher, maar een Hollander, een pupil van do Leidsche hooge- school, waar hy in de natuur-philosophie stu deerde. Daar hy geen gymnasiaal-eindexamen bad afgelegd en dus niet hier te lande pro- moveeren kon tot doctor in de geneeskunde, ging hy naar het buitenland, ten einde aldaar dien wetenschappelyken titel te verwerven. Hij bereikte er dan ook zyn doel, maar op de meest eervolle wyze en op geheel andere manier dan hy zich had voorgesteldde senaat van Freiburg verleende hem, wegens zyne groote bekwaamheden, honoris causa den door hem gezochten titel en verbond hem ver volgens aan de universiteit, door hem de be trekking van prosector op te dragen. Hot sehynt eene aanwinst voor ons land te zyn, dat deze jonge geleerde tot ons zal terug keeren. Hot stoomschip „Bantam", van Amster dam naar Batavia, arriveerde 27 Mei te Padang; de „Batavia", van Batavia naar Rot terdam, is 27 Mei te Suez aangekomen; de „Celebes", van Amsterdam naar Batavia, ver trok 26 Mei van Genua; de „Burgemeestor Den Tex", van Batavia naar Amsterdam, passeerde 27 Mei Gibraltar; de „Noord-Brabant", van Batavia naar Rotterdam, passeerde 26 Mei Gibraltar; de „Semarang", van Rotterdam naar Batavia, is 26 Mei Gibraltar gepasseerd. Z. M. heeft aan den ontvanger van Val kenburg (Zuid Holland), F. A. A. Beekhuis, vergunning verleend om to Leiden te wonen. Met wyziging van Zr. Ms. besluit van 3 September 1882, den hoogleeraar in de facul teit der letteren en wysbegeerte aan de Ryks- universiteit te Groningen, dr. W. L. Van Heiten, ontheven van het onderwys m de beginselen van het Sanskriet; met wyziging van Zr. Ms. besluit van 11 December 1888, den hoogleeraar in de faculteit der letteren en wijsbegeerte aan de Ryks-universiteit te Groningen, dr. J. S. Speijer, ontheven van het onderwys in de Romeinsche oudheden en daarentegen belast met het onderwys in Schets uit het Limburgsch stroopersleven. 25) door Mr. CLOVIS. Marianne nam meestal geen deel aan het gesprek; zy zat, met den jongen op haren schoot, steeds aandachtig te luisteren naar alles, wat Warstra verhaaldedoor het knik ken met hot hoofd gaf zy immer hare toe stemming te kennen met zyne woorden en zy hield altyd het oog op hem gericht. De veldwachter stond menigmaal op om zyn kind een kus te geven en dan was het bepaald opmerkeiyk, hoe zyn gelaat het hare rakelings voorbyging, hoe zyn blonde knevel immer hare zwarte haren beroerde. Spoedig verscheen hy er eiken dag; hy noemde haar ook niet meer vrouw Delahaie, zooals vroeger, maar eenvoudig Marianne. Wilde hij huiswaarts gaan, dan moest hy haar zyn jongen met geweld ontnemen en in die worsteling was het niet meer de blonde knevel, maar nu zyne wang, die niet alleen heur haar, maar toevalliger wyze ook hare konen aanraakte. Kortom, die twee wezens beminden elkan der, zonder dat zy zich echter die liefde durf den bekennen. Hy waagde het niet de vrouw te vragen, wier broeder hy had verminkt, die door zyn toedoen nog jaren in den kerker moest door brengen en zy, die een natuurlyk kind ter wereld had gebracht, zy, het onontwikkeld, onbeschaafd wezen, de dochter, de zuster van de ruwste smokkelaars en stroopers, zy achtte zich niet waardig de vrouw van dien man te worden. Wat zy elkander niet zeggen durfden, dat verhaalden echter reeds de anderen en natuur lyk vond de laster by dezen getrouwe bond- genooten. Trinet verklaarde aan ieder, die het hooren wilde, dat et gein wonjer waas, dat de Delahaies neet mie in de buscli van den baron struipten noe zien veldwachter zelf by die luu ging struipen, en ze knipte by die woorden veelbeteekenend het oog dicht. Men moest den baron op de hoogte stellen van het liederlyk gedrag van zyn dienaar, was het algemeen gevoelen der dienstboden. Toen de man, aan wien deze taak was opgedragen, zyn heer de kwade geruchten, welke er omtrent zyn veldwachter liepen, had medegedeeld, had deze hem woedend de deur gewezen met de bedreiging, dat de eerste de beste, die het nog wagon durfde Warstra te belasteren, op staanden voet zoude wegge jaagd worden. Niet dat de baron van Vilvoorde aan het hem medegedeelde feit geen geloof wilde schenken, maar zyne vyanden beleedigden hem niet meer, zyne bosschen werden niet meer geplunderd, zyne weiden werden niet meer van gras beroofd en dat was hem vol doende; het overige was hem volkomen onverschillig. Niemand durfde dan ook meer een enkel woord omtrent Warstra tegenover hem uiten. Ook in het dorp hadden de dagelyk3che be zoeken van Warstra by de Delahaies de alge meene aandacht getrokkenook daar vormden zy gedurende langen tyd het eenig onderwerp van alle gesprekken en daar was aan niemand het zwygen bevolen daar was het den dorpe lingen niet verboden hunne afkeuring te uiten. Ontmoette soms eene der vrouwen uit het dorp Marianne, door Eelco vergezeld, dan kon deze niet nalaten even te glimlachen de man nen stieten een schamperen lach uit, haalden tegel ijkertyd minachtend de schouders op, spuwden, in hare onmiddellyke nabyheid ge komen, op den grond, ja, zy ontzagen zich zelfs niet haar allerlei smadelyke woorden naar het hoofd te slingeren. Tc-rwyl de veldwachter op een morgen door het bosch rlonlde, ontwaarde hy opeens Ma rianne, met Eelco aan hare zyde. Zy zat op den grond, hevig snikkendehet kleine knaapje had zyn wang tegen de hare gedrukt en trachtte door zoete, lieve woorden haar te troosten; mooder Marianne moet niet huilen, zeide hy. Eelco wil niet hebben, dat mooder Marianne huilt, dan wordt Eelco ook bedroefd. Och keend, laot mich mer krieten ant woordde zy, het kind tegen haar hart druk kende, du wits neet, du begrieps nog neet, wie ze mich leid hübbe gedoon. Zy schrok, toon zij den vader van haar kind plotseling in hare nabyheid zag. Zy stond op, droogde zoo snel mogelyk hare Iranen af, als wilde zy hem niet laten merken, dat zy geweend had. Het was echter te laat; Warstra had hare droefheid gezien. Waarom schrei je, Marianne? vroeg hy. Och, niks, niks, vraog et mich mer neet, antwoordde zy, en zy barstte wederom uit in een luid snikken. En op al zyne vragen volgde ditzelfde antwoord. 'j Hallen. (Wordt veroolrjd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1889 | | pagina 1