N°. 8973.
M aanday; SO Mcii
A0. 1889.
(§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Militaire Dienstplicht.
Feuilleton.
DE DELAHAIES.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
Franeo per post1.40.
Afzonderlijke Nommers0.05.
PRIJS DER ADYERTENTIEN:
Van 1—6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17
Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het in-
casseoren buiten de stad wordt 0.10 berekend.
(Vervolg en slot.)
Persoonlijke dienstplicht.
De vraag, of de wet hen, die geeno reden
|tot vrijstelling hebben, verplichten moet hun
dienst persoonlijk te vervullen, wordt door do
■commissie beslist toestemmend beantwoord om
Iverschillendo redenen.
In de eerste plaats zal geene natie ter
[wereld bi) de verdediging van haar grondge-
[bied in staat zijn hare volle kracht te ont-
wikkelen, indien in het leger, het hoofdelement
[bij die verdediging, met alle klassen der maat
schappij vertegenwoordigd zijn. Door de opne-
[ming in het leger van de meer gegoede
[veelal ook de meer ontwikkelde elementen
[der bevolking zal ongetwijfeld hot gehalte van
liet leger belangrijk winnen.
Voorts zal de invoering van den persoonlij-
Iken dionstplicht binnen enkele jaren een fier
[gevoel van weerbaarheid en volkskracht wek-
Iken, dat een allerhoiizaamsten invloed moet
Iuitoefenen in de verschillende richtingen,
I waarin de nationale werkzaamheid zich open
I baart.
De invoering van den persoonlijken dienst-
I plicht acht de commissie evenzeer van groot
I belang uit een oogpunt van billijkheid. Zonder
I twijfel is de krijgsdienst de zwaarste van alle
lasten, die het vaderland op zijne zonen legt,
I en het gaat dus niet aan, alleen den minder
I welgestelde dien last te doen dragen en den
meer bemiddelde in de gelegenheid te stellen
I zich daarvan los te koopen.
Door de invoering van den persoonlijken
I dienstplicht zullen ook de zonen der meer ge
goeden de uitstekende oefenschool van het
leger doorloopen en zal hun op de duidelijkste
wijze onder het oog worden gebracht, dat ook
op hen, al3 burgers van het vaderland, ern-
stige, niet af te koopen plichten rusten.
Ook uit een zuiver militair oogpunt somt
I de commissie de voordeelen van den persoon-
1 lijken dienstplicht op.
Maar niet minder is de invoering van den
persoonlijken dienstplicht hoogst gewenscht,
omdat alleen daardoor de minst kostbare
leger-organisatio is te verkrijgen, daar bij de
volstrekt noodige, belangrijke uitbreiding van
het leger het vereischte aantal officieren,
onderofficieren en korporaals anders niet, of
althans niet dan met zeer groote geldelijke
opofferingen, is te bekomen.
Door de gelegenheid tot plaatsvervanging
en nnmmerverwisseling wordt thans buiten
het leger gehouden hot meerendeel der man-
Schets uit het Limburgsch Slroopersleven.
15) DOOR MR. CLOVIS.
Het scheen werkelijk dat de oude mare
chaussee gelijk had, toen hy den baron zeido
toon aan een enkele, dat je hem de baas bent
en de anderen zijn dan allemaal bang als
wezels voor je.
Van af het oogenblik, dat deze den jong
ste en tevens den sterkste der Delahaies
het onderspit had doen delven, gevoelden alle
andere stroopors uit den omtrek oen bepaald
ontzag, een niet te miskennen vrees voor dien
koenen, krachtigen veldwachter.
Er wa3 geen enkele, die van af dit tijdstip
den moed nog had, zich tegen hem te ver-
zetton; zagen zjj hem in de verte komen,
dan kozen zy het hazenpad; gelukte het hem
een wilddief op hoeterdaad te betrappen, dan
waagde dezo het niet een anderon naam dan
den zjjnen op te gevenzelfs de Delahaies
schenen de geuite bedreigingen niet ten uit
voer te durven brengen.
Weldra hoorde men dan ook slechts zelden
meer van eenige jachtovertreding, in de bos-
schen van den baron begaanslechts wanneer
non, die, doordien zjj het voorrecht hebben
genoten eeno zorgvuldige opleiding te ont
vangen, omdat zij niet, als zoovelen uit de
lagere standen der maatschappij, reeds vroeg
aan het onderwijs werden onttrokken, tot
kadervorming zoo hoog noodig zjjn.
Het is vooral om deze laatste reden dat
de commissie van meening is dat ook geene
nummerverwisseiing mag worden toegelaten
tusschen hen, die voor de volledige, en hen,
die voor de verkorte oefening zijn aangewezen
immers uit de eersten zal het kader moeten
worden gevormd.
Intusschen zullen bepalingen moeten wor
den gemaakt om hen, voor wie de vervulling
van den dienstplicht hetzij minder overeen
komt met den aard van het ambt of de be
trekking, welke z(j bekieeden of waarvoor
zjj worden opgeleid, hetzij door den afstand
waarop zij buitenslands wonen, of wel door
don bijzonderen toestand waarin zij vorkeeren,
te bezwarend zou zijn, daarvan te onttrekken.
Ook zal in vredestijd de vervulling van den
dienstplicht voor allen zoo weinig bezwarend
mogelijk worden gemaakt door aan de dienst
plichtigen do vergunning te verleenen, zoo
hiervoor redenen kunnen worden aangevoerd,
den aanvang van hunne eerste oefeningen
eenigen tjjd te verschuiven. Daarom wordt
voorgesteld de dienstplichtigen wel, evenals
nu, in den regel onder de wapenen te doen
komen in het jaar, waarin zij hun twintigste
levensjaar volbrengen, maar tevens om de
mogelijkheid te openen die opkomst hoog
stens driemaal één jaar uit te stellen. Ook
is de commissie van meening, dat er geen
bezwaar bestaat bij de vereischte lichamelijke
ontwikkeling, de vergunning te verleenen hoog
stens twee jaar vroeger onder de wapenen te
komen. Z(j acht dergelijke bepalingen van groote
waarde voor de dienstplichtigen, omdat daar
door wordt tegemoetgekomen aan het bezwaar,
dat de opkomst op een bepaald, wellicht voor
hen zeer ongelogen tijdstip zou moeten ge
schieden.
Land- en zeeweer en hare reserve.
Do commissie stelt zich voor, de dienstplich
tigen, na volbrachten diensttijd bij het leger
of de actieve zeemacht, te doen overgaan b(j
do land- of de zeeweer, waarvan de bestem
ming in ons vorig nommer is aangegeven. De
land- en de zeeweer zouden bestaan uit vijf
lichtingen.
Beslemming van hen, die in tijd van vrede
niet geoefend loorden.
Bedraagt de geheele diensttijd van de
het hard vroor, verstoutte zich nog wel eens
een arm, oud moedertje eenig dor hout te
sprokkelen, en de anders zoo scherpziende
Warstra scheen dat nooit op te merken, zelfs
niet al schreed hjj haar rakelings voorbij.
„Er is tog zoe slumnog neet, as ze
waal zekke," meende dezo dan als haar goed
gunstig oordeel te moeten uitspreken.
Hot was echter duidelijk dat dit werklooze
leven den jjverigon Warstra niet bekoorde.
Dikwijls kon men hem moedeloos, mistroos
tig door de bosschen zien ronddwaleneen oud
vrouwtje beweerde zelfs dat zij den veld
wachter had zien weenen.
Allen, die haar hoordon, lachten haar har
telijk uit; allen vonden het denkbeeld alleen
dat die groote, sterke man tranen zoude ver
gieten, te bespottelijk om er eenig geloof aan
te hechten.
En toch was het waarheid, toch had het
vrouwtje zich niet bedrogen.
Sijbrand Warstra had werkelijk verdriet;
werkelijk leed hij.
Dit was dan ook de reden, dat hy eens, in
het begin der lente, hoewel er niets bijzon
ders te vermelden was, de kamer van den
baron binnentrad.
Zoo, Warstra, voegde deze hem vriendelijk
toe, moet er weer oen de doos in?
dienstplichtigen, die bjj het leger of de actieve
zeemacht worden ingelijfd, bij leger, landweer
en reserve der landweer, of bjj de actieve
zeemacht, zeeweer en reserve der zeeweer,
volgens haar voorstel 20 jaren, ook op hen
die in t(jd van vrede niet geoefend worden
voor zoover zjj niet voor eiken dienst onbruik
baar zijn wenscht de commissie den dienst
plicht gedurende datzelfde aantal jaren te
leggen voor het geval in dat tijdsverloop oen
oorlog mocht dreigen of uitbreken.
Opvoeding der jeugd.
De commissie is het gevoelen toegedaan,
dat do ontwikkoling van de karakterhoeda-
nigheden, de gezondheid en de bekwaamheden,
welke de vorming van den soldaat in de hand
werken, niet alleen van belang is voor die
jongelieden, welke in -tijd van vrede, hetzij
vrijwillig, hetzij door de wet daartoe verplicht,
militairen dienst zullen verrichten, maar ook
voor de anderen.
Nevens de invoering van den verplichton
persoonlijken dienst, welke het bewustzijn
van de noodzakelijkheid der ontwikkeling van
de evenbedoelde eigenschappen meer alge
meen zal doen worden dan zjj thans is, meent
de commissie ter bereiking van het beoogde doel
in drieër.lei opzicht maatregelen te moeten aan
bevelen, en wel:
lo. meer algemeens beoefening der gymnas
tiek door de jeugd;
2o. onderwijs in de behandeling der wape
nen, meer in het bijzonder aan jongelieden
van 17 19 jaren, mits daarbij alles verme
den worde wat gelijkt op ijdel effect-bejag, en
80. het vergemakkelijken van schietoefe
ningen.
Als middelen daarvoor zouden in aanmer
king komen
a. het verleenen van subsidie voor don
aanleg van schietbanen
b. het uitloven van prijzen van Rijkswege
voor schietoefeningen
c. de verschaffing van wapenen en munitie
van Rijkswege.
Ton slotte behandelt de commissie de
quaestie van overgang uit den bestaanden
toestand tot het nieuwe stelsel.
De commissie, herinnerende dat onder
Zr. Ms. regeering do grondwetsherziening
tot stand kwam, die den weg effende voor
eene betere regeling onzer levende strijd
krachten, hoopt dat als vrucht der herziening
weidra eeno zoodanige regeling van ons krijgs
wezen tot stand moge komen, dat de beste
waarborgen worden verkregen voor het be-
Neen, m'neer de baron, antwoordde dezo,
alles is veilig en stil in de bosschen; ik ge
loof niet, dat u nog veel last van stroopers
zult hebben; ik kom dan ook voor heel iets
anders bij u.
Verhooging van salaris, dacht de landheer,
en onwillekeurig trokken zich bjj dit denk
beeld de wenkbrauwen te zamen; hjj was
ochter zoo voorzichtig, deze gedachte niet te
uiten.
„Waarom kom je dan eigenlijk?'-vroeg hij,
met eenigen angst het antwoord tegemoetziende.
Ik zou gaarne hebben.datmijnheer
mij m'n ontslag als veldwachter zou willen
geven, gaf Warstra aarzelend te kennen.
Al ware de grond plotseling onder zijne
voeten weggezonken, dan hadde de schrik,
die zich van den baron meestermaakte, niet
grooter kunnen z(jn dan op dit oogenblik, nu
de man, die hem uit dien vernederenden
strijd, waarin hjj vrooger steeds de nederlaag
had geleden, thans als overwinnaar had doen
treden, nu die man hem te kennen gaf
zijn dienst te willen verlaten, nu hjj weder
overgeleverd zoude worden aan den spot, aan
den hoon van zijne vijanden.
Je ontslag, Warstra? Heb je 't dan niet
goed bij my? Wen3Ch je misschien
meer loon?
houd van Neerlands onafhankelijk volks
bestaan.
De commissie bestond uit de heerenJ. W.
Bergansius, voorzitter, W. J. Van Weideren
Rengers, R. Melvil van Lvnden, Reuther, H.
J. Brouwers, W. A. Van der Feltz, W. Roose
boom, J. Schimmelpenninck v. d. Oye, C. Van
Bylandt, W. P. A. Mutsaers, C. J. Sickesz,
C. B. Spruyt, H. 6. Boumeester, Van der
Star, W. F. H. Cramer, Van Hardonbroek
van Bergambacht, Kruijs, A. Kool en L. F. G.
P. Schreuder en J. De Waal, secretarissen.
De leden Reuther, Brouwers en Mutsaers
hebben hun van de meerderheid der commissie
afwijkend gevoelen in een afzonderiyk advies
meegedeeld, waaruit biykt dat zy by de re
geling van den dienstplicht wel den bestaanden
toestand zooveel doeniyk wenschen to hand
haven, maar dien tevens te verbetoren. Zy
achten het wenschelyk het leger te behouden
ongevoer met do inrichting, die het thans
heeft, doch zfino sterkte eenigszins te vor-
meerderen en daarby den diensttyd der dienst
plichtigen op 5 jaar te houden of hoogstens
tot 6 jaar te verlengen en verder eene volks
wapening in het loven te roepen, onze her
vormde en verbeterde schuttoryen, eene volks
wapening, geschikt en in staat een werkzaam
en krachtig aandeel aan de verdediging des
lands te nemen, samengesteld on ingericht
in overeenstemming met de maatschappeiyke
en sociale belangen en met de finantiëele
krachten des Ryks, en waarin door het be
houd dor dienstvervanging voor het leger,
het intellectueel ontwikkelde en gegoede ge
deelte der bevolking zoo sterk mogelyk ver
tegenwoordigd zoude zyn.
Verder zyn zy in tal van byzonder-
beden getreden, ten einde duideiyk te doen
uitkomen, hoezeer de belangen van een groot
aantal jongelieden, ook die van minderge-
goeden, door de afschaffing der dienstver
vanging in het legor zouden worden geschaad.
Zy betoogen dat de invoering van den per-
sooniyken dienstplicht by hot leger wel dege-
ïyk eene aanmerkeiyke verzwaring van den
militairen dienstplicht voor de geheele be
volking ten gevolge zou hebben, en niet
noodig is in het belang onzer strydkrachten.
De invoering van dien maatregel wordt
dan ook door hen ten sterkste aan Zyne
Majesteit ontraden.
Prof. Spruyt heeft een afzonderiyk advies
ingediend over de voorgestelde vrystelling
van eenige wettige zoons, welke hy bestrydt:
vooreerst ter wille der geiykmatige verdeeling
van den druk over do gezinnen; ten tweede
Och neon, m'neer de baron, dat is het niet.
Maar wat dan? Wat wil je dan toch?
Och, m'neer, ik kan't niet uithouden zonder
m'n jongenzonder dat kind kan ik niet leven
den goheelen dag denk ik er aan, hoe ik
vroeger zoo dikwyis met hem speelde, hoe
ik hem op m'n knie liet dansen als ik thuis
was en hoe hy dan die mollige armpjes om
m'n hals sloeg en tegen m'n borst in slaap
vielen nu nooit meer dien jongen by my te
zien, hem nooit meer eens te kunnen pakkou
en omhelzen, dat is voor een vader te veel,
m'neer de baron, dat.
O, is dat het geval, onderbrak hem de heer
van Vilvoorde; waarom laat je je kind niet
eens overkomen?
Dat zou niets helpen, m'neer; dat zou goed
gaan zoo lang als hy hier was, maar, was
hy weer weg, dan zou myn verdriet ook al
weer van voren af aan beginnen.
Het gaat niet, baron; waarachtig, ik voel
het, dat gaat niet.
Ewaad.
(Wordt vervolgd.)