Gemengd Nieuw». De werkstakingen. De werk staking in het Ruhrbekken vermindert; die in het Dortmunder district is reeds als ge ëindigd te beschouwen en in het Gelsen- kircher district is de toestand eveneens zeer gunstig. Algemeen heeft de toespraak van den keizer tot de deputatie der mijneigenaars, alsook over het geheel zijne houding in deze zaak, een bijzonder goeden indruk gemaakt en de keizer heeft zich daardoor eene popu lariteit verworven, welke hjj onder andero omstandigheden moeilijk in veel langeren tyd had kunnen winnen. Volgens de Duitsche „Post" is het bestuur der Vereeniging voor mljnbouwbelangen in Dortmund ook door den rijkskanselier ten gehooro ontvangen. Zoo doet in West Duitschland alles een spoedig einde der werkstaking verwachten. Op het mijnwerk „Centrum", te Watten scheid, z(jn 120 arbeiders weer aan het werk gegaan; op „Holland" 78; op „Frühliche Morgensonne" 15 man. Ten gevolge van den gunstigen indruk, dien de onderhandelingen te Berlijn en 's keizers woorden gemaakt hobbon (meldt de „Köln. Ztg."), zjjn op vele mijnwerken in Gelsenkirchen de werklieden grootendeels weder goedsmoeds en in opge wekte stemming aan den arbeid getogen. Het bestuur der 22,000 leden tellende Evan gelische arbeidersvereeniging in Westfalen heeft eene oproeping gericht tot hare leden, die tot de werkstakers behooren, waarin zij hen, hoewol het rechtmatige van hun eisch om hooger loon erkennende, met het oog op het groote nadeel, dat zij het land toebren gen, aanspoort, het werk te hervatten. Wat. de beweging in Neder Silezië betreft, komt nu uit, dat deze werkstaking reeds lang geleden voorbereid was en eerst op 2 Juni had moeten beginnen. De Westfaalsche werk staking is schuld dat z(j reeds nu is uitge broken. Het is er de eerste dagen ruw toe gegaan. Op de „Glückhilfsgrube" werden alle vensters, deuren, trappen en haardsteden stuk geslagen en de beambten gruwelijk mishan deld, zoodat 3 hunner in levensgevaarlijken toestand vorkeeren. Iets dergelijks had plaats op de „Schwesternschachte". De Waldenburger mijnwerkors hebben nu allen het werk neer gelegd, ten getale van omstreeks 4000 man, ■die de hun aangeboden loonsverhooging van 10 pet. van de hand hebben gewezen. Het begint er steeds ernstiger uit te zien. De woedende arbeiders hebben de ingangen van de mijn dichtgemaakt, om degenen, die zich nog daarin bevonden, van honger te doen omkomen. Alles, wat zjj onder handen konden krijgen, werd vernield, de kantoren wei' len bestormd en de boeken verscheurd, werktuigen en machinerieën stukgeslagen. In één mijnwerk alleen werden twee -duizend veiligheidslampen stukgeslagen en do ventilatie toestellen bedreigd, waardoor allen, die nog onder de aarde werkten, aan het gevaar van verstikking werden bloot gesteld. Beambten, die het volk niet lijden •mocht, werden op de ruwste wyzo behandeld, evenals hunne vrouwen, die om erbarming smeekten. Er is reeds voor een millioen mark aan waarde verwoest. In het bijzonder ging het hard toe by de myn „Friedens- hoffnung," eene bezitting van de katholieke geestelijkheid. Er zyn verscheiden extra- troinen met soldaten aangekomen. Er is nog niet veel vooruitzicht, dat in Opper-Sileziö ■de orde spoedig hersteld zal zijn. In Saksen neemt de crisis haar gewoon verloop. Op twee münwerken te Zwickau 'hebben de arbeiders hooger loon gevraagd en dn verscheidene mynen is het werk gestaakt. Uit Aken wordt van gisteren gemeld dat •de werkstaking in de mynen van het district Eschweiler als geëindigd is te beschouwen. In het district Wurm duurt zy voort, doch zonder dat eenige ongeregeldheid is voorge komen. Ook door de leden van het comité der werk- stakenden te Essen wordt thans verklaard dat de staking volstrekt niet onverwacht geweest is. Integendeel, reeds sedert Kerstmis hebben de arbeiders herhaaldelijk loonsverhooging ge vraagd. Eerst waren zy met allerlei beloften gesust; later hadden zy in het geheel geen antwoord meer gekregen; en pas toen is de werkstaking uitgebroken. De besturen der mynen moeten ïysten van de by hen arbeidende vreemdelingen inleveren, omdat de Rykskanselier bevolen heeft dat alle buitenlandsche arbeiders uitgezet moeten worden. De werkstaking dreigt thans ook te zullen overslaan naar het groote steenkolen-bekken van de Saar, in omvang het tweede kolen- district van Duitschland, waar vele aan den Staat behoorende mynen gelegen zyn. Ook daar beginnen en eindigen de byoenkomsten der arbeiders met eene betuiging van hulde aan den keizer. KOLONIËN. BATAVIA, 13 - 20 April. (Fransche Mail.) De Gouv.-Gen. heeft van de 25 ter dood veroordeelden in het eerste Tjilegonsche straf proces er 18 naar Amboina en andere eilanden verbannen. Aan de 7 overigen, onder wie njai Kamsidah, zal de doodstraf worden vol trokken. De benoemde opzichter der 3de klasse F. A. Kloppert is geplaatst in de residentie Sumatra's oostkust. Om politieke redenen is het onderzoek naar de heerendiensten in de residentie Ban tam voorloopig uitgesteld. Naar de „Loc." uit goede bron vernoemt, is by de regeering in overweging het denk beeld om de verboden kringen voor opium, vóór de aanstaande verpachtingen, weêr-uit te breiden. In streken, waar geen of slechts een paar wettige kitten en geen of weinig verkoopers worden aangetroffen, zou voortaan weer de invoer, verveer, verkoop en het bszit van opium worden verboden. Hierover moet het advies der residenten zyn gevraagd. In eene Atjeh-correspondentie van de „Loc.", dd. 31 Maart, lezen wy: Eene hinderlaag, op den 22sten dezer tus- schen Lamjong en Boekit Karang geplaatst, had eenig succes. Een troep Atjehors van buiten de linie kwam op dien avond langs don weg of het voetpad, dat door de geplaatste hinderlaag bestreken werdvooraan liep een Atjfjher met eene granaat, om die onder de tramrails te plaatsen. De commandant van de hinderlaag (kapitein Hoogstraten), gewapend met een jachtgeweer, liet den troep naderen tot op eenige passen on gaf toen met zyn jachtroer zulk een goed- gericht schot hagel op den vóórmareheerenden én grenaatdragenden Atjeher, dat de man op de plaats dood bleef. De granaat werd eenige passen van den doode gevonden. Tegeiyker- tyd gaf de hinderlaag een salvo op de andere Atjehers, waardoor er verscheidenen gedood en gewond werden. Een dwangarbeider, als spion uitgezonden om in den nacht de baan te observ9eren, had het geluk Atjehers aan het werk te zien in den nacht van den 26sten op den 27sten dezer op de trambaan tusschen Lampeneroet en Lamreng. De veroordeelde bleef kalm in het gras liggen en zag dat drie Europeanen aan het graven waren en een aantal Atjehers een carré om de gravers formeerde tegen moge lijken aanval. Er werd daarna iets begraven, de grond werd weder geiykgemaakt, waarna de troep afmarcheerde. Onze spion liet den troep ongemoeid en zette op de plaats, waar gegraven werd„een teelten. Den volgenden morgen rapporteerde hy het geziene aan den commandant van Lampeneroet. Men ging derwaarts en na de plaats, door onzen veroordeelde aangewezen, te hebben uitgegraven, vond men eene granaat van 17 cM. (vermoedeiyk afkomstig van Zr. Ms. stoomschip „Zeeland"); de granaat, ver bonden met 5 andere ongosprongen kleine granaten 8 cM. door telefoondraden, was goed geladen, waarop een slagpin (lange spyker) was geplaatst. Toen dat projectiel per tram naar Kotta- Radja werd vervoerd, kwamen verscheidene nieuwsgierigen om dat gevaarlyk springmiddel te bewonderen in het station te Kotta-Radja. Na aankomst werd het projectiel in het arsenaal in den kraton opgeborgen. Onze gelukkige veroordeelde heeft, naar ik vernomen heb, 50 gulden premie gekregen, terwyl eene voordracht tot geheele remissie van straf voor dien veroordeelde der Regeering is aangeboden. Naar de „Loc." meldt, is het voorstel naar Nederland gezonden om het personeel van den raad van justitie te Semarang te vermeerderen met 1 vice president on 1 lid te Batavia. Naar men aan het „Soer. Hbl." ver zekert, heeft de heer E. Fabius, commandant van het corps schuttery te Soerabaia, aan de regeering zyn ontslag aangeboden. Reden hiervoor moet zyn de berooide staat der kas, waaraan de regeering niet tegemoet schynt te willen komen, en waardoor de oefeningen onmogelyk worden gemaakt. Uit Tjilatjap schryft men ons, dat daar een nieuw klein kampement zal worden ge bouwd, op eene meer gezonde plaats dan waar de oude kazerne staat, tot het opnemen van de op die plaats achtergebleven vaste be zetting. [Loc.) De „Soer. Crt." schryft het volgende: „Zou er eene algemeene onderwerping kunnen worden tegemoet gezien te Atjeh? Een tele gram, van het leger-bestuur alhier ontvangen, zou, naar men zegt, luiden om geen fuseliers meer te zenden, maar wel inlandsch kader. Hebben we dus werkeiyk geen soldaatjes meer noodig voor dat al te lastige Atjeh?" Bandjirs. In den avond van 5 dezer zyn door den hoogen waterstand in de Serajoe- rivier de bamboezen hangbruggen by de dessa's Singomerto Kalibendo, Djenggawoer, Binangoen en Sidjolang (afdeeling Bandjar- negara, residentie Banjoemas) weggeslagen. De afdryvende groote bamboemassa's ge- ra ïkten voor de kabelbrug by de dessa Redjos in de klem, ten gevolge waarvan eene zóó ge weldige opstuwing van den waterstand werd teweeggebracht, dat van deze brug de torens op den noordelyken oever, waarop de kabels waren geplaatst, onderspoeld, omvergeworpen en door het water meegevoerd werden, waarna ork de kabels zyn gebroken. In de communicatie met de districten Karangkobar, Batoer en Bandjar is tydelyk, door middel van overvaarten, zoo goed mo- gelyk voorzien. De heer H. A. Hartogh Heys heeft met gunstig gevolg het klein-notaris examen af gelegd. De Atjeh correspondent van de „Loco motief" meldt, dat den 21sten Maart eene locomotief verbryzeld werd door het springen van eene myn by Lampermei. Het volgende is ontleend aan het officiëel Februari-verslag over de res. Zuider- en Ooster- afdeeling van Borneo: „Ten gevolge van de vele en hevige regens, traden de bovenrivieren buiten hare oevers. In de afdeelingen Amoontai, Martapoera en Doesoenlanden bereikte de waterstand een zeer hoog peil. De schade, aan de wegen daardoor toegebracht, was in Amoentai aan- zienlyk. Ook de langs de oevers gelegen padi aanplantingen in de Doesoenlanden had den veel schade geleden, terwyl in Martapoera ongeveer een derde gedeelte van den padi- aanplant op de lage velden vernietigd werd. Het officiëel Maart-verslag over Bali en Lombok bevat o. m. het volgende Den 23sten Maart werd in dessa Kajoe- pootih der afdeeling Boeleleng een amokmaker, die zich gewapend tegen zyne arrestatie ver- ze'te, afgemaakt. In de afdeeling Djembiana werd een man door een tyger aangevallen; by overleed kort daarop aan de gevolgen der bekomen wonden. Terwyl wy de Engelsche mail, loopende tot 15 Maart, Zondag ochtend ontvingen, kwam heden (17 April) in ons bezit de Hollandsche mail, loopende tot 12 Maart. Dit is dus wederom eene vertraging van de Hollandsche mail tegenover de Engelsche van zes dagen. Wy zouden er wat voor overhebben als men in Nederland kon besluiten niet meer met de Hollandsche booten te verzenden. Want dat geschiedt ten koste van een ge regeld verkeer en in Indië is men de dupe. Het is schandelyk. [Bat. Nbl.) De kapitein der infanterie J. L. Ham ming, in garnizoen te Atjeh, heeft wegens langdurig verbiyf, een tweejarig verlof naar Nederland aangevraagd. Door den gouverneur-generaal van Ned.-Indië zyn de volgende beschikkingen genomen: Civiel Departement* Benoemd: Tot substituut- officitr van justitie bij den Baad van Justitie: te Somarang, mr. E. Krusemante Makasser (Celebes en Onderlioorigkeden) mr. J. Kramers. Tot griffier van den Landraad te Kotta-Eadja, tevons auditeur militair bij den krijgsraad in het commandement Atjeh en Onderhoorighede mr. D. Mulder Jr.; tot griffiers van do Landraden te Medan en Biudjei mr. G. W. Uhlenbeck. Tot conlrolour lsto kl. bij het Binnenl. Bestuur op Java en Madara, H. A. Hartogh Heijs. Bij het Binnenl. Bestuur op de bez. buiten Java en Madura: tot contr. lste kl. P. L. Ch. Le Sueur; tot contr. 2de kl. J. W. Meerburg, H. J. E. F. Schwartz cn J. P. J. Barth; tot adspirant controleur, H. J. De Groot, J. C. Schmeil Van Kraaijenoord en Ch. F. Porei. Tot stationschef 2de kl. B. C. M. Brouwer; tot algemeen ontvanger van 's lands kas te Tjilatjap, de 2de commies by de Algemeene Bekenkamer C. E. Hennings; tot tijdelyk magazijnmeester bij do exploi- tatio der lyn Djokja Tjilatjap van de Staatsspoor wegen op Java, M. Van Vliet. Bij het Openbaar Lager Onderwijs voor Europeanen en met dezen gelijkgestelden in N.-I.tot onderwijzer 1ste kl. J. Oostenbroek; tot onderwyzer 2de kl. J. Jaspers. Tot letterzetter lste klasse bij de landsdrukkerij te Batavia, F. Van LingeD. Verleend: Een 3-jarig verlof naar Europa: w. ziekte, met ingang van 5 Mei 1889, aan den dir. dor Hoogere Burgerschool te 8oerabaia H. J. C. Bone meyer; w. meer dan 12 jaren onafgebroken dienst in N.-L, met ingang van 25 Mei 1889, aan deni nspec teur, chef der afdeeling gevangeniswezen bij het dep. van Justitie mr. W. C. Van Benthem Jutting. Ontslagen; Op verzook, eervol uit 'alande dienst, met ingang van 3 Mei 1889, de adm. der tinmijnen in het district PaDgkal-Pinang, (Banka), met den rang en titel van assistent resident C. L. Gerrits; uit 's lands dienst, de lste commies op het bureau van den ass.-res. voor do politie van de afd. Stad on Voorsteden van Batavia E. G. Sereansie. Ontslagen: Op verzook, eervol uit 'slands dienst, do commies op hot residentie-kantoor te Paeoe- rooan W. P. F. Schaegen. Belast: Met het beheer over het boschdistrict Kediri, de houtvester 8de kl. S. P. Ham. B o n o e m d Tot commios op het rèsidentie-kan- toor te Pasoeroean, B. Th. Maurits. Belast: Met de waarnoming der betrekking van inspecteur van Financiën in de 2de afd. (standplaats Tegal) H. C. Maurenbrecher. Benoemd: Tot hulponderwijzer, G. Verwijk en J. N. Drigny, thans tijdelijk als zoodanig werkzaam. Geplaatst: In de ree. Menado, de herbenoemde controleur lsfe kl. H. A. Hartogh Heijs. Verplaatst: Van de res. Palembang Daar de res. Riouw en Onderh., de benoemde contr. 2de kl. H. J. E. F. Schwartz. Bepaald, dat geplaatst blijven: In het gouvernement Celebes en Onderh. de benoemd© contr. 2de kl. J. W. Meerburgh en de ben. adsp.- contr. H. J. De Groot; in de res. WestcrafdeeliBg van Borneo, do ben. contr. 2de kl. J. p. J. Barth; in het gouvern. Sumatra's Westkust, de ben. adsp.- contr. J. C. Schmeil Van Kraaijenoord; in de res. Palembang, de ben. adsp.-contr. Ch. F. Borel. Geplaatst: In do controle-afd. Goeboeg, afd. Semarang, de contr. 2de kl. C. W. A. Van Binsum; in de contrólc-afd. Sidoardjo, afd. van dien naam, de contr. 2de kl. C. M. N. Hummelgens. Toegevoegd: Aan den ass.-res. van Lamongan, dc adsp.-contr. L. Van Weelderen. Verplaatst: Van de conlróle-afd. Grissee, afd. van dien naam, naar de contróle-afd. Modjokerto, afd. van dien naam, de contr. lste kl. W. A. Adema van Lamongan naar do contróle-afd. Grissee, afd. van dien naam, de cont. 2de kl. C. Ch. A. M. W. V. Haijc; van de contróle-afd. Sidoardjo, afd. van dien naam, de contr. lste kl. K. W. G. Wateon. Goedgokeurd: Dat door don landraad te Patjitan (Madioen) is ontslagen wegens vertrek, eer vol, als buitengewoon substituut-griffier buiten be zwaar van den lande bij die rechtbank, N. B. Coen- raad en bij de rechtbank te Ngawi (Madioen), mr. J. C. Hubregt8e. Ontlagen: Eervol uit 's lands dienst, wegens volbrachten diensttijd, de verifiestenr 2do kl. bij de in- en uitvoerr. en acc. A. J. N. Boudriot. Benoemd: Tot contr. by de in- en uitvoerr. en acc. te Batavia de inspecteur, chef van do adm. dier middelen, H. Van Bijgersma. Belast: Met de waarneming der betrekking van inspocteur, chef van de adm. der in- en uitvoerr. én acc., de insp. van fio. in de 2de afd. (standplaats Tegal) P. A. M. Vermeulen. Benoemd: Bij den post- en telegraafdienst, tot kantoorchef 4de kl- te Telok-Betoeng de commies 2do kl. J. Van Brero; tot adjunct-commiezen: F. W. Van der Putten te Soerabaia, L. H. Du Puy te Meester-Cornelia on F. A. Neijs Jr. te Semarang. Overgeplaatst: Naar Kalianda, de commies 3de kl. A. B. F. Van Slooten; naar Padang, do com mies 3do kl. J. W. Goldman; naar Woltovreden, do adjunct-commies L. H. Du Puy; naar het hoofdbu reau dienst Batavia, de commies 8de kl. E. A. Aronds; naar Weltovreden, de commies 3de kl. H. P. Menke; naar PadaDg, de commies 3de kl. C. E. Le Butte. Benoemd: Tot griffier: van den landraad te Ponorogo (Madioen), F. J. Muller; van de landraden te Magelang en Temanggoeng R. B. P. F. Persijn. Tot 3den commies bij de Algemeene Rekenkamer, J. G. W. ADgelo. Toegevoegd: Aan den chef 4do waterstaats- afd., de opz. 3de kl. P. L. Leueden; aan den chef 5de waterstaatsafd., de ambtenaar B. H. W. Wille- brands; aan den chef 2de waterstaatsafd., de ambte naar O. Bakker. Werkzaam gesteld: Onder de bevelen van den houtvester, belast met bet beheer over het boscb- district Rembang—Blora, de adsp.-houtvester D. J. A. Vrijdag. Bepaald, dat belast bljjven: Met het be heer over het boschdistrict Japara, do ben. houtvester lsto kl. C. L. M. A. Seubert; met het beheer over het boschdistrict Kendal—Pekalongan, do ben. hout vester 2do kl. N. J. Kollewyn;dat werkzaam blijft in het boschdistrict Probolinggo—Besoeki, de ben. houtvester 3de kl. S. H. Koorders. Vorplaatst: Van de contróle-afd. Pati II, afd. Pati, naar de contróle-afd. Koedoes, afd. van dien naam, res. Japara, de contr. 2de kl. J. Einthovcn. Geplaatst: lilde contróle-afdeeling Goenocng Kentjana, afd. Lebak, de contr, 2de kl. E. W. H. Doeve. In do res. Palembang, de bij zijn kader terugge plaatste contr. 2de kl. A. G. Valette. Departement van Oorlog. Bevorderd: Tot lsten luit. bij het wapen der inf., de 2de luit. A. C. J. Van dor Sloot. Benoemd: Tot magazijnmeester 3de kl. (2de luit.) bij het wapen der art., de magazijnmeester der 4de kl. (adjudant-onderofficier) J. F. La Force. Verleend: een 2-jarig verlof naar Nederland, wegens 15 jaar onafgebroken dienst in N.-I., aan den kapt. der inf. J. H. A. W. Schultze en aan den kapt.- kwartierm. bij de mil. adm. C. J. Smith. Passagiers, vertrokken per ss. „Gelderland", gez. W. Van der Sprang van Lee, naar Nederland: Luitenant-kolonel der infanterie A. W. H. Perelaer, echtg. en 8 kindereD, mevrouw de weduwe L. S. Wi kens geb. SoDius en 3 kinderen, offic. van gez. lsto kl. bij de marine M. M. Jung en echtg., mevrouw Sehlmacher, jkapt. der inf. J. F. Battaerd, eohtg. en 3 kinderen, lste luit. der infanterie A. F. Roqué, hoofdonderwijzer J. G. Van der Heijden, echtg. cn 4 kinderen; ontvaDger der in- en uitvoer rechten en accijnzen W. Jackson, echtg- en 4 kin deren; magazijnmof ster der art. A. Keim en echtg.; jongeliecren Hultman en L. J. Elfiferich, benevens Zr. Ms. troepen en schepelingen. Per stoomschip „Borneo," commandant A. Duif, Yan Batavia naar Nederland: Mevr. Van Hengel en 3 dochters, mej. De Vries, 2 jongeheeren Van Hengel, 2 jongeheeren Van der Bende, graaf Cereea di Ponvillarot, de heer Van Zadelhoff met echtg. en dochter, Tan Hoe Loo, de heer Roukens mot echtg. en 5 kind mej Piccaluga on 1 meisje, mej. Zuurdeeg en 1 passagier voor Suez.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1889 | | pagina 6