M°. 8973.
Maaiida»: SO Mei.
A0. 1889.
gourant wordt dagelijks, met uitzondering
van §pn- en feestdagen, uitgegeven.
{Dit nommer bestaat uit DRIE
Bladen.
Kikeriki.
Leiden, 18 Mei.
Feuilleton.
DE DELAHAIES.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Vo«r Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommera0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 16 regele 1.05. Iedere regel meer ƒ0.174»
Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het in-
caaaeeren buiten de stad wordt 0.10 berekend.
Met 1 Juni begint een nieuw
kwartaal van het Leidsch Dagblad.
Zij, die zich nu reeds op deze Courant
abonneeren, ontvangen de tot dien
datum verschijnende nummers gratis.
Aan de Abonné's daarop, wordt by dit
nommer verzonden No. 34 van Kikeriki.
Mej. Wia Dikema, leerares aan de Muziek
school en concert-zangeres alhier, heeft eene
uitnoodiging ontvangen om op het a. s. jaar-
lyksche feest der Nederlandsche Toonkunste-
naarsvereeniging, dat deze maal te Amsterdam
wordt gevierd, de sopraan party te vervullen
in „Brinio," de nieuwe oorspronkelijke opera
van den heer S. Van Milüngen. Ook is haar
door den directeur der Hollandsche Opera een
contract van drie jaren, tegen schitterende
voorwaarden, aangeboden.
Aan de universiteit alhier is het docto-
raal-examen in de rechtswetenschap afgelegd
door den heer W. Sonneveld.
Door het kiescollege der Ned.-Herv. ge
meente alhier is, uit het vroeger vermelde
zestal, gisteravond het volgende drietal pre
dikanten opgemaaktdr. Ph. J. Hoedemaker,
te Nieuwland; ds. S. Dijkstra, te Hilversum,
en ds. G. Nyhuis, te Berlikom.
Bjj de doleerende gemeente alhier is be
roepen ds. E. Eisma, predikant te Bennebroek.
De minister van oorlog Bergansius bracht
hedenmorgen een bezoek aan het garnizoen
alhier.
De 1ste luitenant F. W. G. Nieuwland,
van het 4de reg. inf., is ingedeeld bjj de 4de
comp. 2de bat., alhier in garnizoen.
De bronzen medaille voor twaalfjarigen
trouwen dienst is uitgereikt aan den sergeant
majoor B. Heilgers, van het 4de regiment
infanterie, alhier.
De 1ste luit.-adm. van kleeding G. E.
Lubbers wordt overgeplaatst van Leiden naar
Kampen, ter vervanging van den lsten luit.-
adm. van kleeding J. Ligter, die overgeplaatst
wordt bjj het koloniaal werfdepot te Harderwijk.
De Staatscourant van heden bevat de
koninklijk goedgekeurde statuten van de
„Leidsche IJsclub," zoodat deze vereeniging
als rechtspersoon is erkend.
Door het kiescollege der Nederlandsch-
Hervormde gemeente te Leiderdorp is gister
avond het volgende zestal predikanten opge
maakt: ds. L. C. Van Apeldoorn, te Tzum;
ds. H. F. A. Fauro, te Bhedends. W. Ger
ritsen, te Wierden; dr. Ph. J. H. Hoedemaker,
te Njjland; ds. A. W. Hotte, te Sittard en
ds. J. A. De Vlieger, te Welsr(jp en Bajum.
Door ingelanden en bestuur van den
Veenderpolder te Woubrugge zijn vastgesteld
lo. de rekening des polders over 1888, aan:
ontvangsten f 1898.88, uitgaven f 1577.56,
batig slot f 321.32; 2o. de begrooting 1889:
inkomsten f 1977.75, uitgaven f 1977.75,
batig slot nihil; en 3o. de omslag voor 1889,
op f 3 per hectare of fl minder dan in 1888.
Beroepen is te Oud-Beierland ds. J. Bol-
kenstein, te Langeraar; bij de Chr.-Ger.
gem. te Doorn ds. T. Bouma, te Langerak c. a.
In het Kurhaus te Scheveningen zullen
op 2, 7, 9 en 13 Juni matinées en avond
concerten, of de laatste alleen gegeven worden
door het muziekcorps der Haagsche Schutterij,
onder leiding van den heer F. Bolten. Op
5 en 11 Juni zal zich op avond-concerten doen
hooren het orkest van het concertgebouw te
Amsterdam, directeur de heer Kes, terwjjl op
10 Juni eene afwisseling wordt aangeboden
door 't doen optreden van de stafmuziek van
het koninklijk scherpschutterscorps van Rot
terdam, in uniform.
Den löden Juni eindelijk vangen de ochtend
en avond-concerten aan van het philhar-
monisch orkest.
Voorts verneemt men van goede vooruit
zichten voor het seizoen.
Om slechts enkele veelbelovende avonden
aan te stippen, kan gewag gemaakt worden
dat in September in concerten zullen optreden
de bekende Wagnertenor Anton Van Djjk en
de bekende bas Conrad Behrens, terwijl in
den loop van het seizoen de heer Mannstadt,
alhoewel als badgast te Scheveningen vertoe
vend, een paar piano-concerten in de Kurzaal
zal geven.
In die zaal zelve is eene verbetering ge
bracht, waardoor in eene lang gevoelde be
hoefte is voorzien. Er zijn nl. voor 't orkest
een 220-tal fauteuils d'orchestre geplaatst, aan
welker achterzijde bladen zijn bevestigd om
de consumptie of andere voorwerpen neer te
zetten.
Die plaatsen kunnen besproken worden,
maar zijn, voor zoover niet gereserveerd, ook
voor den komenden bozoeker toegankelijk.
Behalve onderscheidene andere vermakelijk
heden, welke evenwel nog in staat van voor
bereiding zijn, hoort men dat de „Montagnes-
rus8es", welke verleden jaar op eene afgelegen
plek achter 't Kurhaus waren, thans, maar in
beteren staat, met toestemming van 't Zeebad
Scheveningen, naar 't strand nabij het Kurhaus
zullen worden overgebracht, indien de ver-
eischfc^ vergunning daartoe wordt verkregen.
Na eene langdurige en pijnlijke ziekte
is in 67-jarigen ouderdom overleden dr. Ph.
R. Hugenholtz, vroeger predikant by de Ned.-
Herv. gemeente, en met zyn jongeren broeder,
P. H. Hugenholtz Jr., een der eerste stich
ters van de Vrye Gemeente te Amsterdam.
Na het nemen van zyn ontslag als Ned.-
Herv. predikant, woonde Hugenholtz veelal
te 's-Gravenhage, waar hy zich op onder
scheidene wyze nuttig wist te maken, onder
anderen als medebestuurder en secretaris der
Vereeniging voor Volksonderwys en als schry-
ver van theologische boeken en tydscbrift-
artikelen.
Het doctoraat in de theologie werd hem
by de Leidsche academiefeesten van 1875
honoris causa toegekend. (Hbl.)
De Commissaris des Konings in Zuid-
Holland heeft aan burgemeester en wethouders
ontheffing verleend van de bepalingen der
vogelwet omtrent het verdry ven der vogelen,
nuttig voor den landbouw, zoodat nu eerst
daags een begin kan worden gemaakt met
het door middel van schietgeweer verdreven
der kraaien en haren nesten. Semp
Van den gepensionneerden luit. kolonel
J. I. De Rochemont is by de heeren Cremer
en Cie., uitgevers te 's-Gravenhage, eene
verdediging verschenen naar aanleiding van
de afgelegde getuigenissen in de strafzaak-
Verstege. Heeft men in de verslagen van dat
proces vooral vernomen wat tegen den heer
De Rochemont werd aangevoerd, door dit
geschrift heeft men gelegenheid ook de andere
party te hooren. Naast het vele meer, ja
zeer persoonlyke, dat in deze bladzyden voor
komt, verdient vooral opmerking do mededee-
ling van den schryver betreffende het veel
besproken proces verbaal omtrent den terug
keer der eerste expeditie uit Atjeh.
Dezer dagen deeldon wy mede dat van
de leden der Tweede Kamer van de Staten-
Generaal, tegenwoordig geweest by de inhul
diging van Z. M. den Koning den 12den Mei
1849 te Amsterdam, nog slechts zeven in
leven zyn.
Wy kunnen daaraan toevoegen dat van
de negen ministers, toen in functie, nog slechts
één in leven is, nl. de honoraire Staatsraad
G. L. Baud, destyds minister van koloniën,
terwyl, zpn wy wöl onderricht, niet alleen
al de leden van de Eerste Kamer van de
Staten-Generaal, maar ook de leden van den
Raad van State van 1849 door overlyden
aan het Staatsbestuur zyn ontvallen. Vad
Door de liberale kiesvereeniging Bur
gerplicht" te Nymegen is voor de verkiezing
van een lid der Tweede Kamer op 21 Mei a. s.,
ter vervulling der vacature-Reuther, tot can-
didaat gesteld de heer J. De Koning, civiel-
ingenieur te dier stede.
In de plaats van den tot luit. kolonel by
den generalen staf benoemden majoor C. P.
Van Pommeren, is de kapitein W. L. De
Petit, van het regiment grenadiers en jagers,
benoemd tot voorzitter der commissie voor
de examens voor do hoofdcursussen.
Tot heden hebben zich 130 adspiranten
aangemeld voor het examen van adelborst
3de klasse by het Koninklyk Instituut voor
de marine te Willemsoord.
In de volgende maand zullen die jongelieden
door eene commissie geneeskundig worden
onderzocht.
De luit.-kolonel P. L. H. M. B. D. Kraal,
provinciaal adjudant in Groningen en Drente,
wordt op non-activiteit gestold.
By beschikking van den minister van
binnenlandsche zaken van 17 dezer is, met
ingang van 1 Juni 1889, aan A. P. Van der
Kolf, op zyn verzoek, eervol ontslag verleend
als assistent voor de scheikunde aan de
Polytechnische school te Delft.
Het stoomschip „Obdam" is 16 Mei van
Rotterdam te Nieuw-York aaDgekomen; de
„Borneo," van Batavia naar Amsterdam, is
17 Mei van Genua vertrokken.
Z. M. heeft den luit.-kol. H. H. J. baron
Van Haersolte van den Doorn, van het 2de
reg. veldart., op pensioen gesteld en het be
drag daarvan bepaald op ƒ1800 'sjaarsjaan
genoemden luitenant-kolonel, gerekend van
den dag, waarop zyn pensioen ingaat, den
rang verleend van kolonelen by het wapen
der artillerie, en wel by den staf van het
wapen, benoemd tot luit.-kol. den majoor L. J.
Risseeuw, van den staf, hoofd der geschut-
gietery.
Aan den kapitein C. J. H. Wieling, van
het 7de reg. inf., op zyn verzoek, een eervol
ontslag verleend uit den militairen dienst.
In zyn rang overgeplaatst by het reg. gren.
en jagers, den eersten luit. jhr. C. L. Van
Suchtelen van de Haare, van het 8ste reg.
infanterie.
Schets uit het Limburgsch stroopersleven.
13) door Mr. CLOVIS.
Ik heb u beloofd, m'neer de baron, ver
volgde de nieuwe veldwachter op kalmen
toon, dat de allereerste, dien gy hier zult zien,
een van de Delahaies zal zyn en die belofte
zal ik houden; daarvoor is het echter nood-
zakeiyk dat de anderen my niet vóór dien tyd
kennen; ze mogen die kerels niet kunnen
waarschuwen als ik op hen loer.
Ik ben op het oogenblik al zóó ver, dat ik
hen ken; het overige zal wel volgen.
Dat begrypt u ook wel.
De baron kon tegen deze woorden weinig
in het midden brengen; hy stelde zich dan
ook tevreden met een: zoo, zoo, is dat je
bedoeling; maak dan maar dat het een beetje
spoedig gebeurt.
Dat geluk viel Warstra werkelyk spoedig
ten deel.
Op een morgen stond de jongste der Dela
haies plotseling voor hem. Deze, in de mee
ning, dat nog niemand de plaats van den
vermoorden veldwachter had durven innemen,
had geen acht geslagen op den in den
verschoten boerenkiel gedosten, schynbaar
ongewapenden vreemdeling, die rustig op
eenige passen afstands in het hooge gras lag
te slapen.
De enkele strikken, welke in zyne naby-
heid lagen, deden by den geduchten strooper
het vermoeden ontstaan, dat hy daar een
onbekenden makker ontwaarde, die door de
thans op dit tydstip heerschende straffeloos
heid en door het overvloedige wild zich had
laten verlokken, ook zyn geluk hier te be
proeven.
Zonder eenigen argwaan te koesteren, vlydo
hy zich dan ook neder naast zyn gewoer, in
afwachting dat de een of andere haas hem
onder het schot wilde komen. Spoedig werd
zyn wensch vervuld, maar nauwelyks was
het schot gevallen, of de gewaande vreemde
ling stond voor hem.
Je naam? vroeg deze; ik ben de veldwach
ter van den baron van Vilvoorde; zie hier
m'n bewys.
Terwyl Warstra zyn vyand de akte met de
linkerband toonde, had hy met z'n rechter
hand het geweer van dezen gegrepen.
Verstomd zag de strooper zyn tegenstander
aan. Niet, dat het hem zoozeer verwonderde
in dien boer, die zooevon nog rustig lag te
slapen, den dienaar van den baron to aan
schouwen, maar wel wekte het in de hoogste
mate z'n verwondering op, iemand te ont
moeten, die hem, Louis Delahaie, den overal
als een Hercules bekenden wilddief, op zulk
eene onversaagde wyze durfde tegemoettreden.
Hét scheen hem ten eenenmale onbegrype-
lyk toe; hy kon zich daarvan geene reken
schap gevenwezenloos bleef hy staan.
Dat duurde echter één oogenblik, één enkel
oogenblik slechts. Toen werd hy zichzelven
wederom geheel en al meester; toen weder
kwam hy tot bezinning en, gehoor gevende
aan z'n woeste natuur, trachtte hy mot een
krachtigen ruk hot geweer uit de hand van
Sybrand Warstra te trekken.
Deze had dit echter reeds voorzien; met
alle mogelyke krachtsinspanning had hy zyne
vuist om den loop geklemd en bleef dien dan
ook in de hand houden, niettegenstaande den
vreeselyken ruk van den strooper.
Dat had Delahaie niet verwacht; terstond
begreep hy, ditmaal een vyand tegenover zich
te hebben, dien hy niet gering mocht schat
ten, tegenover wien hy alle krachten moest
inspannen, tegen wien hy alle listen moest
te baat nemen.
Terstond laat hy het geweor los, om zich
met woedend geweld op zyn tegenstander te
werpeneene vreeselyke worsteling ontstaat.
Delahaie heeft z'n beide armen geslagen om
de lendenen van den veldwachter en tracht
dezen in de hoogte te heffen, om hem ver
volgens op den grond neder te werpen.
Warstra heeft op zyne beurt het geweer
weggeslingerd en houdt met z'n beide handen
den nek van den strooper omvat. De stryd
biyft een geheelen tyd onbeslistverscheidene
malen is het Delahaie mogen gelukken, den
dienaar van den baron op te heffen, maar
steeds heeft deze, zyn steun vindende in den
nog omklemden hals, den voet wederom op
de aarde kunnen plaatsen.
Beider lichamen wringen zich in alle moge
lyke bochten; nu eens staan de worstelaars
rechtop, dan weder bukken zy zich tot byna
op den grond; het gras is van alle zyden
platgetreden.
Een enkel oogenblik, elkander steeds om
kneld houdende, blyven zy staan, als wilden
zy even uitrusten.
Van dat oogenblik weet de wilddief party
te trekken.
(Wordt vervolgd.)