en prinses Withelmina, gezeten in een rytuig, la daumont bespannen inet vier paarden en voorafgegaan door een voorrijder, bezich tigden tusschen drie en vier uren de versie ringen van het dorp Apeldoorn. De Koningin werd gevolgd door de beide hofdames van H. M. en den dienstdoenden kamerheer in een rijtuig met twee paarden bespannen. Er heerschte te Apeldoorn zeer veel opge wektheid. Duizenden belangstellenden waren op de been, waaronder zeer velen, die elders wonen. De godsdienstoefening in de Herv. kerk te Apeldoorn werd Zondagmorgen geleid door ds. C. Hattink, predikant aldaar, die tot tekst had Psalm 48, vers 10, en achtereen volgens liot zingen: Psalm 95, vers 1; 103 vers 1, 118, vers 14, en Gezang 96. Eene zeer talrijke schare was opgekomen, zooals in langen tyd niet had plaats gevonden. De Koningin en Prinses Wilhelmina met gevolg waren ter kerke. Do predikant hield eene zeer boeiende rede, aanvangende met een „Leve de Koning!" en hy eindigde met de bede, dat ook eenmaal in het Koninkryk der Hemelen de KoniDg onder het gejubel van engelen mocht worden ontvangen. By het uitgaan der kerk werd aan de toe hoorders uitgedeeld een blad, genaamd „De Vredebode," van zeer ernstigen aard, ter eere van Z. M. den Koning. Te Amsterdam werd overdag druk muziek gemaakt en werden des avonds vele illumi natiën ontstoken. Men vond ze van particulieren door de geheele stad en er ware zeer fraaie by. Vooral hadden de bewoners van het Damrak, die eene zeer yverige feestcom missie ryk zü'u, hun best gedaan. Men vond hier byna huis aan huis de eene of andere fraaie licbtdecoratie. Voorls werden er prach tige illuminatiën ontstoken voor hot paleis der admiraliteit by de gebouwen der Marine, voor de Nederlandsche Bank, Restaurant Riche, Arti Amicitiae, Nederlandsch panop ticum, Paleis voor Volksvlyt, Grand Théatro enz. Buitendien werden ook telkens de Am sterdamscbe torens verlicht. Eene verrukkeiyke uitwerking gaf het, wanneer die reuzengovaarten werden omgeven door een stroom van gekleurd licht. Te tien uren werden op Amstel en IJ in derdaad prachtige vuurwerken afgestoken. De Amstel zig er vooral recht feesteiyk uit. Het gebouw vaa de Roei- en Zeilvereeniging „De Amstel" was met Chineesche lantarens ver licht. Den geheolen avond door werdon aan de huizen van de beide oevers bengaalsche vuren in allerlei kleuren gebrand en het water zelf wemelde van verlichte vaartuigjes. Ook op en aan het IJ zag het er recht vrooiyk uit. De vuurwerken slaagden naar wensch en brachten de menigte inderdaad tot geestdrift. By beide werd vooral het slotstuk levendig toegejuicht. De firma Gebrs. Scholten Co. te Almeloo schonk f 700 aan haar werkvolk ter eere van het feest. De geheele stad was met groen en vlaggen versierd. De gepensionneerde generaal-majoor P. M. Netscher te 's-Gravenhage is door den staatspresident van Venezuela benoemd tot commandeur der orde van Simon Bolivar. Het stoomschip „Amsterdam," van Rot terdam naar Nieuw-Vork, is 12 Mei Lizard gepasseerd; de „Bantam," van Amsterdam naar Batavia, vertrok 12 Mei van Aden; de „Edam" is 12 Mei van Amsterdam te Nieuw- York aangekomen; do „Prins Willem I," van Amsterdam naar Suriname, passeerde 13 Mei Dungeness; de „Sumatra," van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 12 Mei te Sou thampton; de „Burgemeester Den Tex," van Batavia naar Amsterdam, vertrok 13 Mei van Aden; de „Leerdam," van Amsterdam naar La Plata, vertrok 13 Mei van Vigo; de „Noord-Brabant," van Java naar Rotterdam, is 13 Mei te Suez aangekomen. ■et Koningsfeest tc Lelden. Na het gisteren reeds door ons vermelde -omtrent het begin der feesteiykheden alhier, was het eerst aan de orde de optocht, met muziek, van de kinderen der Christolyke scholen •naar den speeltuin „Vreewyk", van de zaa'» Noordeinde langs Breostraat, Steenschuur, Doezastraat en gedeelte van den Witten Singel. De kinderen, begeleid door onderwy'zers en onderwyzeressen en voorafgegaan door oen doel der feestcommissie en door eene afdeeling van „Oom Heinrichs" muziekcorps, dat opwek kende tonen deed hooren, waren natuuriyk allen getooid met oranje en bovendien voor zien van vele banieren met opschriften en van vlaggen. De speeltuin was versierd met veelkleurige wimpels en bood een verrukkeiyk schouwspel, niet het minst voor de vrooiyke kinderschaar, welke, alvorens zich vryeiyk aan het spelen te begeven, eene wandeling maakte door den tuin en uit volle borst deed weerklinken het „Leve de feestcommissie! Leve de Koning!" Voor degenen, die getuigen waren van het samenzyn in den Speeltuin, was het niet twyfelachtig of de kinderen genoegen smaken en of d» versnaperingen, hen verstrekt, hen welkom waren. Eerst over halftwee verlieten de kinderen zeer in hun schik den tuin, waarin de toestellen zulke goede diensten hadden bewezen. Het weder, hoewel dreigend, hield zich gelukkig zeer goed. Inmiddels had zich reeds lang vóór twaalf uren eene ontzagiyke menschenmassa ver zameld in den omtrek van het Schuttersveld, zóó'n dichte massa zelfs, dat menigeen niets te zien kreeg van het inderdaad fraaie mili taire schouwspel. De marsch door de stad met de stafmuziek van het vierde regiment infanterie en het muziekcorps der schuttery, welk laatste ook getracht had by te dragen tot vermeerdering van de parade, was voor velen zeer goed waar te nomen en droeg niet weinig by tot de meer en meer stygende feestvreugde. Slechts korten tyd was nu het Schuttersveld verlaten, want om twee uren namen op dat uitgestrekte terrein de volksspelen welke steeds, men zou kunnen zeggen door alle eeuwen heen zulk eene aantrekkelykheid bezitten, een aanvang. Het muzikale gedeelte werd toen vervuld door de stafmuziek van het vierde regiment infanterie. Mochten alle volksspelen zich verheugen in grooto belangstelling, de meeste biyken daarvan mocht ontvangen het speenvarkentje- vangen, (20 deelneemsters en deelnemers). Er werd inderdaad nu en dan geworsteld om de varkentjes ook maar even te zien, hetgeen volstrekt niet allen gelukte. Velen, het dringen en staan moede, trokken zich terug na enkel van het schreeuwen der aan vallige, gladde diertjes genoten te hebben en alzoo bewust te zijn geworden van hunne tegenwoordigheid. Het gedrang werd dan ook weldra zóó hevig, dat besloten werd het „bigvangen" te staken; anders ware do reeds gedeelteiyk vernielde balustrade zeker geheel doorgebroken. Verder bestonden de volksspelen in: ring steken (40 deelnemers), kuipsteken (20 deel nemers in regenjas en met zuidwester), ach teruit hardloopen (40 deelnemers), zakloopen (40 deelnemers driobeenigen wedstryd (40 deelnemers), boegsprietloopen (20 deelnemers), touwtjespringen (40 deelneemsters), prys- knippen (20 deelneemsters), hardhoepelen (40 deelneemsters), blokjes-kruien (20 deel neemsters. Na afloop werden de varkentjes onder dogenen, die zich bey verd hadden ze te vangen, verloot en onmiddeliyk nadat ieder spel was afgeloopen, de pryzen by de tribune uitgereikt. Voor deze gelegenheid waren, evenals reeds vorige malen, ook „Zomerzorg"en „Zomerlust" in verbinding gesteld met het Schuttersveld. Toen de feesteiykheden op dit terrein ten einde waren, kon men zich gaan verlustigen in de muziek uit den tuin van „Amicitia" en op de Beestenmarkt (waar ook den geheelen dag en avond een draaimolen niet tevergeefs zich rondbewoog), om zich vervolgens voor te bereiden voor het hoofdnummer der feest viering, den grooten gelllumineerden gondel- tocht. Eén vaartuig, dat ook aan dien tocht zou deelnemen, had den geheelen dag reeds voel aandacht getrokken, n. 1. de groote stads- boeier, welke in het Galgewater, by de Bor- stelbrug, met veelkleurige vlaggen on ballons schoon opgetuigd, voor anker lag. Van dien gondeltocht kan zonder over- dryving gezegd worden dat hy éénig was. Die tocht, die reeks van met Chineesche lantarens of met lampions verlichte grootere en kleinere vaartuigen, beschenen door, ge huld in eene zee van veelkleurig bengaalsch licht, waaruit telkenmale pyien, zwermpotten en meer kleurig of geraasmakend vuurwerk te voorschyn stegen, bood op alle gedeelten van don waterweg, welke onder muziek en onder gejuich der aan den wal staande of medeloopende toeschouwers werd afgelegd, een schoon, verrukkeiyk schouwspel aan. Dat zeer velen van dat. schouwspel ge tuigen waren, is niet te verwonderen en dat het in den omtrek van de Hoogstraat zwart van menschen zag, behoeft geen betoog. Mot ongeduld toch verbeidde men daar de geïllumineerde vaartuigen. Langen tyd moesten velen op die komst wachten, maar hun wach ten werd bekroond met den besten uitslag. Byna niet te beschryven is de aanblik, welke in den Stillen Ryn geboden werd, toen die uit den Ouden Ryn komende vaartuigen zich daar gerangschikt hadden, toen van alle zyden pyien en ander vuurwerk het kalme lucht ruim doorkliefden en opstegen naar den wol- kenloozen hemel, waaraan de zilveren maan zich in al hare majesteit vertoonde, toen van verschillende kanten, ook aan boord der boeiers, bengaalsch vuur in onderscheidene nuances werd ontstoken, toen van den Stadhuistoren zich de gloed van het daar op don hoogen om gang ontstoken rood, wit en groën bengaalsch licht statig en fantastisch uitgoot over de om geving. Toen werd een ieder, aangegrepen door 't schoone, hier zeldzaam aanschouwde tooneel, bezield met de gedachte dat geene betere plaats had kunnen gekozen worden om zóó iets tot zgn recht te doen komentoen kon ieder zonder onderscheid zich vereenigen met het programma, door de feestcommissie vastge steld toen steeg de geestdrift ten top en weerklonken de vaderlandsche liederen, be geleid door de muziek. Nogmaals, de aanblik was eenig. De terugtocht werd daarna ondernomen. De eerste afdeeling van den stoet bestond uit zeven vaartuigen en de gieken van „Njord". Het meest trok in deze afdeeling de aandacht do groote boeier der stad Leiden. De sloep van de Kweekschool voor Zeevaart maakte ook een goed figuur, terwyi de gieken van „Njord" of beter de roeiers bewondering afdwongen wegens hunne vlugheid. Het was dien roeiers onmogeiyk den ganschen avond rustig op hunne plaats te blyvenzy voeren rondom boeiers en sleepbooten, zonder het iemand, dus ook zichzelven, lastig te maken. De tweede afdeeling bestond uit zeven vaar tuigen en ook nog sloepen van de Kweekschool voor Zeevaart. Het vaartuig der Leidsche kegelclub „Ada" fgenoemd naar Ada van Hol land, wyi de club als oefeningsplaats „Den Burg" heeft, waar, zooals men weet, genoemde gravin eenigen tyd heeft gevangen gezeten), trok hier het meest de aandacht. Het vaartuig, dat een muziekcorps, vele personen, onder wie, evenals op andere vaartuigen, ook dames, en biykbaar een zeer grooten voorraad vuur werk aan boord had, was schitterend verlicht met lampions en Chineesche ballons in aller lei kleuren. Der Club komt een woord van lof toe voor de wyze, waarop zy deelnam aan dezen zegetocht. De boeg van het clubvaartuig was behan gen met hare symbolen, met kegels dus; de boeg van een anderen boeier vertoonde in vurige letteren„Leve Willem III." Een woord van lof mag niet onthouden worden aan de verschillende stuurlieden der vaartuigen. De moeiiykste wendingen werden niet alleen met goed gevolg, maar zelfs met zekeren zwier genomen. Evenals telkenmale, knalden by de terug komst in het Galgewater te ruim elf uren en welke niet minder schitterend en betoo- verend was dan de afreize, de schoten, was het breeds, kalme watervlak rood gekleurd door het kwistig ontstoken bengaalsch vuur, stegen de pyien hemelwaarts, verkondigden de donderbussen, dat het feest was en bleef do muziek tot luide feestvreugde aansporen. Op alle gedeelten, waar de waterstoet voor- bytrok, werd bengaalsch vuur ontstoken, knalden schoten en stegen pyien naar het met sterren bezaaide firmament op. De eige naars van boeiers tooaden telkens voorzien te zyn van vuurwerk. Aan den Ouden Ryn by de Kerksteeg werd der feestcommissie eene byzondere hulde ge bracht. Langs den waterkant van de Turfmarkt (waar, evenals op de Boommarkt, eene poffer tjeskraam stond, welke heel wat twee-dozyn te leveren had) en op de Beestenmarkt was aan de boomenry eene ster-illuminatie met vetglaasjes aangebracht, welke, dank zy de windstilte, even uitmuntend slaagde als de verlichting op dezelfde wyze aan eene groote pyramide op de Hoogstraat. Tevens was de Turfmarkt geheel in licht gehuld door twee groote, veel geraasmakende vlammen wit Wellslicht. De gasïlluminatie voor het Stadhuis voldeed uitnemend en niet minder de verlichting met lampions in de Diefsteeg, over het geheel waar dig en net versierd. Den bewoners dier steeg daarom een woord van hulde, inzonderheid den heer Van Luyken, die, volgens getuige nis der bewoners, tyd noch moeite heeft ont zien om het feest luister by te zetten. Van hulde en luister gesproken, komt ook hulde toe aan den heer Borgerding, eigenaar van het café-restaurant „Bellevue," op de Beestenmarkt, hoek Morschstraat, die den ge heelen gevel van zyn perceel van boven tot beneden (langs de ramen) illumineerde met lampions. Deze verlichting maakte effect door de ligging van het perceel. Op de Mare en de Haarlemmerstraat, alsook op de Beestraat en Boommarkt waren nog illuminatiën op kleiner schaal aangebracht. Aan het hotel „De la Poste" op de Aalmarkt prykten in vurige letters: „Ada" en eene W met twee sterren. De verlichtingen aan Doelen-, Wittepoorts- en Morschpoort-kazerne mogen ook genoemd en die aan de Kweekschool voor Zeevaart evenmin als de versieringen aldaar verzwegen worden. De familie Wagner in het Noordeinde deed de Leidsche stedemaagd den KoniDg kronen, welke voorstelling des avonds verlicht was. By de heeren Rienks en Dykhuis op de Hoogstraat waren nette kaars illuminatiën in de met bloemen en 's Konings busten ver sierde winkelkasten aangebrachtook by den heer Zirkzee in de Paardensteeg en by den heer Sasse op de Aalmarkt, waar een schoon bloemkussen prykte en eene W van lieve bloempjes, vergeet-mü-nietjes. Leiden, de eerste academiestad des lands, is dus niet achtergebleven met feestvieren integendeel, het heeft luisterryk feestgevierd. Iedereen, die wilde, klein en groot, in alle beteekenissen, kon feestvieren en heeft dat gedaan en wel op eene wyze, welke ieders goedkeuring moet wegdragen. Geene onbe- hooriykheden hebben de feestvreugde ver stoord; men was vrooiyk en genoot, wat te genieten was. En mocht een enkele al eens getoond hebben te vergeten, dat men met mate moet genieten, het kan op een dag als gisteren niet kwalyk genomen worden dat men wat door de vingers ziet. En wie voor dat feest de daDk? In de allereerste plaats de feestcommissie, welke getoond heeft bestaan te hebben uit mannen en raadslieden, die de bevolking van Leiden, die Leiden kennen. In de tweede plaat3 aan de stedeiyke regeering, die de beurs niet ge sloten hield, waar het gold by te dragen tot het welslagen van het feest en voorts aan de burgery, die door geld als anderszins, en hieronder behoort niet het minst opgewekt heid, gepaard aan ordelievendheid, medewerkte tot welslagen van de feestviering, en aan de studenten onzer hoogeschool, die zich ook al niet onbetuigd hebben gelaten. En weten wy de tolk van zeer velen te zyn, wanneer wy hier nogmaals der feest commissie dank wyden, wy kunnen mede- deelen dat die commissie op een door haar Zondag-morgen aan Z. M. gezonden tele gram ook van den Koning eene dankbetuiging ontving, eveDals de kegelclub „Ada", op de door haar aangeboden gelukwenschen. Die antwoorden luiden„De Koning draagt my op u Hoogstdeszelfs dank over te brengen. Adjudant van Dienst Van db Poll." Dat hetgeen door de feestcommissie gedaan was ter verkryging van zulk een uitstekend resultaat als waarop ze nu dank ook het by uitstek gunstige weder kan bogen, erkend werd, mocht ze reeds gisteravond ondervinden, toen hare leden in een der lokalen' van Café Suisse zich aan een „nabroodje" onderling ge zellig byeen bevonden. By die gelegenheid kwamen „eenige burgers van Leiden" by de commissie hunne opwachting maken om deze namens hen, die toen in de sociëteit „Amicitia" byeenwaren, met den zoo gunstigen afloop en de goede welslaging van het feest geluk te wenschen, en de verzekering te geven dat dit de verwachtingen verre had overtroffen. Behalve met de genoemde openbare feeste- ïykheden, werd het 40 jarig koningschap van Z. M. "Willem III hier ter stede ook op andere wyzen gevierd. Zoo werd het feest voorafge gaan door eene feesteiyke byeenkomst in de studentensociëteit „Minerva." In de groote zaal was eene sierlyke bloementropee opge richt rondom het borstbeeld van den Koning, wiens hoofd met een lauwerkrans was gedekt. Het eerst nam de corpspraoses het woord en bracht een warmen heildronk uit op den ge liefden Vorst. De president der sociteit dronk op de Koningin en het Prinsesje. De kapel van het vierde regiment speelde de volkslie deren, doch werd verre door het daverende koor der studenten overstemd. De geestdrift was algemeen. Terwyi op het Schuttersveld de volksspelen in

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1889 | | pagina 2