N#. 8968.
Dinsdag 14 Mei.
A0. 1889.
PROCLAMATIE.
<J]eze dCourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (§pn- en feestdagen, uitgegeven.
Oranje boven!
Oranje boven!
Leiden, 13 Mei.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 8 maanden1.10.
Franco per poet1.40.
Afzonderlijke Nommers0.06.
Geliefde Landgenooten en Onderdanen!
Heden zijn veertig jaren voorbij
gegaan sedert den dag waarop Ik
plechtig de Regeering over het Ne-
derlandsche Volk heb aanvaard.
Zal Mijn Volk van Mij getuigen,
dat ik Mijn Koninklijk woord heb
gestand gedaan, Ik weet dat in lief
en leed, in blijde en droeve dagen,
Mijn Volk getrouw is gebleven aan
Mij en Mijn Huis.
Ik heb er steeds naar gestreefd,
de welvaart en den bloei van ons
Vaderland te bevorderen.
Met innigen dank jegens den Al
machtige zie Ik op het vervlogen
tijdperk terug. Zijn zegen heeft het
oud verbond van Oranje en Neder
land bevestigd.
Over de toekomst van Mijn Huis
en Mijn Volk roep Ik op dezen plech-
tigen dag dienzelfden zegen in. De
herinnering aan het verleden is Mij
een waarborg voor de toekomst:
Oranje en Nederland onder Gods zegen
één, krachtig en vrij!
Het Loo, 12 Mei 1889. WILLEM.
PRIJS DER ADVERTENTIBN:
Vaji 1—6 regels 1:05. Iedere regel meer 0.17|.
Grootere letters naar plaatsruimte. Voor hot in-
oaseeeren buiten de stad wordt 0.10 berekend.
Het is feest in 't land. Willem de Goede
zetelt 40 jaren op Neêrlands troon.
Zyn er zelfs onder onze lezers misschien,
die dit niet even oprecht, niet even opgewekt
kunnen gevoelen als wy.tot dezulken spre
ken v»ö dan heden niet. Op een dag als van
daag zetten we alle polemiek ter zyde,
wenschen wij in eiken Nederlander een mede
stander, in eiken lezer een vriend en party -
genoot te zien, die mede feestviert en met
ons in gedachten wil nagaan, wat wy aan
Oranje te danken en wat wy van Oranje, thans
in het Prinsesje, verder te hopen hebben.
Hoog wapperen de vlaggen in de lucht!
En wel mogen zjj haar driekleur vry en
frank ontplooien.
Wat toch zou er van Nederland geworden
zyn zonder het Oranjehuis, dat ons land eerst
vry, toen groot en machtig heeft gemaakt?
O, er zyn er tegenwoordig genoeg die
de geschiedenis vergetende op die
vraag onverschillig antwoorden dat zich dit
ook wel geschikt zou hebben en in de toe
komst ook wel schikken zou. Doch waar
zyn de gronden voor deze hunne onver
schilligheid? Was de toestand van ons land
eertyds van dien aard, dat op redding te
hopen zou zyn zonder de grenzenlooze offer
vaardigheid en het daaraan geëvenredigd
beleid van den Vorst, aan wien do geschie
denis den eernaam van Vader des Vaderlands
heeft gegeven? En vinden wy in de latere
geschiedenis niet slag op slag episodes, die
van vernedering en schade voor land en volk
getuigen, telkens wanneer het volk zich voor
een wyle had laten afkoeren van Oranje?
Doch wy vervallen dus vragende in
dat, wat wy juist voor heden wilden vermy-
den. Laten ODzentwege de honderdon onver
schilligen van heden zelfs nog aangroeien tot
duizenden en tienduizenden, de groote massa
des volks, HET volk, biyft toch in zyn hart
Oranje trouw en beschouwt de feestdagen zyns
vorsten als eigen feestdages, waarop het de
ernstige gedachten verbant en de toekomst
vrooiyk tegenlacht.
Veel liever ook dan de vraag te stellen
wat Nederland geworden zou zyn zonder
Oranje, kccrcn wy haar om en vragenwat
is ons land geworden mèt zyn OraDje aan
het hoofd?
En dan is de geschiedenis daar om ons eene
reeks van moeiiyke oogenblikken in herin
nering te brengen, waarin altyd een Oranje
vorst het middel was in Gods hand, om ons
uitkomst en redding te brengen. Zoodra het
volk zich even van Oranje afwendde, was
ook zyn zegen weg, en maakte deze plaats voor
verdeeldheid, zorg, vernedering en verdruk
king. En nauw zocht het b(J Oranje weer heil,
of de kansen namen eene betere wending;
de zon brak door en de onweerswolken dreven
voorby.
Dat zyn feiten, die elke tegenspraak tarten
en waaraan de herinnering, door de geschreven
geschiedenis bewaard, en wat nog veel ster
ker is, van ouder tot ouder voortgeplant op
de kinderen, nimmer kan worden uitgewischt
uit de harten van ons volk. Dat zyn feiten,
van zóó onwrikbare zekerheid, dat, al waren
wy de laatste Nederlander die ze zich her
innerde, wy nog niet wanhopen zouden, dat
weer de kreet „Oranje boven 1" ons redding
brengen zou in den nood. In dagen van natio
nale onbezorgdheid, als geen gevaar ons
dreigt, aan de dankbaarheid des volks te
tornen en enkelen af te keeren van het Vor
stenhuis, waaraan ons land zoo veel ver
plichting heeft, is waariyk geen kunst, en
dat enkele warhoofden dit ook in onze dagen
beproeven, ontlokt ons slechts een meewarigon
glimlach, zonder onze bezorgdheid op te wek
ken. Want even zeker als de verstoktste
scepticus zich op de knieën werpt, als hy
geen andere uitkomst meer ziet, even zeker
roept het Nederlandsche volk weer als één
man Oranje aan, wanneer de nood maar eens
goed aan den man komt.
Ons hart snelt ook thans den hoogbejaarden
Vorst te gemoet, met een gelukwensch en
eene heilbede; onze zwakke stem voegt zich
in het koor der honderdduizenden, die hem
eerbiedig hulde bewyzen als het Hoofd van
den Nederlandschen Staat, hem dankende
voor al het goede, dat hy de natie bewees
gedurende een tydperk van veertig jaren.
En niet minder innig zyn onze gevoelens van
erkenteiykheid jegens de Koninkiyke Vrouw,
die troon en huiseiyken haard met hem deelt,
wier trouwe zorg den langen lydensnacht een
deel zyner verschrikkingen ontnam, en die nu
het hoogste loon geniet, dat aan haar edel
moedige toewyding kon geschonken worden.
Want gelukkig kan de tyd, om een geschie
denis van de Regeering van Koning Willem III
te schryven, naar de toekomst verschoven
worden. Wat dio toekomst ons brengen zal, ligt
in Gods handonze vurige wensch is het, dat
aan het leven van Koning Willem nog vele
jaren mogen worden toegevoegd, kan het
zyn, dat hy het halve eeuwfeest van zyn
gezegend bestuur moge bereiken, 't Is wellicht
een stoute wenschmaar het geluk maakt
optimistisch, en nu wy het in zoo ruime
mate deelachtig zyn geworden, kunnen we
moeieiyk afstand doen van het vooruitzicht,
dat de nieuwe morgen wederom de aanvang
wezen zal van een langen en schoonen dag.
Op een dag als thans viert daarom elk
oprecht Nederlander feest, te meer daar in
andere omstandigheden, zonder ons Prinsesje,
wy nu reeds met eenige zorg voor de toe
komst vervuld zouden moeten zyn.
Het volk, dat in zyne overgroote massa
steeds met liefde tot Oranje biyft opzien, zal
echter ook in Haar, wanneer zy onder de voor
beeldige leiding Harer voortreffelyke Moeder is
opgegroeid, mot gelyke liefde de Leidsvrouw
zien van ons Staatsbestuur, in wie het even
blindelings zyn vertrouwen stellen zal als de
schepeling in den stuurman, die de wacht
houdt aan het roer.
Dat is het wat wy, vereerders en volge
lingen van Oranje, elkander gaarne in herin
nering brengen en voorhouden op een dag
als deze, nu Willem III gedurende 40 jaren
zoo zegenryk geregeerd heeft, niet om onze
liefde, onze vereering voor anderen te ver
dedigen, maar omdat het voor ons zeiven een
genot is, ons rekenschap te geven van het
goed recht onzer vreugde, van het goed recht
onzer ingenomenheid met al wat een aanleiding
is, om op de lippen en in het hart des volks
de leus te doen weerklinken
Hoden is aan de universiteit alhier de heer
J. M. C. E. Le Rütte, geb. te Djokjakarta,
bevorderd tot doctor in de rechtswetenschap
met Academisch proefschrift, get.„Vryheids
rooving."
Namens den Senaat van hoogleeraren
der universiteit alhier is aan Z. M. een adres
van gelukwensching toegezonden by gelegen
heid van 's Konings 40 jarig jubilé.
Gepromoveerd is aan de „Albert Lud-
wigs-Universitat" te Freiburg op eene disser
tatie: „Über einen unter dem Bilde des pro-
gressiven Bulbarparalyse verlaufenen Fall von
Syringomyelia," de heer P. De Jong, arts
aan het academisch ziekenhuis te Leiden.
By gelegenheid van 's Konings 40 jarige
regeering zal heden, Maandag, ook de Leidsche
dd. schuttery aan de groote parade van het
garnizoen deelnemen. Ais plaats van aantreden
is bepaald de Papengracht, des morgens te
halfelf.
Door den minister van koloniën zyn
mr. S. C. H. Nederburgh, oud-lid in den Raad
van Nederlandsch-Indië, en mr. P. A. Van
der Lith, hoogleeraar-directeur van de ge
meente-inrichting voor de opleiding van Oost-
Indische ambtenaren te Leiden, benoemd
respectieveiyk tot lid en voorzitter en tot lid
en secretaris van de commissie, welke in dit
jaar belast zal worden mot het afnemen in
Nederland van het groot-ambtenaars-examen
voor den Indischen dienst.
Per Engelsche mail ontvingen we de Bata-
viasche bladen van 8-10 April en de „Deli-
Crt." van 10—13 April.
Tot lid van den gemeenteraad van Voor
hout is met 59 van de 63 geldig uitgebrachte
stemmen gekozen de heer L. Hoogduyn.
Beroepen is te Boskoop (toez.) ds. L.
Knappert, te Kwadyk; te Rilland-Bath de
heer Gysman, cand. te Middelburg.
Men meldt uit 's-GravenhageDe Konings
feesten zyn Zaterdag-avond halftwaalf ingewyd
door de plechtigheid op het Plein 1813. Op
de trappen van het met groen versierde
monument was het muziekcorps der schuttery
opgesteld en nadat de taptoe geslagen was,
werden eenige nummers koraalmuziek uitge
voerd, waarna de volksliederen en vrooiyke
marschen elkaar afwisselden. Het fraai terrein,
waarop duizenden verzameld waren, leverde,
door voortdurend afgestoken bengaalsch licht
beschenen, een hoogst eigenaardigen aanblik op.
Met de feestcommissie waren op het afge
zet gedeelte aanwezig de burgemeester, eere
voorzitter, de wethouder Lisman, de minister
van waterstaat, alsmede een aantal dames.
De volksliederen werden door het publiek
met gejuich begroet. Er heerschte voorbeel
dige orde.
Naar het zich liet aanzien, heeft, ondanks
den weinigen tyd, die er tor voorbereiding
was, de hofstad een recht feesteiyk uitzien
en belooft de illuminatie ook veel.
De verlichting van het Voorhout bestaat
uit kruiselings over de verschillende wegen
opgehangen slingers en aan de boomen letters
die te zamen eene hulde te lezen geven„Aan
Z. M. Willem III, Koning der Nederlanden"
Het Lange Voorhout is aan de zyde van den
Kneuterdyk door één, aan de zyde van het
Tornooiveld door drie eerepoorten afgesloten
die met tropeeën en groen zullen versierd
worden. De illuminatie sluit zich langs het
Korte Voorhout, waar ook masten met tro
peeën enz. verryzen, aan by de illuminatie
van de lanen om het Malieveld. De aan
stalten voor verlichting by particulieren namen
met het uur toe.
Aan de groote militaire taptoe en marsch
door de stad, welke heden, Maandag avond,
ten besluite der feesten zullen plaats hebben,
zal worden deelgenomen door de Koninkiyke
militaire kapel, de stafmuziek der huzaren,
de hoornmuziek der jagers, de tamboers en
hoornblazers van het garnizoen.
De schutterymuziek zal zich, ten gevolge
van de door haar op het feestterrein in het
Voorhout te gevon uitvoering, niet by de
muziekcorpsen kunnen aansluiten.
De 40 Zuid Hollanders, die meer dan
f 2000 's jaars directe Ryksbelasting betalen,
zyn de heeren
A. N. J. M. baron Van Brienen van do
Groote Lindt, te Wassenaar, f 9265
C. J. Van der Oudermeulon, te Wassenaar,
ƒ6621
jhr. mr. O. J. Repelaer van Molenaarsgraaf,
te 's-Hage, ƒ5809;
R. baron Van Lynden, te 's-Hage, 5675
jhr. mr. H. A. Steengracht van Duiven
voorde, te Voorschoten, 5594;
C. H. baron Van Pallandt, te Wassenaar,
5212;
mr. J. Jochems, te 's-Hage, 4605;
L. Smit, van Nieuw-Lekkerland, ƒ4554;
I. D. Fransen van de Putte, te 's-Hage,
ƒ4496;
mr. D. Van Weel, te Rotterdam, 4324;
mr. C. J. E. graaf Van Bylandt, te 's-Hage,
4222;
mr. P. J. baron Van Pallandt, te Wasse
naar, 3634;
F. AG. graaf Van Limburg Stirum Noórd-
wyk, te 's-Hage, ƒ3310;
A. Van Hoboken Jz., te Rotterdam, 2991
S. Crena de Jongh, te Dordrecht, 2922;
C. Goekoop Dz., te 's-Hage, 2874;
mr. M. W. baron Du Tour van Bellinchave,
te 's-Hage, 2814;
W. F. baron Van Herzeele, te 's-Hage,
ƒ2799;
mr. W. J. Snouck Hurgronje, te 's-Hage,
2798;
P. H. J. Van den Santheuvel, te Dordrecht,
2615;
L. graaf Van Limburg Stirum Warmond,
te 's-Hage, 2549;
J. H. L. Vader van 's-Gravenpolder, te
's-Hage, 2487
C. G. Van der Lee, te Alblasserdam, 2456;
J. J. Duynstee, te 's-Hage, 2444
M. M. Do Monchy, te Rotterdam, 2387
P. Smit Jr., te Rotterdam, 2379;
J. M. Van der Schalk, te Schiedam, 2367;
J. J. Delia, te 's-Hage, 2341
P. F. Verbraak, te Rotterdam, 2215;
mr. W. O. T. Van Oudheusden, te 's-Hage,
2205;
T. P. Viruly, te Leiden, ƒ2195;
L. Van der Vyver, te Rotterdam, ƒ2184;
K. Enthoven Lz., te 's-Hage, ƒ2158;
jhr. P. M. G. Von Fisenne, te Ryswyk,
2150;
C. Parqui, te Rotterdam, 2102;
jhr. J. H. Gevers, te Noordwyk, ƒ2089;
M. G. Van den Arend, te Rotterdam, 2054
mr. S. Hingst, te 's-Hage, 2044;
H. O. W. De Kat van Barendrecht, te Dor
drecht, 2026
jhr. A. R. W. Melvill van Carnbée, te
's-Hage, 2002.
Te 's-Hage bevindt zich een hoofdofficier
der infanterie van het Deensche leger, met
eene officiëele zending belast, tot het bezich
tigen van militaire zaken enz. ook hier te
lande. Reeds bezocht hy de grenadierskazerne,
woonde de oefeningen van den troep en de
repetitie der kon. mil. kapel by; verder wer
den verscheidene andere inrichtingen op mili
tair gebied in oogenschouw genomen.
De kapt. van den getieralen staf Thiango