N°. 8958. Donderdag 3 ]>JLei. A0. 1889. (§ez8 (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Vit nommer bestaat nit TWEB Bladen, Leiden, 1 Mei. Feuilleton. De man met den blauwen mantel. PRIJS DER AD VERTENTIEN Van 16 regels 1.05. Iedere regel moer ƒ0.171- Grootere letters naar plaateruimte. Yoor het in- caseeeren boiten de stad wordt 0.10 berekend. Dinsdag 9 Juli a. s. en volgende dagen plaats hebben in de Stadszaal te Leiden. De eerste zitting der algemeens vergadering wordt 's morgens te 9 uren geopend. Behal' s de gewone werkzaamheden van meer huis- houdolijken aard, zullen in die vergadering mededeelingen worden gedaan omtrent de uit voering van de besluiten der vorige algemeens vergadering betreffende: Staatsinmenging op sociaal gebied (aanvulling wet van 19 Sept. 1874); proefstation voor bouwmaterialen; rook vrije verbranding en steenkolengas tot ver warming wet op de fabrieksmerkeninvoering van het onderwijs in handenarbeid op de lagero school en op de kweek- en normaal scholen huisvlijt als middel tot volkswelvaart veredeling van het ambacht. Verder komen in behandeling eenige voorstellen o. a. van de departementen 's-Gravenhage, Deventer en Groringen. De tweede zitting der algemeens vergade ring heeft op Donderdag 11 Juli na de sluiting van het congres plaats. In die zitting wordt o. a. de bogrooting van 1890 vastgesteld. In ontvangst is zij op f 12,830 geraamd, in uit gaaf (waaronder f 2775 voor de musea en f 3000 voor het Tijdschrift) met inbegrip van f 836.43 tot dekking van het nadeehg saldo van 1888, f 48.57 minder dan de ont vangsten, welk bedrag voor onvoorziene uit gaven wordt bestemd. Het congres wordt op 10 en 11 Juli tel kens 's morgens te negen uren gehouden en is gesplitst in twee afdeelingenlo. Land bouw, waarin het departement Leeuwarden de ouaestie van het landbouw-krediet, mr. J. H. Schober de ontginning van woeste gronden door den Staat en dezelfde spreker den invloed van het ontbosschen op het klimaat zullen inleiden2o. volkshuishoudkunde, waarin prof. Beaujon over verzekeringsinstellingen voor werklieden, de heer B. H. Heldt over wettelijke regeling sd beperking van den arbeidsdag voor volwassenen, de heer Middel- berg over het ontwerp der Vereeniging van voorstanders eener octrooiwet, kolonel Van Zuyien over vrijhandel en bescherming en het departement Deventer over eene vorbe terde wet op de faillissementen zullen spreken Gelijk men weet, wordt ter gelegenheid van het congres vanwege het departement Leiden eene tentoonstelling van „Leidsche nijverheid'' georganiseerd, waarop alle indus trieën in deze gemeente zullen zijn vertegen woordigd. Ter verkiezing van een lid voor de Provinciale Staten in het district Leiderdorp, ter vervanging van wijlen mr. C. W. Hubrecht, waren opgekomen 2768 kiezers. Gekozen is met 2139 stemmen S. baron Van Heemstra, candidaat der anti-liberalen. Op mr. H. graaf Van Limburg Stirum, candidaat der liberalen, waren 603 stemmen uitgebracht. Van onwaarde werden 19 stembiljetten verklaard. Naar men verneemt, is dezer dagen uit de hand verkocht het landgoed „Vinkeveld en Taanderij", gelegen nabij het dorp Noordwijk, en wel voor de kapitale som van ƒ100,000, aan den heer I. P. X. Van den Bergh c. s., uit Den Haag. Zeer zeker zullen velen hopen dat de koepel op de duinen door de nieuwe eigenaars be houden zal blijven. Bedankt is voor het beroep naar de Hervormde gemeente te Maasland door ds. P. Bartstra, pred. te Wassenaar. De Roomsch-Katholieke begraafplaats te 's-Hage was hedenvoormiddag overvol van belangstellenden, die de laatste eer wenschten te bewijzen aan het stoffelijk overschot van den gep. generaal-majoor A. E. Reuther, oud minister van oorlog en lid van de Tweede Kamer voor het district Nijmegen. De militaire autoriteiten in de residentie en de mede afge vaardigden van den ontslapene waren het talrijkst in die lange rjj, welke zich achter de lijkbaar aansloot. De lijkstoet was van het sterfhuis in de Laan Copes Van Cattenburgh in rijtuigen ge volgd behalve die van de familiebetrekkingen o. a. door den minister van oorlog, kolonel Bergansius; den luitenant-generaal Van der Schrieck, lid van de Tweede Kamer; den in specteur der artillerie, gen maj. Schneider; den gep. gen.-maj. Roch De Loo. De ministers van justitie, marine en koloniën hadden zich op den doodenakker gevoogd bij do velen, die daar het lijk opwachtten en onder wie werden opgemerkt: een zeer groot aantal leden van de Tweede Kamer uit alle partijen; de voorzitter en de leden van liet bureau der beide vakken van wetgeving de staatsraden generaal Beyen en jhr. Rochus- sen; de secretaris-generaal van het departe ment van oorlog, benevens alle militaire en burgerlijke hoofden der afdeelingen van dit departement met verschillende daarbij ge plaatste ambtenaren. De leden der Staatscom missie voor de defensie, voor zoover in de residentie aanwezig en van welk lichaam de overledene deel uitmaakte; de genoraals graaf Dumonceau, ridder Alewijn, jhr. Klerk, v. d. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leidon per 3 maanden.1.10. Franco per poot1.40. Atzonderiijke Nommera0.05. Heden zijn aan de universiteit alhier bevor derd de heer Th. C. Gevers, geb. te 's-Hage, tot doctor in de rechtswetenschap, met aca demisch proefschrift, get.„Aansluiting en doorsnijding van spoorwegen", en de heer K. H. M. Van der Zande, geb. te Kerkwerve, tot doctor in de scheikunde, met academisch proefschrift, get.„Over eenige asymmetrische dialkylurea in het di-isopropyiamine". Hedennamiddag is voor het front van het bataljon der Leidsche dd. schutterij op het Schuttersveld met de gebruikelijke schut- terlijke eer aan den kapitein G. N. Van der Koog het eereteeken uitgereikt voor langdu- rigen, trouwen en eervollen schutterlijken dienst. Toen de medaille hem, onder tromgeroffel en het spelen van het Wilhelmus, na voor lezing van het koninklijk besluit, door den commandant was op de borst gehecht, hield de heer Van Kaathoven tot den gedecoreerde eene toespraak en werd deze door de overige officieren gecomplimenteerd. Na de daarop gevolgde wapenschouwing, werd voor den jubilaris gedefileerd. Hedennamiddag werd in den tuin van het gesticht „de Voorzienigheid" op de Hooge woerd alhier de eerste steen gelegd van de nieuwe kapel, welke volgens teekening van den architect Tepe voor rekening van ge noemd gesticht gebouwd wordt. In tegenwoordigheid van heeren Regenten met hunne darnes en eenige genoodigden werd die eerste steen gelegd door den zeereerw. heer J. C. H. Muré, pastoor der St.-Petrus- kerk alhier. Na het gezang der kinderen van het gesticht werd door den heer N. Wouter- lood de volgende oorkonde voorgelezen „Op den eersten dag der aan Maria toege wijde Meimaand van het jaar 1889, in het tiende jaar der regeering van Z. H. Paus Leo XIII, en in het veertigste van die van Z. M. Willem III, Koning der Nederlanden, is, door den zeereerw. heer J. C. H. Muré, pastoor der St.-Petruskerk, de eerste steen gelegd der nieuwe kapel van het gesticht „de Voorzienigheid" te Leiden. „De stichting dier kapel word mogelijk gemaakt door de Godsdienstige milddadigheid van Leidens katholieken en vooral door den ijver der dames, die de aalmoezen voor den bouw hebben ingezameld. jmmmaKxxmmÊmaciTesntBnaamn nam ii—m—aaa Herinneringen uit den Franschen tijd. 24) door A. J. RANK. Al de aanwezigen waren met bewondering vervuld voor den stouten en wijzen man, die hen zooeven had verlaten en toen zij eerst vrij laat afscheid namen was het besluit ge nomen, dat elk der aanwezigen er één of meer voor de zaak der volkszelfstandigheid zou aanwerven, met vrijheid aan de aange- worvenen om op dezelfde manier zich één of meer vrienden te kiezen, ten einde op die wjjze het vriendental te vergrooten. En lang voor de tyd van handelen aanbrak, telde Den Haag alleen meer dan 600 vrienden. XVI. Zes dagen later zat ten huize van den heer Baarder het ons welbekende viertal ge zellig aan de theetafel. Het gesprek liep over het aanstaande vertrek van Charlotte en van daar de eenigszins gedrukte stemming, waarin wij het aantreffen. Haar heengaan zou een ledig achterlaten, dat vooral in die donkere „Het bestuur van het gesticht „de Voor zienigheid", bestaande uit den zeereerw. heer J. C. H. Muré, voorzitter, den heer C. T. B. Cuypers, penningmeester, den heer N. Wouterlood, secretaris, en den heer J. T. Ruigrok, betuigt zijn dank aan allen, die medegewerkt hebben tol stichting der nieuwe kapel, welke een blijvend gedenkteeken zijn zal van de belangstelling, die de katholie ken dezer stad voortdurend betoonden in den steeds toenemenden bloei hunner inrichting, en een nieuw onderpand van den zegen, dien de Looner allesgoeds, door deivoorspraak der Allerheiligste Maagd Maria, zal schenken aan het gesticht, aan allen die er in waren, reli gieuzen, verpleegden en alle weldoeners." Heden, den dag, waarop hy zich vóór 25 jaren alhier als apotheker vestigde, mocht de heer C. Francken vele blyken van belang stelling ondervinden. Onder de stofifelyke huldebewyzen behoorden ook een prachtig schryf bureau met daarbij passenden stoel, alsmede planten en bloemen a's lieve en welriekende kinderen der natuur. Te elf uren hedenochtend werden hem de geschenken aangeboden, waarby de heer Willem Van Iperen eene toespraak hield, er op wyzende dat een jubileum als dit op zichzelf misschien minder waarde had, maar dat de toewyding en meest hartelyke vriendschap, welke de jubilaris gedurende dat tydsbestek menigeen had betoond, dezen dag velen tot een feestdag maakten. De heer Francken was biykbaar zeer ge voelig voor de hem gebrachte hulde. Het door vele zyner vrienden en bekenden hem opgedragen geschenk ging vergezeld van een album, met de namen der gevers. Behalve het hier vermelde, ontving hy nog enkele andere cadeaux, evenals een zeer druk bezoek, dat hem, ook en vooral door de heeren doctoren, gebracht werd, er andermaal van getuigende met welk eene ingenomenheid zyn zilveren feest werd begroet. By beschikking van den minister van binnenlandsche zaken, is den heer T. Hooiberg, op zyn verzoek, eervol ontslag verleend uit zyne betrekking van amanuensis by 's Ryks Museum van Oudheden alhier, en benoemd tot amanuensis by voornoemd Museum de heer J. Bytel. Heden is de nieuw gebouwde openbare ligere school aan de Langebrug in gebruik genomen. De 112de algemeene vergadering en het 32ste congres der „Nederlandsche Maatschappy ter bevordering van Nyverheid" zullen op dagen niet kon worden aangevuld. Zy had zich by allen bemind gemaakt en daarom zag men haar noode vertrekken. Maar ze was de eenige lichtstraal in de donkerheid, welke den heer De Nys omgaf; daarom mocht men haar niet ophouden. Juist sprak men over de biydschap van den vader by de terugkomst der dochter, toen er aan de deur werd ge klopt en Jacob zyn meester verzocht even in het spreekkamertje te komen. Voorzichtig als altyd, vroeg de heer Baarder wie er was en Jacob zei: „het is een heer, die zegt van Amsterdam te komen. Ik moest maar zeg- hen„het is een meeuw, die met stormweer de kust zoekt." Maar 't is een meeuw zon der vleugels," en Jacob had schik in zyne aardigheid. „Als dat zoo is," zei Baarder, „laat hem dan maar binnenvliegen, maar laat aan niemand blyken dat ge zulk een beest ge zien hebt." „Accoord," zei Jacob, en bracht spoedig den man binnen, die zich op zoo vreemde manier had aangeduid. In een oogenblik lag Lotje hem om den hals en kuste hem met den uitroep„lieve vader! gy hier?" „Ja, myn kind! Gaat het goedZet u, lieve! Dag heer Baarder, dag Roosje! hoe gaat het u allen?" En na wederzydsche groeten ging men weder zitten. „En komt ge me nu reeds halen," zei Lotje; „de maand is nog niet om, of komt ge ons wat gezelschap houden? Dat zou heerlyk wezen." „Dat laatste zoudt ge wel willen," zei De Nys, „maar dat kan niet zyn. Intusschen is het eerste ook niet waar. Ik kom zelfs vra gen of ge hier nog niet wat biyven kunt; want ik moet onverwacht en ongezocht eene buitenlandsche reis gaan maken en nu zou ik u liefst in deze veilige haven achterlaten." „Eene buitenlandsche reis vroeg Baarder. „Moet ge soms naar Engeland? Ja? Welnu, dan reizen we samen. Ik moet er ook heen." „Neen," zei Roosje, „dan reizen we met ons vieren, en we zullen pret hebben, daar kunt ge op aan." „Dat kan niet zyn," hernam Baarder. „In dit jaargety met eene bomschuit op zee, dat is eene gelegenheid, welke voor dames ten eenenmale ongeschikt is. Ik mag u aan zulk een gevaar niet blootstellen." „En ik geloof," hernam Roosje, „dat Lotje ook wel graag van do party zou zyn, niet, lieve?" „Ik? Dolgraag; liever dan onze goede vaders weer te zion heengaan, wie weet voor hoe lang." „Nu," repliceerde Baarder, we zullen daar wel nader over spreken, maar ik vermoed dat mynheer De Nys er niet anders over den ken zal dan ik." Daarop schelde hy, liet Jacob vuur aanleggen in de bibliotheek en de beide heeren verlieten het vertrek, hunne dochters in geene al te opgewekte stemming achterlatende. Wat daar tusschen die twee mannen werd verhandeld, zal later blyken. Alleen zeggen wy dat Jacob, hoewel het reeds laat was, nog naar Scheveningen werd gezonden met eene boodschap aan Jacob Noordkant. Den volgenden dag kwam er een rytuig voor de deur; Roosje, Lotje, Geertemoei en de heer Baarder namen daarin plaats, torwyl de heer De Nys, in het kostuum van den man met den blauwen mantel, naast den voerman op don bok plaats nam. Eerst ging de tocht naar Leiden, waar men ten huize van professor Kemper afstapte en na eene wyle van daar naar Katwyk-Binnen, waar men in hot Logement afscheid nam van den voerman. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1889 | | pagina 1