N°. 8956. Dinsdag 30 April. A0. 1889. geze gourant wordt dagelijks, met uitzondering van &on- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Leiden, 29 April. Feuilleton. De man met den blauwen mantel. LEIDSCÏÏ DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 8 maanden.....1.10. Franco per post...fr.T.1.40. Afzonderlijke Nommers9 0.0B. PRIJS DER ADVERTENHBN: Van 1—6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17$. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor bet in- oaeseeren bniten de stad wordt 0.10 berekend. Officieel© Kennisgevingen. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gezien het adres van G. K. VAN ALPHEN, hou dende verzoek om-vergunning tot het plaatsen van een gasmotor van 2 paardenkracht, in het perceel Nieuwe Rjjn No. 62; Gelet op de artt. 6 en 7 der Wet van 2 Juni 1875 (Staatsblad No. 9ft); Geven bij deze konnie aan het publiek dat ge noemd verzoek, met de bylagen, op de Secretarie dezer gemeente ter visie gelegd isalsmede dat op Maandag den 13den Mei 1889, 's voormiddags te elf uren, op het Raadhuis gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen dat verzoek in te brengen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTER, Burgemeester. .29 April 1889. E. KI8T, Secretaris. Met genoegen vernemen wy dat door regenten van het „Höpltal Wallon" alhier weder van eene dankbare patiënte eene be langrijke gift ie ontvangen, nl. van mevrouw J. M., geb. H., te Rotterdam, ƒ300 voor het hospitaal en f 200 voor de zusterskas. Wy ontvingen van gewaardeerde zjjde een schrijven, waarin men ons opmerkzaam maakt dat mejuffrouw Vink eerst vóór 10 jaren voor het eerst het tooneel in den Stads schouwburg te Amsterdam betrad, zoodat zjj dus nu hare elfjarige loopbaan begint. Her stellen wjtj gaarne deze vergissing, zy, die ons verzocht dit te doen, brengt ons tevens ln de verzoeking een paar regels uit haar schrijven over te nemen, eene verzoeking, waaraan w(j geen weerstand kunnen bieden. Zjj schrijft o.a.„Na vooraf een flinken cursus in de, voor eene actrice zoo onontbeerlijke kunst van naaien en Kóstutoes-maken te hebben doorloopen, wijdde zij zich op haar 15de jaar onder leiding van den heer Moor aan de kunst. „Na weinige weken trad zjj op in de rol van Francisca in „De dochters van Hageman" en van dien tijd dagteekent haar succes. „Gelukkig heeft dat succes haar niet be dorven en heeft de ontwikkeling van stille huiselijke deugden gelijken tred gehouden met die van haar talent. Ieder, die met haar huiselijk leven bekend is, roemt dan ook haar eenvoudig, lief karakter en boven al hare geheele toewijding, voor zoover haar beroep het haar toelaat, aan hare lijdende, blinde moeder, voor wie zjj letterlijk alles is!" Door de anti-revolutionaire kiesvereeni- ging „Nederland en Oranje" zjjn voor het hoofdkiesdistrict Leiden tot candidaten be noemd mr. J. Bredius te Leiden en mr. O. J. E. Van Wassenaar te 's-Hage, lid der Tweede Kamer, die de candidatuur hebben aanvaard. De eandidaat der r.-kath., mr. Bahlmann, lid der Tweede Kamer, zal waarschijnlijk als derde eandidaat worden geproclameerd, terwijl van katholieke zijde de twee bovengenoemde candidaten waarschijnlijk zullen worden over genomen. Aanstaanden Woensdag-middag zal over het bataljon Leidsche dd. schutterij eene wapenschouwing plaats hebben. De man schappen zullen daartoe om kwartier vóór éénen op de Papengracht aantreden. By de heden gehouden openbare verkoo- ping van cokes, in partijen van 10 en 5 hec toliters, waren de hoogste prijzen f 4.50 en f 2.20, de laagste f 4.40 en f 2.20. Zaterdag-avond laat is generaal Reuther, oud-minister van oorlog in het kabinet-Van Lijnden en lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal voor Nijmegen, in bijna 70- jarigen ouderdom overleden. De overledene was versierd met de orde van den Nederlandschen Leeuw en eenige buitenlandsche orden, hem toegekend wegens zijne wetenschappelijke kennis van artillerie zaken. Herhaaldelijk werd de heer Reuther als tweede eandidaat voor het presidentschap der Kamer aangewezen. De begrafenis van den heer Reuther is bepaald op Woensdagvoormiddag te halfelf op de R. K. begraafplaats te 's-Hage. Het plan bestaat om, wanneer de te be noemen Regentes den eed zal afleggen in de vereenigde vergadering van deStaten-Generaal, deze plechtigheid in het vergaderlokaal en op den weg, welken de Regentes naar het Kamergebouw zal afleggen, met groot gala- ceremonieel te doen plaats hebben. Behoudens verandering, zou de eedsaflegging voorloopig in de eerste week der maand Mei bepaald zijn. Op feestelijke wijze werden hedenmid dag in het gebouw van Kunsten en Weten schappen te 's-Hage uitgereikt de bekronin gen, behaald op de tentoonstelling in den Koekamp, verleden jaar aldaar gehouden. De uitreiking geschiedde door den eerevoorzitter, den heer Conrad. Dr. Mulder bracht hulde aan de inzenders en dankte de jury voor haren arbeid. De heer Jan Van der Keilen, van Rotterdam, verkreeg, onder bijzonderen dank voor de inrichting der afdeeling „Oude kunst", eene gouden medaille. Hedenmiddag ontvingen we per Engel- sche mail de Bataviaache bladen van 26 tot 27 Maart, alsmede de „Deli-Crt." tot 30 Maart. Heden is aan 's Rijks Centr. magazijn van milit. kleeding aanbesteed de levering van 900 wollen dekens. Minste inschrijvers de heeren gebr. Van Wijk alhier, voor f 4.95 per stuk. 1200 halsdoeken.JMinste inschrjjf- ster de Leidsche Katoenmaatschappij, voor f 0.27'/! per st.2000 zakdoeken, dezelfde, voor f 0.18 per st. Het stoomschip „Bantam," van Amster dam naar Batavia, arriveerde 28 April te Genua; de „Edam," van Amsterdam naar Nieuw-York, passeerde 28 April Dover; de „P. Caland" vertrok 27 April van Nieuw-York naar Amsterdamde „Prinses Wilhelmina," van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 28 April te Southampton; de „Leerdam," van Nieuw-York naar Amsterdam, is 27 April Wight gepasseerd; de „Zeeland," van Java naar Rotterdam, passeerde 26 April Gibraltar de „Celebes," van Batavia naar Amsterdam, is 27 April kaap Finisterie gepasseerd. Een 150-Jarlg feest. Ter gelegenheid van het 150 jarig bestaan van het Roomsch-Katholiek Armbestuur en het Wees- en Oudeliedenhuis alhier wapperde van vele woningen op de St.-Jacobsgracht en in de Raamsteeg de vaderlandsche driekleur, evenals van het Gesticht zelf aan de beide hoofdingangen en op de beide binnenplaatsen. Dat deze gedenkwaardige dag verder geens zins onopgemerkt voorbijging, spreekt vanzelf. Allereerst geschiedde dit door eon geza- menlyken kerkgang van alle weezen en oude- liedon naar de St.-Petruskerk op de Lange- brug, waar voor de verpleegden afzonderlijke zitplaatsen waren bestemd geworden. Te negen uren was hun door de zorgen van heeren regenten een buitengewoon, ge zamenlijk ontbijt, bestaande uit broodjes met kaas en koffie, bereid geworden; terwijl van tien tot twaalf uren het gebouw voor belang stellenden ter bezichtiging was opengesteld, van welker gelegenheid door zeer velen werd gebruik gemaakt. Wederom werden de verpleegden niet ver geten, want om één uur werd hun een feest maaltijd aangeboden. Thans bestonden do ge rechten uit vleesch, groenten, aardappelen en ieder eene halve kruik bier. Om halfdrie had de ontvangst plaats van burgemeester en wethouders, leden van den gemeenteraad en verdere genoodigden in de Regentenkamer, welke thans een eenigszins feestelijk aanzien bad verkregen, hetwelk echter werd overtroffen door het gewaad, waarin thans de groote slaapzaal der wees meisjes was gestoken. De ledikanten hadden plaats gemaakt voor groen en bloemen, rood en wit vlaggendoek boven langs de vier wan den, op twee waarvan bovendien met kinder en vrouwenfiguren zinnebeeldige voorstellingen van de verschillende leeftijden werden gegeven. Tevens prijkten er op twee cartouches de jaartallen 1739 en 1889. Vocrlat de genoodigden deze aldus een voudig gedecoreerde zaal werden binnenge leid, hadden er zich suppoosten en oude en jonge verpleegden op de hun aangewezen plaatsen vereenigd. Zoodra de genoodigden de voor hen bestemde plaatsen hadden ingeno men, werd hun door de weezen op de wijze van het „Wien Neerlandsch Bloed" een wel komstlied toegezongen, waaraan de volgende coupletten zijn ontleend: Ons Wees- en Oudelieden-Huis, En steun der Armenschaar, Staat hier gevest voor rouw en kruis Reeds honderd vijftig jaar; Dies werd ontplooid de driekleurvlag En de eere-zaal versierd, Want deze schoone jubeldag Zij opgewekt gevierd. Ja, elk, die kracht en t(jd besteedt Voor jeugd of ouderdom, Hier leering geeft, verpleegt of kleedt, Een hartiyk wellekom Zoo moog' dees stond dit Airnenhuia Een rijke tempel z(jn, Bestraald bij 't juichend feestgedruisch Door Hooger zonneschijn. De leeftijd der verpleegden liep zeer uiteen. Op de voorste rijen waren de kinderen gezeten, misschien nog onbewust van den ouderloozen toestand, waarin zy verkeeren, en achteraan de wegens hun hoogen leeftijd gebrekkigen in het loopen, doch allen bewust van d"e liefderijke zorgen, aan hen besteed. Na het welkomstlied, zooeven aangeheven, was het den president van het college van regenten, den heer L. C. Quant, aangenaam allen, ook namens het college, een hartelijk welkom toe te roepen op dit 150-jarig feest, dat evenwel voor velen zulk een contrast moet aanbieden bjj andere prachtige en schit terende jubiléums in stads- of academie-zalen, waarbij hooge personages betrokken zjjn, teF- wjjl men bier slechts ouderlooze kinderen en ouden van dagen, welke verpleegd worden, voor zich ziet. I Hulde aan allen, voor hetgeen in het belang Herinneringen uit den Franschen lijd. 22) door A. J. RANK. XV. Op denzelfden avond zaten, maar nu ten huize van Van der Duin, ongeveer dezelfde personen, met nog een paar vermeerderd, die w(j vroeger aantroffen bij den Graaf Van Limburg Stirum. Weder werd er druk en fluisterend gesproken. Wjj vangen het een en ander op, dat ons licht schenkt in het ge heimzinnige, dat deze bijeenkomsten kenmerkt. Van Limburg Stirum wist nu stellig dat de oorlogsverklaring aan Rusland volgen moest, doordat de politieke gedragslijn van het Petersburger Kabinet lijnrecht in strijd was met wat Napoleon wenschte en begeerde en zijne voorstellen omtrent de toepassing van zjjn moordend handelsstelsel daar positief geweigerd werden. Hoe verschrikkelijk deze mare ook klonk, bracht ze toch een glans van genoegen op het gelaat van Van Hoogendorp, terwijl hij zeide: „Ik hoop dat het zoo komen en ge beuren zal. Ik hoop dat de Czaar verstandig genoeg zal wezen om den vrede niet tot eiken prijs te begeeren, maar dat zjjn land, groot genoeg om de bevolking van een half werelddeel in zich op te nemen, bot graf zal worden voor de Fransche heerschzucht. Ja, vrienden," ging hij voort, „het is er zoo mee gesteld. Het Fransche Keizerrijk, hoewel ver maagschapt aan het Oostenrjjksche, staat op loBse schroeven. De collega's zijn van hunnen nieuwen makker niet gediend. Z(j haten hem met een volkomenon haat, en nu die groote man, (want groot is hy, hoeveel ellende hil ook op de volken uitstort) alle kansen op één groe ten vrorp gaat zetten, zou ik my zeer bedrie gen, als hy heden het spel niet verliezen zal." Nu nam Baarder het woord, en zei onge veer het volgende„Ik ben ook van gevoelen dat Napoleon voor ditmaal niet als overwin naar zal terugkeeren, omdat ik uit vertrouwde bron weet, dat Alexander vast besloten is, in niets toe te geven en toebereidselen maakt, even geducht als zyn tegenstander bedenken kan. Maar dit daargelaten, verzoek ik den uitslag myner zending te mogen mededeelt-n en vraag gehoor voor een verhaal, dat mis schien langwyiig zal schynen, maar dat ik noodig acht om allen, die hier zyn, bekend te maken met myne handelingen." De glazen werden volgeschonken, de kring werd zoo nauw mogeiyk samengetrokken en Baarder begon„Ik moet de zaak wat hoog ophalen. Reeds meer dan vier jaren geleden zag ik in, dat onze handel ten doode was gedoemd. Langzaam en voorzichtig trok ik my' terug uit de zaken, welke my ryk ge maakt hadden. En toen in 1809, ook voor den stompzinnigste, duideiyk te zien was, waar het heen moest, had ik mynen handel opgegeven, myn huis etc. verhuurd en ves tigde ik my in Den Haag. Van toen af begon het avontuuriyk leven, dat ik tot heden heb voortgezet. Ik bleef in stilte handelaar. Ik werd sluiker op groote schaal. In alle zee plaatsen had ik myne vertrouwden, myne pakhuizen zelfs. En niet alleen langs de kus ten der Noordzee, ook te Rotterdam, Amster dam, Den Haag, Groningen, Utrecht, ja zelfs ten plattenlande had ik myne depots. By de Hoofdambtenaren aan de Ministeriën, by de gewesteiyke Besturen, by de Magazynmees- ters aan 't Hof, stond ik bekend als Anton de Jager. Aan allen bewees ik dienstenallen waren aan my verbondeD, aan ieder wist ik de verbodene waren in handen te spelen, en allen deden een oog toe voor de geheimen van mynen handel. En onder en by dat alles, hield ik by allen de hoop levendig op betere dagen en wees allen op het erfelyk Hoofd van den Staat, onzen Prins. Ik zou te uit voerig worden als ik in byzonderheden trad, maar toch, één geval wil ik u verhalen. Ik had eene gansche scheepslading voor Koning Lodewyk aangevoerd. Door dikken mist ver dwaald, landde en loste het schip op eene plaats, waar ik die lading onveilig wist. Ik vloog naar Den Haag, liet de lading door de Militaire macht oplichten en de arme visschers gevangennemen, die geholpen hadden by de lossing. Daardoor kwam het goed inééns aan zyn adres; de visschers ontsnapten en thans varen ze nog op myne schepen." „Maar," vroeg Van der Duin, „hoeveel be lang ons dit nu ook inboezemt, ik zie geen verband tusschen dit alles on uwe zending naar Engeland." En Baarder hernam„Ik zeide u immers, myne Heeren 1 dat myn verhaal wel wat lang wyiig zou wezen? Ik moet echter voortgaan en vraag nog eene kleine wyie attentie. Die gansche handel dan, werd door my beheerd en geleid. In Engeland verschaften eerst myne contanten en later myn ondernemingsgeest my kennissen, vrienden, beschermers en vrijen toegang, waar ik dien ook begeerde." Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1889 | | pagina 1