H\ 8950.
Dinsdag £53 April
V. 1889.
<§eze {Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (§pn- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
De man metdenblanweninantel.
Leidei), 20 April.
PRUS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommersu 0.05.
DE „ELIAS"
van Felix Mendelssohn-Bartholdy.
Toen Felix Mendelssohn, den 3den Februari
1809 uit Joodsche ouders geboren, den 4den
November 1847 na een werkzaam leven over
leed, treurde geheel Duitschland om den ge
liefden meester. Maar eene kostbare bezitting
liet hy zyn volk, liet hy de wereld na in
zyno talryke vocale en instrumentale com-
positiön. Wie kent niet zyn „Lieder ohne
Worte" voor piano, het heerlpk Viool-concert
op. 64, zyne concert-ouverturen, composities
voor kamermuziek en zoovele andere werken
Maar bovenaan op de lijst zyner werken staan
zijne oratoria Paulus en Elias, volgens Rie-
mann de gewichtigste werken, welke na Haydn
en Handel op het gebied van het oratorium
geschreven zyn.
Het laatste dezer beide werken zal Woensdag,
den 24sten April a. s., door de Leidschc Zang-
vereeniging teA gehoore gebracht worden. De
eerste uitvoering van den Elias had plaats
te Birmingham op den 25sten Augustus 1846
ondor persoonlyke leiding van den componist,
voor wien deze uitvoering de schoonste triomf
zyns levens was.
De stof voor den Elias is ontleend aan het
Oude Testament. De profetische figuur van
Elia vormt het middelpunt der handeling.
Het volk Israëls is onder zijn koning Achab
verzonken tot afgodery. Achab richtte een
altaar op voor Baiil en deed meer om den
God van Israël tot toorn to verwekken, dan
alle koningen, die vóór hem geweest waren.
Daarom ontstak de toorn des Heeron en Hy
zond zyn profeet Elia tot Achab om dezen
aan te kondigen„Zoo waarachtig als de Heer,
de God Israëls, leeft, voor wiens aangezicht
ik sta, indien deze jaren dauw of regen zyn
zal, tenzy dan naar myn woord!" Met een
statig bas recitatief, dat op deze woorden ge
schreven is en onmiddeliyk aan de ouverture
voorafgaat, vangt hot oratorium aan.
De ouverture wordt gevolgd door een klaag-
koor, waarin de nood van het volk geschil
derd wordt. De zomer is verdwenen, de h6rfst
is gekomen, maar heeft geen oogst gebracht;
de beken zyn verdroogd, den zuigeling kleeft
de tong aan het verhemelte, en tevergeefs
vraagt het kind zyne moeder om brood.
Obadja, de bestierder van het huis des konings,
een der weinige getrouwen, verkondigt het
volk Israëls, dat de hemel wegens hunne
zonden gesloton is, en geeft hun, in eene
heeriyke tenor-aria, den raad God van gan-
scher harte te zoeken en berouw te toonen
Herinneringen uit den Franschen tijd.
14) doop. A. J. RANK.
„Ja," zei „mijnheer", „die grap heeft ons
veel geld gekost, maar dat is minder en de
verbranding op de groote markt was ons ook
al niet voordeelig. Doch Iaat ons niet klagen,
't Is ons eerste malheur en dat verbranden
op groote schaal zal zich wel niet moer her
halen, let er maar op, 't zullen voortaan wel
kleine partytjes zyn en kleine en groote man
nen van de Douanerie zullen wel eerst aan
zichzelven denken. Intusschen heb ik belang-
ryk nieuwsluistertEr werd te Rotterdam,
naar men zegt, voor vyf ton verbrand en wij
leverden daaraan 20 mille; maar uw lichter
op den Theems, Trouw, (want al6 pink brengt
hy weinig viscb aan de markt) is tot zinkens
toe geladen en bovendien heb ik van de voor
naamste Engolsche huizen nog voor een paar
ton in koop. Voorts, Van Duin heeft door een
Makelaar het scheepje aangekocht, dat ver
beurdverklaard was en als ge vanavond aan
't hoofd komt, zult ge het zeilklaar op stroom
vinden en zoodra de gelegenheid gunstig is,
over het kwaad, dat zy bedreven hebben.
Het volk antwoordt, dat God met hunnen
nood den spot dryft en dat zyn vloek over hen
gekomen is. Dan gaat het koor in een in
drukwekkend koraal over op de woorden:
"Want ik de Heer uw God ben een yvorig
God, die de misdaden der vaderen bezoekt
aan de kinderen tot in het derde en vierde
gelid dargenen, die my haten, en doe barm
hartigheid aan vele duizenden, die my lief
hebben en myne geboden onderhouden.
Tot Elias brengt een engel (recitatief voor
sopraan) de boodschap dat hy naar de beek
Crilh moet gaan, waar hy water zal vinden
en de raven hem brood zullen brengen.
In oen dubbel-quartet wordt hem de troost-
rijke tyding verkondigd, dat God zyn engelen
bevolen heeft hem op al zyne wegen te be
schermen. Doch ook in de boek Crith raakt
het water op en thans (alt-solo ontvangt Elia
den last zich naar Zarpath tot eene weduwe
te begeven, by wie het meel in het vat on
de olie in de kruik niet zouden ontbreken, tot
op den dag dat de Heer het zou laten regenen.
En zoo geschiedt het ook. Maar de eenige
zoon dor weduwe wordt ziek en sterft, en in
een roerend sopraan-solo geeft zy uiting aan
hare smart. Elia smeekt den Heer de ziel
van het kind woder in het lichaam te doen
terugkeeren, en zyn gebed wordt verhoord.
Een lieflyk koor weerklinkt, waarin zy ge
lukkig geprezen worden, die den Heer vreozen
en zyne wogen bewandelen.
Elia begeeft zich tot den koning, die door
zyn afval zoovele rampen over zyn volk ge
bracht heeft, en daagt hem uit met zyne
Baaispriesters op den berg Carmol te ver-
schynen, opdat het biyke, wie de waarachtige
God is, Baal of Jehova, en daarmede begint
eene afdeeling van het oratorium, welke tot het
schoonste wordt geacht wat Mendelssohn ooit
geschreven heeft, en waarin hy in verheven
heid Handel bijna evenaart. Met groote dra
matische kracht is het toonoel geschilderd,
in hetwelk de priesters, in steeds onstuimiger
koorzangon, Baal aanroepen vuur op het altaar
te doon neerdalenhoonond klinkt daartus-
schen de stem van Elia, die hun raadt luider
te roepon, daar hun God misschien slaapt.
Dan roept de profeet het volk om zich heen
en smeekt den God Abrahams, Izaaks en
Jakobs door een teeken te bowyzen, dat hy
de eenige God is. Vuur valt van den hemol
en verteert het brandoffer en een aangrypend
koor schildert de machtige uitwerking, welke
dit wonder op het volk hoeft, dat, nederknie-
lend, Jehova als den eenigen God erkent. Elias
gaat ge de pink maar weer opzoeken. Van
Duin krygt gebrek aan waren, maar het toe
zicht is zóó verscherpt, dat er geen kans
bestaat om weer onbemerkt den mond van
den Maas binnen te loopen. Toch moet de
oerste lading de beste in do koopstad aan den
Maas komen en Trouw, ik laat het aan u
over om dat karreweitje in order te brengen.
Wat zegt go daarop?"
De aangesprokene wreef zich vergenoegd
de handen en zei: „Kunt ge den man, die
schip en lading verspeelde, nog zoo veel ver
trouwen schenken, dan zal hy trachten te
bewyzen, dat hy dat vertrouwen waard is.
Alleen ik zou wenschen nog over een man
of wat meer te kunnen beschikken. Laat Piet
Do Neer al vast van de party zyn en laat
twee van onze Schevoningsche makkers naar
Brouwershaven komen en onze komst afwach
ten in „Den Blinden Gil". Daar zullen ze van
ons hooren enmaar meer kan ik niet
zeggen; want verdere handelingen hangen
van verdere omstandigheden af. Dat we ons
harddraverijs weer onder de voeten krijgen,
is een goed voorteeken."
„Aangenomen," zei „mynheer". Piet loopt
wel wat moer gevaar, nu hy de conscript
ontloop6n is, maar oen goede hond ontziet
geer.e modderige sloot." Piot lachto. „Voorts
geeft last de prefeten Bails te grypen en ze
to dooden.
Maar nog zyn de hemelen gesloten. Er
volgen thans eenige wonderschoons bladzyden
in de partituur. Elia en het volk smeeken
den Heer hunnen nood te lenigen. De profeot
zendt zyne knaap naar de zee, om te zien
of zich ook wolken vertoonen. Na herhaalde
malen uitgezonden te zyn, komt de knaap
eindelijk zeggen, dat hy een wolkje uit de
zee heeft zien opstijgen zoo groot als de hand
eens mans. De hemel wordt zwart van wol
ken en weldra doet het goruisch van den regen
zich hooren. Dit alles wordt wonderlieflyk
woergegoven in eene reeks van recitatieven
voor bas en sopraan, afgewisseld door koor.
Een jubelend koor, waarin God dank gebracht
wordt voor zyne goedheid, besluit de eerste
afdeeling.
Do tweede afdeeling verplaatst ons naar
hot hof van Achab en zyne gemalin Izebel.
De invloed der goddelooze koningin is op
nieuw machtig geworden over den koning;
opnieuw wordt het land met zonde en onge
rechtigheid vervuld. In een heerlyk schoone
aria (höre, Israël, höre des Hernn Stimme)
wordt de bede tot het volk gericht naar do
stom des Hoeren te luisteren en op zyne
geboden te letten, en in het volgend koor
wordt de hulp des Heeren toegezegd aan
allen, die Hem vreezen. Thans treedt de pro
feet voor het aangezicht van Achab, verwyt
hom zyne misdaden en kondigt hem en zyn
volk de straf van Jehova aan. De koningin
ontbrandt in toorn en hitst het volk op (reci
tatief voor alt) don profeet te grypen. Woeste
l-.-Bier> etygen op uit de menigte: laat ons
hem dooden, laat ons aan hem doen, wat
hy aan de profeten Baiils gedaan heeft.
Op raad van Obadja trekt Elia zich terug
in de woestyn. Moedeloos knielt hy neder en
stort zyne ziel uit in een vurig gebed, waarin
by den Heer smeekt zyne ziel tot zich te
nemen (in de beroemde bas-aria Est ist genug.)
Terwyl hy sluimert, dalen engelen neder en
als hy ontwaakt, wordt hem in een lieilyk
terzet en in een wegsleepend koor troost toege
sproken. Dan volgt de kostelyke alt-aria Sei
stille dem Hernn und wartc auf ihn, waarin
Elia wordt aangemaand af te laten van zyn
toorn en kalm en geduldig te wachten op
do vervulling zyner wenschen.
Daarna wordt Elia op den berg Horeb ge
voerd, om daar de komst des Heeren te ver
beiden. Wie herinnert zich niet de eenvoudige
en toch zoo indrukwekkende wyze, waarop
dit tooneel in het schoone 19de hoofdstuk
zal ik zorgen dat de Scheveningers er op tyd
zyn. Ik laat alles aan u over; ook by mis
lukking zal ik uw. beleid niet betwyfelen.
Ontvangsten en uitgaven regelt ge met Blok
man in Den Haag."
„Bravo!" riepen allen en zwaaidon met
hunne mutsen.
„Maar ik moet nog meer zeggen," vervolgde
„mynheer". „Ik heb myne laatste negotie
gedaan. Uw vaartuig zal telkens worden aan
gevuld tot de gekochte voorraad is uitgeput.
Ik kan en mag my niet langer met die zaken
bemoeien. Als het zonder my niet langer gaan
wil, vraag dan myn adres aan Sir Pegel te
Londen. Piet is daar geen vreemdeling."
Droevig keek men hem aan, en hy ver
volgde: „Er is meer te doen dan sluikhandel
dryven. Donkere wolken pakken zich samen
ons land en volk wordeD met geheelen onder
gang bedreigd en hot zal ton ondergaan, zoo
God en do Prins ons niet helpen. Verliest
echter den moed niet. Nog is Polen niet ver
loren. Nog zijn er werkzame geesten, moedige
harten, verstandige mannon, edele helden.
Nog is ons vaderland niet voorgoed uit de
ry der volken geschrapt. Eens vindt onze
beul zyn meester. Engeland wil niet bukken
I en kan niet overwonnen worden en Rusland
i weigert hem zyn zin te geven. Napoleon zal
PRIJS DER ADVERTENTTEN:
V»n 1—6 regeli 1.05. Ieders regel meer ƒ0.174.
Grootere lettere n»»r plaatsruimte. Voor het in-
caeseeren buiten de stad wordt 0.10 berekend.
van het eerste boek der Koningen geschilderd
wordt I: ,En ziet, de Heer ging voorby in een
grooten en sterken wind, scheurende de ber
gen en brekende de steenrotsen, voor den Heer
henen, doch de Heer was in den wind niet;
en na dezen wind eene aardbeving; de Heer
was ook in de aardbeving nieten na de aard
beving een vuur; de Heer was ook in het vuur
niet; en Da het vuur het suizen van eene
zachte stilte." Men leze dit hoofdstuk, voordat
men opga om de uitvoering van den „Elias"
by te wonen, en men zal niet slechts in de
vereischte stemming zijn om het werk in zich
op te nemen, maar ook erkennen, dat de
componist er in geslaagd is muziek te schep
pen, den verheven tekst waardig.
Ten einde niet te uitvoerig te worden, wor
den hier van de overige nummers der partituur
nog slechts vermeld het statige koor, dat de
hemelvaart van Elia schildert: Und der Prophet
Elias brack hervor wie ein Feuer und sein
Wort brannte wie eine Fackel en het plechtige
koorAbcr einer erwacht von Mittemacht und
er kommt vom Aufgang der' Sonne, waarin de
komst van een grooter profeet dan Elias voor
speld wordt.
Ten slotto nog een onkel woord. Do Zangver-
eeniging heeft zich groote moeite moeten geven
om eene uitvoering van den Elias voor te be
reiden, moge het zyn het schoone werk
waardig. Zy heeft niet geschroomd, door
erkende solisten aan zich te verbinden, aan-
uitgaven te doen, in het vertrouwen dat de
ingezetenen van Leiden door eene talrijke
opkomst haar streven zullen toonen te waar-
deeren. Moge zy in dit vertrouwen niet teleur
gesteld worden!
Door de heeren A. A. Hoos, oud-resident
van Sumatra's Oostkust, en dr. John H. Spitzly,
officier van gez. 2de kl. in Suriname, zyn
aan 's Ryks Ethnographisch Museum te Leiden
ten geschenke gegeven eenige voorwerpen,
waarvan de beschry ving voorkomt in de Staats
courant van 19 April. Den schonkers is de
dank der Regoering betuigd.
Ds. C. A. Evelein, predikant by de
Evangelisch Luthersche gemeente alhier,
maakte gisteravond, Goeden Vrfldag, aan zyne
gemeente bekend dat hy voor het beroep naar
Gouda heeft bedankt.
Ingevolge machtiging van den Raad van
State, waarnemende hot koninklyk gezag, is
do heer H. C. E. Van IJsselsteyn erkend en
toegelaten als vice-consul van Zweden en
Noorwegen te Terneuzen.
vroeg of laat hier of daar een klip vinden,
waarop zyn schip zich te barste zal stooten.
En dan? Dan zullen we ons het juk van den
hals schuiven. Dan zal de Erfprins het land
zyner vaderen, zyn land betreden. Dan zullen
betere tydon aanbreken. Ja, ik zie reeds de
dageraad van een blyden morgen. Ik hoor
reeds hot krachtig „Oranje boven!" uit dui
zenden kelen weergalmen doer de lucht. Ik
zie onze vlag weer wapperen. Neen, het ellen
dige leven, dat wy ïyden, zal niet eouwig
duren. Vrije mannen worden niet tot slaven
gemaakt." Hy zweeg.
Met eerbiedige verbazing hadden de mannen
die taal vol geestdrift aangehoord. Zoo hadden
zij „mynheer" nog nooit gehoord of gezieD.
't Was of er een glans van zyn aangezicht
straalde, 't Was of de geest der Profetie
vaardig over hem was geworden, en allen
geloofden in hunnen eenvoud dat hy een man
was van groote kracht, van hooge afkomst,
van edel bloed. Bewondering, blydschap, ver
trouwen, hoop wisselden zich af in het ge
moed dier kloeke mannen; maar geen kreet
werd vernomen en ook „mynheer" had zich
het zweet van het aangezicht gewischt en
was in gedachten verdiopt.
(Wordt vervolgd.)