Woensdag XO April. A\ 1889. feza Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (§on- en feestdagen, uitgegeven. Oit nommer bestaat uit TWEË Bladen. Leiden, 9 April. Feuilleton. De doode of de levende. PRIJS DEZER COTJRAKT: Toor Leiden per S maanden.f 1.10. Franco per post9 1.40. Afzonderlijke Nommers.9 0.05. PRUS DER ADVERTENTIEN: Tan 1—6 regel» 1.05. Iedere regel meer 6.}7t. Grootere letter» naar pla&tarnixnte. Voor het in- oaseeeten buiten de stad vordt 0.10 berekend. Oüicieele Kennisjjevingeu. Burgemeester en Wethouder» der gemeente Leiden Gelot op art. 201 der Algemeene Politieverordening van den Gden November 1879, waarbij wordt, bepaald, dat ten minste tweemaal in bet jaar, en wel eens in hot voor- en eens in bet najaar, op kennisgeving van Burgemeester eu Wethouders, sehoorsteenen en stookplaatsen gereinigd moeten worden. Noodigen de ingezetenen uit aan de bedoelde reiniging van 6choorsteenen en stookplaatsen gevolg te geven. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTER, Burgemeester. 9 April 1889. E. KIBT, Secretaris. De uitkomsten van het hooger onderwijs worden in het schoolverslag 1887 1888 aldus vermeld Door do hoogleeraren in de faculteiten der godgeleerdheid, rechtsgeleerdheid, en letteren en wijsbegeerte te Leiden, werd over het algemeen niet geklaagd over gebrek aanont; wikkeling of vlijt bij hunne toehoorders; de hooglef-raar in het burgerlijk recht prijst de buitengewone belangstelling van de candidaten in de rechtswetenschap, die zijne colleges volgden. De hoogleeraar in het Romeinsche recht klaagt over eene betreurenswaardige vermin dering van liet getal zijner toehoorders. Cura toren meenen dat de oorzaak hiervan moet gezocht worden in de omstandigheid dat deze hoogleeraar de geheele leerstof voor oerst- heginnenden over een tweejarig college ver deelt, in plaats van over een ééejarig col lege, zooals b. v. vroeger het geval was. De hoogleeraar in het Javaansch klaagt over de weinige vorderingen zijner toehoor ders; h(j meent dit te moeten toeschrijven aan de omstandigheid, dat sommigen de voor bereiding voor het nog af te leggen doctoraal examen of voor hunne promotie, combineeren met de Btudie voor het Indisch ambtenaars examen. De hoogleeraar in de faculteiten der genees kunde en der wis- en natuurkunde merken op, dat het gemis aan kennis der Latjjnscbe taal bjj een groot aantal studenten eene ware belemmering is voor het onderwijsde vorde ringen van velen van hen, die de lessen in de faculteit der geneeskunde bjj herhaling bij woonden, kunnen niet anders dan gebrekkig genoemd worden. Te Utrecht is het oordeel der hoogleeraren •ver de belangstelling, den ijver en de vor deringen hunner toehoorders over het alge meen gunstig. Te Groningen is het oordeel der hoogleera ren over de mate van ontwikkeling en de verkregen kennis der studenten niet onbevre digend. Twee hoogleeraren in de geneeskunde mer ken op dat de onvoldoende bekendheid met de Latijnsche taal en met de gronden der Griek - sche taal bij aanstaande artsen het volgen van het onderwijs en hunne studie bemoeilijkt. Omtrent de uitkomsten van het onderwijs aan de gemeentelijke universiteit te Amsterdam wordt gezegd: De afgeloopen cursus gaf den faculteiten der rechtsgeleerdheid, der wis- en natuurkunde on der letteren en wijsbegeerte geene aanleiding tot bijzondere opmerkingen. Het oordeel van de faculteit der godgeleerdheid luidt omtrent de mate van ontwikkeling en -verkregen ken nis van do eerstbeginnenden over sommigen zeer gunstig, over velen goed, maar niet bui tengewoon gunstig, over anderen niet zeer gunstig. Omtrent de vorderingen der studenten in vergelijking met vorige jaren kan, over het geheel, het oordeel van de faculteit der god geleerdheid vrij gunstig zijn. Aan de faculteit der geneeskunde gaven de uitkomsten van het onderwijs daarentegen geene reden tot bijzondere tevredenheid. Op Dinsdag 23 April a. s. zal aan het gebouw van het Provinciaal Bestuur te 's-Gra- venhage worden aanbesteedhot maken, leveren en plaatsen van meubelen in de ge bouwen der Rijks-universiteit te Leiden, ge durende het jaar 1889. Volgens particulier bericht, is mr. H. Kune. man, hoofdinspecteur der cultures, benoemd tot directeur van het binnenlandsch bestuur te Batavia. Bij nader gewijzigd ontwerp van wet, heeft de Regeering in plaats van op 1 Sept. 1889 het inwerkingtreden der wet op den fabrieksarbeid van jeugdige personen en van vrouwen voorgesteld op 1 Januan 1890. De Bisschop van Haarlem heeft benoemd tot plebaan der kathedrale kerk van Haarlem, den weleerw. heer B. Dankelmantot kapelaan te Leiden (O. L. V. Hemelvaart), den weleerw. heer H. J. M. Pichottot assistent te Zoeter- woude, den weleerw. heer J. S. Van Buchem Jr. tot kapelaan te Haarlemmermeer (H. Francis- cus van Sales), den weleerw. heer H. N. Bol linger. Gisteravond trad de operazangeres mevr. Laville Ferminet, die gedurende zoovele jaren door hare stem en dramatische talenten de bekoring was van het schouwburgbezoekend publiek, na eene afwezigheid van 4 jaren, welke de artiste aan de opera's te Bordeaux en laatstelijk te Gent doorbracht, te 's-Hage weder voor het eerst op. De zaal was slechts matig bezet, welke minder drukke opkomst minder is toe te schrijven aan gemis aan waardetring der talentvolle vrouw, dan wel aan de gewoonte om den Maandag-avond niet naar de opera te gaan. De ontvangst van de zangeres was daarom niet minder hartelijk. Haar succes als Valen tine in „les Huguenots" was groot. Na het duo in het derde bedrijf kreeg mad. Laville Ferminet een krans en op het breede spel in het vierde bedrijf, toen zij èn als zangeres èn als tooneelspeelster schitterde, volgde de aanbieding van eene lier van bloemen. Drie maal moest voor mad. Ferminet de gordijn omhoog gaan ter beantwoording van den storm toejuichingen, welke na dit tooneei losbrak. De begaafde opera-zangeres zal nogeenige weken daar ter stede en te Amsterdam in gastrollen optreden. Men schrijft ons uit Den Haag: Van goederhand kan ik u nu mededeelen, dat het te verwachten wetsvoorstel van den Staatsraad de Koningin als regentes zal voor dragen. De Koningin heeft hare toestemming verleend, erkennende dat hare onafgebroken tegenwoordigheid op hot Loo ter verpleging niet meer bepaald noodig is. De achteruit gang van Z. M. is zoodanig, dat hot min of meer onverschillig wordt wie den lijder verzorg' (O. Ort.) Onder vele blijken van belangstelling mocht de heer J. Van de Laar Zondag jl. den dag herdenken, waarop h(j vóór 25 jaren zijne betrekking aanvaardde als pastoor der R.-K. kerk aan het „Zwaantje" te Hazers- woude. Op de voordracht ter benoeming van een onderwijzer te Amsterdam staat als nummer één de heer Koole te Zieriksee. De heer P. C. Delfos, leeraar aan de kweekschool voor onderwijzers te Amsterdam, is aldaar in den ouderdom van 57 jaar over leden. Het voorstel der Raadsleden Van Woer den, Stoorvogel, Bijl en Vlek tot herziening van de verordening, regelende de jaarwedden der openbare lagere onderwijzers in de ge it sente Delft, aan welks behandeling de Raads zitting van gistermiddag hoofdzakelijk gewijd was, behelsde in hoofdzaak het volgende lo. de jaarwedde der togenwoordige titu larissen blijft onveranderd; 2o. de wedden van de hoofden der scholen voor uitgebreid lager onderwijs Nis. 3, 4 en 5 worden btl vacature gebiacht van 1600, 1800 en 1800, op 1400, 1600 en 1600 gulden; 3o.deonder wijzers worden In plaats van in 4 in twee klassen verdeeld, die resp. 500 en 700 gulden zullen ontvangen (tegenwoordig 4de kl. 500, 3de kl. 600, 2de kl. 700 en lsto kl. 900 gld.). Gemiddeld zou door aanneming der voor stellen de bezoldiging der onderwijzers met ƒ100 a 200 verminderd zijn, doch na lang durige discussiën werden allo voorstellen met 11 tegen 7 stemmen verworpen. Toch waren er onder de tegenstanders, die toegaven, dat enkele bezoldigingen te hoog waren, en op herhaalden aandrang verklaarde het liberale lid dr. Thomee, die tot de sterkste tegen standers van het voorstel-Van Woorden c. s. behoorde, zich bereid een voorstel tot herzie ning dezer bezoldigingen in te dienen. Op voorstel van den voorzitter werd be sloten om bij den aanvang van den nieuwen cursus, op nader te bepalen wijze, het 25-jarig bestaan der Instelling voor de taal-, land- en volkenkunde te herdenken. De heer R. J. F. Yan den Dries, notaris te Amsterdam, is door den Sultan van Turkije benoemd tot officier in de orde van Mediódiij. Blijkens bericht van den consul-generaal te Christiania, is het verbod van vee invoer uit Nederland in Noorwegen opgeheven. Sts.-Cl De deputatenvergadering der antirev. kiesvereenigingen zal niet, zooals eerst go- meld is, worden gehouden op den tweeden, maar op den derden Mei a. s. fStd Naar men verneemt, zullen de examens voor de hoofdonderwijzersakte worden afge nomen te Arnhem, Amsterdam, 's-Graven- hage, Zwolle, Leeuwarden en Breda, op 25 en 26 Juni voor hot schriftelijk en op 15 Juli en volgende dagen voor het mondeling gedeelte. Op de Oosterbegraafplaats to Amsterdam had gisteren de eenvoudige uitvaart plaats van wijlen den hoogleeraar T. T. H. Jorissen. De lijkkist was mot eenige fraaie kransen bedekt en om de groeve hadden zich o. a. vergaderd mr. G. Van Tienhoven, vertegen woordigende het college van Curatoren der Uni versiteit; de Academische Senaat, vertegen woordigd door haren rector magnificus en secretaris, vele professoren, de „Koninklijko Academie van Wetenschappen," vertegenwoor digd door haren secretaris, professor Boot, professor Van don Es, rector van het gym nasium, en vele andere geleerden. Op uitdruk kelijk verlangen van den overledene werd Een Roman uit Virginia van Miss A. RIVES. 9) Naar het Fransch, door Johanna. „Roep niemandIk ben niet ziekIk weet heel goed wat ik doe. Ik moet hem aan doen, ik moet," herhaalde zij met bevende Btem. Dering werd marmerwit, zijne tanden klap perden, het bloed steeg hem naar het hoofd. „G(j z(jt uzelve niet," antwoordde Dering, zich met moeite inhoudend; „ik weetniet wat ge zeggen wilt." „Maar ik, ik weet het!" riep zij uit, zich half oprichtend. „Ik heb gedurende de ver schrikkelijke uren in de kerk eene stem ge hoord gij zjjt zoo lang weggebleven, zoo lang, zoo lang." „Ik ben zoo spoedig gekomen als ik kon. De nacht was zoo donker, en de wegen waren bijna in beken veranderd. Barbara, gij breekt mil het hart." Zjj zag hem aan en hernam eindelijk kalmer „Kan ons hart breken?!" „En," vervolgde zjj, „ik meende eerlijk te handelen.Ik heb u gezegd, wat ik voor Val gevoelde, dat ik er niet in zou slagen hem te vergoten.Ik heb u gezegd, dat ik hem overal zag, ik heb u gezegd, dat wij nimmer en nimmer gelukkig zouden z(jn. Vrouwen vergeten niet, zelfs al zouden zj) dat willenhet minst van allen vrouwen zoo als ik Het moet vreeseiyk zjjn iemand te kunnen vergeten, natuurlijk is het althans niet.Ik ben wel onverstandig geweest. Ik begrijp niet, hoe gij op mij hebt kunnen verlieven. Ik behoorde hemhem alleen, eerst ben ik zijne vrouw geweest, hoe zou ik dan de uwe hebben kunnen worden?... Ik kon hem niet vergetenik heb mijne trouw japon verbrand, zijn portret ook, maar zjjn ring heb ik toevallig bewaard. Gjj zult m(j nu wel haten.Ik gevoel het. G(j ziet my aan op eene wijze, die het niet tegenspreekt. Evenwel ben ik niet bevreesdIk zal nooit meer voor iets bevreesd zijn.Nooit meer Dering greep haar bjj de polsen en dwong haar geheel van hare zitplaats op te staan. De gouden ring rolde op den grond en viel tusschen hen beidon op het tapijt. „Als gjj niet waanzinnig zijt," zeide Dering langzaam, dan zjjt gjj wreed, zeer wreed. Maar zjjn woorden maakten niet den minsten indruk op Barbara. Zij wrong zich in de knijptang van vleesch en bloed, welke hare polsen omklemde, rechts en links naar den ring zoekend. „O, ik wil hem niet verliezen, het is alles, wat ik van hem heb," lispelde zjj. Laat mij niet los voor ik hem gevonden heb!" Hjj duwde haar bijna ruw achteruit met een luiden gil, dien hij niet had kunnen onder drukken, en die daarom des te doordringender klonk. Op dit oogenblik gevoelde hjj, dat hij haar zou kunnen haten. Het schijnsel van het vuur doed hem schrikken, alsof het iets spookachtigs was geweest. Onwillekeurig klemde hij zich krampachtig aan Barbara, die nog altoos naar den ring zocht. „Ik kan hem niet vinden, ik kan hem niet vinden," zeide zij eindelijk, ontmoedigd Dering aanziende; zij lag op hare knieën, en vouwde zenuwachtig hare handen. „Nu is de ring weg en heb ik niets meer van hem. Als ik nu ook maar stierf." „Misschien zoudt gjj zelfs na den dood nog van plan veranderen," zeide Dering bitter. Zonder te antwoorden, ging zjj voort met zoeken, terwjjl zjj nu en dan fluisterde„Ik kan hem niet vinden, ik kan hem niet vinden, en hot is alles, wat ik van hom heb." „Barbara," zeide Dering, na eenige minuten geduldig gewacht te hebben, „ik ben er op gesteld u te begrijpen." „Wilt ge dat ik u verlate, wilt ge dat alles tusschen ons uit zij?" „Ik wil eigenlijk niets," antwoordde zjj, het hoofd buigend, „ik tracht te doen wat recht is." „Dus vindt ge het rechtvaardig, het levens geluk van iemand te verwoesten, en dat wel voor eene schijnbare plichtsbetrachting?" „O, g(j weet niet wat ik ljjd.gjj kunt het niet weten, hjj heeft rnjj toegeroepen dat de dood ons niet zou scheiden en inderdaad kan h(j dat ook niet. Ben ik zjjne vrouw niet geweest, zijne vrouw?".... „Gelooft gjj, dat ik u niet begrijp?" ant woordde Dering, bijna buiten zichzelven van woede. Hoe menigmaal zjjn ook bij mij deze gedachton opgekomen. Groote goedheid, zijn de vrouwen redelijk, zjjn zij menschelijk „Ik wil gaarne mijn plicht doen", hernam zij; torwijl de tranen haar in de oogen sprongen. „Gjj weet niet hoe verschrikkelijk het is er aan herinnerd te worden, hoe wjj eenmaal trouw aan een man hebben beloofd, terwjjl men op het punt staat de vrouw van een ander te worden. O, het noodlot is wreed, zeer wreed voor mij." Slot volgt.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1889 | | pagina 1