N0. 8929. Woensdag ^7 ?»Iaart. A0. 1889. feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat Hit TWEE Bladen. Leiden, 26 Maart. Feu.illeton. Wera Iwanowna Sentoff. LEIDSCÏÏ DAGBLAD. Zij, die zich nu abonneeren op het Leidsch Dagblad, ontvangen de tot 1 April verschijnende nummers gratis. Van het kwartaal Maart, April en Mei worden dan alleen de beide laatste maanden (ad 74 Cts. voor Abonné's binnen de stad en ad 94 Gents voor die buiten de stad woon achtig zijn) in rekening gebracht. Oflloieele Kenniiffevingen. DRAKKWËT. Btutk«-meester en Wethoudera van Leiden brengen ter algomeene kennis,dat door HENDRIK YLEUGELS, woonachtig te 's-Gravenhage, een verzoekschrift ia in gediend om vergunning voor den verkoop van eterken drank in heb klein, in het perceel Groenhazcn- gyaeht No. 10. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTER, Burgemeester. 26 Maart 1880. E. KIST, Secretaris. Hedenmorgen werd op de begraafplaats nabij <fe voormalige Marepoort ter aarde be ateld het stoffelijk overschel van den heer H. J. Schneider, in leven bode dezer gemeente en concierge der hypotheek- en kadaster- kantoren alhier. Om de groeve hadden zich vele belangstel lenden geschaard, waaronder we opmerkten de hoeren S. C. M. Knappert, wethouder, mr. E. Kist, gemeente-secretaris, en prof. mr. S. J. Fockema Andre®, lid van den gemeenteraad. Laatstgenoemde bracht in eenige welspre kende woorden eene warme hulde aan de nagedachtenis van den overledene, dien hy roemde als een braaf man, die zich eene hoogst trouwe vervulling zijner hem toevertrouwde taak tot levensdoel had gesteld. Vyftien jaren geleden had spr. Schneider leeren kennen als bode bjj de arrondisseraents-rechtbank, en steeds was by in zyn werkkring een voor beeld voor velen. Nooit had hy rustnu was hy hier, dan moest hy daar zyn, doch immer was ny met ijver op zyn post. Hy deed niet alleen zyn plicht, maar meer dan dat. Meer malen bewees hij, de toen nog sterke, krach tige man, in de getuigenkamer, den rechter uitstekende diensten. Later kwam hy by de gemeente in betrekking, weer met denzelf den y ver in de vervulling zyner plichtenmaar eindc-lyk viel het hem meer en meer moeilyk zjj echter, die dit wisten, waardeerden er hem niet minder om. Zoo lang hij kon, was hij een trouw ambtenaar, tot de dood, op byna 69-jarigen ouderdom, een einde aan zyn lang durig lyden maakte. Hy ruste zacht! Namens den bewaarder der hypotheken, die door ongesteldheid verhinderd was mede naar deze plaats op te komen, bracht vervolgens de heer H. P. Van der Lelie, boekhouder aan genoemde instelling, eene laatste hulde aan den afgestorvene, door een krans op diens kist neer te leggen. De heer P. J. Mulder zeide ten slotte uit naam der familie, by wier aanwezige leden zich ook de oudste gemeente-bode, de heer T. Bik, bevond, hartolyk dank voor de gesproken waardeerende woorden en de verder betoonde bewyzen van belangstelling. In de heden door de Tweede Kamer ge houden zitting heeft de minister van binnen- land8che zaken, baron Mackay, medegedeeld dat de Ministerraad gisteren eenparig heeft beslist dat Z. M. de Koning buiten staat is de regeering waar te nemen. Hiervan is mededeeling geschied aan den Raad van State, wiens advies spoedig ver wacht wordt. De minister zeide nagenoeg het volgende: Mynheer de Voorzitter! Het is u bekend dat Z. M. onze geëerbiedigde Koning reeds sedert geruimen tijd ongesteld is. Reeds in de laatste maanden van het vorige jaar was die ziekte oorzaak dat Z. M. onderscheidene malen, doch gelukkig slechts voor korten tyd, verhinderd was zich bezig te houden met de behandeling der Staatsaangelegenheden. „Op 17 Februari jl. was een hernieuwde hevige aanval der kwaal, waaraan Z. M. ïydende is, oorzaak dat Hij geruimen tyd verhinderd was Zyne gewone werkzaamheden te verrich ten. Aanvankelyk mocht verwacht worden dat ook ditmaal, evenals vroeger, een gunstige keer zou plaats hebben, docb, helaasde eerste en de tweede week gingen voorby zonder gunstiger keer. Dit gaf aanleiding voor den Ministerraad om in de derde week te over wegen in hoever het noodig moest worden geacht te voorzien in de behandeling van 's lands zaken. „Toen, aan het einde van die week, werd den 6den Maart bericht ontvangen dat Z. M. zich weer in staat had gevoeld, eenige be sluiten te teekenon. Alstoen verlevendigde de hoop weer op een gunstigen keer, doch in plaats van dien, werd eenige dagen later het bericht ontvangen, dat integendeel weder minder gunstige verschynselen zich hadden voorgedaan. Toen meende de Regeering dat bet oogenblik gekomen was om een officiéél FKUB DSZER COURANT) Vtss iuSkScB pot mur/lwi.1.10. ftüs» past1.40. AtoolariQkt Sacunen.0.08. 26) Naak het Duitsch dook J*. .T. O. „Kan ik Fedor Iwanowitsch spreken vroeg hy met bevende stem en overhandigde de oude vrouw zyn naamkaartje. Langzaam nam zy dit van hem aan, zag naar hem en naar Franeesca zonder haat, maar zeer treurig, zooals zieke dieren kyken schudde het hoofd en ging naar binnen. In de koude sneeuw staande, wachtten Jo hannes en zyne jonge vrouw op eene bood schap van Fedor Iwanowitschhunne kleede ren en haren werden door den guren wind heen en weer gezweept. Zy spraken geen woord en keken elkander ook. niet aan. Het grauwe, alleenstaande huis, waarin geen enkel levend wezen scheen te wonen, de sneeuw, de doodschheid rondom hen: hier had Wera hare laatste levensdagen treurende doorge bracht, hier was zy gestorven, terwyi zy beiden n het schoone, liefiyke Zuiden gelukkig geweest waren en omdat zy gelukkig geweest waren.... De oude Marfa kwam weer voor den dag en gaf den wachtenden een teeken om het huis binnen te komen. Zy voldeden aan het stille verzoek -en volgden de vrouw op eene houten trap tot voor eene vleugeldeur, welke openstond en toegang verschafte tot een ruim, eenvoudig gemeubileerd vertrek. Uit een der hooge leuningstoelen verhief zich eene go- bogen, in het zwart gekleede gestalte, welke, op een stok leunende en verlicht door het matte schynsel van slechts ééne vetkaars, het voorkomen van een grysaard had. Het was Fedor Iwanowitsch maar wel tien, twintig, ja dertig jaren ouder geworden. Eene koude rilling voer door Johannes' leden. Marfa sloot de deur achter hen. Zy waren nu met Fedor Iwanowitsch alleen. Niemand groetto, geen hunner sprak een woord. Eindelyk knikte Fedor en zeide, meer in zichzelven dan tot de anderen: „Ik wist wel dat hy zou komen. Zy laten de menschen sterven maar van de wroeging willen zy zich ontdoen en daarom zoeken zy de graven op om daar te weenen, om daar te bidden. Jegens dooden zyn zij steeds barmhartig - om hun eigen bestwil/' Johannes boog het hoofd. Hy kon niets antwoorden. „Gaat zitten," zeide Fedor Iwanowitsch „uwe gezellin schynt moedé te zyn:" rapport in te winnen van de geneasheeren des Koning8 en den consulteerenden hoog leeraar, om baar in te lichten over den toestand van Z. M. „Hiertoe werd besloten den 15den Maart en den 20ston Maart ontving de Ministeri aad het rapport der geneeshoeron. Daarop besloot de Ministerraad dat de ministers van binnen- landsche zaken, van buitenlandsche zaken en van justitie zich naar het Loo zouden begeven om zich persoonlyk rekenschap te geven van den toestand. Van die droevige taak hebben zy zich jl. Zaterdag gekweten. Naar aanleiding en ten gevolge van een en ander, heeft do Ministerraad gisteren in eene vergadering moe ten verklaren eenparig van oordeel tb zyn, dat de Koning op dit oogenblik niet in staat is de Regeering waar te nemen. „Dientengevolge is, overeenkomstig art. 38 van de Grondwet, van dat besluit kennis ge geven aan den Raad van State, met verzoek dienaangaande advies te willen uitbrengen, v-;:)lk advies binnenkort by de Regeering zal inkomen. „Ik zal niet behoeven te zeggen, hoe pijn lijk het my valt namens de RegeeriDg deze mededeeling te moeten doen, waar het geldt een Yorst, die gedurende 40 jaren met de meeste nauwgezetheid steeds zyne taak als constitutioneel Koning heeft waargenomen, en die, te midden van leed en smarten, wan neer de omstandigheden het toelieten, als zyn eerste wensch kenbaar maakte dat Hem de staatsstukken werden gezonden om die te be handelen. Ik vertrouw dat ieder zal billyken dat do Regeering niet eer is overgegaan tot dezen gewichtiger, stap, dan nadat zy de overtuiging had verkregen, dat Z. M. in de eerste tyden zich niet bezig zal kunnen hou den met 's lands aangelegenheden. „Zy grondt dit vertrouwen op de uiterst bescheiden wyze, waarop het Nederl. Volk en de Nederl. dagbladpers besproken hebben de maatregelen, welke, ten gevolge van de droevige omstandigheden door de noodzakeiyke staking van het bestuur des lands, geboden worden en waarvan ik hier met dankbare waardeo- ring meen te mogen melcfing maken." De voorzitter zeide dat de Kamer met diep leedwezen de mededeeling heeft vernomen, wat te meer klemt naarmate de overtuiging is van de noodzakelykheid van den aange- kondigden maatregel. Hy dankte de Regeering voor de gedane mededeeling. In het orkest van het Leidsche studenten gezelschap „Sempre Crescendo," dat a. s. Zatordae te 's-Hieo optreedt, werkt een Hy keek Franeesca aan. Franeesca zag ook naar hem, met eene ang stige uitdrukking op het gelaat. „Zy verstaat zeker geen Duitsch," zeide hy tot Johannes. „Alleen Italiaansch," antwoordde deze. „Zeg haar dan, dat zy plaats neme!" Johannes geleidde Franeesca naar den dichtst- bystaanden stoel en deed haar daarop plaats nemen. „Biyf by my," fluisterde zy hem aan het oor en vatte hem by de hand. „Ja, Wera Iwanowna is dood," begon Fe dor Iwanowitsch na eene kleine pauze. „Heden vóór acht dagen hebben wij haar ïyk be graven." „Heeft zy.niets voor mij achtergelaten vroeg Johannes aarzelend. „Geen briefGeene boodschap?" „Niets," antwoordde Fedor. „En waartoe zou dat ook noo(lig zyn? Bedrogen en ver geten als zy was.wat zou zy u dan nog hebben te zeggen gehad?" „Wat zegt hy toch?" vroeg Franeesca ang stig. „Waarom kykt by my toch zoo aan? Vraag hem dat hy het nalate. Zyn blik -doet my zeer!" FedorIwanowitsch glimlachte. „Ik begrjjp alles wat zij zegt," sprak hy, PRIJS DER AD VERTE NTIEN: Van 18 «gel» 1.08. Iede« regel meer ƒ0.171. OrooUre letten naar plaatarnlmte. Voor het in- oaeeeeren balten de stad wordt 0.10 berekend. groot aantal studenten mede; zoo worden 8 eerste, 8 tweede violen, 2 alten, 3 cellen, 1 fluit, I cornet, de groote trom en de pauken door studenten bezet. Onder dezen vindt men een aantal Hagenaars (de hh. ModdermaD, Fe th, Sis, Van der Oudermeulen, Semmelink, Enthoven, Schlingeman). Vad De minister van justitie, jhr. mr. Ruys Van Beerenbroek, biedt hedenavond aan de leden van de Twee Je Kamer, der Staten- Generaal een diner aan. Aan den minister van binnenlandsche zaken is een adres gericht van den volgenden inhoud Geven met verschuldigden eerbied te kennen de ondergeteekenden, allen veehouders en han delaren in Z.-H., dat zy mot blydschap hebben begroet het besluit der Engelsche regoering tot herstel van den vryen invoer van veo uit Nederland tegen primo Juni a. s.dat zy ook ten zeerste doordrongen zyn van de noodwendig heid, dat zoowel particulieren als autoriteiten, steeds er op bedacht moeten zyn, dat onzezendin- gen naar Engeland voldoen aan de voorwaarde, zonder welke de herkregen vrijheid niet duur zaam zal blyken, namelyk dezelve vry te houden van aan eenige besmettelyko ziekte- lydende dieren. Hoewel adressanten ten zeerste overtuigd zyn, dat de hooge regeering hare volle aandacht en waakzaamheid aan dit onder werp wydt, is de omstandigheid dat het zoo genaamde rotkreupel onder de schapen door onze wetgeving niet onder de besmettelyke ziekten is opgenomen, een beletsel voor af doende maatregelen in deze. Herhaaldelyk zijn er vroeger ladingen Hol- landsche schapen in Engeland afgekeurd wegens het daaronder aanwezig zyn van één of meer exemplaren met rotkreupel behept, terwyl een geval, dat zich volgens de nieuws bladen dezer dagen in Limburg by den uitvoer van schapen naar België heeft voorgedaan, met treffende juistheid het onhoudbare van dezen toestand aantoont. Het eigenaardige vau die kwaal is, dat dezelve by schapen, die eenigea tyd geloopen hebben, waardoor de gewrichten meer lenig schynen te worden, niet anders- is te ontdekken, dan door de klauwen van elk exemplaar te onderzoeken, hetgeen by. keuring van soms een paar duizend stuks tegelyk by den uitvoer niet wel doenlyk is. Wil men dus bet pas verworven voorrecht niet weer aan voortdurend gevaar zien bloot gesteld, dan is het noodig dat schapen, aan rotkreupel lydende, uit den handel worden geweerd, door het aanvoeren van zulke dieren aan eenige openbare markt strafbaar te met de hand wenkende. „Zy behoeft niet bang voor my te wezen. Ik haat haar niet,... het arme kind! Dat zy de ingeving van haar jong hart volgde, was niet meer dan na- tuuriyk." Ook Franeesca poogde te glimlachen. Met het fijne vernuft eener vrouw uit hot Zuiden ontdekte zy uit don toon, waarop hy sprak, dat hy niets ten haren nadeele, dat hy niets onaangena?.ms voor haar zeide. Zy vouwde de handen en zag hem smeekond aan. „Ja, ja, ik weot het," zeide hy. „Zy wenschb dat ik haren liefste alles zal vergeven, dat ik haar hour geluk niet zal ontnemen.... Waarom hebt gy dat kind niet thuis gelaten vroeg hy aan Johannes. „Denkt ge soms dat haar byzyn my milder stemmen, mij tot ver zoening brongen zal?" „Daaraan heb ik geen oogenblik gedacht," antwoordde Johannes. „Wy wildert niet van elkander scheiden..., ziedaar de reden." „Zy bemint u zeker van harte?" vroeg Fedor Iwanowitsch ernstig. „Ja," zeide Johannes, zonder den vrager aan te zien. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1889 | | pagina 1