Eene goedo vangst. Door do politie word to Noordwykerhout AV. v. d. B. mot eeno mand op den rug staande gehou den. Zyrie mand word onderzocht, waaruit vyf hazen te voorschyn kwamen. Kerst had die persoon, maar toen de politie oene goode vangst. De hazen waren klaarblijkelijk be stemd voor een verduurzaamd levensmiddel. Do verbruikers moeten oehter or niet naar vragen, wat er uit die bussen met soortge lijke levensmiddelen komt. Iedereen weet of kan toch wel begrijpen dat de hazen ic dit 3eizoen byna geheel onbruik baar zjjn, daar dit juist de tijd vande teelt is, zoo schrijft men ons heden uit Noordwykerhoud Een zilveren Jubileum. Heden is het de dag, waarop onze stad genoot dr. AV. N. Du Rieu, directeur der uni versiteits bibliotheek, 25 jaren aan genoemde inrichting is verbonden. Dat die dag niet onopgemerkt zou blijven, spreekt vanzelf. Met het oog op het studen tenfeesl van hodea moest echter in het oor spronkelijke plan wijziging gebracht worden Dat de verdiensten van den jubilaris op hoogen prijs werden gesteld, zal hij dus nader op be zondere wyze mogen ondervinden. Toch werd hjj reeds hedenmorgen by hei binnentreden tor Bibliotheek aangenaam ver rast. Zij die onmiddellijk aan deze inrich ting verbondon zijn, hadden er voor ge zorgd dat de vestibule keurig met groen was versierd. Hij werd er door hen en ook door onkelen, die hom vroeger hun chef mochten noomen, opgewacht, on allereerst door den hoer Louis D. Petit, conservator, toegesproken. Doz<; achtte zich gelukkig en beschouwde hot als oen groot voorrecht hom op dozon dag namens hot geheels bibliotheek-personeel to mogen begroeten, hem als directeur eeno zwakke, maar welgemeende hulde to mogen brengen. Spr. herinnerde er aan hoo do Leidscho Biblio theek vooral in jaren de laatste oene Europeo- scho vermaardheid heeft verkregen, boe dc heer Du Rlou iedereen, die haar bezoekt, voorthelpt en voorlicht, hoeveel er aan zijn energiek «n onvermoeid bestuur verschuldigd is, maar ook hoe de goede verstandhouding, welke steeds onder het geheeie personeel dezer inrichting heerscht, voor het grootsto gedeelte aan hot door hem gegeven voorbeeld te danken is. „Moge u", zoo eindigde sprekor ongeveer, nadat den jubilaris namens do beambten een fraaie korf met bloemen was aangeboden geworden, „moge u nog een reeks van jaren voor allen, die u lief zjjn, liofhebbon en hoog achten, gespaard blijven en moge u het voor recht geschonken worden nog geruimen tyd uwe veelzijdige talenten, al uw liefhebberij, toewijding en energio te blijven wijden aan de belangen der Bibliotheek van de Leidsche Universiteit Daarna nam prof. Do Qoeje als bestuurder van het „Legaat Warner" het woord en gaf een kort overzicht van de geschiedenis der bibliotheek, tevens zijn dank betuigende, ook namens Dr. Houtsma, aan den jubilaris voor diens bestuur in do laatste vijf en twintig jaar, waarin de toestand der bibliotheek zoo zeer verbeterd wa3, de Leidsche bibliotheek, zoo bekend door hare liberaliteit zelfs tot in het buitenland; ook roemde ZHGel. vooral den uitmuntendon geest, welke heorscht tusschen den bibliothecaris en do beheeiders van het „Legaat Warner," on ook de goedo verstand houding, welke onder hot personeel bestaat, tevens te kennen gevende dat monig buiten lander zijno tevredenheid had betuigd over de uitstekende Inrichting der bibliotheek. Ten slotte wenschte spr. den bibliothecaris toe nog volo jaron voor de bibliotheek en de wjetenschap gespaard te mogen bljjven. Alsnu nam de Bibliothecaris het woord; hy sprak ongeveer het volgende: „Hoe zal ik kunnen antwoorden op zooveel welsprekend heid? Het is voor m{\ eeno moeieiyke taak! Reeds hedonmorgen werd ik verrast door vele gelukwenschen, zoowel van hier als uit het buitenland; en nu tot doze plaats gekomen, werd ik niet minder aangenaam verrast door de ontvangst, welke my te beurt valt; laat ik in do eerste plaats do heeren De Gooje en Petit myn dank betuigen voor hunne welmeonende woorden, wels.e euii zoor mCpoii inlruk cp my hobben gemaakt, en ik meen hier gerust te kunnen zeggen dat ook hot personeel oen woord van lof toekomt voc-r do hulp, welke het onder mijn bestuur, ook vroeger uo heer Deo, toon hy nog aan de Bibliotheek verbonden was, heeft verleend. U allen zeg ik harteiyk dank voor de aange name ontvangst, my bereid, en, al zijn mijne baron vergrysd, nog steeds hoop ik de biblio- theok zoo vee! mogelyk ten dienste te zijn." Ton slotte bedankte de eerste custos, de heer De Sauyage, voor de harteiyke woorden van don jubilaris, hem toewenschonde dat hy nog tal van jaren in zyne betrekking mocht werk zaam zyn tot genoogen van het personeel tot heil van de wetenschap. lïc» 5W-Jarlg bestaan van het Leidsch Studentencorps. Toen in het jaar 1880 de Leidsche Hoogo- school haar Giste lustrum vierde, werd den talrijken réunisten door den toenmaligen pre sident van hot Loidsch Studontencorps, den oer J. A. De A icq, het welkom toegeroepen. „v\at de mensch by zyn leven ook moge vergeten," zoide sprekor o. a. by die gelegen heid, „zijne moedor vergeet hy nooit; dien naam spreekt niemand uit zonder ach tin" zonder eerbied; dat wezen is voor olk en' een ïegeiyk, een heilig wezen." En de tallooze zonen, ouden en jongon, mannen van vóór ou achter de groene tafel, uit alle oorden des lands hier saamgestroomd om het verjaarfeest hunner gemoocscbappeiyke moeder te vieron, zfl juichten die woorden met warmte toe, zy' gaven op de meest ondubbelzinnige w'yze hunne instemming er mode te kennen. Byna negen jaren zyn sedert dat tydstip vervlogen, velen zyn heengegaan, enkelen om met meer terug te keoron, nieuwen zyn ge- .comc-n, er is voel veranderd, veel heeft aan den kuagenden tand des tyds geen weerstand kunnen bieden, - alioen die liefde voor de uoédoi ot a.it nog immer daar als eeno vaste onwankelbaro rots. De dag van heden levert hiervan het onwederlegbaar bewijs. AVederom zyn zy, hare kindoren, hier ver zameld om uiting te geven aan hunne dank bare gevoelens tegenover do moeder, die hen heeft gevormd; die allen heoft geleerd haar devies; „Virtus Concordia Fides" in eere to Iioiidon. Tty is lieden vjjftig jaren geworden, het is eene schoons, tlmke, krachtige vrouw- dit halve eeuwfeest is het, dat allen veroonigt. Reeds to halféén verzamelden zich hare togonwoordigo voodsterlingon aanhetacademie- gebouw om mot wapperende banieren en muziek hunne oudore broeders te halen, die de stoo- mendo afstandszwelger hier te zaam zoude irengen. Zy vormden oen langen stoet. Zooats vooraf was bepaald, zette die stoot zich na samenstelling volgenderwyze in bewo gmg: lo. eskorte huzaren; 2o. muziek van hot 4do regiment infanterie, kapelmeester de heer J. G. II. Mann3o. pedel van het Leidsch Stu dentencorps; 4o. banierdrager van hot Leidsch studentencorps, te paard; 5o. oerewacht te paard (studenton-carrousel-vereeniging), onder commando van den hoer J. Posthuma; Go het collegium van het Leidsch Studentencorps To. vaandelwacht van „Pro Patria", onder commando van den heer F. J. D. C. Egter van Wissekerko8o. vaandelwacht van „Njora," onder commando van den heer AAL F. De Vogel; Go. vaandels, banieren en attributen der verschillende vereenigingen en gezel schappen; 10. muziek van het derde regi ment huzaren van 's Hage, kapelmeester de heer L. M. Yan AVaasdyk; llo. de facul teiten mot hunne banieren naar volgorde: a. philosophische; b. juridische; c, medischei if- literarische en e. theologische; terwyi de stoet werd besloten weer met oskorte huzaren. De vertegenwoordigers van „Njord," in kostuum, hielden hunne blauw witte roeirie mon omhoog, terwyi die der „Studonten- tJsclub" voorafgegaan werden door een lakei, die op een rood kussen een paar schaatsen' droeg. Eene marketenteter vergezelde de scherp schutters, terwyi degenen, die de Studenten- Wielrydersvereeniging „de Raddraaier" verte genwoordigden, op hunne rywielen medereden. Dat velen den stoet, welke een eigenaar- digen aanblik opleverde en waarvan niet hot minst de eorewacht te paard de aandacht trok, naar het station vergezeldon of geschaard stonden om hom te zien voorbytrekken, is niet te verwonderen. Den goheelen weg over, *gn de Academie tot hot station - waar vefi! Vlaggen van de gevels wapporden - deed de muziek zich hooren. Behalve don vlaggcntooi ia do.' etad, waren ook op de Broestraat nette goveiversieringen aangebracht aan het Café „Stadt Nümborg" van den hoer Karg, aan de woning van den heer P. Somerwll, podol van hot Leidsch Studentencorps, en arm d0 Sociëteit tMinerva" zelve, waar hedenavond ook eena gasilluminatie zal worden ontstoken. Hoewel iets over ééncn or.der hot spelen van hot „Iö vivat" afgegaan, was de stoet te kwart voor tweeën aan het station, waar, zooals wy reods gisteren meldden, militairen, 1 gemeente en rykspolitie waren geposteerd. Het perron was langs de pilaren gnirlandes- gewys met groen versierd, torwyl aldaar ter zyde van de deuren, welko toegang tot de veetibule geven, groote stukken van groen en bloemen waren aangebracht. Toen de etoet aan het station was gekomen, begaf het grootste gedeelte met hot Collegium er. het corps-vaandel zich op het perron, dat geheel was vrygehouden. Zy, die te paard waren, de banierdragers en de muziek bloven op het stationsplein, waar do heer H. Jonker van den geheolen stoet inmiddels photogra- phieên instantanées had gemaakt. Toen de treinen, welke de gasten uit de richtingen Amsterdam en Rotterdam moesten aanbrengen, waren gearriveerd (de laatste trein in plaats van to 2 u. 3 m. eerst te 2 u. 20 m.) ging er telkens een daverend hoezee op, en toen ook de Leidsche hoog leeraren en oud-studenten zich hior haddon vereenlgd, werd de stoet op hot stationsplein opnieuw geformeerd in dezelfde volgorde als deze van het academiegebouw was vertrok ken, echter zóé, dat, na het spelen en alge meen aanheffen wederom van het „10 vivat de eereleden en hoogleeraron zich achter het Collegium en de réunisten zich achter het muziekcorps der huzaren daarbö aansloten. De stoet volgde den vastgesteldon weg, ook om het door jjzerdraad afgesloten en hovondien door politie- en militaire macht afgezette Van-der-Werfpark, tot hy eindelyk, steeds te midden van een grooten meuschen- drom, de Stadszaal was genaderd. De zaal was rykeiyk met groen en guir landes versierd; het blauwdoek bekleedde de v. anden, waartuaschen een drietal tropeeën, gevormd uit de verschillende faculteitskleuren. Ter zyde van de tribune prykte een tweetal schilden, waarop de jaartallen 1830-1889, in hot midden het wapen van het „L. S. C.' de vyf vere9nigde pijlen met het „AirtusCon cordia Fides." Het prachtige vaandel wordt door den pedel van het corps, den heer Somorwil gebracht en door de talryke menigte met gejuich ont vangen. Onmiddeliyk daarna betreedt het Collegium van hot Leidsch Studentencorps de tribune. De heer G. Vissering, president van het corps, neemt het w oord „Myno Ileeron, oud-leden en leden van het Leidsch Studentencorps," zoo vangt hy aan, ik voel my beschroomd op het oogenblik het woord te richten tot een tal van mannen, die zich zoo verdiensteiyk gemaakt hebben. Die schroom wordt echter verdreven door de over tuiging, dat velo honderdon zullen instemmen met het wolkom, dat u hier wordt toegeroe pen, git, vaders en verzorgers van het corps, dat' ons zoo lief is geworden, en dubbel wolkom nu ons de gelegenheid wordt gege ven bjj het halvo eeuwfeest van onze ver- eeniging u to toonen hoo wij een werk heb ben wetsn te waardeeren. Wy hebben u opgeroepen om u in onze vreugd te doen deelen, maar ook om een rechtvaardig oordeel over ons uit te spreken want wö worden dikwyls onrechtvaardig be oordeeld, vooral door de pers, die in den groen- tyd ons menigmaal schetst als een mishan delaar, aLs een doodslager. Het corps zal echter toonen dat het oud-vaéerlandsche bloed nog door de aderen vloeit en waar men ons hoont en verachtelijk uitroept: „ah, ce eont des gueux!" daar zullen wii ook samenwerken en den scheldnaam tot een eerenaam maken. Vervol gens ging spieker ever tn koito trekken de goschiedenis van het corps mede te deelen. In 1796 zien wy voor hot eerst eenige aan sluiting der studenten tot een corps; in dat jaar vinden wy nameiyk drie Senaten genoemd, die elkanders vorming onwettig verklaarden en ieder zichzelf als de gerechtigde uitkreet. In 1799 wordt oene poging tot verzoening o-ewaagd door hot oprichten van oen Collegium wi eeno eerste wetteiyke regeling van hot corps vastgesteld. De wet kwam echter niet tot standhet Collegium kreeg geen macht over de Senaten. In 1801 werd cou vyfdo Senaat, .Minerva Sawnm", opgsricht en de wanorde was »<xr voel grooter. Wie niet tot een dor vereenigingen behoorde, werd veracht en miskend; deze laatsten nu vereenigden zich weer op hunne beurt tot eene oppositie en hioruit ontstond de groote aanhang van don zoogenaamden Brabantschen senaat, dio het devies „A is Unlta Fortior," als corporatienaam had aan- ponomen en langzamerhand eene krachtigs partij vormde. De wanorde echter was nog niet groot genoeg. Napoleon verècheen; velen trokken uit tot verdediging vin den vaderlandschen bodem en dezen gedroegen zich aanmatigend tegenover hen, die thuisgebleven waren. Zy noemden hen lafaards enz. Na den terugkeer wilden de dapperen alle macht en inYloed onder zich behouden. Harderwyk, Franeker en Amsterdam onderwierpen zich aan hun gezag. Deze aanmatiging on uitsluiting werd echter niet door allen verdragen; het kwam tot geschillen; daarna tot handtastolykheden. Eindelyk brak er oen tyd van rust en vrede onder de 3tudenton aan en de weldadige oens gezindheid openbaarde zich in het oprichten van vereenigingen voor eene nieuwe verbeterde sociëteit in hot tegenwoordig kantongorechts- gobouw van het muziekgezelschap „Sempre Crescendo." En toon in 1830 do vrede in het land ver stoord werd, trokken allen als één man mede de Belgische grens over om voor hun vader land te 8tryden. De eensgezindheid was echter slechts van korten duur. De Senaten betwistten elkaar de groenen en do entréegelden, die dezen aan brachten, en dikwyls op do ruwste wilze. In het café „de Pauw" kwam het tot «ene hevige, botsing naar aanleiding van een groen, Kraak man geheeten, die zich niet wilde onderworpen aan de'wetten der Senaten. Ben driedaagsch gevecht ontstond daardoor. De toestand was onhoudbaar geworden. Allerwegen riep mon om verbetering. Ben» commissie word benoomd tot wijziging der wetten. Van de 10 mannen, die deze commissi» vormdo, ievon nog mannen, wier naam met eerbied wordt uitgesproken. J. E. Goudsmit. de later Europeesch beroemd geworden hoog loeraar, was president dier commissie. Het door de commissie opgemaakt voor stel on door J. B. Molewater voorgelezen om slechts een Collegium in het leven t» roepen, werd mot overgroots meerderheid a ingenomen. Den laten Maart 1839 kwam dat corps tot stand. C. G. Cobet, onze hoogleeraar, was by dn gelegenheid de spreker. Dat was do grond legging van het tegenwoordig Studentencorps In eerbiedwaardige horinnering l»ven zy voort de mannen, die zooveel hebben bygedragui] tot de vestiging van het corps, die thans niej meer tot de levenden behooreD, als Goudsmit] oa Molowater, en dankbaar zyn wy dat wii hebben mogen behouden de mannen als A'a loton, Cobet en Gerrit De Vries. Tyden3 de onlusten van 1848 werd er oj initiatief van den toenmaligen rector mr.Oordi. »sn corps van rustbewaarders onder de stc denton opgericht, dat echter geene heldendadti heoft kunnen verrichten en ontbonden is, eren als het onlangs gevormd leger van do Hol landsche Spo»rweg Maatschappy. in 1856 genoot het corps de eer den prin; van Oranje onder zyne studenten te tellev In 1863 kroeg het Leidsche Corps geschi met hot Utrechtsche corps, dat het Leidsch' van arrogantie beschuldigde. Door hot inter' mediair van hot Groningsch Studentencorpi had echter de verzoening twoo jaren late plaats. In 1875 hooft onze Hoogeschool «n h«: „L. S. C." met hare luisterrijke feesten eeni buitengewone vermaardheid gekregen, president van hqt Corps, ^verschillende anden etudonten spraken hunne roden uit in he| J^ityn en wel zéé, dat de beroemde Duitsch hoogloeraar J. Hering hot in het Duitse! de9d, bewerende dat hy in het Latyn de:-, wedstryd met de Leidsche Studenten nic|f| durfde aanvaarden. De 14de JuJi van hetzelfde jaar wal voor het corps een schitterende dag, toe het uit do hand der Leidsche schoonen he vaandel mocht ontvangen, dat gy thans aar - schouwt. Den volgenden dag hné de prachtige oft-v tocht door onze straten plaats, aanschouw, doer de Konlnklyke familie. AVillem I ei Czaar Peter werden haar voorgesteld e' volgens hun rang ontvangen. Wie had toon durven voorspellen, dat el voor nauwoiyks tien jaren verloopen warei de Konineln, prins Fredorik, de Kroonprir en zyn jongeren broeder niet meer zouden zy: Wat do laatste 14 jaren aangaat, de meeste uwer hebben zo aanschouwd. Tal van gezelschappou zyn gekomen„Arer. Studiosorum", een langen tyd onoverwinbaa: „Njord", dat in één jaar 69 pryzen behaalt' dat overal met zyn banier zooveel hier ?.t

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1889 | | pagina 2