(fieza (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (§pn- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 21 Febrnari.
Goddefroy's tweede reis naar
de Westkust van Afrika.
I £301. Vrydag 22 JB^elxr uai*i. Aa. 1889.
LEIDSCH ft DAGBLAD.
PRIJ8 DEZER COURANT:
Voor Letè«i per 9 maanden1.10.
Franco per post1.40.
Affcomlerijfkd Jtoxwnere0.05.
Terwyl wij afstijgen in de sloep, weike.ter
onzer beschikking is gesteld, merken wi) op
dat de kapitein ons wel heeft willen ver
eeren met de tegenwoordigheid zijner beide
stokers, om ons aan land te vergezellen en
zulks zonder er onze gevoelens over te vragen.
Gelukkig dat deze twee brave werklieden,
nadat we een kwartier waren voortgegaan,
begrepen hebben dat het voor hen ongepast
was, ln ons gezelschap te biyven.
Duke-Town is eene stad van eene vry
groote oppervlakte. De straten zijn buitenge
meen bochtig; by elke schrede ontmoet men
er onreinhedende stank dor faecale stoffen is
zeer sterk en moet ongetwijfeld velo ziekten
veroorzaken.
De bouw der huizen verschilt volkomen
van die, welko wij tot hiertoe gezien hadden
zij zijn gebouwd van leem en met eene poort
in dien muur. In één woord een ware stal.
De grond is evenzeer met leem verhard.
Eene dezer poorten binnentredende, bevindt g$
u in een vierkanten hof, die omringd is door
woningen, insgelijks gebouwd van klei of leem;
in het kort: wanneer gij ln de straten van
Duke-Town rondloopt, dan vermeent gij tus
schen aarden muren te wandelen, waarin
zich van 10 tot 10 M. eene poort bevindt.
Men entmoet bier eene zeer groote hoeveel
heid hagedissen; we hebben er gezien, die
150 cM. lang waren en wier huid drie ver
schillende kleuren had, '/a groen, rood en
'/3 blauw. Zjj bezitten eone ongelooliyke be
hendigheid, want we hebben tevergeefs al het
mogeiyke gedaan om er oen machtig te worden.
We hebben een bezoek afgelogd bij dep
prins Aio, onder begeleiding van onzen gids.
De prins ontving ons op het voorplein, waar
hy oenige stoelen had laten brengen wy heb
ben er ieder eene halve flesch van het slecht
ste bier gedronken, waarvoor hy on3, zonder
zich te geneoren, zestig cents per halve flesch
vroeg; hy vertelde ons, dat hy twaalf vtou-
wen bezat, die hy, naar ik meen, ter be
schikking van de Europeanen stelde; wol te
verstaan tegen betaling van eene goode som
gelds.
(Dit is het boricht van een officier aa.ii boord
der „Lualaba")
Toon wy het huls van den prins Aio ver
laten hadden, kwamen wy het paleis van den
koning voorby.
De koning 6tond voor een zyner venstors
en rookte uit eene lange wit steenen Engelsche
PÜPzoodra hy ons zag, begroette hy ons in
de Engelsche taal en verzocht ons zyn paleis
binnen te treden, aan welk verzoek wjj zeer
gaarne voldeden. Dat is zeker, dat vvo niet
verwacht hadden datgene to zien, wat onze
oogen in dit paleis te aanschouwen kregen.
Nadat de koning ons harteiyk de band ge
drukt had, verzoeht hy ons plaats te nemen.
Hy vroeg ons wie wy waren, waar we heen
gingen, enz.nadat wy eenigen tyd met hem
gesproken hadden, liet hy ons zyn paleis
zien; do ryk gomeubileorde zalon waren het
bost te vergelyken met een verkooplokaal.
Stel u voer eene groote menigte vergulde
meubels, spiegels, porseleinen snuisteryen,
kristallen klonen, minstens acht petroleum
lampen, twee tronen, enz. enz. De wanden
waren behangen en met gouden randen omlyst.
De inhoud, zoowel als het paleis zelf zyn
door de koningin van Engeland aan den koning
van Duko-Town ten geschenke gegeven; op
het wapenschild bovindon zich de wapens
van Engeland.
De koning heeft zyn éénjarig dochtertje,
het prinsesje Aloua, aan ons voorgesteld; eene
kleino slavin van vyf jaren en twee vrouwe-
ïyke bedienden houden haar gezelschap en
tewyzen hot kind voortdurend hare diensten.
Het Is grappig de kleine te zién, dio reeds
eenige woorden duidelijk weet uit te spreken
door eene beweging met de hand beveelt z\j
hare kleine slavin voor baar, met gekruiste
beenon, op den grond te gaan zitten. Do
koning scbynt niet afkeerig van handel dry
ven to zyn, hy is fabrikant van palmolio,
welke hy naar do markten van Hamburg en
Livorpool zendt; hy heeft ons gevraagd of er
geen middel zou bestaan om ook met Ant
werpen hendel ln dit voortbrengsel te dry ven.
Yoor wy hem verlieten, heeft by ons palmwyn
aangeboden, die ons allen uitstekend smaakte;
toen wy hem dozen wyn wilden betalen, heeft
hy geweigerd het gold aan te nemen.
Te halfzes kwamen wy weder aan boord
en waren zeer voldaan over ons bezoek, aan
Duke-Town gebracht. Gedurende den avond
en den ganschen nacht werden wy door de
muskieten geplaagd.
Den léden October teekendo onze thermo
meter flfl'/i centigraden. De kapitein heeft liet
anker te halfdrie gelicht.
Wegens den geringen diepgang der rivier,
varen wij langzaam en voorzichtig verder.
Do afstand tusschen de boot en den bodem
der rivier is slechts één voet.
Tegen vier uren in den namiddag waagt de
kapitein niet verder te gaan on werpt het
anker; we zijn dus verplicht voor anker te
blyveu liggen tot den anderen morgen: elf
uren, het uur van het getij.
By beschikking van den minister van
binnenlandsche zaken is aan den heer H. Van
Bommel van Vloten, met ingang van heden,
op zyn verzoek, eervol ontslag verleend als
assistent in het ziekenhuis aan de Ryks-uui-
versiteit te Leiden.
Door curatoren van het gymnasium te
Oorkum is, ter benoeming van een leeraar
in de oude talen, de volgende voordracht op
gemaakt: de heeren C. Deo, iitt. doet., en
dr. C. P. Burger Jr., beiden te Leiden.
Voor een onzer stadgenooten zal het
morgen, 22 Februari, een gewichtige dag zyn.
Het is dan nameiyk eene halve eeuw dat
de heer B. T. Bollinger zyn beroep van kapper
uitoefent.
Heel wat personen hoeft hy in dat tyds-
verloop onderhanden gehad, den een gedu
rende langoren, den ander gedurende kor
toren tyd.
Velen van hen heeft hy ten grave zien
dalen, doch anderen mocht hy reeds al die
50 jaren bedienen.
Zjjne klanten zullen het hem zeker niet
aan belangstelling doen ontbreken.
Het was de heer S. Kutscb Lojenga, die
gisteravond in de Stadszaal welko nog ge*
deeltelyk met vlaggendoek, langs de gaandery,
was gedecoreerd, eene herinnering aan het
den vorigen avpnd aldaar gegeven militair
assaut als spreker voor de bezoekers dor
Volksbljeenkomsten optrad.
Een talryk publiek was ook ditmaal opge
komen, om sprekers „Dirk de Snorder", waar
mede do vergadering geopend werd, met aan
dacht te volgen.
Mon maakte hierby allereerst kennis met
verschillende „snorders", de koetsiers, die
beden ten dage, vooral in onze hoofdstad, langs
de straten rijden, zy,'die over den stand dei-
zaken, over de weersgesteldheid spreken, enz.
Nu, onze „Dirk" deed dan ook natuurlijk
dienst als snorder en wachtte met nog een
paar kameraden in het koudo weer de komst
van het stoompaard af, of hy misschien met
de vraag: „vigilante, meneer?" nog een
vrachtje kon snappendoch tevergeefs, de
passagiers stapten in de tram of liepen, van
koude huiverende, spoedig huns weegs om
oen onderkomen te vinden. Alzoo besloot
„Dirk" maar heen en tevens naar den
stal to gaan; opeens echter hoort hy
oen geroep, hy keert zich om en ziet een
conducteur met een heer aankomen, die in
de vigilante plaats neemt, met het verzoek
-
I Met 1 Maart begint een nieuw
kwartaal van het Leidsch Dagblad.
Zij, die zich nu reeds op deze Courant
abonneeren, ontvangen de tot dien
datum verschijnende nummers gratis.
Do heer Van Dyek vervolgt in deze woorden
Den 14den October te zes uren in den
morgen liet de kapitoin het anker lichtenom
de Old Calabar binnen te komen zjjn wy ver
plicht een grooten cirkelboog te beschryven,
ten einde de zeer talrpko klippon aan den
mond van dio rivier te vermyden. Ter rechter-
en tor linkerzyde van den stroom bemerkt
men groote bosschen van wortelvijgeboomon
•deze bosschen zyn golyk met het water van
den Old Calabar by stygendon vloedby laag
water ziet men zeer duidelyk de wortels dezer
hoornen. Ik geloof niet dat het den mensch
mogolyk ia in hot binnenste dezer bosschen
ta konion, wegons de lianen, die ze ondoor
dringbaar maken. Tegen 10 uren in den morgen
komen wy voor de stad Duke-Town, wanr
wy hot anker werpen op ongeveer 200 M.
van den oever der rivier. Ik tol ter rechter- en
ter linkerzyde van Duke-Town langs de rivier
zeven Engelsche en óéne Hollandsche factorie.
Of het de nadering van de aankomst der
(I bestemming of wel het berouw is, zou ik niet
I kunnen zoggen. Zeker is het, dat ik zeer ver-
-baasd was, my door den heer De Lalaing van
wego den kapitein eene sloep van de „Lualaba"
te hoorden aanbiaden om ons daarmede dadelyk
1-na het tweede ontbyt aan wal te begeven.
(Kik zog ons, omdat de beer De Lailang de
passagiors, die van do sloop gebruik konden
makon, nauwkeurig heeft aangewezen. De pas
sagiers zgn de heeron Hoger, Goriii, Vandon-
bergbe en ik.
Ik spreek niet van den heer Collin, wien
oene ongesteldheid aan boord hield.
De heeren De Lalaing, dokter Dupont en
Becker worden uitgenoodigd om den kapitoin
te halfvier te vergezellen, ton einde de Engol-
I- scho factoriet;n te bezoeken. Het verwondert
ons zeor van don kapitein do aanbeveling te
I ontvangen, om niet voor do Engelsche fac
I torieön te ontschepen om ons aan wal te be-
I geven. De heer Roger met zyn gewoon gezoud
vorstand vindt bet zeer zonderling, dat do
I kapitein zoo geringe gedachten hoeft van do
I opvoeding zyner passagiers.
Feuilleton.
Ann liet doodc Meer.
22)
„Noen," antwoordde zy opgowekt, „ik ben
niet zoo gehoorzaam als kleino Anna, of liever
myn slaap laat zich niet commandeeren. Laat
mij nog een uur opblyven, en, wanneer u nog
niot inoo is, lees mjj dan iets voor. Ik heb
een deel van Goethe bij u gezien, en daar u
hem vóór allo dichters voroort, zoo zal het u
zeker niet onaangenaam zijn, ook my iels beter
met hem bekend te makon. Want tot mijno
schande moet ik eeriyk bekennen, dat ik gis-
terOij by bet doorbladeren veel vond, dat mij
geheel onbekend en nieuw was."
„Zooals u wenscht," zeido hy. „Zonder
twyfol zal zeker het meeste voor u steeds
nieuw blijven, hoe dikwijls u het mag hooren.
Met myzelvon gaat het ovorizoo."
Hy haalde het boek, het eerste deel der ge
dichten, en las nu zonder keus van de eerste
bladzyde af, op gedempten toon, zonder by-
zondere kunst van voordracht. Nooit bad hy
de betoovering van de eeuwige lente, welke uit
deze bloesems van jeugdigen hartstocht geurt,
zoo rein ondervonden. Hy waagde het niet, ge
durende het lezen op te zien, uit vrees van het
oog der 6choone vrouw als eene stomme vraag
te ontmoeten. Toen hij echter aan het „Jagers
AbendJiod" kwam en teen bij de laatste regels
nauwelyks nog in staat waB stamelend voor
to lezen
„Mir ist es, denk' ich nur au dich,
Als in den Mond zu sehn;
Eln stiller Friede kommt auf mich,
Weiss nicht wie mir geschehn
brak hy plotseling af, liet hot boek op het bed
van het kind vallen en stond haastig op.
„Wat schoolt u?" vroeg zy verschrikt.
„Leg u te rusten, mevrouw," antwoordde
hij afwerend; wek de oppasster, opdat zij voor
dazen nacht mijne plaats innemode lucht
hier beklemt my zoodanig, dat ik jn de vrye
lucht most. Ziet ge, *t wordt al beter, mi ik
opgestaan bon. Ik wil nog éen tochtje op het
meer doen."
Toen ging hy heen en liet haar met do
zonderlingsto gewaarwordingen achter, voor
een raadsel, waarvan zy zich niet verstoutte,
de oplossing te vinden.
Den anderen dag, toen zy elkander 's mor
gens vroeg begroetten, gelukte het hem, den
onbevangen, opgewektcn toon dadelyk weor
aan te slaan. Het kind droeg er toe byhet
had zwaar en verkwikkend geslapeneen bad,
dat Eberhard zelf hielp klaarmaken, in eene
oude waschtobbe der waardin, deed liet zicht
baar goed en droeg by tot nieuwen, verkwik
kenden slaap.
Tegen den avond bracht de dokter van eene
wandeling allerlei varens, gentiaan en bonte
steenon mede, wolke hy boven op de rotsen
verzameld had. Iiy zat lang aan het bed van
kleine Anna, vertelde liet kind van vogels en
van ander klein gedierte, hoe zjj boven in do
wildernis huisden, en verheugde zich over de
verstandige vragen, welke het kind tot hem
richtte, terwyi hot in hare kussens overeind
zat en de schatten met groote Oogen be
schouwde.
De moeder zat er met eon handwerkje by
op den haard hoorde men bot vuur knetteren,
waarop het avondsoepje gokookt werd, en
langzamerhand viel do nacht in. Ditmaal liet
Eberhard zyne nachtwake niot overnemen.
Maar over voorlezen werd niet meer gespro
ken. En evenmin de volgende nachteneen
zoo onafgebroken waken was ook niet meer
noodig en de dokter kon met een rustig ge
weten in zyne kamer blyven. Ook overdag,
toen het kind reeds eenige uren buiten hot
bed mocht zyn, liet bij zich weinig ineor zien,
PRIJS DER ADVERTEN TIEN:
Vm 1—6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17$.
Grootere lettere naar plaatsruimte. Voor bet in-
caaaeeren buiten de etad wordt 0.10 berekend.
voer, onder voorwendsel van te gaan vissehen,
naar het eilandje heen, vanwaar hy dikwijls-
eerst in diepe duisternis terugkeerde, of steeg
tusschen de pijnboomen door langs hot bog-
pad naar boven tot aan het yshol.
De knecht, die eens op verzoek der moeder
de laatste aardbeziën van den zomer daar was
gaan zoeken, vertelde dat hy den dokter op
een steen had zien zitten, evenals iemand, die
met open oogen slaapt. Toen hy hom „goeden
dag" gezegd had, was hy plotseling opge
schrikt on toen mot oen stom hoofdknikken
nog hoogor gestegen. „Het was klaarblykelijk
niet pluis met hem; hy had het reeds dadelyk
opgemerkt op don eersten avond, toen hy zee
geheimzinnig op de bank gezeten en zich niet
om eten of drinken bekommerd had."
Zoo bleef hot verscheidene dagen. Hoe zicht
baarder de herstolling van het kind vooruitging,
des te meor scheon de arts in de ziekte terug
te vallen, waaruit hom de plotseling opgelegde
plicht gerukt had. Hot waren benauwde dagen
en hij voelde dat liy er oen einde aan moest
maken.
t Wordt vervoljd.)