hertog wordt voor de geslaagde diplomatieke zending met den titel van „Excellentie" be loond en buitendien is er nog een paar, dat ook in het huwelijk wordt vereenigd. Dit laat ste vormt ongetwijfeld een der zwakste ge deelten van het stuk. Er wordt ons eene soort van kwast, een halve idioot voor oogen gesteld, die nu eenR deze, dan weder gene schoone dame zijne aan gebedene noemt, die heen en weer loopt om zjjn tijd te dooden en ten slotte toch nog de liefde mag opwekken van eene geestige, ver- nuftigo vrouw, die in den beginne hem als een onbeduidend wezen heeft behandeld. Ook de oplossing, waarbjj het voor den zoon bestemd huwelijk geen gevolg heeft, doordien de vader zelf de bruid tot zijne echtgenoote verheft, is geen bewijs van een bepaald vindingrijken geest. Het spel kunnen wij in alle mogelijke opzichten roemen. De heer D. Haspels gaf ons eene bij uitstek geestige caricatuur van den verwaanden diplo maat, Graaf van Pernwald. Het geheeletypo was misschien een weinig gechargeerd; hjj bleef ecbter die charge getrouw tot in de kleinste détails, zonder haar te bekorten, echter ook zonder haar uit to breiden. By de talrijke bijvalsbetuigingen, welke wij hem gisteren schonken, koesterden wjj tevens den wensch dezen acteur wat meer en in eenige meer voorname rollen te zien optreden dan dit in dit tooneoljaar tot nu toe het geval is geweest. De heer Jan C. De Yos was, als Arnold Beckers, de echte lummel, do werkelijke nietsdoener, geheel en al naar het leven geteekend. Mej. Pauline Beersmans, als Paula, was beter dan wij haar in lange gezien hebben; zij speelde met meer kracht, met meer los heid dan wjj van haar gewoon zijn; oen weinig vluggere spraak zou echter niet schaden. De hoer Henri De Vries als de levenslus tige, vrooljjke, galante prins Koert had iets minder ingetogen kunnen z(jn. Wij konden bij geene mogelijkheid dat „vreeselijk" mensch in hem ontdokken, waarvoor h(j algemeen to boek stond. De kleine rol van den secretaris van Pern wald werd door den heer Van Eysden kranig geschetst. Do heer Becht had meer werk van zijne grime kunnen makenzooals wjj hem gisteren tusschen hem en den prins ons volkomen raadselachtig. Het geheel echter heeft als Posse uitste kend voldaando luide bijvalsbetuigingen van het vrjj talrjjk opgekomen publiek leverden hiervan hot onwederlegbaar bew(js. Mr. L. H. Nlan-wa. De Haagscho rechtbank behan delde gisteren de volgende zaakIn den namiddag van 30 Nov. 1888 werden door een rijksveldwachter en een onbezoldigd jacht opziener drie personen, H. G. S., P. G. S. en Be M., in het jachtveld van de prinses Von Wied, onder Wassenaar, gevonden, jagende zonder daartoe bevoogd te zijn, dus stroopende. Door den veldwachter opgebischt hem in de gelegenheid te stellen proces verbaal tegen hon op te maken, hadden de twee eerstge- noemden gedreigd, hem met hunne geweren neer te schieten, torwjjl de laatste aanbood hem met eeno roeispaan de hersons in te slaan. Ter terechtzitting gaven de jachtopzieners een omstandig verhaal van de toedracht dei- zaak. Op don bewusten middag waren de drie personen, beklaagd van stroopery, na eerst in het veld gejaagd te hebben, in een roei bootje, hetwelk daar in eene sloot lag, gegaan, waarin zij zich bevonden toen de veldwachter hen sommeerde om aan te loggen, ten einde proces-vorbaal op te maken. Het bootje bo- vond zich evenwel zóó dicht by den wal, dat de ambtenaren er in konden springen, doch dit werd hon onder de reeds vermelde bedrei gingen belet. Do voerdor van eeno praam, die mot zijn vaartuig in dezelfde sloot aan het baggeren was, werd toen door den veldwachter gelast zjjno schuit dwars te leggen, ten emde daardoor den stroopers den doortocht te be letten, waaraan door dien man voldaan werd. De stroopers legden evenwol de praam weer in de lengte en sneden daardoor dus de com municatie met den wal weer af. De beklaagden beweerden dat hunne ge weren wèl geladen waren, maar niet voorzien van een slaghoedje (het waren percussie geweren), zoodat zjj niet hadden kunnen schieten, terwjjl de man, die met eene roei spaan zou gedreigd hebben, betoogde, dat, al had hjj gedreigd, zijne bedreiging niets be- teekendo, omdat de afstand te groot was om die bedreiging uit te voeren. En bovendieri ontkenden de drie beklaagden gedreigd te hebben. Door getuigen werd evenwel de verklaring van de veldwachters bevestigd. Subst. offic. van justitie, mr. Ort, er op wijzende dat de ambtenaren volkomen bevoegd waren tot het opmaken van proces verbaal tegen de jachtovertreders, achtte uit het ge tuigenverhoor de bedreiging met geweld be wezen, en vorderde tegen ieder 9 maanden gevangenisstraf. De verdediger van bekl., mr. A. Slotemaker, concludeerde tot vrijspraak van de drie be klaagden, althans van twee hunner. En bevond de rechtbank hen schuldig, dan beval hjj hen in de clementie aan. Uitspraak over 8 dagen. Op Vr ij dag-a vond men herinnert zich, dat het toen stormde had er op den Rijn, onder Oegstgeest, even voorbij het Haag- sche Schouw, het volgend ongeval plaats. Zekere H. Van der Mey Hz. en zijne twee zoontjes van 14 en 12 jaar kwamen met eene schuit, met mest en daarboven takkenbossen geladen, van Leiden. Op 200 a 300 meter van de woning van L. Verhaar gekomen, zonk plotseling de schuit in de diepte weg. Het oudste zoontje stond bij den mast, de vader en het jongste stonden by het roor. Hy greep zyn kind en vluchtte naar den mast, waaraan ze zich allen vasthielden. Allen riepen toen om hulp, maar door den storm werd het geschreeuw door niemand gehoord. Inmiddels zonk de schuit al dieper en dieper. Na een half uur in dezen neteligen toestand te hebben doorge bracht, kwam de oudste zoon op de gedachte zich met de loopplank naar de wal te laten dryven, hetgeen geschiedde. Niet zoodra was de wal bereikt, of hy zotto het op een loopen naar de woning van L. Verhaar, die met zyne zoons Leendert en Lambertus onmiddellyk met lantaarn en vlet ter hulp gingen. Hunne hulp werd goed beloond; nog juist bytyds werden de beide achtergelatonen gered, ofschoon het jongste zoontje reeds bewusteloos was, dat echter spoodig in de woning van Verhaar word bygebraclit. De toestand van allen is nu bevredigend. Hedennacht werden de bewoners van een winkelhuis in de Schoolstraat te Wassenaar gewekt, doordat er brand ontstaan was in de aanwezige goederen. L>OOr UO bpuouigo auip Ou jjV-VvWwl»!. buron nam het ongeval geono grootere afme tingen aan en liep hot af met oen sisser. Ook te Zoeterwoude, waar een deel van het predikantstraktement door heffing van een hoofdoiyken omslag moet worden gevonden, hebben enkelen de voldoening van dezen omslag geweigerd, zoodat daaruit reeds virvolgingen zyn ontstaan. Een in verregaan den staat van dron konschap verkeereu d persoond ie Zat erdag- nacht te Schevoningen op straat een ernstigen val op 't hoofd deed, is aan de gevolgen over leden. Een bejaard man, woonachtig te Groet (gem. Schoorl), heeft zich Zondagmorgen zóózeer overspannen met loopen om do passa giersboot te Schoorldam nog te krijgen, dat hij by het stappen op de boot van vermoeienis nederviel en op do plaats doodbleef. Omtrent het vreeseiyk spoorweg ongeluk by Brussel, waarvan wy reeds in ons vorig nummer melding maakten, wordt nog het volgende bericht: In een goederenwagen, welke van Groenen- daal was gekomen, lagen devreeseiyk verminkte ïyken van den machinisten den stoker, van twee dames en van een kind uitgestrekt. Talryke gewonden werden, 't zy naar hunne woning, 't zy naar de nabygelegen hospitalen gedragen. In zyn leven zag de corresp. van het „H. D." geen schrikwekkender schouwspel. Van de locomotief zyn nog slechts enkele stukken over. Een onbeschrijfeiyke chaos van rytuigen hier en daar in de waggons bloedvlekken het zichtbare teeken der vernieling. Hp beeft meteenigen der geredden gesproken, 't Was onmogeiyk eenige bijzonderheden uit hun mond op te vangen. Er was een arme man, die zóó zwaar gewond was, dat hy.waar- schpniyk den volgenden dag niet meer halen zou. Doze zeide: „Voor my dat is niets! maar dat kind daar!" en hy wees naar een meisje van 15' jaren, dat dood terneer lag; „wolk eene smart voor hare ouders, die haar aan 't station opwachtten!" Als altyd ziet men handelingen van edel moedige opoffering. Twee Brusselsche doktoren bevonden zich in den trein; hun leven werd gerod. Deze geneesheeren Houbon en War- not zyn dadeiyk aan 't werk getogen om hunne lotgenooten te ondersteunen. Er wordt gezegd dat mej. Dina Beumer eene Belgische zangeres, die de eer genoot aan het Noderlandsche Hof te zingen en ook te Leiden meermalen optrad zich onder de gedoodon bevindt. Eveneens spreekt men van 't overiyden van baron Osy, acht dagen geleden nog pas bonoemd tot gouverneur van de pro vincie Antwerpen. De reizigers moesten voor een deel door de raampjes verlost worden uit hunne be narde positie. Alles was vermorseld, ver wrongen of ingedeukt, en in een oogwenk was de spoorweg met bloed bedekt van de gewonden en gedooden, wier voeten waren afgeknepen en op den weg verspreid lagen. Sommigen hadden zelfs in het eerste oogen- blik nog geen denkbeeld van hun toestand, zegt de „Indépendance." Zy meenden er af te zyn met den schrik en toen zy wilden loopen, bemerkten zy geene voeten of beenen meer te hebben. In vele bergstreken van Duitsch- land zjjn zware en aanhoudende regens ge vallen, welke op verscheidene plaatsen voor overstroomingen doen vreezen. Te Hamburg zyn 3 zeelieden uit Helgoland by oen hevigen sneeuwstorm verongelukt. In het noordwesten van het Vereenigd Koninkryk heeft een zware storm gewoed, welke vele schepen deed vergaan. De stoom boot „Lymington" verging met man en muis voor de kust van Noord-De von en by Port- patrick strandde de „Roseneath", uit Glasgow, met het gevolg dat zy zwaar beschadigd werd. Te Derby viel hot dak in van een gebouw, waarin het Leger des Heiis eene vergadering hield, zoodat twee personen gedood en 20 ernstig gewond werden. Lloyd's agent te Montevideo seint dat het Noorsche barkschip „Captain Peter Dalil" op de kust van Maldonado totaal is verongelukt. Het volk werd gered. Volgons een telegram uit Nieuw- York, heeft te Buffalo een hevige brand ge woed, waardoor 40 huizen zyn verbrand, waar onder vele fabrieken en magazynen. De schade wordt geraamd op 3,000,000 dollars. BUITENLAND. Frankrijk. Het dagblad „Paris" meldt dat het Hof der Seine gisteren uitspraak hoeft gedaan in de £i<httiv üvi uutbluvHxiij Tcvn cl o oudo Panama- Kanaalmaatschappy, en die ontbinding heeft gelast. Generaal Boulanger heeft eenigen tyd vacantie genomen om te bekomen van de vermoeienissen van den verkiezingsstrijd. De generaal is naar Royat vertrokken en zal daar vermoedeiyk eene of twee weken vertoeven. Ter beurze te Parys liep Zaterdag het gerucht, dat de inschryving op de nieuwe uitgifte van Panama-aandeelen totaal mislukt was. Het ingeschreven bedrag is nog niet bekend. De minister van justitie, de heer Ferouil- lat, heeft heden een verzoek om ontslag ingediend. Van deze vacature in het kabinet zal gebruik worden gemaakt om in het ministerio een element te brongen in den geest der „republikeinscho concentratie". Dnltaokland. Ondanks het misbaar, dat de pers en de politieke woordvoerders in Amerika over de Samoa aangelegenheid maken, is deze tot dus ver te Berlijn als van tarnelyk ondergeschikt belang beschouwd. Het publiek noch de pers in Duitschland heeft zich er mede ingelaten, veel minder er zich over opgewonden. Tegen over de drukte der Amerikanen, maakt thans eene mededeeling dor „Nordd. All. Ztg." een wonderiyken indruk. Deze zegt nameiyk dat do Amerikaansche gezant Pendleton sedert eenige maanden geen voet in het ministerie van buitenlandsche zaken te Beriyn gezet en in do laatste weken namens zyne regeoring geen woord met de Duitscho over Samoa gewis seld heeft. Na deze onverwachte opheldering, kan men er wel op rekenen dat Pendleton's dagen als gezant te Berlijn geteld zjjn. Do 32 jarige erfprins van Anhalt, ka pitein in het Pruisische leger, heeft zich verloofd met Prinses Marie van Baden, die 23 jaren telt, de eenige dochter van Prins Wilhelm van Baden, broeder van den Groot hertog. De dood van kroonprins Iindolf. Uit de vele byzonderheden, welke do Weener bladen nog over den dood van den Oostenrykschen kroonprins melden, biykt meeil en meer dat de prins het plan om zich het leven te benemen, reeds sedert geruimen tijd heeft voorbereid. Langzamerhand begint men ook te Berlijn aan het bericht van den opzettelyken zelf moord meer geloof te hechten, omdat onpar- tydige berichten uit Weenen bevestigen dat de kroonprins in den laatsten tyd duidelyke kenteekenen van zinsverbystering gaf. De predikant Formey moet Zondag by den rouw- dienst in de protestantsche kerk openlijk verteld hebben, dat de overledene mot fan tastische en bygeloovige inbeeldingen omging, en hy zyne vrienden dikwyis vertelde van een „spook van den Hofburg", dat hem meer- malon bezocht. Verder wordt tarnelyk onbe wimpeld erkend, dat in den laatsten tyd ook familietwisten zyn gemoed verduisterd heb ben. Het familiediner, dat den dag vóór zijn dood had moeten plaats hebben, zou eene soort verzoeningsmaal geweest zyn, maar tot groot verdriet van zyne vrouw was hy daar vandaan gebleven, enz. enz. Verscheidene bladen melden dat er na de begrafenis nogofficiöele modedeelingen gedaan zullen worden. Van verschillende kanten wordt te Beriyn over den dood van den Oostenrykschen kroon prins ook het volgende gemeldHet huwelijk van den kroonprins was allerongelukkigst en de onmogoiyklieid om eene scheiding te ver- krygen, op grond van zyn intiemen omgang met eene aanzienlyke met name ge noemde vrouw, had ten laatste de nood lottige daad ten gevolge, waarmedezyn geest zich gedurende langen tyd vertrouwd had gemaakt. De prins heeft een dagboek in verscheidene deelen nagelaten. De f„Haarl. Crt." geeft dit bericht gelijk zy het ontvangt, onder opmerking evenwel dat er sedert den dood van den kroonprins meer dan ééne dair.e genoemd is, die met de zaak in betrekking heette te staan Behalve koning Leopold en zijne gemalin, de schoonouders van den kroonprins, zullen heden geene buitenlandsche vorsten deelnemen aan do teraardebestelling. Ontzaglyk groot was gisteren de toeloop der belangstellenden, die het in de hofkapel op een praalbed liggende lyk van den kroon prins wilden bezichtigen. Do inwoners van Weenen, by wie de overleden prins steeds byzonder bemind was, wilden, het koste wat het wilde, de gelaatstrekken van den algemeen eeliefden prins nog eens aanschouwen. De soldaten hadden als voorzorgsmaatregel, tot handhaving der orde, den toegang afgezet, doch, ondanks alle pogingen, was de aandrang zóó groot, dat vele personen in het gedrang ernstig werden gewond en twee zyn omge komen. Volgens eene mededeeling der Staatscourant, vond professor Widerhofer, toen hy, per tele graaf ontboden, onmiddellyk naar Meyerling vertrok, by zyne komst reeds doodsvlekken op het gelaat van den prins. De kogel werd niet gevonden, doch men deed ook geen moeite om het projectiel op te sporen. De brief, welken de prins tot afscheid aan den hertog van Braganza zond, bevat geen byzonderheden, welke ophelderingen kunnen geven over de redenen, welke den prins tot den zelfmoord noopten. De aartshertog Rudolf is het 110de lid van het geslacht Habsburg, dat in de Kapucy.uer kerk te Weenen begraven wordt'. Eigenlyk wordt alleen het lichaam bygezet in den kelder der Kapucijner kerk, want het hart wordt in een zilveren urn geplaatst in de Augustyner kerk en de ingewanden in eene zilveren vaas in den Stephanus-dom. Telegrammeo. DANTZIG, 4 Februari. Volgens hier ont vangen berichten, is het barkschip „Theodor Behrend," alhier thuisbehoorende, onder de Hollandsche kust (op den Razenden Bol) ver gaan. Dertien personen, waaronder de kapi tein met zyne vrouw en kinderen, vonden hun graf in de golven. PARIJS, 4 Februari. De bladen melden dat te St.-Pierre d'Albigny (Savoie) een Duitsch reserve-officier, Oscar Schmidt genaamd, ge arresteerd en naar de gevangenis te Chambery gevoerd is. Schmidt wordt verdacht van spionage en moet het plan opgenomen hebben van eene vesting in de Aipen. WEENEN, 4 Februari. De hoogleeraren Kund- rat en Hoffmann hebben heden onderoede bevestigd dat, volgens hun onderzoek, prins Rudolf niet meer in het bezit was van zyne geostolyke vermogens.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1889 | | pagina 2