N°. 8887.
Woenedag O Fel>i*uai*i.
A0. 1889.
feze 'Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 5 Februari.
Feuilleton,
Aan het doode Meer.
3IDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandenf 1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers0.05.
PRIJS DER AD VERTEN TIEN:
Yan 1—6 regela 1.05. Iedere regel meer ƒ0.171.
Grootere letters naar plaaternimte. Voor het in-
casseeren buiten de atad wordt 0.10 berekend.
Offloleele Kennlayerlngea.
Burgemeester en "Wethouders van Leiden;
Gezien het adres van P. J. W. VAN DER HART,
vleeschhouwer, wonende alhier, houdende verzoek
om vergunning tot het oprichten van eeno slacht
plaats in het perceel aan de Pieterskerkgracht.
Gelet op de artt. 6 en 7 der Wet van 2 Juni 1875
(Staatsblad No. 95);
Geven bij dezo kennis aan het publiek dat ge
noemd verzoek, met de bijlagen, op de Secretarie
dezer gemeente ter visie golegd is; alsmede dat op
Maandag den 18den Februari 1889, 's voormiddaga
te elf uren, op het Raadhuis gelegenheid zal
worden gegeven om bezwaren tegen dat verzoek in
te brengen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, DE KANTER, Burgemeester.
4 Febr. 1889. E. KIST, Secretaris.
De Burgemeester der gemeente Leiden;
Ontvangen hebbende don staat No. 75, aanwijzende
de uitkomsten der meting en schatting van gebouwde
en ongebouwde eigendommen, bedoeld in de artt.
15 en 23 der wet van den 26sten Mei 1870 (Staats
blad No. 82) betrekkelijk dc grondbelasting;
Brengt tei lconnis van belanghebbenden dat die
opgave gedurende dertig dagen ter Secretarie dezer
gemeente is nedergelegd.
Leiden, De Burgemeester van Leiden,
4 Febr. 1889. DE KANTER.
Vrijdag den 8sten Februari a. s., des na
middags te twee uren, zal de rector magnificus
professor dr. J. M. Van Bemmelen, ter plech
tige viering van den 314den verjaardag der
stichting van de Leidscho hoogeschoel, eene
redevoering houden in het groot-auditorium
van het academiegebouw, waartoe alle belang
stellenden worden uitgenoodigd.
Door enkele bladen wordt het volgende
gemeld:
„De heer J. M. Dutilh, arts, is den heer
W. L. De Vos opgevolgd als assistent aan
de heelkundige kliniek ven prof. Yan Itoioon
te Leiden."
Dit bericht is echter onjuist. De heer De
Vos heeft zyn ontslag aangevraagd, maar
nog niet gekregen. Er is dus ook nog geen
opvolger aangesteld.
De 1ste luitenant jhr. Meyer, van het
3de regiment huzaren, is overgeplaatst naar
het depëteskadron te Leiden.
Volgens achterstaande advertentie, is van
onzen geachten stadgenoot den heer J. G. H.
Mann, by den boek-, muziek- en kunsthandelaar
Joh. J. Eggers, firma Schreuder en Van Baak,
verschenen een marsch, voor militaire muziek
en voor piano gearrangeerd, getiteld :„'t Vierde,"
opgedragen aan den beer kolonel commandant
en verdere officieren van het 4de regiment
infanterie. Deze compositie, welke zekeriyk
zeer populair worden zal, kunnen wij gerust
aanbevelen. De uitvoering is netjes en de
prys niet te hoog.
De in 1881 hier ter stede opgerichte
tooneelvereemging „De Leidsche Dilettanten
club" hield gisteravond in het lokaal Ephraïm
hare eerste openbare vergadering met intro
ductie in dit jaar.
Nadat de voorzitter, de heer Van Wyn-
gaarden, den vry talryk opgekomen leden en
genoodigden een harteljjk welkom had toe
geroepen en tevens de welwillendheid van
het publiek voor de werkende leden had
verzocht, als zynde zy, die voor het voetlicht
zouden treden, geene „mannen van 't vak",
werd overgegaan tot het doel van deze byeen-
komst, de opvoering nl. van: „Een klap op
zyn neus", kluchtspel in vier bedryven, door
Juliano, en „De weg naar 't hart", blyspel
met zang in één bedryf, door J. R.
Beide stukjes liepen flink van stapel, ook
al miste men by de opvoering er van de
voor volen eigenaardig aantrekkeiyke, vreemde
kostumen, hetgeen echter nu volstrekt geen
vereischte was. Zoowel de medewerkende
dames alsdeheeren kweten zich uitstekend van
hunne taak, inzonderheid de dames v. K. en
R. en de hoeren B., lid van verdienste der Club,
en P., die, hoewel eerst kortelings op de
planken, zich los en vry bewoog.
In het kort: Het was een aangename
avond, waarop men by vernieuwing tot de
overtuiging kon komen dat dilettant schap
by yverige studie veel vermag.
Als gewooniyk werd de voorstelling met
een bal of te wel dansparty besloten.
Gistermiddag werd op het landgoed Ton
geren, by Epe, het lyk van prof. L. W. E.
Rauwenhoff ter aarde besteld. Binnen den
h.iu.B ooi rauiineieaen, waaroy zich enkele
vrienden van den overledene hadden aange
sloten, had de droevige plechtigheid plaats,
waaraan met opzet elk officieel karakter was
onthouden. Maar langs de omheining der kleine
begraafplaats, die zoo schilderachtig tusschen
de dennen- en berkenbosschen van het land
goed gelegen is, stond eene schare van Gel-
dersche boeren en boerinnen, velen met een
traan in het oog, deze uitvaart van den ge
liefden en diepbetreurden „landheer" aan te
zien. De lykbaar, die door eenige boeren langs
de kronkelende boschpaden gedragen werd,
was bedekt met bloemkransen, waarvan som
mige de hulde van den Senaat der Leidscho
universiteit, van het Leidsche Studentencorps
en van de byzondere leerlingen des overlede
nen moesten vertolken. De frissche, reine
bloemen, waarover de gure wind henenwoei
en waarboven de fijne sneeuwvlokken dwar
relden, waren te midden dier doodsche natuur
het zinnebeeld van die ernstige en vriendelijke
poëzie, die de overledene zoo byzonder wist
uit te storten over het leven van zyn gezin
en over dat zyner vrienden, en die hem
dit klonk uit de enkele woorden, welke hier
gesproken werden tot aan zijne laatste
rustplaats heeft, vergezeld.
De broeder des overledenen, prof. N. W. P.
Rauwenhoff, van Utrecht, herdacht den onver-
geteiyken broeder; prof. Kuenen sprak als
zyn oudste vriend en trouwe medewerker;
prof. A. G. Van Hamel, van Groningen, als
een der jongeren, die het voorrecht hebben
gehad RauwenhofTs vrienden te zynde bur
gemeester van Epe, de heer Weerts, en de
predikant dier plaats, dr. J. Prins, namens
de gemeente, waartoe Tongeren bohoort, ter-
wyl de laatste bovendien den voortreffelyken
leermeester herdacht. De oudste zoon des
overledenen, de heer "Willem Rauwenhoff,
luitenant ter zee, dankte met een enkel woord
voor do oprechte hulde, aan den besten vader
gebracht.
En toen trok men weer, door de schoone,
thans al te dorre en koude bosschen heen,
naar het stille, oudvaderiyke landhuis, waar
de overledene zyne zomermaanden zoo gaarno
doorbracht, te midden van zyn gezin, en waar
hy de meeste zyner werken heeft geschreven.
Wat de wetenschap in Rauwenhoff verliest,
hoe sterk zyn gemis zal gevoeld worden door
zyne leerlingen, welke groote talenten met
hem zyn begraven, dit alles zal nog menig
maal op velerlei plaatsen worden gezegd en
herdacht. Hier mocht alleen het stille woord
van hmftHoramarf on wrior-i/v
ken; hier werd hem de hulde gebracht, die
hyzelf, waar het anderen gold, zoo uitnemend
wist te brengen, de dankbare hulde van het
treurende gemoed. (IV. R. C
Het in de Staatscourant van heden opgo
nomen bulletin omtrent den toestand des
Konings komt overeen met hetgeen in ons
vorig nommer is medegedeeld. Alleen wordt
er bygevoegd dat het eerstvolgend bericht,
indien zich geene byzondere verschynselen
voordoon, zal geplaatst worden in de Staats
courant van 12 Febr. a. s.
De Tweede Kamer zal tot hervatting
harer werkzaamheden niet byoenkomen vóór
20 Febr.
Het stoomschip „Conrad," van Batavia
naar Amsterdam, vertrok 4 Febr. van Genua
de „Zuid-Holland," van Batavia naar Rotter
dam, vertrok 4 Fehr. van Port Saidde
„Celebes," van Amsterdam naar Batavia,
arriveerde 4 Febr. te Adende „Prins Alexan
der," van Amsterdam naar Batavia, arriveerde
4 Febr. te Southampton; de „Semarang,"
van Rotterdam naar Java, vertrok 2 Fehr.
van Colombo; de „Utrecht," van Batavia
naar Rotterdam, vertrok 3 Febr. van Colombo.
Het liefdsehe Tooneel.
Onder de Duitsche Possen, welke na „Krieg im
Friede" hier te lande op de planken gebracht
zyn geworden, neemt bet gisteren hier ten
tooneele gevoerde „Cornelia Voss" ongotwy-
feld eene der meest voorname plaatsen in.
Hier ten minste ontmoet men een bepaal
den draad, welke door het geheele stuk loopt;
hier i3 het niet alleen eene opvolging, eene
ontelbare reeks van menigmaal gezochte
aardigheden en kwinkslagen zonder eenig
verband met elkander; hier daarentegen be
staat eene bepaalde intrige, welke met talent
is uitgewerkt.
Hier ten minste bestaat de mogeiykheid
om het onderwerp van het blyspel weer te
geven.
In enkele woorden, in grove omtrekken
zullen wy trachten de stof, den leiddraad van
het geheel neer te schryven.
De graaf van Pernwald, geheimraad van
den hertog van Falkenburg, is door dezen
belast zyn zoon Ernst in Duitschlands hoofd
stad op te sporen, hom terug te voeren naar
zyn hertogelyk vorstendom, ten einde aldaar
een door den vader ontworpen „mariage de
raison" te doen sluiten.
De zoon, zyn eigen genot, zyn eigen ik
niet willende opofferen voor de door zijn sou-
Utitvu Iftuvi tj uuuiuwv lil Li
onttrekt zich op alle mogeiyke wyzen aan
de zorgvuldige, taraelyk comisch op touw
gezette vervolgingen van den zich by uitstek
snugger wanenden diplomaat.
Hy vindt daarby een getrouwen bondgenoot
in eene toevallige geiykenis met den schilder
Cornelia Voss. Onder dat pseudoniem, onder
dezen titel is hy dagelyks in de onmiddellyke
nabyheid van zyn vervolger, vermeet hy zich
zelfs het hof te maken aan diens lieftallige
dochter, stelt daarby alle mogeiyke pogingen
in het werk om den niet byster geslepen hove
ling op het dwaalspoor te brengen, waarin hy
natuurlyk by uitnemendheid slaagt, totdat
alles, geheel onafhankelijk van den byzonderen
yver van den diplomaat, aan het daglicht
wordt gebracht.
Toch loopt alles goed ten einde. De prins
of de pseudo-schilder krygt zjine Paula, de
5)
Het kleine portret, dat ik u eens van haar
heb laten zien, geleek slechts weinig op haar,
want, wanneer ik het zoo zeggen mag, haar
karakter was ryper dan hare trekken en kwam
slechts uit in de wyze, waarop zy zich bewoog.
Eene plechtige stilte, eone nauwelyks verbor
gen onverschilligheid tegen zeer voel, wat
anders op haren leeftyd wel interessant
schynt, maakte haar dikwyls totaal ongenaak
baar. Dan weer, wanneer zy iemand een be-
wys harer liefde wilde geven, een glimlach,
eene deemoedige, schuchtere overgave van
zlchzelve.het is niet te beschryven. Wei
nigen kenden haar in hare geheele waarde,
dat ware, trouwe van bare jonge ziel, die
weeke kern in do harde schaal en tot doze
weinigen behoor :e niet eens haar broer. Want
ik was veel te voel in myn arbeid verdiept,
hield mij te veel bezig met de raadselen van
het physieke leven, om voor het geheim van
dit' jonge meisjeehart veel weetgierigheid ovor
te hebben. Bn vreemd, ofschoon ik een zinne-
lyk menech, sd, zooals ge weet, geen voor
beeld 7an deugd was en toch oogen in myn
hoofd had om te zien dat de meisjes, op wie
ik tot nu verliefd was geweest, by dit won
derlyke kind afstaken als kamermeisjes by
eene jonge vorstin, toch kwam het zelfs in
den droom niet by my op, dat ik verliefd op
Nelly kon worden. Wanneer wy gescheiden
waren, dacht ik nauwelyks aan haar. Als ik
naar huis schreef, was het aan moeder, die
er n.y eerst aan herinneren moest, wat ik
aan myne kleine zuster verschuldigd was. Het
zwygzame kind uitte zich nooit daarover, maar
het scheen haar veel leed te doen, en eens,
toen ik zelfs vergeten had de groeten aan
haar te laten overbrengen, had zy een gehee
len nacht door geweend. Ik haastte my, myne
vfout te herstellen en schreef haar, half ernstig,
half schertsend een zeer boetvaardigen brief,
waarin ik my van de ergste misdaden tegen
over myn trouw zusje aanklaagde, en haar
verzekerde hoeveel duizenden malen zy te goed
was voor den versteenden egoïst, die onder
skeletten en preparaten zyn eigen hart, tot
een schynbeeld maakte Hoe lief en good zij
daarop antwoordde, is niet te zeggen. Sedert
was of scheen ten minste onze oudo broe
derlyke verhouding weer hersteld.
Toen was zy veertien jaar. Ik deed myn
doctoraal juist op haren 15don verjaardagen
v,-y wisselden per telegraaf vroobjke felicitaties.
Toen reisde ik een jaar met. u en gy Her
innert u nog wel dat de brieven van huis uijj
menigmaal een weinig bezorgd maakten.
„Nelly," schreef moeder, „was niet erg fiksch.
Zy klaagde wel is waar niet, maar het was
toch te zichtbaar, dat zy leed, en hun oude
huisdokter schudde het hoofd. Ik kende den
wakkeren man. Hy was nog uit de oude
school en wilde van de stethoskoop niets we
ten, had overigens den naam van een ervaren
diagnosticus en gold voor bedachtzaam en
zorgzaam. Dat kon my intussehen niet gerust
stellen, te meer, daar de ouders, die my voor
het grootste genie op geneeskundig gebied
hielden, levendig den wensch uitten, dat ik,
zoodra ik eenigszins kon komen, een consult
zou houden met den ouden arts. Ik besloot
daarom, zooals gy weet, myne studiën te
Parys af te breken en dadelyk naar huis to
reizen, ora met oigen oogen den stand der
zaken te zien.
Toen ik aankwam, kwam Nelly mij zóó
blozend en vroolyk te gemoet, dat ik een
oogenhlik bijna onwillekeurig boos W6rd, dat
men om zulk eone patiënte een beroemden
arts honderd mylen ver had laten komen.
Het arme kind i De vreugde, dat ik voor haar
a) het andore had laten staan, gaf haar den
misleidenden byn der beste gezondheid, Ik
zag echter spoedig dat de oude dokter niet
voor niets het hoofd had geschud. Slochts
togen zyn inzicht, dat hy my niet onthield,
alsof eene longtering in aantocht was, ver
zette ik my beslist. Ik had by de zorgvul
digste opneming en waarneming de longen
volkomen gezond bevonden en daarentegen
zekere storingen en onregelmatigheden in de
hartkloppiigen meenen te bespeuren, welke
my in myn oordeel om alle ziekteverschyn-
solen uit het bloed- en het zenuwleven te
verklaren, slechts versterkten. Zoo scheen my
zyne behandeling, welke geheel op rust en
onthouding van alle opwekkende middelen
goricht was, geheel verkeerd toe, daar ik
tegon den bleekzuchtigen toestand: ys, wyn
en krachtig voedsel meende te moeten voor
schrijven, en de wei, waarmee de oude ge-
noesheer myne arme zuster aan den gang
hiold, ronduit voor vergif verklaarde. Do
oudors traden dadelijk aan myne zyde, te
moer, daar de uitslag in de eerste weken,
zoolang ik by hen was, myne zienswyze
scheen te bevestigen.
(Wordt vervolgd.)