N\ 8335. pit nommer bestaat uit DRIE Bladen. Eerste Blad. Kikeriki. '23 <£oüiant wordt dagelijks, met uitzondering van (§pn- en feestdagen, uitgegeven. Waar ligt het criterium voor Overbevolking Aan liet (loode Meer. Leiden, 2 Februari. -A XT'eI>ï*ï&cfl,i\L A°. 185 DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leideu por 3 maandenf 1.10. Franco por posta 1.40. A£zondorl£ku Hommein0.08. PRIJS DER AD VERTEN TIEN: Van 1—6 rogela 1.05. Iodere regel meer/0.17^. Grootaro letters naar plaatsruimte. Voor het in- oaaieseren buiten de stad wordt 0.10 berekend. Aan de Abonné's daarop, wordt b\j dit nommer verzonden No. 19 van Kikeriki. De vraag, in bovenstaanden titel gedaan, is een struikelblok op den weg der economis ten, die het welzijn der natiën bestudeeren en naar algemeene grondregelen zoeken om hot op te bouwen. Geen zoeken heeft minder kans om wel te slagen dan dit. De elemen ten, welke kunnen samenwerken tot het algemeen welzijn eener natie, zjjn zoo onein dig vorscheiden, uiteonloopend, tegenstrijdig dikwijls, afhankelijk van de toestanden, wet ten en zeden van do verschillende natiën onderling, dat algemeene grondregelen wel als eone theorie kunnen worden voorop ge steld, maar de verwezenlijking blijft in het verschiet. De beoefening der economische weten schap kan niet, gelijk menig andere, tot onderdooien gesplitst, welke op zichzelven als een geheel kunnen beschouwd worden. Zij is eene science d'ensemble, hare resultaten moe ten do oplossing geven tot het welzijn der natiën. Haar krachtigste auxiliair is de sta tistiek. Door haar ontdekt de ernstige beoefe naar der economie, hoe licht schyn voor wezen lijkheid wordt aangezien. Economie is eene wetenschap, op waarneming gegrondde kans om eenig verschijnsel over 't hoofd te zien is bijstor groot, en het generalisecren geschiedt meestal te vroeg. By de groote vraagstukken komt dit 't eorst en het in 't oogvallendst voor don dag. Zooals b. v. bij de bevolkingsquaestie. Voor de geleerden is het een vraagstuk, maar de ongeleerden moenon dat de beslissing voor de hand ligt en dralen niet om voor landver huizing, i. e. plotselinge vermindering van bevolking te stemmen, zoodra het hun voor komt dat er meer handen zyn dan waarvoor arbeid is. The Economist van 26 dezer wydt een artikel aan do wering van immigratie in Amerika. De quaestie, rakende gebrek aan bevolking, gonoog bevolking, overbevolking. F'enilleton. i) Het was in het hartje van don zomer, maar boven in het gebergte woei oen snijdend koude wind, welke den hevig neervallenden regen in sneouw dreigde te veranderen. De lucht was zóó donker, dat men het huis aan het doodo Meer op honderd schreden nau- welyks onderscheidde, ofschoon het wit ge- -pleisterd was en de avond pas begon te vallen. Daarbinnen had men een vuur aangelegd; •de waardin stond in do kouken en bakte viscb, terwijl zij met den eenen voet de wieg heen en weer liet gaan, welke naast den haard stond. In de gelagkamer lag de waard op do bank voor dsn haard en schold op de vliegen, welke hem niet rustig lieten slapen; in den hoek zat do dienstmeid blootsvoets te spinnen en zag van tyd tot tijd zuchtend door de beslagen ruiten naar het ruwe weer; een forsch ge bouwde knecht kwain brommend binnen, schudde zich ais een poedelhond, welken men 1 in het water geworpen heeft, zoodat de dikke regendroppels naar alle kanten uit zijne kleeren spatten on wierp een hoop natte vischnetten treedt daarin zóó duidelijk op, dat zy, die zich eenigszins over dit belangryko vraagstuk het hoofd breken, er belangstellend van zullen kennis nemen. Er is dan in de V. S. van N. Amerika eene wet ontworpen, welke ton doel hooft, door het stellen van zekere eischen, het toelaten van landverhuizers te beperken. Het voorstel gaat uit van de middelpunten der nyvorheid, van de groote steden der Staten in het oosten. Maar do westelijke Staten zullen het hoogst- waarschynlyk niet ondersteunen. In dio Staton is behoefte aan handenzy zyn voor hunne spoorwegen en landontginningen afhankeiyk van den toevloed der vreomdelingen. Wanneer do Ieren de beperking nu goedkeuren, in het belang van Ierland, zoo bogeeren daarentegen de Duitschers hun invloed te versterken. De ropublikeinen in de V. S. willen zes niouwe Staten aan do Unie zien toegevoegd en de snelle opkomst dezer provinciën hangt geheel af van do Duitschers, Scandinaviörs en Itali anen, die er gewacht worden. Door hen wordt de immigratie-bolemmeringswet dus niet begeerd. Maar ook dan, wanneer Amerika tot zulk eene stremming of belommering aan bevol- kingstoevloed besluit, dan is het volstrekt nog njot bewezen dat Groot-Britahnië daar slecht by zal varen. De verlichting in de nooden der natie door landverhuizing, waarvan sommigen zoo hoog opgeven, is twijfelachtig. Door drie, die heengaan, wordt waarschijnlijk éóne huweiyksverbintenis onder debiyvendon mogelijkde ontstano leogto is daardoor dan weer spoedig aangevuld. Het is ook lang geene uitgemaakte zaak dat er te veel handen zyn voor den arbeid, welke te doen valtdo ver schijnselen wjjzen eerder op hot tegendeel. In vele landbouwdistricten komen handen te kort, en van byna alle industrieën valt te vernemen dat bekwaam werkvolk daarbij geen gebrek aan arbeid heeft. De werkloozen zyn, voor het oogenblik althans, slechts zy, die tot werken onwillig of onbekwaam zijnliet aantal dier lieden ondergaat goene verandering door de eb en den vloed in de landverhuizing. Het is duidelyk dat oen jaarlyksch verlies van intelligente werkkracht geon voordoel is. Wanneer de Amerikaansche beambten en wet gevers zich beklagen over de onbruikbaarheid en ongeschiktheid der Engelsclio immigró's, dan mogo dit deels juist zyn, maar het grootste deel van de Engelscho landverhuizers z(jn sterke, welgebouwde mannen en vrouwen, dio, omdat zy karakter en wil hebben, ontevreden zyn 'mol hnn lot. Zy zijb de dapperen, de avontut.i- in den hoek naast don haard. Niemand sprak oen woord. Het was als vreesde ieder, dat de wolk van mismoedigheid en lusteloosheid, welke boven het huis dreef, zich in eene hagel bui van twist on tweedracht zou ontlasten, wanneer men niet het stilzwijgon bewaarde. De huisdeur ging open en een vreemdG stap schreed voorzichtig door het donkere portaal. De waard verroerde zich nietslechts de dienstmeid stond on on opende de deur der gelagkamer. Een man in reisgewaad stond op den drem pel en vroeg, of hy hier terecht was in de herberg „Aan het doode Meer." Op het korte „ja" van de aangesprokene trad hy binneD, wierp zyne druipende plaid op de tafel, do reistasch daarnaast cn liet zich, zichtbaar afgemat, op de bank vallen, zonder den door den regen zwaar geworden hoed af te nemen of zijn stok weg te zetten, als wilde hy na eene korte rust weer opstappen. De meid was voor hem blyven staan en wachtte op zijne bevelen. Hy scheen echter lieolemaal te vergeten, dat er, beha!vo hy, nog iemand in de kanier was, leunde met het hoofd tegen den muur en sloot zyne oogen. Zoo zweeg wederom alios in do bedompte, vochtig warme kamer en slechts het gonzen der vliegen en het gedachtelooze zuchten der lyken van hun stand, en als zij heengaan, is het een verlies voor de plaats, welke zy verlaten. Een soortgelyk verlies begon ln de 15de eeuw Spanje's ondergang, en Scandi navië begint thans op gevoelige wyze hot nadeel er van te ondervinden. Von Bismarck hoeft geen ongolyk, wanneer hy de landver huizing vreest., ofschoon hy enkel uit hot oogpunt van logorsterkto de zaak beziet. Ierland heeft waarlyk weinig genoegen van zyn leogloopen; het is er politiek met op ver beterd en economisch heeft het geen voor- tpood er door gekregen. Het denkbeeld dat by schraalheid van bevolking de loonen hooger zyn dan by eene dichte bovolking schijnt ook in Amerika voor te heerschen. Door de onoordeelkundigen wordt dit als eene waarheid aangenomen, maar geeno economische stelling is minder bewezen door feiten dan deze. Zelfs in de midden eouwen, waren enkel in plaatsen, zooals b. v. Gent, met eene overtalryke bevolking, loonen hoog; en in onze dagen blykt duidelyk dat in do landen, welke zeer schaarsch bevolkt zijn, de welstand en voorspoed afwezig zijn, zoodat in Oostenrijk en Hongarije, waar niet half genoeg handen zyn, de menschen slechter gevoed worden dan te Londen de armen in het werkhuis. De verbazende toeneming van bevolking in Engelaud, gedurende dezeoouw, ging gepaard met eene even verbazende stij ging der loonen, en hot is in Londen, maar geenszins in do vervallende steden van het zuiden des lands, dat loonen hoog zyn. De opeenhooping van energie in eene dichte be volking vergoedt dubbel de meerdere uitgaven voor levensonderhoud; het op- en neergaan in liet tarief van loonen hangt daar af van de vraag naar het voortgebrachte handels artikel, niet van de fluctuatie in hot getal dergenen, dio het maken. Dit wordt voldoende bewezen door de omstandigheid dat in eene fabrieksstad oen tyd van lage loonen, altyd met klachten over gebrek aan werk gepaard gaat. Wanneer de zaken goed gaan en dat werk volk van allo kanten toestroomt, do bevolking jaarlijks toeneemt, dan zyn de loonen het hoogst. Londen kan weieens overvol zyn, maar Londen is eene soort Eldorado voor de armen, en het heeft nog andere aantrekke lijkheden dan werkverschaffing; maar mocht b. v. do bovolking van Livorpool verminderen, dan kan men gerust, zonder de hulp van eenige statistiek, boslissen dat Liverpool zelf achteruitgaat. Het is eene dwaling, dat het groote belang, gelegen in overvloed van werkkracht, niet op zyne waarde zou worden geschat, en dat al dat werk zou gedaan worden zonder geëven- redigde belooning. Loonen zyn altyd 't hoogst in de middenpunten van bedryvigheid. Bevol king is in zekeren zin eene bron voor handel en nyverheid, zoo goed als stoomkracht dit op zyne beurt is, en al had Engeland 50 millioen zielen, dan zou zyne bedryvigheid naar proportie vermeerderen, en zouden de loonen niet lager zyn. De massa zaken, welke in Engeland gedaan worden, konden er niet gedaan wor den, wanneer het land niet de vrije beschik king had over de enorme werkkrachtwelke- het bezit. In het bovenstaande Engelscbe betoog ligt ongetwyfeld eon grond van waarheid, voor do gezonden en sterken, voor do good for- alUhings zelfs opwekking en aanmoediging. Maar het is te begrypen dat den anderen de vrees om 't harte slaat by de uiteenzetting van deze begrippen over welzyn in den strijd om het bestaan. In dal „vrije beschikking over enorme werkkracht" zit de pit van het gansche betoog, maar tegelyk het vonnis over hen, die nauwelyks behooron tot de good for-somethings, waar zo ook blyven of heengaan. De leer gaat niet boven de natuur. De sterken blyven be houden, de zwakken gaan onder. D. H. Belangstellenden in „de Practische Am bachtsschool" alhier, worden uitgenoodigd tot het bezichtigen dier inrichting, in de Sionsteeg by de Haarlemmerstraat, op Donderdag eiv Vrydag, den 7don en 8sten en den 14den en löden Februari a. s., des voormiddags van ft tot 12 en des namiddags van 2 tot 4 uren. Het Bestuur herinnert don leden van de vereeniging, dat voor hen de school dagelijks is opengesteld, uitgezonderd des Zaterdags. Naar wy vernomen, zal de heer Tli. Enderlee op hot concert ton voordeele der Voorzorgskas niet optreden, omdat hy zijne- medewerking voor het derde Toonkunst-con cert heeft toegezegd. Door de officieren van hot 4de reg. inf. is aan den kapelmeester J. G. H. Mann van dat corps een prachtige dirigoorstok aange boden, als blyk van waardeering voor de goedo- diensten en don yver, welke de heer Mann, steeds betoond. De officier van gezondheid Van Walsemy to Leiden, wordt overgeplaatst naar Geertrui-, denberg. Den lsten dezer heeft aan het departe ment van buitonlandsche zaken de onder- teekening plaats gehad eener verklaring, meid verbraken nu en dan do stilte. Eindoiyk kwam do waardin met het eten binnen; een kleine knaap, die don vreemdeling met groote oogen aanstaarde, droog een licht achter haar aando waard stond loom van do bank op, gaapto en ging naar de tafel. Hy liet hot echter aan zyne vrouw over, hun gast tot het maal uit te noodigen, hetgeon de laatste met een stom hoofdschudden afsloeg. „Vleesch, een paar kippen en eondeu uitgezonderd, had den zy niet in huis," bracht de waardin veront schuldigend in hot midden. „Voor henzelven was hot te duur en bezoekers kregen zy niet veel meer, sedert voor twee jaar de nieuwe straatweg aan gindscho zydo achter den Joch- berg aangelegd was en de post, welke anders hier voorbijkwam, nu aan gindscbe zyde moest passeeron. By gunstig weer nam menigmaal oen voet reiziger of een schilder, die het doode Meer Wilde schetsen, by hen zyn intrek, maar dat gaf niet veel en met het beetje visscherij was ook al niet veel te verdienen. Indien mynheer echter wilde overnachten do bedden waren good en do kamer hiornaast eerst vóór acht da gen gewit. En in den kolder haddon zy oen vaatje bier en een goeden Tirolorwy'n en zy maakten zeiven een gentiaan brandewyn, welke steeds door iedereen geroemd werd. Op al deze aanbiedingen antwoordde do vreemde slechts dat hij wilde overnachten en- dat hy wat frisch water wenschte. Toen stond hy op, zonder zelfs de menschen, die om de tafel zaten en zwygend hun avondeten ge bruikten, ook slechts met een enkelen blilt te verwaardigen, ofschoon de aardige tien jarige knaap hem vortrouweiyk genaderd was. en voortdurend zijn horlogeketting bekeek, welke torsluiks in de stralen van het som bere licht schitterde. De meid nam een tweedon kandelaar van den schoorsteen en ging den gast voor naar de zykamer, waar zy voor hem de waterkruik vulde en hem toen met zyne stille overpein zingen alleen liet. De waard zond hem een. vloek achterna. „"Wanneer er dan eens een komt, dan is het zoo'n vagebond, die niets verteert en ten laatste zelfs met het slaap geld er van doorgaat en het buddegoed mee neemt 1" „Zulke lui," viel de waardin in, „laten zich eerst vertellen wat keuken en kolder ople veren en doen hun best om den waard en de waardin door mooie woorden tot hunne vertrouwden to maken. Dezo mynheer echter is Of ziek óf heeft een verdriet, waardoor het eten en drinken hem niet smaakt." Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1889 | | pagina 1