Ha. 8880. Dinsdag SO Januari. A°. 1889. Dit noiiiraer bestaat nit TWEE Eladeu. Errsle IJ!ad. $eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (§on- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 28 Januari. Feuilleton. De vrouw eens Dichters. FEUS DBZER COURANT: Veer Lelden [i3i 8 w**cden.1.1#. I t'rasüo per pctft.j.1.40. Al«r.ndeilffl«. Koaimer».0.06. ii iii t jÜeüniê:g2,eTrieis£OEa. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 1—6 regels 1.05. Iedere regel meor/0.l7J. Orootere letters naar plaatsruimte. Voor het in- casseeren buiten de stad wordt 0.10 berojend. Vergadering van den fcremceutcraad van Leiden op Donderdag 31 Jan., des namiddags te twee uren. Punten ter behandeling: 1&. Verzoek van Dr. W. P. Weebere, om co-ntinuatio als etade-geneeakundige. (1) 2*. Benoeming van een lid der Plaat selijko School commissie. (8) 3°. Verzoek van J. A. Frank, om continuatie van de huur van don kelder onder het Raadhuis (2) 4°. Idem vun W. J. Zwetsloot, ter hekoming van grond lange de Haarlemmer trekvaart (5) C*. Voorstel betrekkelijk het doen rooien en planten van boomen. (7) 6ft. Voorstel tot uitbreiding van het onderwijzend per soneel *an do school 4de klasse No". 2. (2-55 van 1888 en 0) 7°. Tweede Suppletoir Kohier der Plaatselijke Dirocto Betasting, dienst 1888 (10) 8*. Voorstel betrekkelijk het verleencn van een verlof aan Dr. C. Snouck HurgroDje, leeraar aan de IaateDiag tot opleiding van Oost-Indiaebe amb tenaren. (11) 9°. Verzoek van F. W. J. H. Tengbergen, om onthef fing van schoolgeld Middelbaar Onderwijs. (14) Bnrgemeestor en Wethouders van Leiden; Gezien het adres van C. MASTItlGT, vleeech- kouwer, wonende alhier, houdende vorzoek om ver- gupning tot hot oprichten van eene b la c h t e r ij in het achtergedeelte van het perceel Haarlemmer straat No. 254; Gelet op de artt, 6 en 7 tier Wet van 2 Juni 1875 (Staatsblad No. 95); Geven b\j dezo kennis aan het publiek dat ge noemd verzoek, met de bijlagen, op de Secretario dezer gemeente ter visie gelegd isalsmede dat op Maandag den llden Februari 1889, 's voormiddags te elf uren, op het Raadhuis gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen dat verzoek in te brengen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTER, Burgemeester. 23 Jan. 1889. E. KIST, Secretaris. De stad onzer inwoning en de Univer siteit hebben een gevoelig verlies geleden door hot onverwacht afsterven van don hoog leeraar Rauwonhoff. Reeds sedert eenige maanden gaf de toe stand z\)ner gezondheid reden tot ernstige bezorgdheid. Doch men vleide zich met de hoop, dat een verblijf van eenige weken in een zachter klimaat hem volledig herstel zou aanbrengen. Vóór veertien dagen begaf hij zich met zijn gezin naar Meran, in Tyrol. Doch hjj mocht daar niet vinden wat hjj er zocht. Van dag tot dag werden de be richten meer verontrustend. Enkele dagen na zijne aankomst openbaarde zich longontsteking, en in den namiddag van 26 Januari blies hij den laatsten adem uit. Naar lid Decnsch van H. Bang door E. F. 2) J Victor oefende een vreomdsoortigen invloed op Martha uit. Terwijl haar ernstige geest zich onaange naam getroffen gevoelde door zjjno speelscbe zwakheid, trok z(jn talent haar aan, het be- strikte haar al verder en verder, en hield baar, ondanks haar wederstreven, hoe langer hoe meer gevangen. Niet zijne persoonlijkheid, maar zijn talent was het, dat haar begoochelde, en het overheorschend gevoel in haar was medelijden, leedwezen bijna, over het feit dat in dozen zoo weinig beteekenenden man de kiemen schuilden, een zooveel beteekenend dichter te worden. A an zjjno zijde was do eerste toenadering weinig anders geweest dan eene oogenblik- i kelijko opwelling; hjj was er aan gewoon ge- i raakt door een ieder gezocht en gevleid te wordenz(j had noch hot een noch het ander gedaan, en dit had als vanzelf ten gevolge dat hjj zijn best deed hare opmerkzaamheid te wekken. En nadat z(J op deze wijze al nader met "Welke plaats Rauwenhoff inneemt in de ontwikkeling der Noderlandscbe Protestant- sche theologie; wat hij geweest is eerst als predikant, daarna als hoogieoraar; hoe hjj in meer dan ééne betrekking voor het vrij zinnig Chistendom en hot Protestantisme heeft geijverd; wat de zijnen en zjjne vriendon in hem verliezen dit alles kan nu, wei nige uren na zjjn afstorven, niet worden overzien en volledig beschreven. Wy moeton ons bepalen tot eene vluchtige 6chets van zijn leven en z(jne verdiensten. Lodewjjk Willem Ernst Rauwenhoff werd 1 den 276ten Juli 1828 geboren te Amsterdam. Na den dood z()ns vaders vestigde zijne moeder zich metterwoon te Haarlem. Hier bezocht hjj de Fransche school en later hot Gymna sium, tot het begin van 1815, toen h(j naar Amsterdam terugkeerde, om zich onder do leiding van dr. Epkema voor de Hoogesehool verder te bekwamen. In 1846 werd hy student in de Godgeleerdheid aan het Athenaeum Illustre zijner vaderstad. Zjjne examens legde hy te Leiden af, en al aanstonds nam hij zich voor, daar, onder de leiding van Scholton, zijne studiën te voltooien. Van September 1850 af volgde hjj de lossen van dien hoog leeraar, en weldra nam hjj onder zjjne getrouwe en geliefde leerlingen eene eerste plaats in. Den 12den Maart 1852 tot Theo!. Doctor be vorderd on in Mei van hetzelfde jaar tot den predikdienst in de Hervormde Kerk toegelaten, werd hjj weldra beroepen te Mijdrecht en daar den 24sten October bevestigd. In 1856 volgde zijne verplaatsing naar Dordrecht, van waar hij in 1859 naar Leiden ovorkwam. Slechts ruim een jaar was hjj hier als predikant werkzaam. Op voordracht van I-IH. Curatoren en naar don wensch der Faculteit werd hij in Juni 1860 tot buitengowoon hoogleeraar in de Godgeleerdheid benoemd, ter vervulling van de plaats, dio door het overlijden van Kist was opengevallen. Den Disten September aanvaardde hij zijn ambt. Gedurende 21 jaren van November 1865 af als gewoon hoog leeraar onderwees hjj de geschiedenis van de Christelijke Kerk en hare leerstellingen. Aan oon helder inzicht in den gang der histo rische ontwikkeling paarde hjj oene bij uitstek duidelijke en ln haren oonvoud sierlijke voor dracht. Door de opeenvolgende geslachten van studenten werd dan ook zjjn onderwijs op hoo- gen prijs gesteld. In ruimeren kring vond zjjne Geschiedenis van het Protestan tisme (3 deelen, 1865 1871) algemeene toejuiching. In 1881, na hot aftreden van den boog- elkander in aanmerking kwamen, ontwaakte ln haar eensklaps de echt vrouwelijke geest drift voor eene taak, welke zij meende dat op haren weg lag, nameljjk van den dichter een man te maken, hem krachtig en groot te doen worden. Wat. hem betreft, hjj begon gaandeweg voor haar een gevoel te koesteren, dat geheel nieuw voor hem was en hemzel- ven bevreemdde, - eene zekere eerbiedige ge negenheid, welke nauwer verwant was aan vriendschap dan aan liefde on hartstocht; zij kreeg invloed op zjjn werken en denken zelfs reeds eer zij verloofd waren. Toen hjj na verloop van eeno maand of drie, vier, zich eindelijk vermande en om hare hand vroeg, zeide zij ja. En nu waren ze, zooals we zeiden, reeds vier jaren getrouwd. Hun huwelijksleven was buitengewoon ge lukkig geweest. De sympathie, welke zjj voor elkander gevoelden, was met den dag toege nomen, eene diepgevoelde, innige sympathie, welke hun goheele leven omvatte, en Victor's bestaan in alle opzichten vervulde. En terwjjl zjj er steeds voor waakte dat hp ooit zijne minderheid tegenover haar zou gevoelen, was hjj allengs onder haro leiding degelijker, man nelijker geworden. Het had er inderdaad veel van alsof zy in hun rustigen, harmonischen leeraar Scholten, liet Rauwenhoff de Kerk geschiedenis aan zijn toen benoemden ambt genoot Acquoy over on belastte hy zich met het college over Wijsbegeerte van den gods dienst; buitendien onderwees hy de Encyclo paedio der Godgèleerdheid, hem in 1877 bij de invoering van de nieuwe Wet opgedragen. Hoe hy zich van de eerstgenoemde taak heeft gekweten, is wereldkundig. Zijne Wijsbe geerte van den godsdienst (Doel I. Het stolsel) zag in 1887 het licht. Dat boek, waar van eeno Duitsche vertaling ter perseis, ver zekert hem eene blyvende plaats in de ge schiedenis der theologische wetenschap. Uit meer dan één oogpunt is de daarin voorge dragen beschouwing bestreden. Maar ook zy die het verst van hem af stonden, huldigden als uit één mond de helderheid zyner voor stelling, den moed waarmode de moeilyksto vraagstukken werden aangevat, den onkreuk- bareu waarheidszin, waarvan elke poging tot oplossing getuigenis gaf. Rauwenhotf's levenstaak was nog niet af gewerkt. Het tweede deel zyner Wijsbe geerte van don godsdienst laat hij onvoltooid achter. En niet alleen als hoog- leeraar, ook in menige andere betrekking was hy tot den einde toe yverig werkzaam en zullen anderen moeten opvatten en voortzet ten wat hp niet heeft mogen afdoen. Zooveel te dieper zal zyn gemis worden gevoeld. Niet tevergeefs heeft hy geleefd en gearbeid. By velen in den lande zal zyne nagedachtenis in eere biyven. Wat zijne trouwe gade on zyne kinderen, wat zyne vriendon in hem verliezen, kunnen zyzelven alleen beseffen. Een rijk begaafd en een goed man is uit ons midden weggenomen. Hy rusto in vrede! Ter aanvulling van de aanbeveling be treffende de vervulling van drie vacaturen in do plaatseiyke schoolcommissie, ontstaan op 31 December 1!., biedt de commissie, ter vervulling der vierde vacature in de drio bovenbedoeldo werd reeds voorzien ontstaan door de periodieke aftreding ook van dr. Th. H. Mac Gillavry, den Raad do volgende aanbeveling van twee personen aan lo. dr. Th. H. Mac Gillavry en 2o. dr. H. Treub. In do Raadszitting van 20 December jl. werd hot voorstel van B. en Ws. van 10 December te voren, strekkende tot uitbreiding van het onderwyzend personeel aan de school 4de klasse No. 2, aangehouden, ten eindo alsnog een nader advies te erlangen van do plaatselijke schoolcommissie. De commissie heeft thans het gevraagd nader advies uitgebracht, waaruit blijkt dat echt van hen beiden de zwakkere gewor den was. Martha gevoelde zich gelukkig toon zy haro pogingen met zulk een goeden uitslag zag bekroond. Maar in het dorde jaar van haar huweiyk werd hot haar eensklaps onbeschryf- ïyk angstig te moede. Zy had haren man eon aanzieniyk vermogen aangebracht, en zelf was hy ook ver van onbemiddeld, zoodat by niet om den broods behoefde te schryven. Kort na hun trouwen, had hy een bundel poëzie het licht doen zien, lyrische gedichten, voor namelijk dagteekenend van het tydvak, waarin hy zich tot Martha had aangetrokken gevoeld. Sedert had h(j weinig of niets voortgebracht; h(j hield zich eenigszins op de hoogte van de nieuwere literatuur, leverde nu en dan eenige bladzijden critiek aan een letterkundig week blad, - dat was alles. Martha sprak hom slechts zelden hierover, en deed zy hot, dan klaagde hy steeds over gebrok aan stof. „Ik kryg geene indrukken meer," zeide hy. En deze woorden: „ik kryg geene indrukken meer," zy werden de nachtmerrie van haar leven. Zij was als verlamd door eeno knagende vrees: naarmate in hem de man zich ont wikkelde, verdween de dichter. Dit leven aan hare zyde was hem dus niet genoeg? Zy verzonk in eindelooze, smarteiyko over zij hot voorstel B. en We. ondersteunt, zoodat dezen alsnu in overweging geven te besluiten dat het onderwyzend personeel aan do school 4de klasse No. 2, worde vermeerderd met één derden onderwyzer of één derde onderwijzeres. Volgaarne overigens gevolg gevende aan den in de bovenbedoelde Raadszitting uitge sproken, wensch worden thans alle tot doze zaak betrekking hebbende stukken onder de Ingekomen Stukken opgenomen. Tot toelichting wordt nog medegedoeld dat de daarin opgenomen brief van den arron- dissoments schoolopziener van 13 Juni 1887 ten gevolge heeft gehad de uitbreiding van het onderwyzend personeel aan de hier be doelde school tot 10 onderwyzers, terwyi in de zitting van 27 October 1887 als zoodanig werd benoemd J. Van Bladel, tot welke be noeming betrekking bad het rapport van B. ea Ws. van 17 October 1887. Tan slotte wordt medegedeeld dat de beide hoofden der scholen 4de klasse door B. en Ws. zijn uitgenoodigd hun gevoelen mede te deelen aangaande eene eventueels wyziging dor schoolwykvordeoling. Ten aanzien van het verzoek van W. J. Zwetsloot, tor bekoming van een stuk grond langs do Haarlemmerlrekvaart, stellen B. en Ws. voor, aan adressant in eigondom af te staan een strook grond ter grootte van 62 centiaren, zijnde een gedeelte van het perceel aan de Haaxlommortrekvaart onder de ge meente Leiderdorp, by het kadaster hekend onder Sectie A, No. 2762, onmiddellyk gren zende aan het perceel van adressant Sectie A, No. 1750, ten einde daaraan te worden verheeld, mits zulks geschiede onder toezicht van den gemeente-architect, togen betaling van een kooppiqjs van drie gulden per centi are en van do kosten van overdracht. Ook wordt door B. en Ws. aan den ge meenteraad overgelegd eene lyst van boomen, welke om de daarby vermelde redenen moeten worden gerooid, met voorstel hen te mach tigen tot den verkoop ter rooiing van be doelde boomen over te gaan. In den regel kunnen de kosten van ver vanging der gerooide boomen in de stad uit de beschikbare gelden worden gevonden; dit is echter niet het geval met den aanplant van ongeveer 160 boomen aan den Hoogen Ryndyk ter vervanging van do boomen, welke aldaar ten gevolge van het ongunstige weder in hot tweede jaar bezweken zyn, terwyi de leve rancier slechts voor één jaar aansprakeiyk was. De vervanging zal oene uitgave vorderen van once voer f 350, waarvoor de post Onder- peinzingen. Uren lang kon zy met de handen in den schoot zitten, haar geest telkens op nieuw aftobbende mot dezelfde gedachte, wier verwarde, eindelooze rij steeds met een vraag- teeken eindigde. Moest dan een dichter noodzakoiyk een on beduidend, een zwak monsch zyn Zy zag don dichter duim voor duim verdwynen, verwelken in het bestaan, dat z.y mot do toewyding van geheel haar leven voor hem geschapen had. En nu zou zy haar eigen werk moeten ver nietigen, met eigen handen het geestelyk go- bouw afbreken, dat zy met zooveel inspanning had opgetrokken? Ja, het moest zoo zijn, al zou haar hot harte bloedon, al gevoelde zjj dat zo het doodvonnis ever haar eigen leven uitsprakmaar de dichter mocht niet ten ondergaanzy had het recht niot in hem den dichter te doodon. Hoe zou ook dit kalmo, huisolyke loven dat zy leidden, bevruchtend kunnen worken op zyn genie? Hy had immers meer behoefto aan minnekoozendo toederheid dan aan Iiefdo, meer aan hartstocht dan aan rustig gr-Juk? Toon verwenschto zij haren koelen aard, dien vorst- nacht, welke zyne kille hand verstyvend op hare eerste toederheid had gedrukt. iv/ordi vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1889 | | pagina 1