werd met gloed gezongen; ook hare lieve, omvangrijke sopraanstem mocht talrijke tee kenen van goedkeuring wegdragen. Mej. Verbruggen, als de oude Martha, beviel onS het minst: het was een uiterst ztvak orgaan, dat wij hoorden, eene bepaald slechte grime, Welke wij aanschouwden. Volgens onze bescheiden meening was het koor der mannen veel beter dan dat der vrouwen. Do soldatenliederen Logt de wapene neder enz. en li o cm rijk verleden van 't voorgeslacht, werden krachtig en met entrain gezongen. Het orkest, ditmaal onder directie van den heer Van der Linden, voldeed zeer goed, ofschoon het koper eene enkele maal te sterk op den voorgrond trad. Aan de monteering was meer zorg be steed dan wjj gewoon zijn dat hier te zien; het was vooral in de Tuinscène, het paleis van Mepliistopheles en de Apotheose, dat dit onze aandacht opwekte. De zaal was méér dan bezet on wel door een publiek, dat telkenmale zjjne buitengewone ingenomenheid, zijne onbetwiste goedkeuring te kennen gaf. Mogen de uitvoerders evenveel sympathie koesteren voor hunne Leidsche toehoorders, als deze laatsten getoond hebben te bezitten voor ons nationaal operagezelschap, dan hou den wij ons overtuigd dat beiden elkander nog menigmaal zullen ontmoeten; dat de Hollandscho zangers nog dikwijls ons tooneel zullen betroden, dat wjj hen immer onzo oprecht gemeende toejuichingen zullen schen ken. Mr. L. H. Gemengd Nieuws. Een inderdaad treurig feit heeft gisteren in onze gemeente plaats gehad. Eene zieke vrouw werd in den nacht van Zondag op Maandag door eene barer dochters, zelf moeder van een talrijk kroost, opgepast, ten einde haar op het ziekbed ware kinderlijke liefde en hulp te verleenen. Des ochtends keerde die dochter naar hare woning terug; daar ontving ze inden avond de treurige boodschap dat hare moeder was overleden. Dooh wie 6chotst de ontsteltenis en do droefheid van Z., echtgenoot der bewuste dochter, en van zjjne kindoren, toen z(j bjj hunne thuiskomst tot de ontdekking kwamen, dat niet alleen behuwdraoeder en grootmoeder, maar ook gade en moeder had opgehouden te leven! De tijding van het overlyden barer moeder, had Z.'8 echtgenoote zóódanig aangegrepen, dat ook deze weldra den laatston adem uit blies. Wel was spoedig een geneesheer ter plaatse aanwezig, doch deze kon niets anders doen dan den dood constateeren. Inderdaad eene hoogst treurige gebeurtenis! Zondag-morgen kwamen teKat- wjjk acht schuiten van de kantvisscherij aan. De visch werd gistermorgen afgeslagen en de besomming bedroeg f 77 tot f 132. Gisternamiddag zijn alle schuiten, welke op laag water stonden, in zee gegaan tot uit oefening der kantvisschery. De grootste drukte heerseht er nu op het strand met het trekken der schuiten, want allen willen nu zoo spoedig mogelijk afvaren. Voor do rechtbank te 's-Hage stonden gisteren terecht Jesaia Hangjas en Willem Kraajjenbeek, beiden beruchte mis dadigers, wegens oen diefstal in de Riouwstraat, met inklimming en braak, en wegens een diefstal op den Loosduinschen weg, althans van heling van de daar gestolen voorwerpen. Er werden 25 getuigen gehoord. De beklaag den ontkenden alles. De eisch van het O. M. was tegen ieder der beklaagden 3 jaren. Uitspraak over 8 dagen. In de gisteren gehouden zitting van den Hoogen Raad werd behandeld het beroep van oen persoon te Heemstede, die door het Hof te Amsterdam met bevestiging van een vonnis der Haarlemscbe rechtbank is veroordeeld tot 4 jaar gevangenisstraf en ontzetting uit de vaderlijke macht enz. voor den tijd van 9 jaar. Deze requirant had in den vroegen ochtend van 19 Juli jl. zjjn 14-jarigen wettigen zoon, die te slapen lag, met een zw.tren ijzeren hamer op het hoofd geslagen, ien gevolge waarvan deze veel bloed verloor en gedurende 14 dagen verhinderd is geweest eenige beroepsbezigheden uit te oefenen. Adv.- gen. Patijn concludeerde reeds dadelijk tot verwerping. Uitspraak 28 Januari. Tévens 'deed'de" Hóogë Raad uitspraak in twee verduistering-zaken, ten eerste van den ontrouwen bode van een begrafenisfonds te Oud Beiorland, die zich gelden had toegeëigend, en ten twoede van den commissionair ln effecten te Wormerveer, die hem tot pand ge geven effecten ten eigen bate had aangewend. In beide zaken werd het cassatieberoep ver worpen. D e a a n gek o n d i g d e hardrijderij op schaatsen, te Zegwaard, welke heden zou gehouden worden en uitgeschreven was door de „IJsvereeniging Zoetermeer Zegwaard", is, wegens den ingevallen dooi, uitgesteld. Aan den Sloterweg, te Haarlem mermeer, doodden twee losgebroken honden 14 schapen, welke in de weide liepen. Aan den Ringdijk, bij Halfweg, werden 4 varkens door twee honden aangevallen en gedood. By het sloopen van een muur van de vroegere bierbrouwerij „De Haan", te Amsterdam, is een werkman onder vallende afbraak bodolven geraakt. De ongelukkige werd dood opgenomen. Te Wyde-Wormer vermaakten zich Zondag-middag drie kindoren, een meisje van 13, oen van 11 en een jongetje van ruim 7 jaren van T. v. d. Broek, stoker aan het stoomgemaal te Wyde-Wormer, op het jjs, zakten erdoor en zonken in de diepte weg. Dienzelfden dag waagdo zich te Arnhem zekere P. Peters op het ijs in den grooten vijver van het Klarenbeeksche Bosch. Men zegt dat het eene weddenschap gold. De man zakte door het ijs en verdronk. Hulp werd wol spoedig geboden, zelfs met levens gevaar, maar het was te laat. Te Zuid Beierland waagden des middags twee broeders van 8 en 14 jaren zich op het broze ijs in de binnenhaven. Één hunner viel door het jjs, waarop de ander hom wilde helpen, doch er ook doorzakte, met hot nood lottig gevolg dat beiden verdronken. Het 12 jarig zoontje van J., te Delft, ver maakte zich gistermorgen, hoewel hij door de politie gewaarschuwd was, aan den Oost singel aldaar, op hot ijs. Hy viel er door en verdronk. Acht kinderen, te San-Sebas- tian (Spanje) door een dollen hond gebeten, zijn naar Parijs gezonden om er door Pasteur te worden behandeld. Te Elswood (Michigan) hoeft een spoorwegongeluk plaats gehad. De luite nant-gouverneur van Michigan en verscheidene andere personen werden gedood. Het aantal gewonden is groot. IN Gr E 21 ON DEN. I,n nntssance de l'hommc. Op de Botermarkt voor den winkel van de heeren Gobr. Reinke is het thans drukker dan gewoonlijk; men verdringt er elkander bijna. Do meestal smaakvolle étalage, altyd zoo verscheiden, biedt ons oog nu nog meer. Wy worden daar gedwongen te voelen dat er workelyk zenuwdraden van het oog naar de hersenen gaan. Of wio ziet de daar tentoon gestelde scbildery zonder te denken? ik onderschrap dit, omdat men zoo gauw van denken spreekt en het toch met andere be grippen verwart. Of het mooi is? Ik zou deze vraag nlot gaarne aan oen kyker doen de Leidenaar3 zyn nooit byzondere mooivin- ders geweestmen verkoopt in Leiden geene knollen voor citroenen. Men roept hier zoo spoedig nietwat is dat mooi 1 Plaats u voor don winkel,er staan eenige kykers, zy timen, misschien wel een kwartier, ze willen weten en zeker van hunne zaak zijn, en dan eerst hoort men iets, maar men heeft er ook wat aan. Ieder heeft natuurlyk niet zooveel tyd of belangstelling, oen ander ziet liever een landschapje, daar valt zoo niet by te denken, de natuur heeft men dagelyks voor oogen, de plaats is soms in de omgeving, dus oude kennissen en aangename ontmoeting. Maar wat stelt nu deze schildery voor? Reeds de titel zegt veel„La naissance de l'homme" het geboren worden van den monsch (de vertaling staat gewoonlyk be neden het oorspronkelykezoo ook hier). De eerste indruk is mystiek en huiverig, onbe vredigend, maar prikkelend: eene zon en toch duisternis. Do omgeving is onbestemd; eer warm dan koud, eer los dan vast. Dan ziet men, zonder zich iu een anderen tyd verplaatst te gevoelon, mannen, die vroeger leefden en nog niet ter ziele zyn, uit andere landen, maar hier toch niet verbannen. In een oog wenk hebt ge eene reis gemaakt van eeuwen door Egypte, Palestina, Hindostan, langs den Donau en den Rijn. Wat de figuren betreft, zal men met een goed oog niet lang behoeven te vragen; wat ze daar doen, zal sommi gen met warmte vervullen, anderen met be wondering, meerderen met schrik, ontzetting, afgryzen, en wat dies meer zy; de mees ten biyven echter koud. Een lam draait ons den rug toe en scbynt te trachten zyn naamge noot te bewonderen. De vrouw, zooals ze daar in het midden weergegeven is, doet ons in alles denken aan het wezen, dat de Engel- schen zoo schoon aanduiden met het woord „woman". Zy heeft in den schoot een kind, gehuld in een waas, dat schynt te zullen verteren door de kracht, die er onder schuilt, en grooter gebied tracht te veroveren. Maar nu de koeiekop, die zich zoo stout in het westen, of liever, want het is eene schildery, aan don linkerkant vertoont. Is dat een raadsel? Ja, inzoover alles, wat wy niet begrüpen, ons raadselachtig voorkomt, hoewel het ons waar kan aandoen, maar dan is het geheel een raadsel. Doch neen, wannoor wy zien hoe het geheel zich oplost in het middelpunt, er byna door verdrukt wordt en toch stralen uitzendt en nablinkt. Maar genoeg. Een indruk beschryven mag geon ontleden worden, kan geen ontleden zyn van een geheel. De kunstenaar heeft zich rond en stout geuit; hy heeft zyne ideeën met zyne middelen kenbaar gemaakt. Begrypen wy hem niet, hy draagt er de schuld niet van. De middelen van uiting maken de scheppingen niet duideiyker. Ware het eene geschiedenis, wy konden een boek opslaanen toch is het eene geschiedenis, niet geschreven, maar meer dan dat, oud en toch meer dan nieuw, niet uit den vreemde, maar te dichtby om er opmerkzaam op te zyn. Want zy, die do ideeën begrijpen, heffen het meer dan zes- duizendjarige deuntje aande Leidenaars gaan in polders en meren, moerassen en poelen, uren ver, op katvisch uit, terwyl ze hun riet- stok slechts uit het venster behoeven te steken om In eene stad als Leiden, waar wetenschap zoo hoog staat, en kunst meer in de inge wanden woelt weinigen kennen de gelegen heid, die zich in Leiden voordoet om eene artistieke leiding te genieten zal wel een woord gesproken, misschien ook geschreven worden over deze schildery, ongotwyfeld door hen, die do gunstige gelegenheid waarnomen wetenschap aan kunst te paren. De schilder zyn naam staat niet onder do schildery, alsof men hem toch niet kende, had wel wat vernis kunnen aanwenden, waarby het werk zeker gewonnen had. V. BUITENLAND. Frmnkr||k. In de gisteren gehouden zitting der Kamer van Afgevaardigden vroeg mgr. Freppel inlich tingen over de maatregelen, welke de regee ring denkt te nemen omtrent het bezit van eilanden in den Stillen Oceaan, meer bepaald wat het Paaschoiland in den Cook-Archipel betreft. De minister van marine en koloniën, admi raal Krantz, antwoordde dat het bescherm heerschap over het Paasch eiland is erkend nutteloos te zyn. De Cook-eilanden hebben nooit aan Frankryk behoord. Mot betrekking tot de Tongway-eilanden heeft Frankryk al de rechten van koningin Pomaré onderzocht, en het zal aan de Engel- sche regeering vragen, die eilanden niet als Britsche kolonie te beschouwen; maar overi gens hebben zy geene waarde. Mgr. Freppel kwam op de zaak terug; hij voerde nog aan dat het koloniaal bestuur reeds Egypte en de Nieuwe Hebriden aan de Engelschen had overgeleverd en dus van onbe kwaamheid kon verdacht worden. De minister erkende dat Frankryk zyn recht moet handhaven op de eilanden, die Tahiti omringen, doch dat, indien men ze niet teruggaf, daarin voor Frankryk geene reden zou bestaan om aan Engeland den oorlog te verklaren. De Kamer heeft vervolgens de nieuwe leger- wet aangenomen, mot verwerping van de wyzigingen, door den Senaat daarin gebracht. De rechterz.ydo was in verzet gekomen tegen dezo wet, wolkedo lasten verzwaart, die reeds op het land drukkendoch de minister van oorlog antwoordde dat het hier gold eene wet op de nationale militie en dat Frankryk verplicht was 3 millioen man op do been te kunnen brengen. De wet werd in haar geheel aangenomen met 369 tegen 189 stemmen en de zitting daarna opgeheven. ""■««wbbhh» In de parlementaire kringen wordt betwjj. feld, of de Senaat zich zal vereenigen met<k wyzigingen, welke in de wet gebracht zjjn Daltaohland. Ten gevolge van toevallige omstaudighedei is de beraadslaging in den Bondsraadoove: de Oost-Afrika-wetsveordracht vertraagd ge worden, ten gevolge waarvan ook in den Ryks- dag de behandeling uitstel ondervindt, zooda: eerst na enkele dagen de voortzetting vai het debat over de koloniale zaken verwacb: kan worden. f Dr. Geffcken schynt voornemens in dei' eersten tyd zyn intrek in eene gezondheids inrichting in Zuid-Duitschland te nemen. Uit verschillende bronnen wordt gemeld dat by gelegenheid van den geboortedag de keizers, op aanstaanden Zondag, alle Duitschi! Bondsvorsten zich naar Berlyn zullen begeven, ten einde op die wyze eene soort van be tooging tot huldiging der Duitsche eenheid t« houden. De keizer legde gisternamiddag een be zoek van een half uur af by den Rykskanseliei 1 prins Von Bismarck. Airiei-iltii. De landverhuizingcommissie in de Vereenigdt Staten heeft aan het congres rapport uitge bracht omtrent het wetsontwerp op de land verhuizers. By dit ontwerp wordt voorgestek het verblyf in de Vereenigde Staten te ver bieden aan behoeftige misdadigers, anarchisten socialisten en enkele soorten van zieken er eene belasting van 5 dollars van alle land verhuizers te heden. Dezen moeten voorts bj hunne aankomst een bewys van den Ameri- kaanschen gezant in hun land vertoonen. In het verslag wordt beweerd dat de land» verhuizing van tal van behoeftige vreemdelinge: en zelfs van misdadigers door de regeeringei der verschillende landen wordt aangemoedigd Evenals de Vereenigde Staten, zal ooi Canada beperkende bepalingen ten opzicht: van landverhuizers invoeren. Allen buiten landschen werklieden, met uitzondering va: Britschen, zal voortaan de toegang tot he land ontzegd zyn en het krediet van 250,00' pd. st., dat de regeering tot nog toetertege moetkoming van de landverhuizers toestonc zal worden ingotrokken. De spoorwegmaatschappyon ontduiken c; eene gemakkelyke manier de belasting o Canadeesche spoorwagens, onlangs door d- Vereenigde Staten ingesteld. Zy gebruike namelyk de wagens van de aansluitende Aim rikaansche lynon voor het verkeer over d grenzen. De minister van staat Bayard, te Wash ington, heeft uit Apia bericht ontvangen dr de Amerikaansche onderdanen, die door Duitschers waren gevangengenomen, onmk deliyk weder op vrye voeten zyn gesteld e dat op Samoa thans alles weder rustig is. Dit bevestigde ook de Duitscho kanonnee: boot „Eber", welke 20 dezer te Auckland aa: kwam. Intusschen waren het huis van df Duitschen consul en twee Duitsche winke: in brand gestoken en vernield. KOLONIËN. BATAVIA, 21 December. De mededeelingen, welke deze mail en d vorige brengen, bepalen zich, wat Atjeh betref - tot correspondentie-artikelen in de dagblade: Daarin wordt gewag gemaakt van een enkel ge v van zeeroof—het bemachtigen van eene Chine sche prauw door de Atjehers. 't Stoomsch „Semarang" en de „Albatros" beschoten daaro: Koeala Gigieng, werwaarts de prauw geslee] was, maar eene landing kon niet plaats hebbei j De heer N., te Solo, beambte by do N 1 I. S.-H., maakte door middel van een gof i gericht revolverschot een einde aan zyn leve De reden, welke hem tot het uitvoeren van c wanhopige daad aanleiding heeft gegeve neemt hy met zich mede in het graf. De 2de luit. der infanterie De Grave, Soerabaia in garnizoen, die laatst van een h; dollen Chinees op straat een messteek in d rug kreeg, is daarvan volkomen genezen. A een bewys strekke zyne overplaatsing na I Atjeh. (Soer. Ort.) Men bericht aan het „Bat. Nbl." I Soekaboemie, dat de kapitein Breyer, die da. als ïydende aan koortsen, verpleegd won I aan de beterhand is en binnenkort naar z garnizoen zal terugkeeren. De onlangs van gedotacheerd by de kryf a school in Nederland teruggekeerde lste lui t', nants der inf. H. C. J. Peetirs en K. F. Engelbi ji Van Bevervoorde, zyn ter nadere indeeü geplaatst in de lste mil. afd. op Java.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1889 | | pagina 2