N°. 8872. Zaterdag ld Januari. A#. 1889. feze £ourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leidens vergrooting. Feuilleton. Eene Napelsche Geschiedenis. Leiden, 18 Jannari. DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per poet1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. «Officieel© Kennisgevingen. De Burgemeester der gemeente Leiden brengt ter algemeene kennis dat op beden aan den ontvanger der Directe Belastingen alhier is ter hand gesteld het kohier der grondbelasting op de gebouwde en ongebouwde eigendommen, over hot jaar 1889, exe. cutoir verklaard den 15den Januari 1889, en herin nert voorts do belanghebbenden, aan hunne verplich ting om hunnen aanslag op don bij de wet be paalden voet te voldoen. L ei d e nDe Burgemeester voornoemd, 18 Jan. 1889. DE KANTER. „Uitbreiding van Leidens grondgebied door mr. J. H. De Vries is de titel eener brochure, welke heden by den heer A. H. Adriani ie verschenen. Toen de schrijver vóór eenigen tijd zich bezighield met het schrijven zjjner dissertatie, getiteld „Gemeentegrenzen", waarin hy, naar aanleiding van de daarop betrekking hebbende artikelen in de Grondwet en de Gemeente wet, de vraagstukken behandelde, welke zicli opdoen by vereeniging, splitsing en vestiging van gemeenten, en bij verandering harer grenzen, vond hij ook gelegenheid om hier en daar op den toestand van Leiden te wij zen, en de wenschelijkheid van de verande ring der grenzen dier gemeente te betoogen. Dit gaf hem aanleiding om nog eens in be trekking tot deze stad, op dit onderwerp terug te komenom aan het publiek aan te bieden eene korte uiteenzetting van de verschillende gronden, waarop Leiden uitbreiding wenscht en vooral om te bewijzen, dat er, ook buiten de vertegenwoordigers der stad, nog velen zijn, die, in het algemeen belang, naar eene uitbreiding zeer sterk verlangen. Na herinnerd te hebben dat Gedeputeerde Staten tot nog toe geene stappen hebben ge daan om tot de inwilliging van het voorstel van B. en Ws. tot uitbreiding der grenzen te geraken, op gronden, welke niet openbaar ge maakt zijn, spreekt de schrijver het vermoe den uit dat er onder die redenen eene zal zijn, die in dergelijke gevallen nogal eens dikwijls wordt te berde gebracht, nl. het verzet der omliggende gemeenten tegen eene uitbreiding van Leiden. Stelt men echter de toestemming der be trokken gemeenten tot vereischte, dan wordt het voorschrift der Grondwet miskend, dat het lot der grenzen den wetgever in handen geeft. Er is nl. niet voorgeschreven, dat de wet hare sanctie geeft aan de verandering, door overeenstemmenden wil tot stand geko men, maar eenvoudig, dat de wet de wijziging 6) Niemand kan te weten komen wat haar scheelt; daarbij wordt zij van dag tot dag hleeker, het eten smaakt haar niet en dikwijls komt zy met roodgeweende oogen bij het ont bijt. Zfl wil onzen huisdokter niet de minste opheldering geven en daarom kom ik hier om u te verzoeken ons zoo spoedig mogelijk met een bezoek te vereeren en te beproeven wat gij bij haar uitwerken kunt. Misschien komt zij er eerder toe om aan u, een vreemde, te zeggen wat haar scheelt. Zooals gij weet, zijn jonge meisjes dikwijls bedeesd en in dit geval is het zeker iets anders dan eene gewone ver koudheid of wat hoofdpijn." „Mag ik u verzoeken mij uw adres op te geven?" zeide dokter Maratta. „Het zal mij een genoegen zijn de jonge dame met raad en daad bij te staan." De ontvanger reikte hem eene kaart over. „Ah", zeide dokter Maratta, „dat huis is mij zeer goed bekend; vroeger woonde daar eene bevriende familie; ik meen ook uwe dochter een paar malen op het balkon gezien te hebben." in de grenzen kan maken. Vereischt men de toestemming der gemeenten, dan laat men het al of niet tot stand komen van wijziging der grenzen afhangen van die lichamen, en geeft die alzoo te oordeelen over hetgeen het algemeen belang betreft. Dit is niet behoorlijk. Een ander bezwaar, dat men dikwijls hooit, is, dat wijziging van gemeentegrenzen zou strijden tegen de geschiedenis. Men beschouwt dan de gemeente als een historisch product; verandering der grenzen moet, naar men zegt, strijden tegen de „historische traditie." De verdedigers van genoemde leer maken zich echter eene verkeerde voorstelling van het geen de eischen van het historisch recht medebrengen. De geschiedenis staat niet stil, maar gaat steeds voort; zij wordt gevormd door eene aaneenschakeling van feiten, en juist in den voortgang ligt hare beteekenis. De groote menigte van wetten, welke gemeenten uitbreiden of met andere vereenigen, is ge lukkig een bewijs dat de wetgever dat zoo genaamde historische recht niet zoo zwaar telt. Al worden de grenzen feitelijk door de natuur aangewezen, toch worden die door de wet niet erkend; en te recht, want anders zou er geene zekerheid bestaan. De wet kan die grenzen veranderen. Als de omstandig heden, welke nooit vooruit z(jn te berekenen, zóó zijn veranderd, dat het bljjkt dat de vroe ger vastgestelde grenzen niet meer voldoen, dan kan de wet ze wijzigen. Schrijver meent te kunnen zeggen dat de omstandigheden bijna nergens zóó dringend verandering noodig maken als in Leiden. Hij tracht dit met cijfers te bewijzen. Het is merkwaardig op de kaart te zien, hoe vast Leiden is ingesloten door do gemeenten Oegstgeest, Zoeterwoude en Lei derdorp. De singelslooten van de stad vormen de grens, behalve een paar met noemens waardige uitzonderingen. Alles nu, wat buiten de singels is gebouwd, behoort tot andere gemeenten. Leiden heeft 46,079 inwoners (op 1 Jan. 1888), en is dus, wat bevolking betreft, de derde stad van Zuid-Holland; het aantal inwoners is ongeveer van dat dor ge- heele provincie. Doch de oppervlakte van Leiden beslaat slechts 198.48 hectaren, dat is ongeveer Visi» van <*e oppervlakte der provincie. In geheel Zuid-Holland zjjn slechts vyf gemeenten, welke een kleiner grondgebied hebben dan Leiden, nl.Hellevoetsluis 168.17, Oudewater 144.12, Schoonhoven 92.86, Am- merstol 72.86 en Nieuwpoort 58.76 hectaren. Zooals men ziet, is dus Zuid-Hollands derde stad wel zeer karig bedeeld. De gemeenten nu, welke Leiden omringen, hebben hare „Zeer wel mogelijk," zeide de ontvanger; „wanneer kan ik dus op uw bezoek rekenen?" „Zoodra ik van huis kan gaan. Vertrouw daarop." De vader van Ginevra stond nu op, nam afscheid en keerde daarop in eene hoopvolle stemming terug. Op de Piazza del Munizipione trad h(j een hoog gebouw binnen, waar de bezigheden van zyn ambt hem riepen. Ginevra's dienstbode was van af het begin van de teedere verhouding tusschen Paolo en hare meesteres als volkomen vertrouwde aan genomen. Het verliefde meisje vond er een zekeren troost in om de hoop en de zorgen van haar snel kloppend hart aan de oude As- sunta mede te deelen en de trouwe Sorren- tjjnsche was van haren kant zeer bereid dit vereerend vertrouwen van Ginevra met be scheidens raadgevingen en welgemeende wen ken te beantwoorden. Zij was zeer ingenomen met Paolo, dien zjj natuurlijk, evenals Gine vra, voor den schrijver van de gloeiende min nebrieven hield; langzamerhand begon z(j echter het geduld te verliezen, want zulk eene bedeesdheid, zulk eene voortdurende terug houding overtrof naar hare meening alles, wat eene dwaze zelfverloochening iemand kon op leggen. Zy veroorloofde zich nu somtijds toe spelingen, als zou het s.gn„r Paolo aai- den kommen liggen op a '/4 uur gaans van de stad en dus ook van Leidens aanwassen. Welk een verschil van gedaante tusschen dio gemeenten en LeidenDie gemeenten hebben in het midden hare kom; daaromheen eene zeer groote ruimte, welke niet geregeld is bebouwd, en vervolgens stukken, welke men bjjna als kolonies van het midden zou kunnen beschouwen. Zouden die gemeenten van haar ontzaglijk groot grondgebied (Zoeterwoude heeft 3248.42, Oegstgeest 1695.71 en Leider dorp 1414.27 hectaren) niet een klein stuk kunnen afstaan aan hare zoo slecht bedeelde buurvrouw? Het is, dunkt schrijver, tijd den rechtel(jken toestand in overeenstemming te brengen met den feiteiyken, en bjj Leiden te voegen wat er feitelijk toe behoort. De tijden zjjn veranderd, en het gaat niet aan, vooral niet waar het publiek recht betreft, de banden, welke vroeger reeds niet al te ruim waren, doch welke nu hevig knellen, steeds te eer biedigen. De wetgever moet er, by de beoordeeling van de vraag, of hy de grenzen al of niet veranderen zal, op letten, dat elke ge meente haar eigenaardig karakter behoude. Leiden, met al zyne instellingen, heeft uatuur- lyk een geheel ander aanzien dan de gemeen ten, welke haar omringen, welke een land bouwend karakter hebben. Eene bebouwde wyk, dicht bezet met hooge stadshuizen, en zoo ver van de kom der gemeente gelegen, behoort niet thuis in eene landbouwende ge meente, en het bestuur dezer laatste zal op den duur niet in staat zyn om voor zulk een ver afgelegen gedeelte voldoende te zorgen. Geiyk de meeste steden in bevolking toe nemen, is ook de bevolking van Leiden in de laatste jaren met eenige duizenden zielen vermeerderd (in 1840 37,464, in 1888 46,079), doch het gebied is hetzelfde gebleven, zoo dat de stad feitelyk „volgepropt" is gewor den. Men heeft dan ook kunnen zien dat o. a. op de Lammermarkt eene school mid den in de straat is gebouwd, zeker niet de ware manier om der stad een fraaier aan zien te geven, doch ook al weder een ge volg van de benauwde ligging van Leiden. Het is met onze stad als met eene plant, welke men steeds verzuimt uit den kleinen bloempot te nemen, waarin ze in den beginne is gestekt. Die bloempot dringt op het laatst de wortels te zamen en verhindert den flin- ken en krachtigen groei. Die flinke groei zou bevorderd kunnen wor den als men stukkeu van de omliggende ge meenten by Leiden voegde. Deed men dit, dan rechten moed en aan ridderlykheid ontbreken, of als ware het hem geen ernst met de liefde, waarvan hy in zyne epistels zoo hoog opgaf. Even nadat de vader van Ginevra het huis had verlaten, wandelde ook Sunta de Toledo- straat door om, zooals gewooniyk, in de naby- heid van het San Carlo-Theater, uit de handen van den boodschaplooper den naar viooltjes ruikenden brief van onzen Marcello in ontvangst te nemen. Nadat zy dezen in den eenen en de twee franken, die de boodschaplooper haar gegeven had, in den anderen zak had gestopt, nam zy, met een voorkomen alsof zy het on schuldigste schepsel van de wereld was, den terugweg aan. Juist was de yoordeur achter haar gesloten, toen er gescheld werd. Zy keerde terug om open te doen. Wie be- 8chryft hare verwondering, toen zy daar ein- deiyk, eindelyk, na zoo vele weken van vruch teloos wachten, den bedeesden vereerder van hare meesteres, signor Paolo, in levenden lyve aanschouwde. Het was inderdaad signor Paolo Maratta, die, op wensch van den ouden heer, by Ginevra kwam om den toestand harer gezondheid te onderzoeken. De trouwe Assunta had, zooals gezegd is, geen vermoeden van het intrigue spel van Marcello en gaf zich nu aan het goede goloof PRIJS DER ADVERTENTTEN: Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer ƒ0.174. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het in casseer» buiten de stad wordt 0.10 berekend. zouden er echter twee categorieën van personen zpn, die daardoor benadeeld konden worden, nl. de omliggende gemeenten zeiven, en de be woners daarvan, die binnen Leidens grenzen zouden komen. Ook deze zaak gaat schryver in byzonder- hoden na, ten einde aan te toonen dat die bezwaren niet zoo groot zyn of middelen aan de hand doende om ze te verlichten. De schry ver houdt zich overtuigd dat vroeg of laat de uitbreiding van Leiden moet komen, doch het is maar te hopen dat het wat spoedig zal zyn. Er moet eene nievwe grensuitlegging wor den toegevoegd aan de oude, waarvan de laatste van beteekenis reeds van 1669 dag- teekent. Oor-spronkeiyk bestond Leiden uit het stuk, omsloten door Ryn, Rapenburg en Steenschuur („Steenschuyr was doen Vest", zooals nog staat te lezen op het huis op de Botermarkt, hoek Gangetje). Toen werden er achtereenvolgens stukken aan toegevoegd. In vroeger eeuwen zyn dus Rapenburg, Steenschuur, Ryn, Oude Ve6t en Heorengracht singels geweest. Waarom zouden later de tegenwoordige singels geene grachten zyn? En als men nu tot uitbreiding overgaat, dan zou het, dunkt schryver, het best zyn, dat op vry groote schaal te doen. Beschouwt men de kaart van Leiden, dan ziet men dat het stuk, gevormd door de oude stad en de twee eerste uitbreidingen te zamen, denzelfden vorm heeft als de tegenwoordige stad. De vier latere vergrootingen hebben aan de stad een ring toegevoegd, welke haar geheel insluit. Zulk een ring moet, dunkt schryver, nog eens aan die stad worden gegevenwant hot is duidelyk dat, als men niet tegelykertyd een stuk van alle drie de gemeenten aan Leiden toevoegt, het verschynsel, dat velen vlak by de stad, doch niet op haar gebied wonen, niet zal verdwynen. In zyne brochure, welke wy iederen belang stellende ten zeerste ter lezing aanbevelen, want zy bevat tal van belangryke beschou wingen, welke we hier onvermeld moesten laten, geeft schr. ten slotte den kring aan, welken men nu kon verkrijgen en die mis schien het geschikte terrein zou kunnen zyn om aan de stad toe te voegen. Er zouden zeer vele bestaande huizen binnen dien kring vallen, en Leiden zou gelegenheid hebben om verder op haar eigen gebied te bouwen. Heden is aan de universiteit alhier de heer R. H. Kleyn, geb. te 's-Gravenhage, bevorderd over, dat Paolo het voorpostengevecht moeda was geworden en nu kwam om den beslis- senden slag te leveren. „O, Signor," riep zy buiten zichzelve van blydschap, „dat is goed, dat gy er eindelyk ernst van maakt! Wat zal Signorma Ginevra wel zeggen? En daar heb ik nu nog uw laatsten brief; dien kunt gy nu zelf aan myne meesteres overhandigen. Wat zal zy blyde zyn!" Paolo was niet weinig verrast door deze ontvangst; maar zyne verwondering werd nog grooter, toen hy den drempel van de kamer overschreden had. „Paolol" riep Ginevra uit, buiten zichzelve van verrukking; „zyt gy het dan waariyk? Of wordt ik door een heeriyken droom mis leid?" Met deze woorden snelde zy naar hem toe en wierp zich, onder een stroom van tranen, aan zyne borst. De dokter stond als versteend. Eene jonge dame, waarmede hy nog nooit een woord ge wisseld had, ontving hem als een oud bekende, ja meer dan dat, als een geliefde, als een bruidegom. {Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1889 | | pagina 1