N°. 8862. Din»da<i 8 Januari. A0. 1889. féze fëourant wordt dagelijks, met uitzondering van fépn* en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 7 Januari. LEIDSOH PRIJS DEZER COURANT: foor Lolden por 8 natonden1.10. franco per post71.40. ifkonderLgfee Nommera0.05. PRIJS DER AD VERTE NT IEN: Van 16 regels 1.05. Iedere regel moer 0.1^}* Grootere letters naar plaatsruimte. Yoor het tA< casseoren buiten de stad wordt 0.10 berekend. Gedurende do oerste helft der maand Doe. aan hot postkantoor alhier bezorgd de gende brieven, welke, wegens onbekend- d der geadresseerden, niet besteld konden rden Wed. Hart, Mej. Pieters, B. Heespeling, nlder, Amsterdam; Mej. H. Van Eeckelen, vr. Van Rijn, 's-GravenhageJ. Petit, P. rinondt, Rotterdam; J. Van Ryn, Stomp- |k; A. Timmermans, niet vermeld; Brief- artenM. P. Van Heiningen, Charlotte euw, 's Gravenhage. - Bij de heden gehouden openbare verkoo- g van cokes, in partyen van 100, 50, 10 5 hectoliters, waren do hoogste prijzen 40, 0.50, ƒ4.30 en ƒ2.10; de laagste 40, 0,50, 4.20 en ƒ2.10. - Er bestaat gelegenheid tot verzending correspondentie naar den Kengo-staat, door Idel van het stoomschip „Afrikaan," van iterdam vertrekkende. Ten postkantore alhier eten de brieven enz. uiterlijk Vrijdag-nacht 12 uren bezorgd zyn. De wijze van verzending behoort duidelijk het adres vermeld te worden. - Aan het kantoor Leiden van de Rijks- itspaarbank en de, daaronder ressortee de, hulpkantoren werd gedurende het vierde artaal van 1888 ingelegd 35,421.82 en ugbetaald 29,932.17. Het laatste, door kantoor uitgegeven boekje, draagt het mmer 4366. kan het postkantoor Wassenaar werd ge- •ende dat kwartaal ingelegd 3384.55 en ugbetaald 1413.64. Het laatste uitgegeven kje draagt het nummer 188. - Hot weekblad „De Ingenieur" meldt: zake de verbetering van den Westelijken rgang nabjj het centraal personenstation Amsterdam, is 2 Jan. jl. eene commissie loemd, samengesteld uit de heerenJ. Leyds, staanwozend ingenieur bij den aanleg van atsspoorwegen te AmsterdamJ. A. Schuur- n, directeur der publieke werken te Am- rdam; dr. E. F. Van Dissel, ingenieur van iland te Leiden; J. M. F. Wellan, hoofd- enieur van den waterstaat te Utrecht en K. P. F. R. Van Hasselt, administrateur Holl. IJzeren Spoorwegmaatschappij to .sterdam. - Omtrent den toestand des Konings luidt officiéél bulletin in de „Staatscourant" van dezer aldus: rolgens verklaring van de geneesheeren des lings, heeft Z. M. do laatste weken meer gehad van zijn chronisch ljjdon. >e spijsvertering is in intensiteit achteruit- aan, waardoor de bloedmaking minder istig is. >e krachten van den hoogen lyder nemen len laatsten tyd niet toe. lit Ifs-Gravenhage wordt van gisteren ge- d dat de toestand des Konings toen nage- g dezelfde was. 'an het Loo wordt aan de „N. R. Crt.' ïoldDe toestand des Konings is wel weder der gunstig, doch schijnt toch niet bepaald jwekkend te zijn, daar hier niets bekend 'an een vervroegd bezoek van dr. Vinkhuy- die geregeld des Dinsdags hier komt. - Omtrent den toestand des Konings wordt en gemeld: 'e toestand is niet rooskleurig, sedert ver- J van krachten zich gepaard heeft aan Ms. chronisch ljjden. let gebruik van versterkende middelen zal, r men hoopt, voortgaande vermindering lichaamskracht moeten voorkomen, venwel zorg baart de toestand voor het 0® inblik niet. - Mei het begin van 1889 is de veror- 1 ar der gemeente Wassenaar op het rijden 5 höcdenkarren gewijzigd. Terwijl tot nu honden als trekkracht verboden waren, hefi. voortaan geoorloofd zijn, zich daarvan ledienen. Deze wijziging zal vooral ten goede komen aan de Rijnsburgsche groenten- handelaren. Men schrijft ons uit Boskoop: In de Nutsvergadering te Boskoop werd door den heer Heering, van 's-Hago, die de spreekbeurt waarnam, eene zijner Overjjselsche novellen „Men Margjien", voorgedragen. Eone volls zaal en gespannen aandacht konden den spreker de overtuiging schenken, dat èn zjjne komst naar hier èn zijn talent werden gewaardeerd. Wat het meest te prijzen? de keurige voor dracht, des sprekers welluidend stemgeluid, of den inhoud der novelle, als 't ware van het leven zelf afgezien? Maar zonder twijfel zullen al de aanwezenden ingestemd hebben met den voorzitter bjj het sluiten der ver gadering, die de hoop uitsprak, dat de geachte spreker, die slechts gewoon is voor aanzien lijke dopartemonten op te treden, zich daar voor andermaal, bij uitzondering, zou laten vindon voor het kleine departement Boskoop. Op het voor eenige weken aan den minister van marine ingediende adres om lotsverbetering, door de gezamenlijke adjunct commiezen en klerken bjj de drie marine- directién, zal, naar men verneemt, in zóóverre gunstig worden beschikt, dat de sedert Mei 1888 te Amsterdam bestaande vacature van commies weder wordt aangevuld, waardoor althans voor de jongere ambtenaren de eenige wijze van opklimming in de ranglijst niet wordt weggenomen. t In eene te Rotterdam gehouden buiten gewone vergadering der Vereeniging tot ondersteuning der Hoog-Duitsche Opera deelde de heer Hijmans Van Veonendaal mede dat de subsidie, waarvoor tot heden was geteekend, ongeveer ƒ12.000 beliep. Het bestuur kon in dergelijke omstandigheden niet langer de ver antwoordelijkheid op zich nemen en had be sloten af te treden. Na velerlei besprekingen werd besloten, zoo spoedig mogelijk eene nieuwe vergadering te beleggen, ten einde een nieuw bestuur te benoemen en die maatregelen te t emen, welke er in dit geval noodig waren. B(j aanschrijving van don minister van financiën ia er op gewezen dat de algemeeno Rekenkamer van oordoel is, dat het niet raadzaam is dat ambtenaren der directe be lastingen, invoerrechten en accijnzen, of van den waarborg en de belasting der gouden en zilveren werken, belast met het toezicht op ontvangers of surnumerairs, als borg voor zoodanige rekenplichtigen optreden. Te Leeuwarden is, op den leeftijd van ruim 93 jaar, overleden de heer L. Van An dringa, ridder der orde van de Eikekroon, oud commies-chef ter provinciale griffie. Z. M. de Koning-Groothertog heeft den heer N. Van Taack Trakranen, eervol ont slagen president der Nederlandsche Handel maatschappij, benoemd tot ridder-grootkruis in do orde van de Eikekroon. Naar men verneemt, heeft de kapel meester der dd. schutterij te Breda, de heer Louis P. Krien8, bedankt voor zijne benoeming tot directeur der muziekschool te Sneek. Men bericht aan de „Amh. Ct." dat mr. E. H. 's Jacob eervol ontslag heeft verzocht als curator van de Ryks-universiteit te Utrecht. Het stoomschip „Drente," van Rotterdam naar Java, vertrok 5 Jan. van Suez; de Am sterdam," van Rotterdam naar Nieuw-York, is 7. Jan. Lizard gepasseerdde „Veendam" vertrok 5 Jan. van Nieuw-York naar Rotterdam de „Sumatra," van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 6 Jan. te Southampton. G«m«*gd Nl*mw m. Voor de liefhebbers van schaat- senrjjden, in het bijzonder voor de leden der „Leidsche IJsclub", was gisteren de dag, waar naar reeds zoo lang met verwachting was uitgezien, aangebroken. Tegen elf uren zag men de tramwagens in de stad met de „IJsclub"-vaantjes voorzien, ten teeken dat het bestuur besloten had de baan voor de leden en hunne dames te openen. Dezen lieten zich dan ook niet onbetuigd. Weldra zweefden de rijders en rijderessen over de spiegelgladde uitgestrektheid, dat het een lust was, en hoorde men de baan door hen om het zeerst roemen. Met den middag nam hun getal nog belangrijk toe. Het ligt in de reden dat de schare van wandelaars daardoor zich nu hoofdzakelijk naar den Stationsweg en den Marondjjk bewoog, waar men een vrjj goed gezicht op de be- weogiyke winteruitspanning had, terwijl boven dien weer vele anderen zich naderbij op de aangrenzende weilanden of slooten daarvan overtuigden. Muziek mocht er niet gemaakt worden, maar toch heerschte er eene aangename op gewektheid, niet het minst by de kraam van „Jaap met de rikketik", die met zyn bekend rad van avontuur zijne koeken, welke met allerlei huldebetuigingen en goede wenschen voor de IJsclub en het Ijsvermaak op suiker achtige wijze versierd waren, aan den man zocht te brengen en daarin ook vrywel slaagde, want hy was zeer tevreden. Alleen toen het halfvier was, begon hy een beetje zuur te kyken; het bestuur toch meende dat het toen beter was de ba3n weer te sluiten, niet omdat er gevaar bestond, maar ten einde de vlakte, met het oog op het nog niet al te dikke ys, voor volgende dagen goed te houden. Immers, door den tuin van Zomerzorg, waor de weg „naar do ysbaan" door aan boomen gehechte bordjes gewezen werd, was de aan voer ook van thans nog niet rydende leden en dames zóó groot geweest, dat niet allen te land konden blyvon staan, maar aan den ingang zich ook op het ys begaven. Tegen zulk eene vracht op een beperkt punt bleek de bevroren watc-rkorst nog niet bestand; zo begon door te sypelen. Yan de baanvegers, die het nu niet den rydenden, telkens om baangeld vragende, las tig maakten, maar niettemin, integendeel zelfs méér dan anders, de baan met de van gutta percha voorziene groote schoppen of duwers zuiver hielden, ter vervanging van de gewoon- ïyk gebruikte bezems, liepen er slechts twee met een bordje, vermeldende dat op genoemd uur de baan zou gesloten worden, deze eenige malen rond, en geen vyf minu ten later bevond er zich niemand meer op, overtuigd als men was dat het bestuur op aller medewerking moet aanspraak kunnen maken en men zyne moeilyke taak moet verge makkelyken. Die loffeiyke medewerking kan men het bovendien ook verleenen door het „diploma" of bewys van lidmaatschap steeds zichtbaar te dragen. Zoowel het doelmatig ingerichte en ruim voorziene restauratielokaal, van waar men over de baan een uitstekend schouwspel geniet, als het voor „garderobe" ingerichte tentje, waarvan mede een druk gebruik werd gemaakt, waren spoedig geheel leeg, zoodat spoedig ook de diensten der Leidsche politie agenten en der veldwachters van Oegstgeest, die waren beschikbaar gesteld om tegen het bezoek van ongenoode gasten te waken, niet meer noodig waren. Ongelukken kwamen niet voor. Het voor recht van eere kunstysbaan deed zich duideiyk gevoelen nu het bleek dat In gewone wateren het ys nog volstrekt niet te vertrouwen is, getuige de vele personen, die, naar Hagenaars, welke mede in aanzloniyken getale de Leidsche ysbaan bezochten, mededeelden, door de vy vers in het Haagsche Bosch waren gezakt. En zoo had de „Leidsche IJsclub" alle reden om over den dag van gisteren tevreden te zyn, wachtende op hetgeen die van heden brengen zou. Werkelyk werd, ofschoon de nacht niet byzonder gunstig was, de baan toch weer des morgens opengesteld en waaiden de vlag gen er van de groote masten, zy het dart ook niet in zulk een helderen zonneschijn als den vorigen dag. Aan lust ontbrak het den leden, biykens het bezoek, ook nu niet, doch met het oog op de temperatuursverandering achtte het bestuur het wenscheiyker de aangekondigde „matmée musicale" niet te doen doorgaan, ofschoon er volstrekt nog geen gevaar bestond, daar men zelfs bjj een te grooten toevloed van rydors hoogstens tot de knieën in het water kon geraken. Voorzichtigheid is echter de moeder der wysheid. Het bestuur handhaaft zijn recht om de baan te sluiten als het ditnoodig acht. „Wanneer dat zóó met de bran- den voortgaat, belooft 1889 voor Leiden een berucht brandjaar te zyn", was ongetwyfeld de gedachte van menigeen, die zich gister namiddag, hetzy mot, hetzy zonder schaatsen, op het hooren van het brandklokgelui, spoedde naar het Gerecht, alwaar het huis, bewoond door den heer L. G. Le Poole, door het vuur met vernieling werd bedreigd. Evenals Zaterdag namiddag op de Middelste gracht, ontstond ook deze brand, nagenoeg terzelfder ure, op de bovenverdieping en had hy in den aanvang ook een dreigend aanzien. Door het vlugge werken der brandkranen by de Pieterskerkgracht en voor het Museum, op de Papengracht, door het daarop volgend flink samenwerken van onderscheidene hand spuiten (No. 4 gaf, na de kranen, het eerst water), en de stoomspuit, deze staande op de brug over het Rapenburg, by de Houtstraat, was het gevaar evenwel nog vry spoedig afgewend. Het is te bogrüpen dat zeer velen zich zoo dicht mogeiyk by het brandende perceel tracht ten te posteeren om het hunne van den brand te zien; niet te begrypen is het echter dat velen, niet allen, het der politie en der schut- tery, wier plicht het is het terrein van den brand over zekere uitgestrektheid af te zetten, lastig maakten en hen zelfs een oogenblik met het zand, dat door stadswerkers in krui wagens aangebracht werd om de glad wor dende straat van hot Gerecht begaanbaar te doen blijven, bestookten. Toen zag men dan ook eenig geschormutsel met sabels en bajonetten. Der brandweer mocht het ditmaal ook door het onverschrokken klauteren der slangen voerders, meest allen in hunne Zondagsche kleedy, langs daken en goten, niet enkel gelukken den brand tot het aangetaste per ceel, maar zelfs tot de brandende verdieping te bepalen, zoodat slechts twee kleine boven kamers uitgebrand zyn. Dat het perceel en de aangrenzende panden zeer veel water schade hebben geleden, ligt in den aard der zaak. Als om zekere Hollandscbe spreekwyze hare kracht niet te doen verliezen, begon nummer drie der branden gisternamiddag in do buurt der Oosterkerk, in het steenkolenmagazyn des heeren N. Anee. Hier kan echter meer gesproken worden van broeien dan van bran den, van broeien, vaak ook iets zeer lastigs. Hoewel watergevon met spuiten nog niet noodig werd geacht, werd toch een oog in het zeil gehouden en de brandweer gewaar schuwd zich gereed te houden. Wat don brand op de Middelstegracht be treft, kan nog vermeld worden dat het roerend goed, verzekerd was, doch veel te laag, bjj de Utrechtsche Algemeene Brandwaarborg- maatsohappy. Het driojarig kind van R. be kwam hedenmiddag in het ouderiyk huis, aan de Uiterstegracht, zulke brandwonden, d3t overbrenging naar het Acadomisch Ziekenhuis alhier noodig werd geacht. Door gebrek aan de noodige kalmte van het paard, geraakte hedenmiddag do wagen met dat trekdier van den kleeder- bleeker Van der S. in den Rynsburgersingel alhier.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1889 | | pagina 1