N\ 8850.
A#. 1888.
$&ze (Courant wordt dagelijks, met uitsondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
claüdiö~mörösTnl
Tr^dag 21 JZ>eceinT>e:r.
LEIDSCÏÏ
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Yoor Leiden per 3 maanden1.10.
Frftooo per postl.éO.
A.£zA>-idbiiiJko Noramera0.C5.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 1—6 regels 1.05. Iedere regel meor 0.17$.
Grootere letters naar plaatsruimte. Yoor het in-
casseeren buiten de stad wordt 0.10 berekend.
Odi. xeele Kenniei^üv»^en.
Inkomstenbelasting
Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen
in herinnering dat op 31 Dce. a. g. de. achtste termijn.
|iB vervallen van den aanslag op het kohier, dienst 1886,
goodat vóór of op dien dag de geheele aanslag moet
2jijn voldaan.
T Zii noodigen daaronx belanghebbenden uit, om, ter
voorkoming van <dc vervolgingskost-en, tot de betaling
au het verschuldigde ten kantore van den gemeente-
fntvanger over te gaan.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,.
Leiden, DE KANTER, Burgemeester.
0 Dec. 1888. E. KIST, Secretaris.
Leiden, 20 Deeesiher.
Het was prachtig 1" Uit dase drie woor-
en zouden we het verslag kunnen doen be-
taan over het -osncert, dat gisteravond van-
ege de Maatschappij voor Tom kunst ge-
;even werd in -do Stadszaal, waar, evenals
iy hot eerete .concert, geeno plaats onbezet
>!eefwaar men, ïoo het mogelijk ware ge
weest, misafehien dn de hanehalken zou zyn
geklommen. Thans waren de gaandery-bezoe-
cers achter de op de eerste ry zittenden, amphi-
heaters gewjjze op stoelen geklommon, de
ichtersten tuseehen .de schouders van anderen
doorglurende.
Mot bovengenoemde drie woorden nou men
ichtec niet tevreden zijnmen wil van een
:oncert als dat van gisteravond meer lezen:
Bn toch is hot grootste aantal woorden, in
den scboonsten vorm neergeschreven, niet in
itaat, den indruk weer te geven, welken de
irie optrodenden op den hoorder moeten
lebben gemaakt.
Het was een concert, waarop men van het
egin tot het eind volop genoot. Dit begon
eeds met Mendelssohn's „Ccmcerto voor viool",
lat wel als tweede nommer op het programma
ermeld stond, doch het eerst werd gegeven,
nderdaad weten we niet wat het meest van
en heer Pablo De Sarasate te bewonderen,
b( de keurige, gevoelvolle voordracht, (zooals
bet andante), óf de zeldzame, zelfs onbo-
ypelyke techniek in het derde gedeelte,
'rots het buitengewone tempo, ging er geen
noot verloren; aan de fijnste nuances werd
echt wedervaren, en gaarne willen wy geloo-
en dat alleen deze violist in staat is Mendels
ohn's Concert te geven zooals h y dit deed
n dat in dit opzicht zyn weerga nog niet is
evonden.
Hem is eone gave geschonken, welke tot
«wondering voert en vooral ook uitblonk in
gne „Faust-Fantaisie", een kunststuk tevens
an eigon bewerking naar hetoorepronkelyke
an Allard, dat zich steeds doet hooron, maar
z- 06 doorwerkt, zóó opnieuw en nieuwere bezie
ling verleent, dat het auditorium in ademlooze
stilte or naar luistert, dat dit, zonder eenigo
uitzondering, .ocverbiddelyfc wordt „gepakt",
dat het in de grootste opgetogenheid losbarst
als de -strykstok weer tot rust is gekomen.
In zoover staat hy boven den vereerder van
Bach, den beroemden Joachim, die, van eene
andere eehool, eon genre vaa stukken kiest,
wolke meer ernstig, niet in iedoraltyd oen volge
ling viüdt. De Sarasate geeft muziek, welke
allen „bekoort", ooms alleen reeds wegens de
uitvoering, hetgeen bleek in z(jn „Spaanschen
dans", welken hy na de Fantaisie ten gevolge
van het eimdelooze applaus voordroeg.
Daverend was dit ook in de twoede afdeeling
na de „Nocturne Ciopin" en de „Habanera,"
mede van eigen compositie en waarin by dus
•hot, schoonst kon uitblinken en zyne kunste-
aaaragaven het weelderigst kon ten teon
spreiden. Deer nogmaals eene ex tra-voordracht
Ü6t hy niet na ook .na te toonen, dat hy de
■hein betoonde waardoering op Jbehooriyken
pilgs stelde.
öe piano-begeleiding geschiedde door den
lieer Otto Goldsehmidt, die met den hoer De
Sarasate thans Europa .doorreist en omtrent
wien men dus reden had te veronderstellen
dat hij, in zulk goed gezelschap, voor zyne
taak berekend zou zjjn. Alleen in Mendelssohn's
„Concerto" werd hy door mej. Zélie Moriamé
vervangen.
Dat hare taak niet van de gomakkeiykste
was, spreekt vanzelf, want het is geen dage-
lyksch werk om iemand als De Sarasate tot
accompagnatrice te verstrekken. Toch komt
haar allo lof toe, en, vervulde zu in dit
nommer sleehls eene meer ondergeschikte rol,
des te moer gelegenheid had zy om te toonen,
welk eene goede pianiste zy is, in Chopin's
„Ballade", de „Alceste", caprice sur les airs
do ballet, van GHick-St.-Saëns, in Duponts
„Gavotte" en de „Rliapsodie hongroiao" van
J.iszt, werken even verscheiden van vorm als
van inhoud, maar die er van getuigden aan welk
eene goede school zy hare vorming te danken
heeft, werken, in de vertolking waarvan zij
de zekerheid van haren beschaafden aanslag
deed gepaard gaan met eene innigheid en
tevens met een eenvoud van voordracht, die
het begrüpelyk maakten dat ook van haar
r.og een buitengewoon nommer werd verlangd.
Terloops zy hier medegedeeld dat de
Bechstein-vleugel, uit het magazyn van den
heer C. C. Bender, uitstekend voldeed.
In alle opzichten waardig sloot zich by ge
noemd tweetal aan mej. Adelq Herrmann (so
praanzangeres uit Hamburg), die toonde over
een üef orgaan te beschikken. Innig zong zy uit
Von Webers „Freischutz" do aria van Agathe:
„Wie nahte mir der Schiummer", het „Leiso,
leiee, frommo Weise", enz., om do overige
gedeelten niet te noemen, waarvan het trou
wens reeds op zichzelf zoo schoone gebed
mede uitblonk. Met zekerheid zotte zy de bui
tengewoon hooge tonen in, zuiver als kristal,
aangrijpend, en vol uitdrukking was zy
dan ook in het „Himmel, nimm des Dankes
Zahren für dies Pfand dor Hoffnung an!"Zy
was daar schoon, vol gloed, vol majesteit 011
wist de vele moeliykheden met glans te over
winnen.
Aan waardeering ontbrak het haar daarom
evenmin, en ook niet toen zy ln de tweede
afdoeling zich als liederon zangeres had doen
hooren met Rubinsteins „Die Thrane", de
„Junge Liobe", van Brahms en Chopin
Viardot's zoo eigenaardige Mazurka „Aimo-
moi", waaruit hare veelzydigo ontwikkeling
andermaal bleek. Al was do toegift klein, ze
was rein en het publiek dankbaar, ook
voor de piano-begeleiding van den heer
Enderle, die deze zeer verdienstelyk en met
bescheidenheid vervulde.
En zoo kan men van alles zeggen„het
was prachtig", en heeren commissarissen, die
de eindelyk gelukkig weer wit geworden kuip
van het orkest op voor het oog aangename
wyze mot groene planten hadden doen voor
zien, ook weer met don afloop van dit con
cert van harte golukgewenschl worden.
De uitslag van het gisteren te Utrecht
gehouden examen voor apothekersbediende is
als volgt: Geëx. 3 vrouw, cand., afgewezen 1,
geslaagd de dames C. E. Ophorst, van Wage-
ningen, en M. F. J. Yan Campon, van Leidon.
Z. M. de Koning bevindt zich sedert
verleden Maandag weder minder wel. Uit
het j-feit dat dr. Yinkhuyson, die Dins
dag z.yn gewone wekeiyksche bezoek aan
Het Loo bracht, nog dienzelfden dag naar
Den Kaag is teruggekeerd, mag worden afge
leid, d.it 's Konings ongesteldheid niet van
ernstigen aard is. Intusschen houdt Z. M.
bpna onafgebroken hot bed, omdat het nemen
van rust ernstig is aanbevolen. (ffbl.)
Men meldt uit 's Gravonhage, dat hot
bericht als zou de Koning reeds vernietigd
hebben het besluit van den gemeenteraad
van Smilde, betreffende de verlaging van
onder wjjzersjaarwedden, zeer onwaarschyniyk
is. Van welingolichte zyde wordt medegedeeld,
dat de minister van binnenlandsche zaken
eerst jl. Maandag van Ged. Staten de noociigo
stukken hooft ontvangen. Hot inwinnen van
een advies van don Raad van State is noodig
en misschien ook nog het vragen van nadere
ophelderingen aan don betrokken gemeente
raad. Met een en ander zullen nog wol eenigo
weken verloopen.
Alleen kan de werking van het raadsbe
sluit zgn geschorst.
Iwecde Kamer. In de heden gehouden
zitting werden aangenomen de provinciale-
heffingen in Overysel en Zeeland en de grond-
verkoop aan Vlissingen. Verworpen met-
43 tegen 30 stemmen werd het voorstel om
alsnog de ontwerpen op bier en azyn te be
handelen.
By de behandeling der Waterstaatsbegroo-
ting werd door de heeren Harte, Roel!
en Van Baar over uitbetaling van sub
sidie aan het Noord-Brabantsch wator-
schap ten behoeve dor Maas-uitmonding go-
sproken. De minister verklaarde dat als de
nieuw geopende onderhandelingen niet slagen,
oene dwangwet ingediend zal worden.
Hedenavond zal er zitting gehouden worden.
-Het stoomschip „Amsterdam," vanNreuw-
York naar Rotterdam, passeerde "20 Dec.
Dover; de „Etna" vertrok 20 Dec. van Kopen
hagen naar Amsterdam; de „Ondine" arri
veerde 19 Dec. van Amsterdam te Bordeaux
de „Prins Willem I," van Paramaribo, laatst
van Hüvre naar Amsterdam, passeerde Iff-
Dec. Dungenoss.
Z. M. heeft dr. J. S. Speyer, buitengo
woon hoogleeraar aan de gemeentelyke uni
versiteit te Amsterdam en leeraar aan het
gymnasium aldaar, benoemd tot hoogleeraar
in de faculteit der letteren en wysbegeerte
aan de Ryks universiteit te Groningen, cm
onderwys te geven in de Latynscho taal- en
letterkunde en in do Romeinsche oudheden,
de geschiedenis der kunst daaronder begre
pen; benoemd: lo. by het personeel vari
den geneesk. dienst der landmacht, tot off.
van gez. 2de k!., den student in de geneesk.
(arts) J. P. Suyling; tot paardenarts 3de kl.,
den gediplomeerden veearts L. J. Van Rhyn;
by het wapen der cavalerie, by het 1ste reg.
huzaren, tot ritmeester, den lsten luit. N. J.
Erzey, van het corpsby het reg. huzaren,
tot 1st en luit. den 2den luit, jhr. J. L. Mock,
mode van het corps; 2o. den ritmeester J.
K. J. Van Son, van het 2de reg. huzaren,
krachtens punt 4 van art. 38 der wet van
28 Aug. 1851 (Staatsblad No. 128), op non-
act. gesteld.
3 Naar het Duitsch van
F. VOX ZOBELTITZ.
j Niettegenstaande de lange scheiding van
Felicio Sorba, was in Marguorita's hart de liefde
toer den jongen man de oude gebleven. Het
oelsje leed zeer; in tegenwoordigheid van
laren oom mocht zy den naam Sorba in 't
eheel niet noemen Felicio moest dood voor
laar zyn. En toch hoe levendig leefde zijn
>eeld in haar!
Op een zomeravond had Morosini nog vry
aat eene gondelvaart met zijne nicht onder-
lomen. Daar het volle maan was, a men den
ocht tot de zee uitgestrekt en koerde eerst
egen middernacht naar het paleis Grimani
erug. B;j hot verlaten van de gond bespeurde
Jarguerita plotseling, dat haar arm aange-
aakt werdin hetzelfde oogenblik stak een
Ier gondeliers haar de hand toe, i haar by
et stappen van d- -n boodsrand op de met een
:apyt beklee plank behulpzaam to zijn, en
n-deze ruwe hand voelde het mei - - een in
'Ikaar gedrukt stukje papier. Marguerite, vierp
ion snelic-n blik op den ander; ia zijn donker
oog lag eone smeekende uitdrukking, waarin
zich deemoedige onderdanigheid mengde.
Tijding van den geliefdeDat was de eerste
gedachte, en snel besloten nam zy het pa
piertje uit de hand van den gondelier, ver
borg het en sprong uit de boot.
Eerst toen zy in hare slaapkamer was waagde
zy het, hot briefje te openen. Een eerste blik
bewees haar, dat het papier inderdaad het
handschrift van Felicio droeg. „Sedert acht
dagen ben ik te Venetië", zoo las Marguevita
met een kloppend hart, „en durfde het niet
wagen, u, o geliefde, te naderen. Slechts op
een afstand zag ik n, en toch moet ik u
spreken 1 Aloyso Manini, de gondelier, ls door
mij gewonnen, u d zo regelen te overhandigen.
Hy heeft eene bruid, die ik eveneens in het
geheim ingewijd heb, omdat zy ons behulp
zaam zal zjjn en eerie ontmoeting tusschen
ons mogelijk zal maken. Hot meisje heet Filo-
mela Giucca on woont in het kleine gryze
huis achter de kerk Santa Maria Formosa.
Het boste zal zy.:, dat gij Filomela als kamer
meisje engageert. Zij zoowel als haar minnaar,
de gondelier, zullen hunne rol handig weten
te spelen. Het verdere door Filomela O, hoo
verlang ik n -r u, iter van myn loven!'
In den slapeloozen nacht had Marguerita
een vast besluit genomen. De liefde overwon
olke bedenking. By het ontbyt deelde zy haren
oom in weinige, onverschillig klinkende woor
den mede, dat zy met hare bediening van de
oude oppasseres niet meer tevreden was en
het plan had een kamermeisje te huren. De
oude heer keurde het goedeenige uren later
stond Marguerita voor het bewuste grijze huis
achter de Santa Maria Formosa, en reeds des
avonds van dien dag was Filomela Giucca het
kamermeisje der jonge Genueesche.
Marguerita had zich niet over hare nieuwe
dienstbode te beklagen. Filomela was een flink,
aardig meisje mGt weelderige blauwzwarte
lokken op het sierlijke kopje en donkere
oogon. Ook bewees zy oene goede postillon
d'amour te zyn; zy was do overbrengstor
van boodschappen van hare meesteres en
Felicio, en wist te bewerken, dat zy elkaar
dikwyls zonder medeweton van den ouden
heer zagen en spraken.
Felicio Sorba was te Venetië gekomen, om
aan de folterende onzekerheid, welke de schei
ding van de geliefde hem bereidde, een einde
te maken. Hy verklaarde, dat hy bereid was,
mot h ar te vluchten, eene gedachte, die haar
eerst ten zeersto verschrikte, maar waarmode
zy vertrouwd werd, nadat Felicio's overredings
kracht haar overtuigd had, dat men op eone
andere wyze het lang gewenschte doel niet
kon bereiken. Om haar geweten gerust te
stellen, vorschte zy echter in de stille hcop
dat Morosini's haat tegen de familie Sorba in
den loop van den tyd tenminste afgekoeld
zou zyn nog eens de meenir.g van haren
oom uit. Nauwelyks had Marguerita den naam
van Felicio genoemd, of de oude heer go-
raakte in zulk eene onbeschryflyke woede,
dat het jonge meisje bevend van angst naar
hare kamer vluchtte.
De door Felicio sedert vry langen tyd zorg
vuldig voorbereide ontvoering gelukte. Aloyso,
de gondelier, bracht de tweo in een donkeren
nacht uit de stad naar het vastelandtoen
reden zy in eon wagen naar Mestre en ver
volgens naar Mantua, waar do zegen van den
priester hen voor altyd vereenigde.
Toen den volgenden morgen de oude dienst
bode en Morosini's friseur in het paleis Gri
mani verschenen, moesten beiden van Filomela,
hot kindermeisje, hooren dat de heerClaudio
met zyne nicht voor onbepaalden tyd ver
trokken was.
Wordt vervolgd.)