N\ 8838.
~Vrijdag 7 I>eceiM.l>ei%
A*. 1888.
Leiden, 6 December.
Courant wordt dageHjks, met uitzondering
van &on- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
Op be?el der Czarin.
PRIJS DEZER COURANT:
To or Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per post1.40.
AIzonderLgke Nommers0.05.
De heer C. J. Niemeyer, candidaat tot
den Heiligen dienst te Leidon, heeft toezeg
ging van beroep ontvangen naa1- de Ked.-
Horv. gemeente te Zuiderwoude.
In hare gistermiddag gehouden zitting
heeft de Eerste Kamer het verzoek toegestaan
van den heer O. W. Star Numan, griffier dier
Kamer, tot het aanvaarden der betrekking
van curator der Rykshoogeschool te Leiden,
waartoe hü by koninklijk besluit van 28 Sept. jl.
is benoemd.
Per Nedorlandsche mail ontvingen we
eerst thans de nog ontbrekende Indische bla
den van 27 tot en met 30 October. Gelijk men
■weet, had de Engelsche mail reeds de bladen
tot den 3den November aangebracht. Men mag
dus hier wol zeggende laatsten zullen de
eereten zijn.
Aan het bureau van het rijksmagazijn
voor militaire kleeding te Amsterdam ls
aanbesteed: de levering van 10,000 meter
tentendoek en 2600 dekens voor kampements-
dienst. Laagste inschrijvers, voor het tenten
doek: G. Van Besouw Gzn. voor 0.48^/, M
per meter; voor de dekens de firma Regout
te Maastricht perc. 1 voor ƒ4.55, perc. 2
voor 4.65da firma Jan Zuurdeeg Zoon te
Leiden, perceel 1 voorf 4.52,perc.2voor ƒ4.62.
De Engelsche vertaling van pref. Goud-
smit's „Pandecten-Systeem" wordt thans ook
gebruikt by de juridische lessen aan de hoog»-
school te Madras, in Engelsch-Indië.
De beer J. T. Gerlings, chef der afdee-
ling Beweging by de Maatschappy tot exploi
tatie van Staatsspoorwegen, zal met lo.
Februari a. s. den dienst dier Maatschappy
verlaten.
Prinses Mathilde Bonaparte is eenige
dagen ten bezoek geweest by keizerin Eugénie,
in het Amstel-Eotel te Amsterdam.
H. K. H. prinses Von Wied, prinses
der Nederlanden, is heden naar Neuwied
teruggekeerd, na byna zes weken te Amster
dam met hare kinderen te hebben vertoefd.
Men meldt ons heden uit Nieuwveen:
Op den 5den dezer herdacht de heer S. Van
Driel alhier den dag, waarop hy vóór 25
jaren werd benoemd tot secretaris-penning
meester van den polder Zevenhoven. Talryk
waren de bewyzen van belangstelling, welke
den zeer geachten jubilaris ten deel vielen,
zoowel van het bestuur en de ingelanden van
dien polder, als van de inwoners van Nieuw
veen. Van byna alle woningen wapperde de
driekleur ter eere van den man, die in zyn
nuttig en welbesteed leven niet alleen de
finantiëelo en andere belangen van den polder
met yver en toewyding heeft waargenomen,
maar ook in zyne andere betrekkingen altyd
de vraagbaak was en nog steeds is van zoo-
velen, die nooit tevergeefs by hem aankloppen
om hulp of raad.
Dat den heer Van Driel nog tal van jaren
kracht en gezondheid mogen geschonken wor
den, is aller wensch.
Te Sassenheim is in eene buitengewone
vergadering van 't Nut als spreker opge
treden de heer F. C. A. Pantekoek, beroepen
predikant te 's-Heerenberg.
Spreker droeg eerst eene door hem ver
vaardigde novelle „Bijeengebracht" voor en
vervolgens de welbekenden „Een huiselyk
tooneeltje," „'t Is erg met de meiden," „Een
vers, dat als eene nachtkaars uitgaat," „Voor
en achter de coulissen," van Laurillard,en „Een
avond vol kunstgenot," van J. Van Maurik Jr.
Door aangename voordracht wist spreker
zyne hoorders te boeien en hun menigmaal
een gulion lach af te dwingen.
Het stoomschip „Borneo," van Batavia
naar Amsterdam, arriveerde 5 Dec. te Gi
braltar; de „Conrad," van Amsterdam naar
Batavia, arriveerde 5 Dec. te Padang; de
„Prins Frederik," van Amsterdam naar Ba
tavia, arriveerde 6 Dec. te Genua; de „Zaan
dam," van Amsterdam naar Buenos-Ayres,
is 6 Dec. Dover gepasseerd; de „Celebes,"
van Batavia naar Amsterdam, vertrok 4 Dec.
van Genua; de „Prins Willem I," vertrok
27 Nov. van Paramaribo naar Amsterdam;
de „Prins Maurits" arriveerde 30 Nov. van
Amsterdam te Paramaribo -hi 5 Dec. te De-
marara; de „Veendam," van Nieuw-York naar
Rotterdam, passeerde 5 Dec. Wight; de „Zee
land," van Batavia naar Rotterdam, vertrok
4 Dec. van Marseille.
Z. M. heeft benoemd tot lid van het
college van regenten over de strafgevangenis
te Breda mr. A. P. L. Nelissen, rechter in
de arrondissements rechtbank aldaar; be
noemd: E. M. G. Moors, tot burgemeester
der gemeente Woensdrecht; met ingang
van 1 Januari 1889, aan H. -du Croix en A.
M. Vroeg, eervol ontslag verleend als Ryka-
opzieners op de spoorwegdiensten, en, met
ingang van dienzelfden datum, benoemd tot
Ryksopziener op de spoorwegdiensten P. J.
Neyt, thans opzichter Iste klasse by 's Ryks
waterstaat en bouw- en werktuigkundige 2de
klasse by den aanleg van Staatsspoorwegen;
aan den kapitein van den generalen staf van
het leger 4n Nederlandsch-Indië, J. F. Breyer,
vergunning verleend tot het aannemen en
dragen van de herinnerings-medaille met het
opschrift 1885 87, hem door het Britsch-
'udisch gouvernemeut toegekend voor het
by wonen van den veldtocht in Burma.
G«a«ngd Nlenwa
Onder mededeeling dat te zynen
bureele aangifte is gedaan van de ontvreem
ding van onderstaande voorwerpen, verzoekt
de Commissaris van Politie alhier hun, die
deswege inlichtingen kunnen verschaffen, ook
aangaande den mogeiyken verkoop, zich te
vervoegen aan het Politiebureel te dezer stede.
Die voorwerpen zynEen gegraveerde arm
band; een zilveren lepel en dito vork met
breeden steel; een dito theelepeltje, waarop
twee letters, ééne waarvan een C, de ander
onbekend; een paar ovale oorknopjes, goud
met zwart geëmailleerd, in 't midden waar
van een klein pareltjeeen wit ivoren tooneel-
kyker met vergulde randen, welke in een
étui met blauwe voering was geborgeneene
zwart Chineesche handschoenendoos, ingelegd
met paarlemoer, en eene notenhouten toiletdoos.
Begunstigd door fraai weder,
bewoog zich gisteravond, St.-Nicolaas-avond,
in verschillende gedeelten onzer gemeente,
vooral echter op Boter- en Vischmarkt, Nieu-
•wen Ryn en Haarlemmerstraat, eene groote
menigte personen, waarvan velen toonden
door het dragen van grootere of kleinere,
zwaardere of lichtere pakketten, werkende
leden te zyn van de gisteren zoo bloeiende
vereeniging tot surprise-verschaffing, eene
vereeniging, welke zonder bestuur en zonder
zinspreuk toch uitstekend werkte.
Er heerschte onder de wandelenden eene
vroolyke stemming, nu en dan verhoogd door
de verschyning van jongelieden, die, zeker
niet uit schaamte over het een of ander, maar
veeleer om opgemerkt te worden, door wie
dan ook, hunne aangezichten bodekt hadden
met andere aangezichten of liever met tronies.
Leverden de winkels, hoewel reeds duchtig
geplunderd (op vreedzame wyze wel te ver
staan) nog een gunstigen aanblik op, ook de
kramen, men zou ze de traditioneele kramen
kunnen noemen, brachten het hare by tot de
levendigheid, en ofschoon het eigenlyk gister
avond de avond was, gewyd aan boterletters,
St.-Nicolaas, chocolade- en suikerharten, toch
zag men den lepel der poffertjesbakster regel
matig op en neer gaan boven de van onderen
met vuur bestookt wordende pan, toch ver
ried de door niet iedereen geroemde geur der
oliebollen de aanvulling van den verminde-
PRIJ8 DER AD VERTEN TIEN:
ViD 1—6 regels 1.06. Iedere regel meer/0.174.
Grootere letters m»r plaateruimte. Voor het in-
oaeeeeren buiten de stad wordt 0.10 berekend.
renden voorraad van dat by velen geliefde
artikel. Ja, gisteravond was het niet de tand
des tyds, maar die des menschen, welke aan
veel knaagde, d. w. z. smullen.
Was het op straat vroolyk, in vele wonin
gen zal ook vreugde geheerscht hebbenuit
enkele kon men zelfs van buiten af blyde
stemmen en stemmetjes hooren weerklinken.
Vreugde heerschte er o. a. ook onder de kin
deren van de gehuwde onderofficieren en min
deren der infanterie alhier, wien een prettige
avond was bereid.
In do daartoe in feestdos gehulde eetzaal der
onderofficieren werden, vanwege het cantine-
fonds, aan een tachtigtal kinderen, speelgoed
en allerlei versnaperingen verstrekt.
Eenige leden van het muziekcorps hielpen
welwillend de vreugde verhoogen door het
ten beste geven' van eenige nummers, terwijl
eene poppenkast den lachlust der kleinen wist
gaande te houden.
En zoo duurde aldaar de pret tot ongeveer
halftien voort, waarna de zonen der Mamer-
tynen recht voldaan, onder luide dankbetui
gingen, huiswaarts werden geleid.
Aldus heeft de goede Sint ook dit jaar
wederom menigeen vele schoone gaven ge
schonken of.... moet dat nog doen. Immers,
morgenavond heeft nog een feest plaats in
de Stadszaal voor kinderen van onvermogende
ouders, een feest, dat bereid kan worden do»
den geldeiyken steun van meergegoeden, eer»
feest, uitgaande van de Commissie voor de-
Volksbyeenkomsten.
Ten ge vo 1 ge van h et zinken van
de in den Vliet, by Leidschendam, aan den
wal gemeerde yzeren schuit van schipper
Van K., geladen met pannen en steen, is
de vaart door de sluizen aldaar gestremd,
zoodat eene massa vaartuigen daar byeenligt.
Men is bezig met het lichten van het schip,
dat p. m. 50,000 kilo lading in hoeft. Het
gezonken vaartuig kwam midden in het vaar
water voor de sluizen terecht.
De haringhandel, zoo meldt men
ons heden uit Katwyk aan Zee, is tegenwoor
dig zeer gedrukt. Er wordt weinig haring
verzonden. De oorzaak hiervan ligt grooten-
deels in de weinige aanvragen uit Duitschland.
De Duitschers nl. gebruiken den haring by de
aardappelen, en nu de aardappelenoogst slecht
is geweest, wordt er ook minder haring gebruikt.
De ankerzetters toSchevenin-
gen zyn gisteren begonnen met het een en
ander van de „Ango" te bergen. Het is hun
gelukt, de groote ra en ander rond hout naar
het strand te brengen.
1) Novelette van
SCHMIDT - WEH8ESFELS.
I.
De vorstin Schakhowskoy had met hare
dochter Mirja een gedeelte van den 'winter
van 1795 '96 te Brussel doorgebracht. Mirja
was de gevierdste schoonheid geweest van
de schitterende partijen, welke in de oude,
ryke stad dezen keer zeer dikwyis waren ge
geven, alsof de Belgische adel de inlyving van
het land by de Fransche republiek had willen
verheerlijken.
Inderdaad was Mirja zeer schoon. Men kon
haar byna nog een kind noemen. Eene ver
liefde luim der natuur had in haar op ver
rukkelijke wyze noordsche vormen met zuide
lijke lieftalligheid vermengd, het oud-Russische
bloed van den vroeg gestorven vader met het
Cirkassische bloed der moeder gelukkig ver-
eenigd. Weelderige, aschblonde lokken over
schaduwden het witte voorhoofd en den fijnen,
slanken halsonschuld en goedheid straalden
uit hare oogen.
Geen wonder dat zij het voorwerp van harts-
tochtelyke vereering was van voorname man
nen, die door 't bezit dezer zestienjarige prin
ses hun leven veraangenamen wildon, te meer,
daar het kolossale vermogen der oude familie
Schakhowskoy de begeerlykheid daarnaar
verhoogde. Franschen, Belgen, Duitsehers,
Engelschen lagen aan hare voeten. De geluk
kige, die over allen triomfeerde, was ten slotte
de hertog van Arenberg, wiens hartstochtelyke
liefde Mirja's wederliefde gevonden had. Te
Brussel had onder schitterende feesten het
huwelyk van het schoone paar plaats, waarna
het zich met de vorstin naar Italië begaf.
In den roes hunner wederzydsche liefde,
brachten zy daar de heerlykste weken door.
Het was lente in Italië en zy hadden te Cade-
nabbia, aan het Comomeer, hun intrek geno
men. Het was een drukkendheete dag en er
heerschte eene onheilspellende, broeiende stilte.
De moeder had zich in het salon der villa,
welke zy gehuurd had, op de sofa neerge
vleid; op het schaduwryke balkon, dat op het
meer uitzag, zaten de hertog en zyr.e bekoorlyke
gemalin. Vóór hen lag het reusachtige Alpen-
gebergte, waarop de avondzon hare gouden
stralen wierp. Zwygend zaten ze daar en
staarden naar buiten. Het was alsof Mirja met
open oogen sluimerde; sedert een kwartier
was zy afgetrokken en stil geworden, en hij
had haar, zelf droomerig gestemd, hy wist niet
waarom, niet gestoord. Ook het geluk ver
moeit.
Maar er speelde nu een smartelyke trek in
haar liefiyk gezicht; de schoone, zware oog
leden zonken treurig over hare oogen. Een
groote traan rolde over hare wang.
De hertog zag het en sprong verschrikt op.
„Mirja! Mirja!" riep hy en vatte teeder heur
hand. „Wat scheelt u?"
Zy trok zyne hand innig aan haar harten
legde het hoofd tegen zyne borst.
„Ik weet het niet, lieve," zeide zy zacht.
„Zoo'n eigenaardig gevoel beving my, een ge
voel van vrees."
„Waarom, lief kind?"
„Waarom?" herhaalde zy peinzend. Maar
dan ging zy angstig voort„Zal het wel altyd
zoo blyven? Zullen wy nooit van elkander
scheiden?"
„Nooit, Mirja", trachtte hy haar gerust te
stellen, „of het moest de dood zyn, welke ons
scheidde. Hy is almachtig."
„Ja, de dood. Alleen de dood kan het, myn
vriend. Wie zou het ook anders doen? Wie
zou het kunnen? Ach, hoe kinderachtig van
my, zulke vragen te doen!" En zy trachtte
te glimlachen.
Ook hy glimlachte, ongedwongen.
En zonder de minste aanleiding voegde
hy aan hare laatste woorden toe: „Zyn wy
niet gelukkig Heb ik u reeds eenlg verdriet
veroorzaakt, Mirja?"
„Neen, neen, lieve! O, gewis, myn geluk
is te groot, door u, door u, myn goede man.
Kan echter geluk niet evenals vreugde vrees
maken
Een krakende donderslag verhinderde zyn-
antwoord. Zy hadden er niet om gedacht, dat
de wolken zich saamgepakt hadden en do zon
verduisterden. De bergen hulden zich in zware;
donkere wolken en het werd byna nacht. De
donderslagen volgden elkander op en hun echo
kwam uit de Alpen terug. Bliksemstralen
doorkliefden de lucht, en, omhuld door hun
schril licht, stonden de jonggehuwden arm in
arm op het balkon, onder den indruk van den
opstand der elementen.
Het lachende landschap was somHer gewor
den; onheilspellend bruiste het meer aan
hunne voeten; steeds nieuwe bliksemschichten
gingen den lang rollenden donder vooruit.
In secondenlange verlichting van den hemel
werd de groene oever van Bellaggio zichtbaar
en fonkelde het onstuimige water in het meer,
totdat eene hevige regenbui de woede der tegen
elkaar inbruisende golven scheen te breken.
Wordt veroolgd).