N'. 8836. Woensdag 5 December. A°. 1888. geze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (gen- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Leiden, 4 December. Feuilleton. EEN SCHOON LAND VOOR VREEMDELINGEN. LEIDSCH PRIJS DEZER COURANT: Yoor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per poat7.Y.V.. 1.40. Afzonderlgke Nommera..7..7J0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEN; Van 1—6 regele 1.05. Iedere regel meor/0.17i. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het in- caseeeren buiten de stad wordt 0.10 berekend. De Commissie voor do Volksbijeenkom- eten kan er op bogen dat de gisteren door liaar in het leven geroepen soirée ten voor- deele van het St.-Nicolaasfeest aan onvermo gende kinderen, in alle mogelijke opzichten uitstekend geslaagd mag heeten. De Stadszaal was flink bezet door een uit gelezen en tevens zeer dankbaar publiek. Zoowel de uitvoering der Symphonie van L. Van Beethoven als van andere stukken onder directie van den heer M^nn werd warm toegejuicht; het „Loin du Bal" van E. Gillet werd gebisseerd. Ook mej. Maria Speet mocht zich verheu gen in een algemeenen bijval. Van haar werd eveneens een bisnummer verzocht, aan welk verlangen z(j met welwillendheid gehoor gaf. Het leeuwenaandeel der toejuichingen mocht echter onze welbekende, beschaafde komiek de heer Willem Van Zuylen, erlangen. Met zijne geheel nieuwe voordrachten had hij een uitbundig succes, terwijl hp met het meer gemoedelijke „Brug omhoog" van prof. Stokvis zich ook deed kennen als een gevoelvol reci- tator. Aan de luidruchtige toejuichingen, welke hem ten deel vielen, hadden wij te danken „Eene eerste liefde", waarmede hp het publiek als toegift verraste. Het is zoader twijfel dat het aanstaande feest even genoeglijk voor onze arme kleinen zal zijn als de avond van gisteren dit geweest is voor de meergegoeden en rijken. Heden is te 's-Hage geslaagd voor de akte gymnastiek middelbaar onderwijs de heer L. H. Hamerslag, van Leiden. De dames Van de Pavord Smits en Doeff alhier hebben heden te Utrecht met goed gevolg het examen van apothekers bediende afgelegd. De Eerste Kamer kwam gisteravond te acht uren bijeen in korte zitting, waarin mede- deeling werd gedaan van de ontvangst der tot hiertoe door de Tweede Kamer aangenomen wetsontwerpen, waaronder de vaststelling der Indische begrooting voor 1889, welke naar de opnieuw saamgestelde afdeelingen werden verzonden. Mr. O. W. Star Numan, griffier der Kamer, verzocht per adres verlof om de openbare be trekking van curator van de Leidsche hooge- school, waartoe hp benoemd is, te mogen aan nemen, waarvoor hp, op grond van z\jne instructie, de toestemming der Kamer noodig heeft. Dit adres werd in handen gesteld van de heeren Van Akerlaken, Van Naamen Van Eemnes en Verliepen. De vergadering ging daarna uiteen, In de heden door do Tweede Kamer ge houden zitting is besloten het wetsontwerp op den boterhandel Donderdag over acht dagen in de afdeelingen te onderzoeken. Uitvoerig werd beraadslaagd over de ont werpen tot bekrachtiging van provinciale hef fingen in Friesland (kanaalrechten); drie daarvan zpn er aangenomen, maar verworpen is met 46 tegen 42 stemmen de heffing voor het kanaal Nieuwezplen Harlingen. Naar wy vernemen, is door het geheele personeel der fabriek van Van Houten's cacao te Weesp aan den eigenaar dier fabriek een prachtig huldeblpk overhandigd by gelegen heid van diens 12'/j jarig huwelijksfeest. Dit huldeblijk bestaat uit eene monumentale voorstelling in zilver, op marmeren, rpk met zilver gemonteerd voetstuk, onder een kolos salen glazen stolp geëtaleerd op blauw fluweel. Het personeel der fabriek is daarby op allegorische wy'ze voorgesteld door eene graci euze statuette, welke met do eene hand hot naamcyfer der jubilarissen omkranst, en met de andere hand een kloeken cacao-tak in vermeil triomfantelyk omhoogheft, als bewys van het succes, waarmede de cacao-fabriek gewerkt heeft. De statuette is omgeven van huwelykssymbolen en attributen van handel en ny verheid, te zamen vormende eene vrooiyk geconcipieerde allegorische groep. Op het voetstuk zyn prachtige, met guir landes getooide medaillons aangebracht, terwpl ter weerszyden élégante zilveren vazen de wierook der hulde doen opstygen. Conceptie en uitvoering van dit monument maakten uit artistiek en technisch oogpunt beide op iederen beschouwer een allerguns- tigsten indruk. Het is ontworpen en vervaar digd in de Koninklpke Nederlandsche fabriek van gouden en zilveren werken der heeren J. M. Van Kempen Zonen, te Voorschoten. Wy waren dezer dagen in de gelegen heid een bezoek te brengen aan het onlangs heropende Instituut „Noorthey", dat vóór eenige jaren in bloeienden toestand gevestigd was in de gemeente Veur, maar thans door het Genootschap overgebracht is geworden naar den huize „Groot Stadwpk", by Voorschoten, waar in vroeger jaren onder leiding van de juffrouwen Wundt en Dupui de algemeen be kende meisjeskostschool govestigd was. Al hoewel gedurende geruimen tpd by de leden van het Genootschap het denkbeeld had be staan Noorthey wederom te doen herleven op zpne oude plaats, waar, onder leiding van den stichter, Potrus De Raadt, en later van den heer J. H. Kramers, zoovele zoons uit de eerste familiën van ons land hunne op leiding hadden genoten en wplen Z. K. H. Prins Willem van Oranje een drietal jaren vertoefde, vond men, by nader inzien, het oude gebouw ongeschikt en voldeed het huis van Groot Stadwpk, gelegen te midden van een lommerryk geboomte, aan den straatweg van Leiden naar Voorschoten, veel beter aan de eischen, die tegenwoordig gesteld worden voor eene goede inrichting van een instituut. Doch ook hier viel veel te wyzigen en te verbete ren, en dat het Genootschap in dit opzicht niet karig te werk is gegaan, bewpst wel het nieuw aangebouwde gedeelte: de bibliotheek kamer, ziekenkamer, flinke badinrichting en biljartkamer, terwpl een afzonderlpk gebouw verrezen is voor timmermanswerkplaats en gymnastiekzaal en aan de andere zyde van het huis een geheel vrystaand gebouw, waar eventueel besmetteiyko zieken eene goede verpleging zullen vinden. Voegen wy hieraan toe dat ook de luchtige, ruime slaapkamers, vroolyke leerkamers, de schoone eetzaal en de gezellige huishoudkamer keurig net zyn gerestaureerd, dan kan men zich voorstellen dat het doel, wat de inrichting zelve betreft, volkomen is bereikt Doch hiermede was de taak van het Ge nootschap niet voltooid. Noorthey moest her leven, niet alleen in naam, maar ook in den geest van den stichter en al moest de vorm worden veranderd en verbeterd, het karakter van het oude Noorthey, wat onderwps en opvoeding betreft, zooals De Raadt dat ge wild heeft, zou blyven. Het is hier de plaats niet om over dit punt verder uit te weiden; alleen mogen wp wpzen op het hoofdbeginsel van De Raadt, dat zich uit in het godsdien stige: vryheid van onderzoek in oprechten christenzin, en in het opvoedkundige: opvoe ding hooger te stellen dan onderwps. Noorthey moest in de plaats treden van het ouderiyk huis en tevens gelegenheid verschaffen tot het opdoen van grondige kennis. Niet gemakkelyk wa3 het voor het Genoot schap voor het herboren Noorthey een ge- schikten directeur te vinden, doch wy zpn er van verzekerd dat zyne keuze geene slechte geweest is, toen het de leiding van het In stituut opdroeg aan dr. A. H. Raabe, in vroeger jaren directeur van eene bloeiende inrichting te Utrecht. Wp twpfelen er dan ook niet aan of do naain van dr. A. H. Raabe geeft oen genoogzamen waarborg dat de ernstige studie niet zal worden verwaar loosd, en dat de jongelieden, aan zpne zorgen en aan die van zpne echtgenoote toever trouwd, in Noorthey zullen vinden wat De Raadt heeft gewenschteen huis van opvoe ding in den waren zin des woords. (Haarl. Crt.) Omtrent de verkorting van den dienst tijd der miliciens, zegt de minister van oorlog in zpne memorie van antwoord, dat die maat regel door den vorigen minister werd ont worpen, met de bedoeling om de militieplich- tigen, waaruit kader zou kunnen gevormd worden, aan te sporen, zelf hun dienstplicht te vervullen, en voorts proefondervindelpk te doen uitmaken, hoe ver men mot de daarop gestelde premie verkorting van den oefe ningstyd zou kunnen gaan. Een en ander hield verband met de door dien minister in het leven geroepen vrpwillige oefeningen in den wapenhandel van jongelieden van 17 19-jarigen leeftpd, terwyi de verkor ting van den oefeningstyd in het eerste jaar tot 4 maanden slechts als eene uitbreiding van een sedert 1874 toegepast beginsel be schouwd moet worden. Op dit oogenblik is de bedoelde maatregel nog slechts toegepast ten aanzien van de lichting van 1888 en derhalve nog te kort in werking geweest om op voldoende gronden over de uitkomsten te oordeelen. Wat de vry willige oefeningen in den wapen handel betreft, daaraan is gedurende den eerstgehouden cursus door ongeveer 2500 jongelieden van 17 19 jaar deelgenomen. Over het algemeen zyn daarby bevredigende uitkomsten verkregen. Uit dien hoofde heeft de minister gemeend, de vorenbedoelde oefeningen volgens de door zyn ambtsvoorganger daarvoor getroffen rege ling ook dezen winter te kunnen doen plaats hebben, als eene voortzetting van de beoogde proefneming. Tegen eene uitbreiding dier regeling heeft hp evenwel ook omdat het slechts eene proefneming geldt vooralsnog bezwaar. Vrees „dat by ruime toepassing en gebruik making van de bewuste voordeelen in sommige plaatsen eene geheele ontbinding der corpsen daarvan het gevolg zou wezen", behoeft voor alsnog niet te bestaan. Immers, voor eene vormindeling van den oefeningstyd tot vier maanden, in het eerste dienstjaar, komen 4) Tegenwoordig zal hp daarover anders den ken. Stel: de man heeft 3 millioen franken verworven en nu rekent hij uit: „Als ik in mpn Kanton terugkeer, dan zal men mp onge veer 30,000 franken per jaar afnemen. Dat is nog al duur voor het genoegen van te wonen in een land, waar ik maar weinig kennissen meer heb, waar de levenswpze zeker niet meer is, zooals die in myne jeugd was, enz." Hy biyft weg, en Waadtland, dat te veel eischte, krygt niets, en de man, die 100,000 franken in het land zou verteerd hebben, doet dat nu in een ander land. Wil iemand op zpn ouden dag volstrekt in het vaderland terugkomen, dan zal hp wel zorgen dat hp er komt met eene vreemde aationaliteit; zoo men hem dan zou belasting ten betalen over dat gedeelte van zpn fortuin, ff niet binnen de grenzen van het Kanton gt, dan heeft hp zich slechts op zpne vreemde aturalisatie te beroepen en al de logement- ouders van het Kanton zullen als één man pstaan ter zpner bescherming. Zp zullen het asteel van Lausanne bestormen met den kreet„In 's hemelsnaam, raak niet aan de vreemdelingen; gy jaagt ze op de vlucht 1" Misschien ook zal de rykgeworden Waadt- lander terugkomen zonder eene vreemde natio naliteit te hebben aanvaard. Hy zal zich aan de belasting onderwerpen voor de weinige jaren, welke hy nog te leven kan hebben, maar hy zal zyne kinderen, in 't-buitenland geboren en opgevoed, en niet door gewoonte aan het geboorteland der ouders verbonden, daar laten; liever dan hen beroofd te zien van een groot deel van het vermogen, dat hy met moeite voor hen verworven heeft. Daar, in het groote land, waarin zy geboren zyn, staan alle loopbanen voor hen open, en ook de militaire te land of ter zee, waarby men vanzelf vooruitkomt als men oppast. Na zpn dood gaat het vermogen het land uit, naar zyne kinderen, en het land profiteert er niot meer van. Vroeger kregen de Zwitsers, die hun land om de eene of andere oorzaak verlieten, het heimwee. Thans verhuizen zij naar Amerika, zonder een terugblik naar hun bergland. Nooit is het ubi bene ibi patria zóó de waar heid geweest als tegenwoordig. Men zou die spreuk vertalen kunnen door: Ik biyf daar, waar ik geld kan verdienen; waar men mpn geld afneemt, daar ga ik weg. Het is dus niet zonder gevaar, zekere klasse van ingeborenen, vogels met gouden voeren, al te veel te willen plukken. De voorstanders van art. 17 spotten met de voorspiegeling van gebeurlykheden als waarvan hierboven eenige genoemd zpnen zy zien voorbp wat al gebeurd is, wanneer zy hun kiezers geruststellen door te verzekeren dat daar, waar progressieve belasting is inge voerd, die vreeselyke dingen niet zyn voorge komen. Helaas 1 wy hebben op Winterthur te wyzen, waar de groote industrie gevaar loopt te verdwpnen door de overdryving van pro gressieve belasting. Een Zwitser, die buitens lands heel wat kapitaal had verzameld, komt in Winterthur terug en wil er opnieuw aan het werk gaan. Men wilde hem belasten naar zyn vermogen. Hp verklaarde dat hy dan niet zou blpven; men transigeert, hp eindigt met 40,000 franken 's jaars aan te bieden. Hij had eigenlpk meer moeten betalen, maar 't was zyn uiterste bod. Men vond de som te mooi om die los te laten. Behalve dat nu aan de wet ieder jaar door deze transactie ontrouw wordt gepleegd, heeft men zich bovendien een weinig afhankelpk gemaakt van den man, die, wanneer sommige dingen niet naar zyn zin gaan of geschikt worden, met weggaan dreigt. Is het eene democratische wet te noemen, welke tot zulke concessies voert, enkel omdat een man ryk is? De radicalen en socialen, die aan het roer komen, lachen de bezorgden uit, wanneer zp waarschuwen togen het gevaar, dat dreigt door van de gefortuneorden te veel te vragen. Zp antwoordenDo Staat heeft voor alles te zorgen, zich met alles te bemoeiende Staat behoeft niet te vragenhy tast naar zpne be hoeften in de beurs der rpke belastingbetalers. De gevolgen van zoodanige wetten, op zoo danige wpze toegepast, moeten noodlottig zyn voor de gansche samenleving. De vrygevigheid en toewpding aan de belangen en behoefton der lydende klassen wordt in de burgers uitge doofd en de vaderlandsliefde, zonder welke een klein land zich niet staande kan houden, gaat er mee te gronde. Er wordt nu overlegd of van de 263 contri- buabele Waadtlanders, één vierde ongeveer van hunne inkomsten zal worden genomen. Waarom niet drie-vierden? Al hetgeen is aan gevoerd ten behoeve van één vierde, kan met evenveel grond voor drie-vierden worden te berde gebracht. Waarom zou men niet zeggen van den man, die 40,000 franken inkomen heeft, dat hp genoeg overhoudt als men hem 30,000 franken afneemt? (Slot volgt.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1888 | | pagina 1