NV 8833.
Zaterdag 1 X>ecenil>ei*.
A°. 1888.
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (§on- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit TWEE
Bladen.
Eerste Blad.
H.H. Adverteerders,
Leiden, 30 November.
Feuilleton.
ZOMERVREUCDE.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURAOT:
Toor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommera0.05.
PRIJS DER ADVERTENTTENT:
Yan 1—3 regele 1.05. Iedere regel meer ƒ0.17).
Grootere lettere naar plaatsruimte. Voor het in-
caeeeeren buiten de etad wordt 0.10 berekend.
die ecne advertentie in het Nominer
van ZATERDAG-AVON» geplaatst
wenschen te zien, worden opnieuw
beleefdelijk uitgenoodigd, die uiterlijk
ZATERDAG-OCHTEND vóór 12 uren,
In te leveren. Bij latere Inzending
kan niet voor de opneming worden
Ingestaan.
Heden is aan de universiteit alhier de heer
A. Menalda, gel», te Leeuwarden, bevorderd
tot doctor in de rechtswetenschap, met aca
demisch proefschrift, get.„De behandeling
van bezwaarschriften betreffende Ryks directe
belastingen door Gedeputeerde Staten."
Heden geschiedt openbare afkondiging
van de door den Raad in zyne vergadering
van den 25sten October 11. vastgestelde ver
ordening op de verdeeling der gemeente Leiden
in buurten en wijken en tot instelling van
de betrekking van buurt-commissaris ter be
vordering van eene regelmatige en nauw
keurige byhouding der bevolkingsregisters.
De buurt commissarissen, door B. en Ws.
te benoemen en te ontslaan, genieten eene
vaste bezoldiging, welke wordt bepaald: voor
buurt I op ƒ400 'sjaars en voor de buurten
II en III op 450 'sjaars voor ieder.
Zy behooren niet tot de gemeente-ambte
naren en bedienden, bedoeld by de verordening
betreffende de pensioenen en wachtgelden.
Eene door B. en Ws. vast te stellen in
structie regelt den aard hunner werkzaam
heden en de wjjze, waarop zy die hebben te
vervullen.
De voor hun dienst benoodigde registers
worden aan hen van gemeentewege verstrekt.
Vergoeding voor schrijfloon of andere uitgaven
wordt niet verleend.
De buurt-commissarissen moeten hunne
woning gevestigd houden in de buurt, waar
voor zy zyn aangesteld.
Aan hunne woning wordt van gemeente
wege een opschrift gesteld, vermeldende hunne
betrekking, het nummer der buurt benevens
de nummers der wijken, die daartoe behooren.
De nieuwe verordening treedt in werking
den 1 Januari 1889.
Eene schets naar het leven.
5) Uit het Duitsch van
Anguste Hauschner. (A. Hontag.)
Mevrouw Lenz: „En dat noemt men eene
pleizierreis! Mevrouw Bergman had wel gel ijk
bet volgend jaar huren we weer eene villa
voor den zomer!"
Op de villa bij Bergman.
(De eerste morgen.)
Mijnheer Bergman (in een chambro-cloak,
huivrend): Brrr, wat is het koud!Men
zou waarlijk vuur aanmaken, als er maar eene
kachel stond."
Mevrouw Bergman (in eene ochtendjapon
binnenkomend)„Goeden morgen, lieve Frans
Hoe hobt ge geslapen?"
Mijnheer Bergman (half geeuwend): „Ik
droomde, dat ik PtolomSus was, en dat ik
ontdekt had, dat de aarde rond is, het was
echter maar alleen mijne matras."
Mevrouw Bergman„Ik was zóó doodmoe,
dat ik niet wist of ik droomde of waakte,
(zij rekt zich uit.)
Mijnheer Bergman: „De kogelvormige ge
daante van uw bed zal zich hebten doen ge-
Wij vestigen de aandacht van hoefsmeden
en paardenhouders uit Leiden en omstreken
op achterstaande advertentie van do afdeeling
Leiden der Hollandsche Maatschappij van
Landbouw. Bij voldoende deelneming, zoo
wordt daarin medegedeeld, zal in dezen winter
te Leiden worden gegeven een cursus in het
hoefbeslag. Reeds op verschillende plaatsen,
vooral in Noord-Holland, werden in vorigo
winters dergelijke cursussen gegeven met
een, in den regel, zeer gunstig resultaat.
Wy vertrouwen dat de belanghebbenden dan
ook deze poging der afdeeling Leiden krachtig
zullen steunen en dus zullen medewerken om
ook in onze omgeving betere denkbeelden
omtrent dit onderwerp te helpen verspreiden.
By de opgaaf der leden, die in de gis-
temamiddag gehouden gemeenteraadszitting
tegenwoordig waren, behoorde nog gevoegd
te worden de heer Van Masyk Huyser Van
Reenen.
Benoemd is tot onderwyzeres aan de
byzondere school voor meisjes te Wamsveld,
jonkvr. E. C. Bowier te Leiden.
In het heden verschenen algemeen ver
slag van het verhandelde op de algemeens
vergadering van het hoofdbestuur en de af
gevaardigden der districts-commissiën van
het Fonds ter aanmoediging en ondersteuning
van den gewapenden dienst in de Nederlanden,
wordt ten aanzien van het Invalidenhuis te
Leiden medegedeeld dat het totaal bedrag
der kosten van dat gesticht in 1887 beliep
19,574.40, ter bestryding waarvan hebben
gestrekt: de rykstoelage ad 5000, de lands-
pensioenen, door de invaliden ten behoeve van
het gesticht afgestaan, benevens de suppletie
vanwege het departement van marine voor
een kostganger 6537,34, achterstallige pen
sioenen 10,39, de gratificatiën uit het Fonds,
mede door de invaliden ten behoeve van het
gesticht afgestaan, 2126,01 '/z, de opbrengst
van afval enz. 143,16, onafgehaalde na
latenschappen 23,87,12 maanden renten van
25,700 3'/jpCt Inscbryving Nationale Schuld
899,50 en suppletie uit het Fonds van het
hoofdbestuur ƒ4834,12'/i, tezamen 19,574.40.
In het Invalidenhuis werden gedurende
1887 verpleegd: 1 verminkte uit de koloniën,
2 verminkten uit den stryd tegen België, 59
infirraen, 1 kostganger voor rekening van
het Ryk, te zamen 63 man.
De volgende nadere mededeelingen omtrent
het Invalidenhuis worden gedaan door de com
missie, die met de inspectie van dat gesticht
voelen, (hy haalt een notaboekje voor den
dag)Ik wil toch maar liever onze eigen bed
den naar buiten laten komen."
Mevrouw Bergman „Is het ontbyt nog niet
klaargezet? (Zy wil schellen). Ach ja, wy
hebben geene schellen, (zy roept)„Ernestine,
waar is het ontbyt?"
Ernestine (brommend met het ontbyt-
servles): „De lepels en borden zyn nog niet
uitgepakt. Waar moet ik klaarzetten?"
Mevrouw Bergman„Trek de tafel dicht
by de balkondeur. Vindt ge het uitzicht niet
vernikkelyk, Frans?"
Mynheer Bergman: „Als ik zelf niet zoo
koud was, zou ik er meer van genieten."
Mevrouw Bergman: „Het zal toch niet
iederen dag regenen!"
Mijnheer Borgman: „Het is niet te hopen,
want hier, (hy bukt om dicht by de deur
naar een plas te kyken) heeft zich reeds een
poel gevormd."
Mevrouw Bergman (terwyi zy koffie in
schenkt): „Ik vind het zoo aangenaam
heerl yke boschlucht en toch thuisWat smaakt
die koffie vandaag slecht! Ernestine, de room
is heelenal blauw."
Ernestine: „Er is in 't geheel geen room te
krjgen, of men zou ze acht dagen van te
voren moeten bestellen. Alles wordt naar de
stad gezonden; ook de versche boter en de
eieren."
werd belast en daarover rapport uitbracht.
De boeken, register en administratieve be
scheiden worden zorgvuldig en netbygehouden
de kas is opgenomen en bleek met het aan
wezige saldo ad ƒ818.33 te sluiten.
Uit de opgave van het aantal onderofficieren,
korporaals en manschappen blykt dat de sterkte
op den 24 Juni 1887 bedroeg 51 man, sedert
vermeerderd met 8, te zamen 59 man, waar
van zyn afgegaan: op verzoek ontslagen 1,
overleden 3, weggezonden 4, te zamen 8 man,
zoodat op 19 Juni 1888 de sterkte bedroeg
51 man.
By de monstering stonden 40 onderofficieren
en minderen op het binnenplein aangetreden.
Van de overigen waren 3 in dienst, op wacht
of in de keuken, 3 kwartierziek en werden
5 verpleegd in de ziekenzaal. De invaliden
zagen er over 't algemeen welvarend uit en
waren elk in het bezit van de voorgeschreven
kleeding- en uitrustingstukken, die in zeer
voldoenden staat werden bevonden. De inva
liden betuigden hunne tevredenheid over ver
pleging en voeding; slechts ééne opmerking
werd vernomen over eene vermeende degrada
tie, welke echter ongegrond bleek te zyn. Uit
het extract strafregister blykt dat van den 24
Juni 1887 tot den 19 Juni 1888 veertien in
validen negentienipalen zyn gestraft, voorna-
melyk wegens het verkeeren in staat van
dronkenschap.
De bedden, kleedingstukken en alles, wat
tot het materieel behoort, bevinden zich in
goeden staat, zoomede het gebouw en de
verschillende zalen en vertrekken. De kamer,
waarin de raad van administratie zyne ver
gaderingen pleegt te houden, zou met geringe
koSien eene beiaiigryke verfraaiing kunnen
ondergaan, indien besloten werd het keurig
sny werk, dat schoorsteen en wanden versiert,
van de hinderlyke verflaag te ontdoen, waar
door het ouderwetsche eikenhout, dat de
muren bedekt, weer in al zyn glans te voor-
schyn zou komen. Moge deze kleine concessie
aan den welstand tot stand gebracht kunnen
worden, nu de finantiêele toestand van het
Invalidenhuis denkelyk eenige verbetering zal
ondergaan 1
Orde en zindeiykheid lieten overigens niets
te wenschen over; de kleine voorraad, in het
magazyn aanwezig, stemde overeen met de
daarvan gehouden boeken. De invalidon ble
ken een druk gebruik te maken van de boe-
kery, welke zeer in de welwillende aandacht
wordt aanbevolen.
Mevrouw Bergman„Hoe weet ge dat alles
zoo spoedig?"
Ernestine: „De meid van de dame in het
tuinhuis heeft het my verteld."
Mynheer Bergman: „De meid van de dame
in het tuinhuis! Ik dacht dat we hier alleen
woonden 1"
Ernestine: „En als mevrouw soms iemand
naar ons huis in de stad zendt, misschien
wil mevrouw dan onze bedden ook wel laten
komenop deze, welke wy hier hebben, kan
men niet slapen."
Mynheer Bergman: „Zy zal, evenals ik,
natuurkundige ontdekkingen hebben gedaan."
Ernestine: „Onze kamer.
Mevrouw Bergman„Goed, ik zal er over
denken. (Ernestine verdwynt.) Wat zyn toch
die dienstmeisjes onbescheiden schryf maar
opde bedden voor de meiden, Frans I Waar
zouden toch de kinderen zynik heb ze in 't
geheel nog niet gezien vandaag."
(Anna, een meisje van 6, en Felix, een jon
gen van 5 jaar, stormen in de kamer)„Mama,
mama, in de kamer van de juffrouw was eene
muis vannacht!"
Mevrouw Bergman: „Zyn dat manieren?
Zegt toch eerst goeden morgen!"
Felix (opgewonden)„Goeden morgen,
mamaIk heb ze gezien, toen zy over het bed
van de juffrouw liep. De juffrouw wil vannacht
volstrekt niet in dezelfde kamer slapen."
Het trok de aandacht der commissie dat
het misschien wenschelyk ware geene ont
slagen invaliden van Bronbeek in het vervolg
in het Invalidenhuis te Leiden op te nemen,
alvorens zich omtrent de redenen van hun
ontslag aldaar vergewist te hebben. Er ver
toeft toch in laatstgenoemde inrichting een
invalide, die wegens verregaande dronkenschap
in Bronbeek is ontslagen en zich thans
weder aan hetzelfde kwaad in hooge mate
overgeeft, zoodat hij in twee maanden tyds
tweemaal wegens gelyke overtreding is ge
straft, don laatsten keer met eene maand arrest
en drie maanden gemis van do helft zyner
soldy. Door eenige samenwerking waren zulke
feiten te voorkomen en zoude ook het ontslag
uit Bronbeek meer het karakter van straf
erlangen.
Ten slotte meent de Commissie te moeten
mededeelen dat de gehouden inspectie haar
de overtuiging schonk, dat het Invalidenhuis
goed wordt beheerd en dat daarvoor aan den
raad van administratie allen dank toekomt,
zoomede dat de commandant en de onder-
••mnandant lof verdienen voor de wyze,
waavtp zy zich van hunnen plicht kwyten.
Hedenmiddag ontvingen we per Fransche
mail de Indische bladen van 31 October tot
en met 3 November, zoodat die van 27 30
Oct. nog ontbreken.
Het feest ter herdenking van den 30sten
November 1813, heden te Scheveningen met
grooten luister gevierd, werd des morgens
officiéél geopend door den voorzitter van de
feestcommissie, den heer A. Hoogenraad, in
het Verkooplokaal, waar reeds te halfnegen
alle leden van het feestbestuur en het feest
comité, daartoe gisteravond opgeroepen, tegen
woordig waren. Na zich van die taak in
vaderlandsche taal gekweten te hebben, stelde
hy onder daverende toejuiching en groote
geestdrift aan de byeenzynden voor, het vol
gend telegram aan den Koning te richten
„Aan Z. M. den Koning. Sire! Op dezen
heuglyken gedenkdag van de landing van
den Prins uit het geliefd Oranjehuis nadert
de feestcommissie namens de bevolking van
Scheveningen Uwe Majesteit eerbiedig met
de betuiging van hare innige gehechtheid
aan U en Uw Huis, aan hetwelk onze natie
zeowel in vroegere eeuwen als in deze laatste
vyf en zeventig jaar zooveel te danken had.
„Behage het den Almachtige, Uwe Majesteit
nog lang te sparen om het Volk, dat U lief
heeft! Ruste Zyn zegen op het Koninkiyk Gezin
Mevrouw Bergman: „Nu, daar zal zy nog
wel eens over denken. Frans, schryf eens
op: eene muizenval. Waar is do juffrouw
Anna: „Zy spreekt met die dame, die in
het tuinhuis woont (heel ernstig) mama, die
dame heeft vyf kinderen, die allen den kink
hoest hebben."
Mevrouw Bergman (ontsteld)De kinkhoest?
Roep dadelyk de juffrouw. Neen, gy niet
Ernestine, juffrouw Delius moet oogenblikke-
lijk hier komen. Zet geen voet meer in den
tuin begrepen, kinderen?"
Anna en Felix„Maar waar moeten wy dan
spelen
Mevrouw Bergman„In den tuin vóór het
huis,"
Felix: „Daar is het heet en stoffig, zegt de
dame uit het tuinhuis."
Mynheer Bergman„Het is duideiyk dat
wy beter gedaan hadden, eens naar alles by
de dame in het tuinhuis te informeeren, eer
we hier introkken."
Mevrouw Bergman: „De kinkhoest! Het is
verschrikkelijk! Stoot niet aan de tafel, Anna;
dat eeuwige stooten maakt my zenuwachtig."
Anna: „Ik stoot in het geheel niet, mama."
Felix (die onder de tafel gekropen is)„Er
zijn maar drie pooten aan, mama."
(Slot volgt).