N\ 8830.
Woensdag November.
A0. 1888.
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit TWEE
Bladen.
Eerste Blad.
Leiden, 27 November.
Feuilleton.
ZOMERVREUCDE.
LEIDSCH tm DA6BLA
PRIJS DEZER COURA2ÏT:
Voor Leiden per 8 maandenf 1.10.
Franco per poet1.40.
Afzonderlijke Nommere0.05.
Vanwege de afdeeling Leiden en omstre
ken der Maatschappij tot bevordering der
Bouwkunst is de 154ste ledenvergadering uit-
geechreven tegen Donderdag 29 Nov. a. 8.,
des avonds te halfacht, in het Nutsgebouw.
Aan de universiteit te Freiburg is ge
promoveerd tot doctor in de geneeskunde de
heer K. A. E. Seipgens, geboren te Roermond,
arts er. officier van gezondheid by dekoninkiyke
Ned. marine, mot eene dissertatie, getiteld:
G'ber Gelenkresectionen."
Tegelijk met hem promoveerde aldaar de
heer W. De Jong, arts alhier.
De by het 4de reg. inf. nieuwbenoemde
2de luitenants zyn aldaar ingedeeld als volgt
Jul. Van Straeten by de 2de comp. 5de bat. te
Gouda; Jh. J. Bowier by de 4de comp. 4de
bat. te LeidenA. L. J. Verschoor by de 4de
comp. 1ste bat. te Delft.
De 1ste luit. W. C. Schreiner, van het
Ned. O.-Indische leger, gedetacheerd by het
reg. Inf., is op zyn verzoek overgeplaatst by
het 4de reg. inf. en ingedeeld by de 1ste
Com?. 1ste bat. te Delft.
Den 28ston dezer zal het 30 jaar geleden
zyn dat de gepensionneerde onderofficier D. J. C.
Fraikin tot militairen wachter op het fort bp
Heemstede werd benoemd. Vóór dien tyd was
hy gedurende 6 jaren administrateur der gar-
nizoens-ziekeninrichting, zoodat hy, nu reeds
36 jaren na zyno pensionneering, den lande
nog immer in militaire betrekking dient.
Tot groote tevredenheid neemt de oud
gediende zyn post steeds met den meesten
yver waar.
De Raad der gemeente Zoeterwoude heeft
van de hand gewezen een verzoekschrift van
P. Kooloos en anderen om langs den Vliet,
van de Lammebrug tot aan den Hofweg, een
ryweg aan te leggen of een weg te maken
van de Lammebrug tot de woning van O. Streng.
Met het oog op het a. s. St.-Nicolaas-
feest wordt het publiek door den minister
van w., h. en n. uitgenoodigd voor eene zorg
vuldige en stevige inpakking der by die gele
genheid met de pakketpost te verzenden
voorwerpen zorg te willen dragen. Ook wordt
met nadruk aanbevolen om de adressen, voor
zoover zy niet op het omslag der pakketten
geschreven kunnen worden, mot styfsel of
andere kleefstof, mits niet met lakdaarop in
hun geheel vast te hechten, in dier voege,
dat voor het losraken tydens het vervoor geen
gevaar besta. St.-Crt
Het te Noordwyk aangespoelde lyk is
gebleken dat van den stuurman Carbois van
het voor Scheveningen verongelukte Fransche
schip „Ango" te zyn. Het werd gisterochtend
te Noordwyk, in tegenwoordigheid van den
geredden Guerre, op indrukwekkende wyze ter
aarde besteld. Nadat door den pastoor van
Noordwyk de godsdienstige plechtigheden
waren verricht en de ïykkist door de zorg
van den consulairen agent, den heer M. Parser,
met de Fransche vlag was bedekt, legde de
zaakgelastigde van Frankryk, de heer De la
Motte, daarop een krans van levende bloamen
en dankte den burgemeester, graaf Van Lim
burg Stirum, in gevoelvolle woorden voor de
eer, den overledene en in hem aan zyne onge
lukkige makkers bewezen. De burgemeester
hield daarop eene treffende aanspraak, waarin
hy op aangrypende wyze de ramp dier sche
pelingen en den droevigen toestand hunner
nagelaten betrekkingen schetste. Behalve de
genoemden, waren mede tegenwoordig de Fran
sche kanselier, de heer Muré de Palanne, en
de plaatselyke autoriteiten van Noordwyk.
In den Parkschouwburg te Amsterdam
had Zaterdag-avond de eerste opvoering plaats
van de oorspronkelyke Hollandsche opera
„Catharina en Lambert", tekst bewerkt door
G. J. v. W, muziek van C. Van der Linden.
De tekstbewerking heeft, naar gemeld wordt,
biykbaar plaats gevonden naar eene oude
Fransche vaudeville met zang: „Eene vrouw
by roffelslag", waaruit reeds volgt dat deze
opera tot het genre der opera comique be
hoort, de handeling onderhoudend is en den
toonzetter vele gelegenheden biedt tot het
invlechten van zangstukken van allerlei aard.
Hiervan heeft de heer v. d. Linden dan
ook gebruik gemaakt tot het leveren eener
compositie, welke wel hier en daar voor-
namelyk in de eerste acte herinneringen
aan andere opera's en operettes opwekt,
doch by toeneming belangrijker wordt en
vele welgelukte, fraaie nummers bevat.
De eerste opvoering was dan ook een wel
verdiend succes zoowel voor den herhaalde
malen ten tooneele geroepen en belauwerden
componist als voor den heer De Groot, die
mede eenige kransen kreeg, en zyn gezelschap,
hetwelk al zyne krachten inspande om het
werk van zyn tegenwoordigen orkest directeur
te doen slagen. De heer en mevrouw Orelio,
die de titel- of hoofdrollen vervulden, onder
scheidden zich door zang en spel.
Deze oorspronkelyke Hollandsche opera,
welke baars gelijke twintig jaren geleden
zoekt, wordt, in één woord, geroomd als een
onmiskenbaar succes.
Het stuk speelt in Frankryk onder de eerste
Republiek; over tekst en muziek hopen wy
spoedig ook zelf te kunnen oordeelen, want
wy verwachten dat de heer De Groot het
nieuwe werk ook hier zal komen voorstellen.
De Academie te Giessen heeft den heer
A. Bredius benoemd tot doctor honoris causa,
als biyk van waardeering zyner onderzoe
kingen en studiën op het gebied der Neder
landsche kunstgeschiedenis.
Het stoomschip „Zeeland", van Batavia
naar Rotterdam, arriveerde 26 Nov. te Suez;
de „Borneo", van Batavia naar Amsterdam,
arriveerde 25 Nov. te Genua; de „Burge
meester Den Tex" arriveerde 24 Nov. van
Amsterdam te Batavia; de „Celebes", van
Batavia naar Amsterdam, vertrok 26 Nov.
van Port-Said; de „Noord-Holland", van Batavia
naar Rotterdam, vertrok 25 Nov. van Colombo
de „Prins Frederik", van Amsterdam naar
Batavia, arriveerde 26 Nov. te Southampton
de „P. Caland," van Amsterdam naarNieuw-
York, is 26 Nov. Lizard gepasseerd; de
„Sumatra," van Batavia naar Amsterdam,
vertrok 26 Nov. van Genua.
De audiëntie van den minister van finan
ciën op 29 en die van den minister van
marine op 30 dezer zullen niet plaats hebben.
Z. M. heeft tot lid van het hoofdcomité
der Nederlandsche vereeniging tot het ver-
leenen van hulp aan zieke en gewonde krygs-
lieden in tyd van oorlog benoemd dr. F. J.
Van Leent, inspecteur van don geneeskundi
gen dienst der zeemacht; met ingang van
1 December 1888 benoemd tot directeur van
het postkantoor te Sittard F. P. H. Van der
Schrieck, thans •commies der posteryen van
do 2de klasse; den met verlof hier te
lande aanwezigen lsten luit. der infanterie
van het leger in Nederlandsch-Indië H. J.
Muller, met ingang van 1 December 1888,
ter zake van lichaamsgebreken, 't gevolg van
in den stryd bekomen verwonding, eervol uit
Zr. Ms. milit. dienst ontslagen, met toeken
ning van pensioen; den met verlof hier
te lande aanwezigen lsten luit. der inf. J. M.
Le Bron Do Vexela, ter zake van lichaams
gebreken, met ingang van 1 December 1888,
eervol uit Zr. Ms. militairen dienst ontslagen,
met toekenning van pensioen; aan den
heer W. H. Hajenius, gewezen commies by
het departement van koloniën, verleend een
pensioen ten bedrage van 1564 'sjaars.
ik, dat myne moeder ziek is, dan moet mevrouw
my wel laten gaan. Liever myn dienst ver
loren dan myn vryer
Acht dagen later.
(In de woning by Lenz.)
Mevrouw Lenz (komt verhit en met pakjes
beladen naar huishare dochter Alma opent
de deur): Heeft de naaister de japonnon ge
bracht, Alma?"
Alma„Ja, mama, maar zy heeft er niets
aan veranderd; Bertha's rok is te lang, de
mouwen van myne japon zyn te nauw, en myne
tunique is verkeerd geplooid."
Mevrouw Lenz„Het is verschrikkelyk, maar
er is niets meer aan te doenbinnen drie uren
gaat de trein 1 Is papa thuis?"
Alma: „Hy is daareven weer naar het kan
toor geroepen om een stuk te teekenen."
Mevrouw Lenz: „Alles altyd op het laatste
oogenblik! Zyn de koffers gepakt? De bestel
ler zal er dadelyk om komen."
Alma„Alles is zoo goed als klaar."
Mevrouw Lenz (haar de pakjes overgevend)
„hier zyn de voiles, de kleine gouden haar
spelden, de pantoffels, papa's dassen en uwe
pluche pélerine, welke ik nog in allerhaast
gekocht heb. Ik heb eigenlyk niets om by
koel weer te dragen."
PRIJS DER ADVERTENTTEN:
V^i 10 regels f 1.05. Iedere regel meer ƒ0.174-
Grootere letters naar plastsruimte. Voor het in-
oasseeren buiten de stad wordt 0.10 berekend.
Het I.cldsclie Toonecl.
„La marquis aujourd'hui est lo plaisantde
la comódie; et comme dans toutes lescomé-
dies anciennes, on voit toujours un valet
bouffon, qui fait rire les auditeurs, de méme
dans toutes nos pièces maintenant, il faut
toujours un marquis ridicule, qui divertisse
la compagnie", zoo schroef de groote Molière
in zyne „Impromptu."
Ook dit echter behoort wederom tot het
verledene, ook dit is veranderdde komische
knecht is vervangen door den hilariteit op-
wekkenden markies en deze op zyne beurt
heeft op het tooneel zyne plaats moeten af
staan aan den ouden heer met jeugdig K$t.
Byna geen enkel Fransch blyspol of comedie
meer, waarui hy niet wordt getypeerd; voor
Mosor, Schönthan, Anno, Benedix en voor
zoovele andere Duitsche auteurs is hy steeds
een persona grata geweest en gisteravond
mochten wy onze hulde brengen aan een
paar exemplaren van dit genus, in het oor-
spronkeiyk stuk „Jonge Harten", van onzen
landgenoot Marcellus Emants.
Ook hier worden wy in kennis gesteld met
een paar heeren, die, niettegenstaande zy de
première jeunesse reeds meer dan tweemaal
achter den rug hebben, toch nog kunnen
bogen op een hart, dat door het kleinste
vonkje in lichterlaaie gezet kan worden,
wier kale kruin nog niet in staat is de
gevaren der zonnesteken te doorstaan. Natuur-
ïyk dat het jonge, lieftallige dorpsmeisje, in
casu de vonk, de oorzaak van den dubbelen
coup de soleil, hare hand niet mag reiken
aan een dezer oude jongenheeron, maar veeleer
aan een flinken, kranigen student uit Leiden,
waarmede haar lot en tevens het stuk be
sloten is.
Het geheel vormt een krachtig, met gloed
geschreven blyspelbehalve de eerste dialoog,
welke veel te lang is, zit er gang, is er leven
in alles; de aardige, verrassende tooneeltjes
volgen elkander snel op; het bevat buitendien
voel nieuws, veel oorspronkelyke, veel, dat wer-
keiyk goed gevonden mag heeten, zoo byv.
de scène aan het whisttafeltje. Wy hebben
menigmaal op het tooneel de kaarten zien
ter hand nemen, maar dan was dit meestal
om anderen in de gelegenheid te stellen han
delend op te treden, om eenige a parts aan
het publiek mede te deelen of wel om onge
merkt te kunnen minnekoozen door het zich
liefhebbend paartje, waaraan elk tooneelstuk
ryk is. Hier echter geheel andershier daaren-
tegen vormen de spelers zeiven de handeling,
I hier is hun tafeltje le point d'attraction. Dit
Bertha (stormt de kamer binnen)„Mama,
juffrouw Glanz heeft daareven laten weten,
dat zy vóór morgenochtend de japonnen niet
kan klaar hebben."
Mevrouw Lenz„Ik dacht dat die al lang
ingepakt waren."
Bertha: „Wy wildon het u niet zeggen,
omdat zy het zoo zeker beloofd had."
Mevrouw Lenz: „Dan moeten zy maar na
gezonden worden. Wat zal papa boos zyn!
Myn hemel, wat ben ik moe! Kon ik nog maar
gauw wat eten en oen slokje wyn drinken!"
Alma: „Er is niets meer over; wilt u een
bonbon? Tante Marie heoft er my eenige ge
zonden voor de reis."
Mevrouw Lenz: „Spreek my niet van dat
akelige goedje, wy zullen ze meenemen voor
tante Marie te Frankfort."
(Er wordt gescheld.)
Mina: „Mevrouw Berndtkomt even afscheid
nemen."
Mevrouw Lenz: „En ge hebt haar binnen
gelaten, ongelukkige? Weet ge niet dat wy
geene minuut te verliezen hebben Ik ben zoo
moe als een gejaagd paard, en in de voorka
mer kan men niet moer gaan zitten." (Zy
wankelt naar de zykamer.)
(Wordt vervolgd.)
2) Eene schets naar het leven.
Uit het Duitsch van
Aoguste Haaschncr. (A. Ifontag.)
Augusta (met de soep-terrine naar binnen
gaande)„Nu, die soep met de dryvende bal
letjes gehakt, zal mynheer ook niet in een
beter humeur brengen. Ge behoeft heden niets
voor myn Karei te bewarenom zulken kost
geeft hij toch niets!"
Bij Bergman.
(In de keuken.)
Doortje, de keukenmeid, (gebukt over een
korf, welke tot den rand met provisie is ge
vuld) „Nu moet ik eierkoeken bakken, en de
koekepan is al ingepakt!"
Ernestine, de werkmeid: „Zy zullen de stoe
len nog inpakken, waarop wy zitten en de
kopjes, waaruit wy drinken."
Doortje: „En dat noemt mevrouw niets
meenemen
Ernestine: „Onze mynheer en mevrouw
moeten altyd iets buitengewoons hebben. Iedere
deftige familie reist, en gunt de dienstboden
ten minste een paar weken rust. De onzen
moeten altyd een „Villeschatuur" hebben. Wat
eene plagery I"
Doortje: „Als nu maar de schoorsteen niet
rookt daar buiten, en de kookkachel maar trekt.
Anders kan mevrouw alleen het eten koken."
Ernestine„Een uur van de stad, zegt me
vrouw dat is goed voor haar, die altyd eerste
klasse heen en terug kan reizen, als het haar
in „Villeschatuur" begint te vervelen, maar
hoe zal ik, een arm dienstmeisje, myn vryer
nog eens kunnen bezoeken?"
Doortje: „Koop toch een „Felosipèdo"
voor hem."
Ernestine„Wat dat betreft, men kan toch
niet van een welopgevoeden knecht verlangen,
dat hy met my alleen tevreden zal zyn?Hy
wil toch ook een pretje hebben, als zyn werk
klaar is."
Doortje: „Het buiten zyn zal ons goed doen,
zegt mevrouw. Wat eene dwaasheidEene wit
geschuurde keuken en als het werk klaar is,
een kop koffie met gesmeerde bollen, daar
houd ik meer van dan van de heele natuur,
al is die ook nóg zoo mooi!"
Ernestine: „Als Emil my maar niet ontrouw
wordt in dien tyd."
Doortje: „Dat zal hy wel niet!"
Ernestine„Nu, als het er op aankomt, zeg