H*. 8829.
Dingdag 27 November.
A\ 1888.
0 PRIJS DEZER COURANT:
Dit nommer bestaat uit TWEE
Bladen.
Eerste Blad.
<§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (§pn- en feestdagen, uitgegeven.
Sch e urkal en d ers,
Leiden, 26 November.
Feuilleton.
ZOMERVREUCDE.
LEIDSCH
DAGBLAD.
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per poet1.40.
Afzonderlijke Nonjmera0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 1—6 regels 1.05. Iedere regel meer f 0.17$.
Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het m-
casseeren buiten de stad wordt 0.10 berekend.
In dit nommer bevinden zich de
Bons voor de
welke Dinsdag, van 9 uren
's morgens tot uren 's avonds, aan
het Bureel van ons blad kunnen wor
den afgehaald.
Bij uitzondering kan ditmaal elke
Abonné over twee SCHEUR
KALENDERS beschikken,
zoodat Abonné's, die een medelezer
hebben, er voor beiden één kunnen
bekomen.
Met 1 December begint een nieuw
kwartaal van het Leidsch Dagblad.
Zij, die zich nu reeds op deze Courant
abonneeren, ontvangen de tot dien
datum verschijnende nummers gratis.
Op het adrea van G. Rykaart Azn., hou
dende verzoek om eervol ontslag uit zyne
betrekking van 3den onderwijzer aan de
Jongensschool 1ste klasse, wordt door B. en
Ws. gunstig geadviseerd.
Tevens geven zy in overweging aan mej.
A. M. Kapteyn, mede ingevolge het door haar
ingediend verzoek, eervol ontslag te verleenen
als leerares in de geschiedenis en aardrijks
kunde aan de Hoogere Burgerschool voor
Meisjes, met ingang van 1 Februari 1889.
Ter vervulling der bestaande vacature
van derde onderwijzeres aan de jongensschool
lste klasse, stellen B. en Ws., in overleg
met den arrondissements-schoolopziener, na
ingewonnen advies van het hoofd der be
trokken school, voor mej. J. G. Blok, die,
krachtens raadsbesluit van 26 Mei 1887,
werd benoemd tot onderwijzeres aan de school
2de klasse voor jongens en meisjes (leerschool
bij de Kweekschool) ever te plaatsen naar
de jongensschool lste klasse, alwaar zjj ge
durende de ziekte der vorige onderwijzeres
reeds tijdelijk werkzaam is geweest. Ten
einde evenwel aan de bepaling der wet op
het lager onderwijs te voldoen, hebben B.
en Ws. gemeend de adspirant-onderwjjzeressen
mejuffrouwen M. P. Oudshoorn en H. M.
Poelman, sollicitanten naar de betrekking
van derde onderwijzeres aan de school der
3de klasse No. 1, mede op de voordracht te
moeten plaatsen, zoodat die alsdan als volgt
is samengesteld, lo. mej. J. G. Blok, 2o. mej.
M. P. Oudshoorn en 3o. mej. H. M. Poelman.
Naar aanleiding van het Raadsbesluit tot
uitbreiding van het hulppersoneel aan de school
der 3de kl. No. 1 met een derden onderwijzer
of eene derde onderwijzeres, wordt den Raad
door B. en Ws. eene voordracht aangeboden
ter benoeming van een derden onderwijzer,
op eene jaarwedde van 550, welke wordt
verhoogd met 50 na een dienstjaar als zoo
danig, met 100 voor het bezit der akte van
hoofdonderwijzer, met 50 voor de akte voor
het teekenen en met 25 voor die voor de
gymnastiek.
Die voordracht, opgemaakt in overlog met
den arrondissements schoolopziener, na inge
wonnen bericht van het hoofd der school, is
samengesteld als volgt: lo. P. Th. Jansen,
onderwijzer te Noordwjjkerhout; 2o. I. Plant-
feber en 3o. J. W. Sasburg, beiden werkzaam
aan openbare lagere scholen in deze gemeente.
Ter vervulling eener bestaande vacature aan
de Jongensschool lste klasse is de volgende
voordracht ingediend, ter benoeming van een
tweeden onderwijzer, op eene jaarwedde van
700, alslo. J. J. Wissenburgh, derde onder
wijzer aan de betrokken school; 2o. C. W.
Deenik, mede derde onderwijzer aan die
school, en 3o. W. Goemans, onderwijzer aan
de Jongensschool 2de klasse.
Aan den gemeenteraad wordt door B. e»
Ws. overgelegd een staat, vermeldende de
namen van eenige aangeslagenen in de plaat
selijke directe belasting over 1888, die ge
durende den loop van dit jaar de gemeente
hebben verlaten of overleden zijn, met voorstel
om aan die personen afschrijving of restitutie
te verleenen tot een bedrag als op dien staat
is aangewezen.
De heer J. Rinkes Borger, directeur der
Leidsche Melkinrichting te Leiden, deelt den
gemeenteraad mede dat in het jaar 1880 op
het terrein der genoemde inrichting is ge
bouwd, en in den winter van 1887-88 is
herbouwd, eene houten schuur, gedekt met riet,
bestemd voor het bewaren van ijs.
Tot leedwezen van den directeur is bij dien
bouw en herbouw niet gelet op de bepal'n
gen van artikel 221 der Algemeene Politie
verordening van de gemeente Leiden en dus
verzuimd om aan den gemeenteraad ontheffing
van genoemde bepalingen te vragen.
Onder opmerking dat de schuur gehee
geïsoleerd staat en uitsluitend dient voor het
bergen van ijs, waardoor geen gevaar bestaat
voor brand en dat voor het bewaren van ijs
eene rietbedekking noodzakelijk is, neemt de
heer Rinkes Borger thans de vrijheid te ver
zoeken alsnog dispensatie van de bepalingen
van artikel 221 der Algemeene Politieveror
dening te geven.
Na overleg met de commissie van fabricage,
geven B. en Ws. den Raad in overweging aan
den directeur de in genoemd art. bedoelde
ontheffing te verleenen van de daarbij ge
stelde bepaling dat gebouwen binnen deze
gemeente niet mogen worden opgericht dan
met steenen gevel en steenen zijwanden en
dat zij niet anders mogen gedekt zijn dan
met pannen, leien, tegels of andere niet brand
bare stoffen.
Ook bestaat er by B. en Ws. geen be
zwaar tegen de inwilliging van het verzoek
van de firma H. M. Biesiot, om eene water
leiding te maken voor den gasmotor in het
perceel in de Van der-Werfstraat No. 15 naar
den in die straat gelegen brandput, welke in
gemeenschap staat met het water in de Oude-
Singel gracht.
Verder geven zjj in overweging restitutie
of vrijstelling van de betaling van schoolgeld
(lager onderwijs) te verleenen, wegens vertrek
uit de gemeente, aanlo. O. Ripping voor
zijn zoon Cornells, leerling der Jongensschool
lete klasse over de laatste twee maanden
van het 4de kwartaal 1888 tot een bedrag
van 10, en 2o. jhr. C. J. Strick Van Lin-
schoten voor drie kinderen der Jongensschool
lste klasse over de laatste twee maanden
van het 4de kwartaal 1888, tot een bedrag
van 22.50.
Door de geneeskundige staatscommissie
te Groningen is totjarts bevorderd dr. Th. Kop-
peschaar, geboren te Leiden.
Hedennamiddag werden door ons per
Engelsche mail ontvangen de Indische bladen
van 22, 23 en 24 October en de „Deli-Cou-
rant" tot 27 October.
B(j de heden gehouden openbare verkco-
ping van cokes, in partijen van 100, 50, 10
en 5 hectoliters, waren de hoogste prijzen
41, ƒ21, ƒ4.30 en ƒ2.10; do laagste ƒ40,
ƒ20.50, 4.20 en ƒ2.10.
Bedankt is voor het beroep naar Elburg
door ds. J. Bolkestein, pred. te Ter Aar.
Aan den cursus 1888/89 van het her-
halingsonderwjjs te Oudshoorn, dat kosteloos
gegeven wordt, wordt door 17 leerlingen deel
genomen.
Men schrijft ons uit Nootdorp, dd. 26
November
Gisterochtend te 10 uren werd dr. A. J.
Van 't Hooft als predikant van Nootdorp be
vestigd door dr. A. Van der Flier, uit Den
Haag, naar aanleiding der woorden, opgetee-
kend in 1 Cor. IV: 1-4.
Het was eene plechtige ure, vooral toen
de jonge predikant nederknielde, rondom hem
de bevestiger dr. Van der Flier en de predi
kanten uit naburige gemeenten en van elders,
die deelnamen aan de handoplegging. Het
waren o. a. de consulent van Nootdorp, tevens
predikant te Zoetermeer en Zegwaard; ds.
Van 't Hooft, oom van den nieuwen predi
kant, te Vlaardingenverder ds. Hoogstraten,
uit Den Haag; ds. Pijzei, van Leiderdorpds.
Schriecke, van Zandvoort en ds. Willebrands,
van Oude- en Nieuwe-Wetering
Des middags te 2 uren hield de nieuwe
predikant van Nootdorp zjjne intree-predikatie
naar aanleiding van Joh. 3 v. 30: „Hy moet
wassen, maar ik minder worden".
Vervolgens hadden plaats de gebruikelijke
toespraken van den nieuwen predikant, o. a.
tot den bevestiger, dr. Van der Flier, tot den
consulent, die de bevestiging bereidwillig aan
dr. Van der Flier had afgestaantot zyn oom,
ds. Van 't Hooft, die altijd met zooveel be
langstelling zijne studie gevolgd hadtot ds.
Schriecke, aan wien de gemeente het voor
een groot deel had te danken dat zij weer
een predikant had; vervolgens tot de ouderlin
gen, diakenen, kerkvoogden, het burgerlijk be
stuur van Nootdorptot de Leidsche academie
vrienden en verder tot de talrijk aanwezige
bloedverwanten en vrienden, zoowel van Leiden
als elders van te Nootdorp gekomen om van de
plechtigheid getuige te wezen.
Naar men vernetmt, zal Zr. Ms. schroef-
stoomschip lste kl. „Koningin Emma der
Nederlanden," onder commando van den ka
pitein ter zee J. H. Commijs, van Curasao
met bestemming naar Nieuwediep, doch
wegens stormweder in de Noordzee te IJ-
muiden binnengeloopen, by aankomst in de
marine directie te Willemsoord aan 's ryks
werf aldaar, buiten dienst worden gesteld.
Het voornemen schynt daartoe niet bestaan
te hebben, maar na het doorgestane zware
weder op de tehuisreis zal die bodem be-
langryke herstellingon behoeven, vooral de
stoomketels enz., en daarom voorloopig uit
dienst gaan.
By gunstig weder wordt dat schip naar
Nieuwediep gesleept.
Zr. Ms. schroefstoom8chip lste kl. „Atjeh"
Eene schets naar het leven.
Uit het Dultech van
Aogmte Haoschner. CA. Monfag.)
Mevrouw Lenz (tot mevrouw Bergman):
„Dus zyt ge werkeiyk niet voornemens, dit
jaar op reis te gaan?"
Mevrouw Bergman„Bepaald nietWaarom
zouden w(j het in den verre gaan zoeken?
Wy z(jn het rondreizen moe, en willen ook
in den zomer onze huiseiyke genoegens en ge
makken genieten. Slechts, zooals myn man het
uitdrukt „Dieselbe couleur in grün." Daarom
hebben wy een uurtje van de stad eene schoone
villa gehuurd, voor ééne familie."
Mevrouw Lenz„Men kan wel merken, dat
ge nog jong zyt! Gy haalt de gedichten van
Goethe aan en gelooft toch nog aan het be-
koorlyke van een zomerverblyf. De moeite van
bet verhuizen alleen.
Mevrouw Bergman„Wij behoeven niets
mee te nemen wy vinden er alles, zelfs eene
piano 1"
Mevrouw Lenz: „Springveeren matrassen
ook?"
Mevr. Bergman„Achter het huis is een tuin,
welke veel overeenkomst heeft met een park."
Mevrouw Lenz„Het is te hopen dat er
geen vyver doorloopt, waar uwe kinderen of
die van anderen in zouden kunnen vallen.
Want op de innige vriendschap van al uwe
bekenden moet gy rekenen!"
Mevrouw Bergman„Wy maken geene af
scheidsbezoeken. Dit helptEn als men twaalf
jaren achtereen kennissen op reis gemaakt
heeft, krygt men eene voorliefde voor zyne
oude vrienden."
Mevrouw Lenz„En de ontevredenheid der
dienstboden
Mevrouw Bergman„De onzen zouden ons
zelfs in de woestyn volgen."
Mevrouw Lenz„Moge uw vertrouwen niet
beschaamd worden! Ik heb het myne lang
zamerhand bij myn verblyf in onderscheidene
villa's verloren. Ik zie met vreugde ons reisje
naar Zwitserland te gemoet."
Mevrouw Bergman: „Maar de uitgaven?
Zoo'n vier personen naar Zwitserland!"
Mevrouw Lenz„Wy hebben met den ox-
prestrein maar half geld te betalen, en dan
zoo zonder zorgen voor huis en haard, nieuwe
menschen en eene nieuwe omgeving.
Mevrouw Bergman„En al de onkosten en
de toebereidselen voor het toilet?"
Mevrouw Lenz: „Wy zullen doen als de
Engelschen. Grys op reis dragen en weinig
medenemen, dat gewasschen moet worden.
Doch ik verpraat myn tydik moet om twee
uren by de naaister zyn met myne dochters."
Mevrouw Bergman„In spyt van de Engel
sche mode?"
Mevrouw Lenz: „Alleen het allemoodigste.
Vaarwel, myn bestel Denk aan ons in uw
lusthof in het woud."
„Mevrouw Bergman„En gij aan ons van
uwe hooge gletschers!"
Beiden tegelyk: „Tot weerziens! Veel ge
noegen!"
In de keuken.
(By mevrouw Lenz, acht dagen later.)
Mina, de keukenmeid: „Al acht uren en
mevrouw nog niet thuis! Zoo gaat het dag
in, dag uit; en moet op die manier het heele
huishouden niet in de war loopen?"
Augusta, de werkmeid: „Mynheer loopt op
en neer als een leeuw in den Zoölogischen tuin."
Mina„Ga maar eens kyken, of er van het
balkon af niemand te zien is. De karbonaden
staan te verbranden; ik heb er niets geene
eer van."
Augusta„Ik heb geen tyd, want ik moet
nog in zes lyven plooisels naaien, en dan nog
de dunne mouwen in de japon van juffrouw
Alma!"
Mina: „Och, lieve tyd, wat een getob! en
dat voor eene reis van veertien dagenNet
of men thuis geene kleeren aan het ïyfheeft!
En waartoe dient het reizen dan nogIn den
dierentuin is groen genoeg; en mooier dan in
Grünewald, kan het, dunkt my, nergens zyn."
Augusta: „Nu, 't is my goed; hoe langer
zy wegbiyven hoe lieverdan is men nog
eens heerlyk vry."
Mina„Ik ga vandaag nog aan myne zuster
schryven, dat zy over moet komen met haar
oudste kind. Zy kan in de kamer van de
jongejuffrouw slapen."
Augusta„Laat uw zwager ook maar mede-
komen ik ga toch voor acht dagen naar huis
met myn beminde."
Mina: „Biyf maar gerust hier; er zyn bed
den genoeg."
Er wordt tweemaal gescheld. Daar is
mevrouw
Mina„EindelykDie ongelukkige wentel
teefjes zien er uit als onze jonge meesteres,
als zy vier avonden achter elkaar gedanst
heeftgrysbruin en rimpelig als de verdroogde
schil van een sinaas-appel."
(Wordt vervolgd).