H\ 8824. Woensdag 31 November. A0. 1888. <§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (§on- en feestdagen, uitgegeven. Scheurkalender 1889. Leiden, 20 November. Feuilleton. ALLES VERLOREN. I». J. c. LEIDSCÏÏ DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Toor L«iden per 8 maanden1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommera0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEN Van 16 regels ƒ1.06. Iedere regel meer 0.17 fc. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het in-^ casaeeren buiten de stad wordt 0.10 bereken»/, Over een paar dagen zullen de bons in iet Leidsch Dagblad worden afgedrukt, waarop de HUMORISTISCHE en CHRISTE LIJKE SCHEI RK.«LENDERS zullen worden afgegeven. Naar uit achterstaande advertentie blijkt, zal de volgende week Vrijdag door de heeren Endefie en Striening oen concert gegeven worden, waarop tevens hunne medewerking zuüen verleenen de dames Jalde en YamBaaten, alsmede de heer Van Praag, allen in de muzikale wereld wél bekend. Ditmaal zal de uitvoering plaats hebber, in ■de gezellige en goedklinkende, niet «3 te groote zaal der „Sint-Jezefs-Gezellen-vereeniging", terwijl zeker ook voor een uitmuntend ipro- .gramma zal worden zorg gedragen. Ofschoon hier reeds het een en ander, dat op muzikaal gebied was aangekondigd, wegens te geringe deelneming niet kon doorgaan, mag men toch mot reden verwadhten dat het dezer soirée niet aan belangstelling en aan moediging zal ontbreken. Gisteren had alhier wederom de perio dieke uitkeering plaats aan behoeftige -leden en weduwen van leden der „Vereeniging van gopensionneerde onderofficieren en minderen van het Noderlandsche leger." Zeven leden en vier weduwen ontvingen ieder f 12.50, terwijl ook nog aan één lid -als buitengewone gratificatie werd betaald/" 10. Den 30sten November a. s. hoopt de heer J. Olivier, -commies-boekhouder bjj de gevangenis voor militairen te Leiden, den dag te herdenken, waarop hij vóór dertig jaren in "s R(jks dienst trad. In zijn,e Memorie van Aütwoord omtrent het wetsontwerp tot aanwijzing van de Rijks werkinrichting Veenhuizen No. 1 voor Rijks werkinrichting voor mannen en vestiging van de Rijkswerkinrichting voor vrouwen in de gemeente Oegstgeest, zegt de minister van justitie zich te verheugen dat de voorgestelde maatregel, waarbij de vrouwelijke verpleegden uit Veenhuizen verplaatst worden, in het algemeen werd goedgekeurd. De gedane vraag of het geene overweging verdient om voor deze categorie van verpleegden de Ommer- echans te bestommen, meent de minister be slist ontkennend te moeten beantwoorden. Wordt in den zin van het wetsontwerp be sloten om de vrouwelijke bevolking in de tegenwoordige strafgevangenis nabij Leiden te doen verplegen, dan zal dat, wat de in richting van het gebouw betreft, geece kosten veroorzaken. Tegen het denkbeeld om nadec te bepalen <iat het gesticht Ommeirschans «Is strafgesticfct voor mannen zal worden behou den, meent de minister zich niet klem te moeten verzetten. Wat de voornemens der Regesring omtrent de verdere bestemming van het gesticht Ommerechans betreft, dienaangaande kan de minister mededeelen dat, ter uitvoering van het reeds vroeger opgevat voornemen, de gronden bij gedeelten zullen worden verkocht, zooals dan ook dit jaar roods ten aanzien van vier hoeven met bijbehoorende terreinen heeft plaats gehad, hetgeen eene bate vaE ruim 60,060 heeft opgeleverd. Overigens bestaat bij -den minister bet voornomen -om, alvorens tot het doen ver- koopen van het eigenlijk gezegde hoofdge bouw en van het in den omtrek daarvan gelegen terrein over te gaan, zijne ambtge- nooten in de gelegenheid te stellen te over wegen in hoever daarvan door hen voor een of ander doel gebruik gemaakt kan worden. Op de v-raag of de minister overeenstemt met het gevoelen van zijn ambtsvoorganger dat de werkzaamheden -der verpleegden hij veorkeur veor landelijken arbeid behooren te worden gebruikt, wordt door hem een beves tigend antwoord gegeven. Men echrjjft ons uit Noordwykerhout, dd. 19 November: Heden, in den vroegen morgen, is alhier, in den ouderdom van ruim 71 jaar, overleden de heer E. Oranje, secretaris en ontvanger dezer gemeente. Tot nog vóór 8 dagen was hjj in deze betrekkingen werkzaam. De over ledene kenmerkte zich ia do waarneming zijner administratieve plichten door eene militaire stiptheid, zooals die aan een oud gediende van het leger, waarbij h(j een groot deel van zijn leven had doorgebracht, eigen is. De laatste S0 jaar was hy bj] de gemeente administratie in het naburige Katwijk en alhier werkzaam. Door Burg. en Weths. van 's-Gravenhage is aan den Raad voorgesteld hun een krediet van f 2500 toe te kennen, om, in aansluiting aan de feestelijkheden, welke op 30 Nov. a. s. te Scheveningen zullen worden gegeven ter herdenking van het 75-jarig bestaan van Neerlands herkregen onafhankelijkheid en van de landing van den Prins van Oranje aldaar, in den avond van dien dag in het Lange Voorhout eene illuminatie te doen ontsteken en aldaar eene muziekuitvoering te doen gevera. Tevens vrenschen B. en Ws. aan het feestcomité te Scheveningen, dat daartoe aan zoek heeft gedaan, eenige hulp van gemeente wege bjj do feestviering ald&n te verleenen. Dit voorstel cal heden door den gemeenteraad worden behandeld. Op 30 November a. s. zal in de Nederd.- föorv. kerk "te Scheveningen door de predi kanten Van Heyningen, Lammerinck en Klei- nendorst eene plechtige bidstond worden ge houden ter herdenking -aan Neerlands herstel. Uit Vlissingen schrijft men aan het „Hbl.", dd. 18 Nov.De mailtrein, welke de Duitsche fceizerin-weduwe met hare dochters op hare reis van Berlijn naar Engeland her waarts bracht, kwam nagenoeg op tjjd aan. Voor d9 aankomst van den trein had zich de prins van Wales in admiraals uniform, omgeven door zijn adjudant generaal Teesdale, den commandant van hot jacht „Victoria and Albert" en verdere officieren, alsmede van den vice-consul van Engeland te Middelburg, den heer De Bruyne, en den consul van het Duitsche Rijk, den heer W. Goebel, naar den salonwaggon begeven om de keizerin-weduwe te begroeten. De reizigster was vergezeld van hare drie dochters, Victoria, Sophia en Mar- garetha, van haren adjudant, graaf Secken- dorff, en van een groot gevolg. Aan don arm van haren broeder, den prins van Wales, begaf zich de keizerin-weduwe, in zwaar rouwgewaad gehuld, onder den wal aan boord van het jacht, toen haar eene onverwachte hulde werd gebracht. Een vier jarig meisje, aan de hand harer moeder, de vrouw van den Duitschen consul alhier, bood der keizerin een keurigen bloemruiker aan, welke uit de lievelingsbloemen van den over leden keizer, violen, was samengesteld. Dank baar werd door de vorstin dit bljjk van hulde aanvaard. Aan boord van het jacht was door tusschenkomst van eenige ingezetenen van Middelburg eveneens een prachtige ruiker violen bezorgd. Aan den ponton was eene schitterende verlichting aangebracht. Een electriscbe kabel, die van het stoomjacht, verschafte aan onge veer 100 gloeilampjes licht. De geheele be manning stond blootshoofds onder den wal en op den ponton opgesteld. Nadat de talrijke koffers en kisten aan boord waren gebracht, stoomde de Victoria and Albert" te 11.20 min. de buitenhaven uit, koers zettende naar Port-Victoria. Mr. W. A. Roelvink, eervol ontslagen rentmeester van het kroondomein te Winters wijk, is benoemd tot officier van de Eikekroon. De gewone audiëntie van den minister van marine zal op 23 dezer niet plaats hebben. Het stoomschip „Prins van Oranje", van Batavia naar Amsterdam, vertrok 19 Nov. van Colombo; de „Sumatra", van Batavia naar Amsterdam, vertrok 19 Nov. van Suez; de „Utrecht", van Rotterdam naar Batavia, arriveerde 19 Nov. te Southampton; de „Ban tam", van Batavia, laatst van Port Mahon naar Amsterdam, passeerde 19 Nov. Gibral tar; de „Burgemeester Den Tex", van Am sterdam naar Batavia, arriveerde 19 Nov. te Padang; de „Rembrandt" vertrok 18 Nov. van Cadix naar Amsterdam. Z. M. heeft als blijk van Zr. Ms. goed keuring en tevredenheid lo. de zilveren me daille en een loffelijk getuigschrift, ingesteld bij Koninklijk besluit van 22 September 1855 No. 64, toegekend aanH. Hoesen, brieven gaarder te Engelen, wegens moed, beleid en zelfopoffering, aan don dag gelegd bij de gevaarlijke redding v.an een knaap uit de Dieze, op 24 September 1888, en 2o. de bronzen medaille en oen loffelijk getuigschrift, inge steld bjj genoemd besluit, toegekend aan: C. De Roon Swaan, leerling aan het gym nasium te Leiden, wegens het met levens gevaar redden van een drenkeling uit den Rijn, op 13 October 1888, en aanJ. Evertsen, matroos bi) het Noderlandsche loodswezen te Vlissingen, wegens het met levensgevaar redden van een drenkeling uit de haven dier gemeente, in den avond van 31 October 1888; goedgekeurd dat de burgemeester van Do Wijk, mr. G. W. baron Do V03 van Steenwijk, is benoemd tot secretaris dier gemeente; met ingang van 19 November 1888, aan jhr. mr. W. H. De Savornin Lobman, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als secretaris bjj het college van curatoren der Rijks-universiteit te Groningen. Het Leldsche Tooneel. Mot „La Pille du régiment" en „Lucia de Lammermoor" vormt „La Favorite" ongetwij feld het meest bekende drietal der vier en zestig opera-compo8itiën, welke aan het veel omvattend talent van Gaëtano Denizetti hun ontstaan te danken hebben. Het libretto stelt ons eon jongen monnik voor, die, bekoord door eene schoone, hoewel hem ton eenenmale onbekende vrouw, de eenzame muren van zijn klooster ontvliedt om de genoegens der wereld na te jagen. Als hij zich echter alle zijne illusiën, alle Naar het Engelsch DOOR „Hjj zal nu wel niet meer komen," zoo spreekt eene slanke vrouw, met een bleek ge laat, die op dit oogenblik met eene soort van koortsachtige gejaagdheid het rad der kleine handmachine in snelle beweging gebracht heeft en die nu voor het eerst sinds geruimen tijd van haar werk op- en haar kind aanziet, dat tegenover haar aan de tafel zit en op eene lei „teekent". De kleine heft het aardige, blonde kopje op en kjjkt moeder aan met de blauwe oogjes, welke duidelijke kenteekenen dragen van de naderende komst van „Klaasvaak." En geen wonder, dat het lieve schaap moede I s! Het is nu reeds lang over den tjjd, waarop Let gewoonlijk naar bed gaat en het heeft nog [geene avondboterham gehad. Het is dan ook voorzeker dwaas het kind feo lang wakker te houden, maar hjj beloofde Kanmorgen zoo vast heden onmiddellijk na pfioop der kantoorwerkzaamheden naar huis to zullen komen en de goede vrouw had er nu zoo op gevlast met bun drieën den avond maaltijd te nuttigen, iets, dat in zoo langen tjjd niet heeft plaats gehad. „Vader zal nu wel niet meer komen, Betsy", herhaalt de vrouw, over wier gelaat, zoo bleek, zoo vervallen, zich eene uitdrukking van tee- derheid verspreidt, nu zij de oogen op haar kind laat rusten, eene uitdrukking, welke inderdaad eene scherpe tegenstelling vormt met den trek van verbittering, welke om den mond spoelt. En wat zijn die lippen, welke nu ontsierd worden door dien trek, schoon gevormdHet gelaat is over het geheel zóó welbesneden, dat alleen veel zorgen, veel leeds er toe in staat geweest zijn het de onaangename uit drukking te doen aannemen, welke het nu, helaas, draagt. Voorzeker, deze zoo schoone oogen bestemde moeder Natuur niet tot weenen, maar hot onverbiddelijke noodlot vraagt er nu eenmaal niet naar welke bedoeling de natuur met het schepsel had. De vrouw legt haar werk neder, bergt de naaimachine weg en dekt de tafel. Het maal, dat door haar wordt gereedgezet, is een karig, een somber maal en onderscheidt zich alleen door de wijze, waarop de bestanddeelen er van op de tafel worden gerangschikt, van dat der armen. Er heerscht ook nog eene zekere netheid in het vertrek, waarin echter slechts de hoogst noodige meubelen te vinden zijn het geheel draagt in het kort het stempel van den goeden smaak der bewoonster, trots zijne geringe waarde. Zwijgend nuttigen vrouw en kind het avond eten en hebben daartoe miet veel t(jds noodig. De borden worden ter zijde geschoven en de kleine Betsy ligt weldra in bed in de aan grenzende, koude kamer. Nauwelijks is het Amen van het avondge bed over de kers-roode kinderlipjes gegaan, of de oogleden der kleine zijn reeds gesloten. De vrouw treedt de woonkamer weder bin nen, schuift de gordijnen, welke voor het raam hangen, open, en kijkt naar buiten. Zou hij nóg niet komen? Daarbuiten ligt de blanko sneeuw, schitte rend in het zilveren maanlicht, op elk dak, op het kleinste twijgje der kale boomen, op de straten en in de stegen, nog door bijna geen enkelen voet betreden, nog onbesmet. Oneindig hoog, onvergelijkelijk helder sch(jnt het uitspansel nu, bij do sterke vorst, te z(jn. De sterren, groot en klein, fonkelen en tinte len aan het firmament zooals ze dat slechts vermogen in schoone winternachten. Alles te zamen biedt een beeld aan even rijk aan poëzie als de zonnigste lentemorgen. Maar voor dat beeld heeft deze vrouw geene oogen. Zij kijkt alleen of haar echtgenoot, op wien zjj reeds zoo lang gewacht heeft, einde lijk komt. Een groepje menschen gaat voorbij, maar hy, wien zy verbeidt, bevindt zich daarby niet. Met een diepen zucht sluit zy de gordy«en. „Neen, h\j zal niet komen," zegt zy half luide tot zichzelve, evenals zoo straks hardop tot hare lievelinge, on in hare stom, ze moge nóg zoo zacht bedoeld zyn, ligt iets hards, iets scherps. „Neen, hy zal vandaag wel niet meer komen; heden was het dan ook be taaldag 1" Sedert eenigen tyd is zy zulk eene handel- wyze van hem reeds gewoon. De man, met wien zy gehuwd is, haar echtgenoot, komt gewooniyk niet vóór middernacht thuis, aller minst op die dagen, waarop hem betaald wordt. Dan is het ais brandt het pas ontvangen geld hem in den zak en op de handen, en dit duurt zóó lang, tot hy het op de speeltafel heeft gelegd. De wachtende vrouw heeft weder aan de tafel plaats genomen en zy arbeidt als te voren. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1888 | | pagina 1