de rampen, welke de Fransche overheerschlng
over ons land had: gebracht, reikhalzend was
te gemoet gezien en hoe den 17den Novem
ber 1813, dank zy het kloeke optreden van
het beroemde Driemanschap, het „Oranje
boven!" weer openlijk begon te wcerklnken.
Aan het einde zijner daverend toegejuichte
toespraak verzocht de president dat het 1ste
en ode vers van ons Volkslied en wel van
het tweede couplet de vier eerste regels door
de dames alleen staande zouden worden
aangeheven, aan welke uitnoodiging natuurlijk
met goestdrift word voldaan.
Over de komst der Franschen in ons land
werd tevens een eigenaardig tafereel opgehan
gen door den heor J. Goedeljee, naar hetgeen
hjj indertijd had vernomen uit den mond zeiven
van eene zijner dierbare familiebetrekkingen,
dia de bange jaren, toen ons land onder den
zwaren last zoo diep gebukt ging, bier ter
stede had doorleefd, waar zich de rampen
der overhesrsching niet minder dan elders
deden gevoelen en waar niot minder vol ver
langen naar verlossing werd uitgezien, vooral
toen op 17 November 1813 daartoe in Den
Haag, na Amsterdam, het sein word gegeven.
Men was echter te Leiden nog te bevreesd
voor do vele douanennoch de een, noch de
ander, dorst onverholen van zijne liefde voor
Oranje te doen blijkenmen fluisterde slechts,
tot onverwachts op den 19den November,
des middags omstreeks 12 uren, dominee
Schotsman, een volbloed Oranje-man, het
waagde op de Breestraat voor het stadhuis,
waar hij wist dat het op genoemd uur ge
woonlijk vry druk was, eene groote oranje
kokarde te voorschijn te halen en de eerste
te zijn die er „Oranje boven!" riep. Binnen
een uur werd dit voorbeeld door duizenden
in Leidens straten herhaald en er heerschto
dientengevolge spoedig overal zulk eene vreugde
en zulk eene opgewondenheid als moeilijk of
in het geheel niet te beschrijven zijn. De
partijschappen van vroeger, tusschen Patri
otten en Oranjelui, waren verdwenen. Alles
was één van zin en één van zieler heerschte
slechts één geest voor het Oranjehuis, dat
weldra weer innig met zijn Land en Volk
werd verbonden.
Spreker oindigde met ook op deze samen
komst, op dit herdenkingsfeest, een dikwerf
„Oranje boven!" te roepen, waarmee de feest
genooten met warmte instemden.
Overigens werden er in den loop van don
avond nog tal van voordrachten en toespraken
gehouden of liederen (zoowel solo's als quar-
totten) gezongen, meestal betrekking hebbende
op of in verband gobracht met het heuglijke
feit, dat door het goheele rijk lietzy op meer
of minder feesteiyke wyze herdacht werd.
Het was een avond, der Vereeniging van
de oud-stryders, gesteund door jeugdiger
krachten, volkomen waardig,on het genoegen
werd voor velen nog verhoogd toen er by
afwisseling oindelyk ook gelegenheid tot dansen
word gegeven.
Het 25-jarig bestaan der mannen-con-
Mining vleit zich tegen hom aan. „Ik heb
hot gezien," zegt zij, „en gedacht als gy."
„Dan willen wy boiden er niet meer aan
twyfolen," antwoordt hy, „dat wy gelukkig
mogen zyn en de afgestorvenen zich verzoend
in ons geluk verheugen."
In het westelyk deel van het dorp wordt
het oog van den vreemdeling getroffen door
eene mooie, welvarende boerdery, met groote
bygebouwen. Het woonhuis met de blinkende
venstors ligt middon in eene heerlyke groep
beuken en linden. Op warme zomeravonden
zit daaronder eene jonge, blonde vrouw naast
oen forschon man, wien het geluk uit de oogen
straalt. Vroolyke kindoren spelen in don tuin.
Mining ziet tevreden om zich hoen, maar in
haar schoon gelaat is een kalme ernst geble
ven, en nog heeft zy dat geslotene in haar
karakter, waarop de dorpelingen al zooveel
hadden aan te merken toon zy nog een
meisje was. De menschen noemen haar
hoogmoedig en zij zyn in hunne meoning ver
sterkt door hare vreemde handolwyzo tegen
over de bloedverwanten van haren man. Zy
schonk hun eon goed deel van haar vermogen.
Dat moest zy alleen gedaan hebben, opdat
niemand zou kunnon zeggen dat de ryke
boerin van de Lindenhof arme familie had.
Hendrik Kraft is daarom meer bemind in
het dorp dan Mining, maar zy hecht goeno
waarde aan do vriendschap van velen. Zy is
gelukkig op hare ernstige, stille manier, en
wydt .".1 hare liefde aan mau en kinderen.
Haar huis is hare woreld en een grooter geluk
kan en mag geone vrouw op aarde begeeron.
gregatie werd gisteren godsdienstig gevierd
in het kerkgebouw der parochie van O, L. V. H.
Dat gebouw was daartoe met groen en bloemen
getooid en als wy mededeelen dat die versie
ring hetzelfde stempel droeg, in denzelfden
geest was aangebracht als by gelegenheid
van het 25 jarig jubileum van den zeereerw.
heer J. Bots, pastoor van genoemde parochie,
dan weet men dat dit hetzelfde beteekent als:
de aangebrachte versiering was smaakvol en
prachtig.
Het feestoiyk aanzien van hot inwendige
dor kerk werd niet weinig verhoogd, kreeg
een niet minder degeiyk voorkomen door het
zeer fraaie altaar, aangebracht in het on
langs bygebouwde gedeelte, een geschenk
der leden van de feestvierende zangvereeniging
aan de kerk. Het marmeren beeld, het geschenk,
aangeboden by het zooeven bedoelde jubileum,
in de nabyheid van het nieuwe kunststuk
geplaatst, maakte een grootschen indruk.
Als byzonderheid kan nog vermeld worden
dat aan een groot aantal congregatie-leden (70)
eene zilveren medaille word uitgereikt, omdat
zy evenveel jaren lid der vereeniging zyn
geweest, als deze bestaat.
Der vereeniging, welke gisteren onwedor-
legbare bowygen gaf van haar recht van
bestaan, zy bloei en, kan het zyn, by voort
during vooruitgang toegewenscht.
Voor de akte Nederlandsche taal en
letterkunde is heden te 's-Hage geslaagd mej.
C. E. B. J. Kuneman, van Leiden.
In eene Zaterdag gehoudon buitengewone
algemeene vergadering van aandeelhouders
der „Leidsche Bankvereeniging" H. F. G.
Gerlings, word tot commissaris gekozen mr.
J. T. Buys.
Te 's-Hage slaagde voor het examen
middelbaar onderwys geschiedenis de heer
J. Kunst, van Leiden.
Uit 's-Gravenhage schryft men:
Aan den vooravond van den 75stea ge
denkdag van het herstol van Neerlands onaf-
hankelykheid was in hot Gebouw voor K.
en W. een talryk publiek samengestroomd,
uitgenoodigd door „Bybel en Oranje" on
„Excelsior", om van de eersten te zijn in
den lande, die het heugiyk feest zouden
vieren.
Drie sprekers hadden de taak op zich go-
nomen feestredenen uit te spreken.
De redevoeringen werden door het gezang
dor voreoniging „Excelsior" afgewisseld. Lu-
bock's wel wat lange feestcantate, welke by
de feestviering van 1863 gezongen werd,
kwam good tot haar recht; zoo ook „Ons
Prinsesje", van Henri Vóllmar; het best beviel
het „Hallelujah" uit de „Messias" van Hftndel.
Het monument op het Plein 1813 droeg
Zaterdag eene feestversiering. Het beeld van
Van Hogondorp in do groep van het bekende
driemanschap was omhangen met een grooten
groenen krans, omwonden door een lint in de
nationale kleuren, dat tevens in breede slippen
afhing.
De Israëlietische wyk werd dien dag door
duizenden bezocht, die de versiering in oogen-
schouw kwamen nemen. Daaronder bevonden
zich ook de burgemeester en de wethouders,
welke heeren door de commissarissen van
de vereeniging „Israöl en Oranje" werden
rondgeleid en wien ten huize van een hunner
de eerewyn werd aangeboden.
Aangaande de ongesteldheid van den
minister van marine wordt gemeld dat de
plaatselyke toestand gunstig, maar de alge
meens toestand zwak is, doch zonder koorts.
Volgens de laatste berichten is de toestand
van ZEx. redelyk wel.
Naar men verneemt, zal de nieuwbe
noemde gouverneur van Suriname, jhr. mr.
M. A. De Savornin Lohman, met de boot van
den Kon. W.-I. Maildienst, die den 12den
Decombor uit Amsterdam vertrekt, de reis
naar de kolonie aanvaarden.
By Zyner Majestoits besluit is benoemd
tot commandeur der orde van den Noder-
landschen Leeuw, jhr. mr. J. M. B. J. Van
der Does de Willebois, presidont van het ge
rechtshof te 's-Hertogenbosch.
Het stoomschip „Oranje-Nassau," van
AVost-Indiö naar Amsterdam, arriveerde 17
Nov. te Havre; de „Prinses Amalia," van
Batavia naar Amsterdam, passeerde 18 Nov.
Gibraltar; de „Soonda," van Amsterdam naar
Batavia, passeerde 18 Nov. Kaap Rocca; de
„Schiedam" vertrok 17 Nov. van Nieuw-
York naar Amsterdam; de „Batavia" arri
veerde 17 Nov. van Rotterdam to Batavia;
do „Noord-Holland" vertrok 17 Nov. van j
Bitavia naar Rotterdam; de „Amsterdam,"
van Rotterdam naar Nieuw-York, passeerde
IS Nov. Wfght; do „Celebes," van Batavia
naar Amsterdam, arriveerde 18 Nov. te Aden;
do „Gouverneur-Generaal s'Jacob" arriveerde
18 Nov. van Amsterdam te Padang; de
„Koningin Emma" arriveerde 14 Nov. van
Amsterdam te Batavia; de „Yeendam" arri
veerde 18 Nov. van Rotterdam te Nieuw-
York de „Voorwaarts," van Batavia naar
Amsterdam, arriveerde 19 Nov. te Suez.
Z. N. heeft tot tydelyk leeraar aan de
Ryks lioogere burgerschool te Warfum be
noemd dr. C. J. Luzac te Leiden en J. Van
Breukelen te Voorburg.
Benoemd by het wapen der infanterie tot
tweoden luitenant: by het 1ste rog., de ser
geanten W. De Laet van het instr.-bat., A.
B. Knook en H. Van der Maat, beiden van
het 8ste reg., L. M. De Boer, van het corps,
J. M. C. Haak, van het 3de reg., alsmede H.
R. Wentink, van het instructie-bataljon; by
het 2de regiment, de sergeanten jhr. P. A.
Alting Yon Geusau, van het corps, en K. G.
A. Muller, van het 4de regp; by het 3de reg.
de sergeanten L. A. De Visser, van het corps,
en W. P. H. Kroes, van hot 2de reg.by het
4de reg., de sergeanten G. Van Straaten, van
het corps, alsmede jhr. J. Bowier en S. L.
j. Verschoor, beiden van het reg. grenadiers
en jagers; by het 5de rog., de sergeanten A
C. De Vos, van het 3de, W. Van Bakel, van
het lste en J. W. G. Peltzer, van het 6de
reg.by het Ode reg., de sergeanten L. Reintjes
Van Veorssen, van het corps, A. IJ. Reitsma,
van het lste reg., en J. T. H. Van Bameveld,
van het corps, by het 7de reg. de sergeanten
J. A. A. Von Schmidt en D. Zeper, beiden
van het 8ste reg.alsmede L. G. De Lagh,
van hot 6de reg.; by het 8ste reg. de ser
geanten C. J. E. Opstelten, van het lste, L.
Levinson en F. Elhorst, beiden van het 7do,
J. F. Dekker, van het 5de, M. J. Kanaar, van
het 6de, M. D. J. De Jongh, van het 5de en
G. K. Muller, van het 2de reg. inf.
Benoemd, by het wapen der infanterie van
het leger in Ned.-Indië, tot 2don luit., de
sergeanten H. G. Van Buuren, van het reg.
grenadiers en jagers; W. A. E. H. Canter
Visscher van het 7de en C. F. Schanzleh van
het 2de reg. inf.; J. W. C. Vuyk van het
inst.-bat.; C. J. Boon van het 5de reg. inf.;
D. Toekamp Lammers van het instr.-bat.; E.
H. Hubers Van Assenraad van het 7de, W.
J. De Roever Króber van het 5de, A. H. Van
der Hoove on F. A. B. Op 't Eynde, beiden
van hot 7de, J. H. Dibbetz van het 6de, ais-
mode A. H. J. W. T. Schuak van hot lste
reg. inf.
Benoemd by het personeel der militaire
adminstratie van het leger in Nederlandsch-
Indië, tot tweeden luit.-kwartierm., do ser
geanten B. J. A. Fransella en A. J. A. Bran
don Bravo, van het 3de, F. W. J. Von Hom-
bracht, van het 6de reg. inf., alsmede L. C.
D. Van Ginkel, van het reg. grenadiers en
jagers.
Den paardenarts 2de kl. C. Van Heelsber-
gen, van het personeel van den geneeskun
digen dienst der landmacht, voor den tyd van
drie jaren gedetacheerd by het leger in Neder-
landsch-Indië.
Benoemd tot generaal-majoor by het leger
in Nederlandsch-Indië den kolonel der inf. by
dat legor H. K. F. Van Teyn, civiel- en mi
litair gouverneur van Atjeh en onderhoorig-
heden.
Den heer C. J. Marcus, arts, benoemd en
aangesteld tot officier van gezondheid der 2de
kl. by het personeel van den geneeskundigen
dienst van het leger in Nederlandsch-Indië.
Gemengd Nltiwi.
Van de weinige hier ter stede
nog in leven zynde oud-stryders van 1830 en
31 is er weder een overleden, nl. Johannes
Berg, in den ouderdom van 84 jaren. Als
bode van de Vereeniging „Het metalen Kruis"
had hy nog verleden week de convocatie
biljetten bezorgd voor de feestvergadering,
welke Zaterdag avond ter herdenking van
Neerlands bevrijding werd gehouden; doch
zelf kon hy er niet meer aan deelnemen. De
ongesteldheid, door welke hy ettelyke dagen
geleden werd overvallen, had gisteren zijn dood
ten gevolge.
Een jongen, die gisternamiddag
om één uur, aan het Levendaal van den wal
op eene schuit sprong, had het ongeluk van
dat vaartuig in het water te vallen, maar
daarna weer het geluk door eenige speel
makkers spoedig op het droge gebracht te
worden.
De bediende in een dezer dagen
opnieuw ingerichte bierhalle in d9 Veenestraat j
te 's-Hage moet hedenmiddag met eene aan- j
zleniyke som gelds, men zegt f 700, toebe-
hoorende aan den koffiehuishouder, op den loop
gegaan zyn.
De Hooge Raad behandelde heden
de zaak van een Leidschen huurder, die door
het Haagsche gerechtshof tot drie maanden
gevangenisstraf is veroordeeld wegens mein
eed, daar hy in eene huurquaestie valschelyk
zou verklaard hebben een zeker perceel niet
gehuurd te hebben.
Voor den requirant trad op mr. J. Var
Gigch,. die in de eerste plaats betoogde datl
eene valsche verklaring op zichzelve niet straf t
baar is, tenzy er opzet besta. De aflegger
van den eed moet by het afleggen de weten
schap hebben dat hy valschelyk verklaart;
dat eischt art. 207 Strafwetboek, en dit is
niet gebleken.
Ten onrechte ook heeft de Haagsche recht
bank den decisoiren eed willekeurig gesplitst
en zekere onderdeelen daarvan beschouwd als
die gedeelten, waarop het aankwam, met ter
zyde stelling van andere gedeelten. Voorts
woes pl. er op dat de requirant feiteiyk geene
valsche verklaring had afgelegd, daar hy ver
klaard heeft niet van de eischeres een huis
te hebben gehuurd en uit de feitelyke beslis
sing blykt dat zy dat huis met haar mede
weten heeft verhuurd, wat iets anders is dan
persoonlyk.
Eindelijk wees pleiter er op dat het bedrag,
in het eedsformulier genoemd, niet overeen
kwam met het verschuldigde bedrag, zoodat
mot eene reservatio mentalis de req. kon
zweron niet f 128.62 schuldig te zyn, waar
hy slechts f 128.30 schuldig was.
Aan het einde van zyn pleidooi, vestigde
mr. Van Gigch de aandaAt op de algemeene
fout dat eeden zoo vaak onduidelyk en om
slachtig worden geformuleerd en het dienten
gevolge vooral voor eenvoudige lieden schier
onmogelyk is meer te weten wat zy eigenlyk
bezweren moeten. Zulk een complex van feiten
wordt soms in den decisoiren eed saamge-
braclit, dat de aflegger tegen het einde ver
geten is wat er in 't begin stond.
De conclusie van het O. M. in deze zaak
is op 3 December bepaald.
Te Aarlanderveen ia Zaterdag
middag een knaapje van zes jaar, dat aan de
wetering in eene kan water wilde scheppen,
voorover gevallen en verdronken.
TeKatwyk aan Zee is aangek o-
men eene schuit van den reeder W. Taat,
die eene volle lading haring medebrengt.
Volgens telegraphisch bericht, is te Vlaardin-
gen binnengeloopen eene schuit van den ree
der D. D. Ouwehand, met verlies van bijna
de geheele vleet.
De illuminatie van Zaterdag-
avond te Rotterdam moet voor een groot
doel als mislukt worden beschouwd wegens
het slechte weder dat zeer ontydig intrad.
Wat er echter nog van te zien is geweest,
toonde dat by algemeen slagen de aanblik der
stad allerschitterendst geweest zot zyn.
Veroorzaakte de regen dat het verkeer bui
ten eenigszins minder werd, dit vermeerderde
echter in schouwburgen, koffiehuizen en andere
uitspanningslokalen. Van de uitvoeringen in
schouwburgen kan in de eerste plaats genoemd
worden de galavoorstelling der opera, waar de
heer Behrens een nationaal lied zong op de
wyze van het bekende „nur am Rheine will
ich leben." Voorts kroeg men nog eene allego
rische voorstelling te zien van de Nederland
sche Maagd. In de andere schouwburgen wer
den eveneens toepasselyke voorstellingen ge
geven, terwyi in Den Doele ds. Jorissen eens
feestrede uitsprak.
In den na avond werd het weder beter, zoo
dat zich toen andermaal eene groote menigte
menschen onder het zingen van toepasselijke
liederen op de straten bewoog.
De Passage was boven de gevels der win
kels in smaakvolle lynen zeer fraai tot in den
nacht verlicht en had uit den aard van hare
overdekking niets van weer en wind te lyden.
Ook de gasverlichting om het standbeeld var.
Van Hogendorp slaagde uitmuntend. De zes
groote kronen, die daar waren aangebracht,
vlamden zóó helder, dat het beeld, met de
versiering die hot omgaf, tot in den nacht
duidelijk kon worden waargenomen.
Terwyl de illuminatie op do Hoogstraat
door den wind byna geheel mislukte en de
Hoofdsteeg voor een goed gedeelte hetzelfde
lot onderging, hield daarentegen het Beurs
plein goed stand. Do ryk met gas verlichte
muziektempel maakte een schitterend effect,
maar ook de illuminatie der hulzen bood lang
weerstand, zoodat men ruime gelegenheid had
ds verlichting te bewonderen o. a. van de
sociëteit „Amicitia," van de lokalen van Kreyr: