r 8805. A*
October.
A0. 1888.
§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van §pn- en feestdagen, uitgegeven.
Goddefroy's tweede reis naar
de Westkust van Afrika.
Feuilleton.
Een Nutsavond te Overveen.
Leiden, 29 October.
<rlag £SO
PRIJS DER ADVERTENTIEN
Van 1—6 regels ƒ1.05. Iedere regel meer ƒ0.174.
Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het in-
casseeren buiten de stad wordt 0.10 berekend.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers0.05.
ii.
Don 26sten October zijn de eerste berichten
ontvangen aangaande de reis van den heer
Goddefroy, geschreven aan boord en den 2don
October by aankomst te Sierra Leone (Kust
van Guinea) verzonden. In afwyking van het
geen in ons eerste bericht werd medegedeeld,
is de „Lualaba" niet den löden, maar den
17den September van Antwerpen vertrokken,
en heeft zy de reis niet'gedaan via Hamburg
en Liverpool, maar van Antwerpen recht
streeks koers gezet naar de Kanarische
eilanden.
Nadat den 16den September door de onder
nemers der expeditie een afscheidsmaal aan
den heer Goddefroy en zyne reisgezellen was
aangeboden, vertrokken dezen in den morgen
van den 17den van Brussel, om zich op de
„Lualaba" in te schepen, welke boot, onder
bevel van kapitein Bales, eene geregelde vaart
tusschon Liverpool en den Kongomond onder
houdt. Als passagiers eerste klasse waren
daarop aanwezig: Graaf Antoine de Lalaing,
door koning Leopold belast met instructies
voor den gouverneur van Botna betreffende
eene nieuwe expeditie in het gebied van den
Boven-Kongo, en do 2de luitenants Gorin en
Colin, aan wie eene byzondere taak by die
expeditie zou worden opgedragen; voorts de
aangewezen chef dier expeditie, luitenant Bec
ker, en zyne metgezellen Roger, reeds als
wetenschappeiyk reiziger bekend, en de med.
dr. Dnpont; de heeren Hasler en Kremer,
handelaars, die naar hunne factorieën te Mon
rovia terugkoerden, en eindelijk Goddefroy
met zyne reisgenooten, de heeren Tobie Van
Dyck en Isidore Vandonberghe, waarvan de
eerste hem vooral als teekenaar en photograaf
Is toegevoegd, de andere meer met handels-
aangelegenheden vertrouwd is. De passagiers
der tweede en derde klassen, te zamen 32 in
getal, bestonden, behalve een drietal agenten
der waskaarsen-fabriek van het huis de Rou-
baix te Antwerpen, uit 7 vrouwen en 21
mannen van het gezelschap negers dat de
tentoonstelling te Brussel heeft opgeluisterd,
en hun tolk Toka, onder wiens geleide zy
nu naar hun vaderland, Sierra Leone, terug
keerden.
Nadat al de passagiers aan boord waren
gekomen, werd te halféén het anker gelicht.
De volgende dag werd besteed aan de vaart
door het Kanaal, waarby men de schoone
5) DOOK
A. J. KAAK
De ons vreemde gast uit Lilliput,
Door oom geïntroduceerd op 't Nut,
Was flink, maar toch, wy mochten denken:
Kan Nazareth iets goeds ons schenken?
Maar o! Wat werden wp beschaamd.
De flinke man, Jan Vos genaamd,
Wist meesterlyk te declameeren,
Was zuinig met gesticuleeren,
En sprak, met helder stemgeluid,
Een heerlpk dichtstuk uit.
't Was ons niet vreemd, hetgeen hp reciteerde,
Vergankiykheid van „Tollens", welbekend,
Maar 't was ons nieuw,toen ftijhetdeclameerde,
En ieder zei: „dat is een knappe vent."
De president deed nu ten derden male,
Zijn hamer op de groene tafel dalen.
Hy dankte met een hart'lpk woord,
Na 't geen wij hadden aangehoord,
De sprekers, dames, gasten, leden,
En wees ons op den dag van heden;
vergezichten op de Engelsche kust, vooral op
het eiland Wight, genoot. Den 19den bemerkte
men aan do slingering van het vaartuig, dat
men den Atl'antischen Oceaan was binnenge-
stoomd en verlustigde men zich in de sprongen
van een troep bruinvisschen, waarvan er één
door luitenant Gorin, ten bewpzo zpner be
hendigheid, werd geschoten. Den 20sten kwam
men in de Golf van Biscaye. De volgende
dagen verd de vaart der boot door mistig
weder eenigszins vertraagdin don avond van
den 23sten kon men het prachtig schouwspel
van het lichten der zee bewonderen. Den
24ston te vier uren begon zich do piek van
Teneriffe (zoo men weet op hoogte van ruim
3700 meters geschat) aan don horizon te ver-
toonen. Des avonds te acht uren kreeg men
Santa-Cruz de Teneriffie in het gezicht. De
kapitein, iu de duisternis de rotsige kust niet
durvende naderen, van waar hp gedurig waar
schuwende signalen ontving, liet, by den uiterst
geringen stroom, het schip-in diepe zee stil
liggen. By het opgaan der zon op 25 Sep
tember vertoonde zich een heerlpk panorama,
dat bp het naderen der stad, naarmate do
bergen hunne kruinen meer en meer uit de
nevelen ophieven, gedurig in schoonheid won.
Te zes uren werd op ongeveer 200 meters
van de stad het anker geworpen, en weldra
was het schip door eene menigte kleine vaar
tuigen omstuwd. Eerst kwamen de tolbeamb
ten aan boord, daarna een officier van gezond
heid, vervolgens de agenten der firma Elder
on Dempster en inmiddels werden de passa
giers belegerd door een heirlegor van koop
lieden, die hun tabak, sigaren en allerlei
vruchten aanboden, en van matrozen, die zich
bereid verklaarden om hen voor een shilling
de persoon aan wal te brongen. Men had
hierby gelegenheid zich te vermaken met do
zorgeloosheid en naïveteit der van de tentoon
stelling terugkeerendo negers, die hunne uit
Europa medegebrachte kleederen, jasjes, broe
ken, hoeden, hemden, kwamen aandragen, om
ze voor voorwerpen zonder waarde te ver
kwanselen. Men zag er één eene nieuwe pan
talon verruilen voor een fleschje zeer slappe
eau de cologne en vpf slechte sigaren, en een
ander zich het hemd uittrokken, om in plaats
daarvan een tros druiven te krpgen.
Al de passagiers eerste klasse gingen aan
wal en namen gidsen aan om hen de stad
rond te leiden, gedurende den korten tpd,
welke hun daarvoor kon gegund worden
want reeds te negen uren moesten allen
weder aan boord zpn. Men bevond de straten
van Santa-Cruz zóó nauw, dat men er niet in
Wanneer weër 't Nut, zooals voorheen,
VergadTen zou te Overveen.
En hoe zal ik nn met die notulen varen?
Ik wenschte wel dat ze maar goedgekeurd
[waren!
Want zoo er nu iemand een aanmerking op had,
Bedenk boe ik dan in de pekel zat.
Wie hoorde toch ooit van berpmde renvooien?
O, laat de vogel maar vry uit zijn kooi, en
Praeses! vraag gauw of ze goed zpn of slecht....
Geen aanmerking? Dank voor 't genadige recht.
Een daverend applaus, waaraan geen einde
scheen te komen, beloonde den grpzen paeda-
goog voor zyne verrassende bydrage, welke het
bewys leverde hoe hy zelfs op den katheder
secretaris wist te blpven, en bracht al de aan
wezigen in eene aangename stemming.
Een der gasten vroeg daarop even het
woord en vertelde hoe lip eens in den Nuts-
almanak had gelezen, dat een boor zei:
„Ofschoon geen lid van 't Institut,
„Gesticht voor 't Algemeene Nut;
„Zoo ben ik nochtans voor het plan,
„Van Nieuwenhuyzens zaalgo Jan."
en dat, nu hp hier zulk eene hartelyke samen-
zou kunnen ademhalon als niet de huizen
uitermate laag, zonder verdiepingen en slechts
met een plat van zeer geringe helling ge
dekt waren. Het regenwater vlooit van die
platte daken door goten, welke ongeveer een
halven meter voorbp de huizen uitsteken,
naar de straten af.
Naardien het marktuur daar was, zag men
vele vrouwen in de straten, in witte rokken
en zwarte manteltjes gekleed, en op het hoofd,
heel kranig, manden en kruiken dragende
voor de in te koopen waren. Op de markt
zelve ging het veel kalmer toe dan door
gaans in Europa het geval is. Onze reizigers
waren byzonder getroffen door den grooten
eerbied, welken de bevolking aan de geeste-
lpkheid toonde, die van hare zpde ook wel
scheen te gevoelen, hoe onbeperkt hier hare
heerschappp was.
Een bezoek der kazerne voor infanterie en
cavalerie overtuigde de reizigers van de goede
zorgen, door h»t Spaansche Gouvernement
voor het welzyn van den soldaat gedragen;
volgens dr. Dupont beantwoordde zij ook aan
alles wat de hygiëne eischen mag.
Er is te Santa-Cruz aan de oostzpde der
stad een fraai wandelpark. Ook vindt men
er eene chocoladefabriek. De wpn, dien het
land voortbrengt, doet niet veel onder voor
dien van Madera. De bevolking is van Spaan
sche afkomst en men zegt dat in het binnen
land nog eenige Moorsche familiën wonen.
Te negen uren waren alle passagiers weder
aan boord. Men was nog bezig met het laden
oener verbazende hoeveelheid kistjes, ieder
inhoudende twaalf flesschen van een lialven
liter a g u a a r d i e n t e (eene soort van brande-
wpn), bestemd voor den ruilhandel met de
negers. Dit afschuwelyke vocht, door Ham-
burgscho huizen voor uiterst geringen prps
verkócht, is een der weldaden die de Euro-
peesche beschaving aan de Zwarten brengt.
Den gemeentoraad wordt door het Dage-
ïyksch Bestuur aangeboden een plan voor het
maken van oen Doolhof binnen den ringmuur
van den Burg, hetgeen, naar hot B. en Ws.
voorkomt, wel aanbeveling verdient en onge-
twpfeld het bezoek van den Burg, welke voort
durend door tal van vreemdelingen en inge
zetenen wordt bezocht, zoude veraangenamen.
Bovendien is het bekend dat zich vroeger op
den Burg een Doolhof bevond, die, volgens
de beschryving van Leiden van Van Mieris,
aldaar was aangelegd eenigen tpd voordat de
stad Leiden in 1651 met het Burggraafschap
stemming aanschouwde, hp den president
vriendeiyk verzocht hem als lid van 't Over-
veensche Nut wel te willen voordragen. Hoe
wel de gewoonte medebracht dat daarvoor
eerst in eene volgende vergadering zou worden
gestemd, maar daar schier alle leden present
waren, werd, op voorstel van den voorzitter,
dadelpk tot die stemming overgegaan en de
oogst van witte boonen was groot, ja, geen
enkele bruine ontsierde de blankheid van
dezen oogst, en met een harteiyk woord en
onder daverend applaus, was de heer Jan Jacob
Warensma als lid geïnstalleerd.
Tot zoover had alles op zilveren wieltjes
geloopen, toen, tot teleurstelling van allen, de
redenaar van hedenavond, de chirurgpn Van
Gpnen,werd geroepen en ons berichtte dat, aan
gezien hp het millioenental menschenkinderen,
practisch met een of meer moest helpen ver
meerderen, hp af moest zien van zpn voorno
men om ons theoretisch bp het „zpt vrucht
baar en vermenigvuldigt" bezig te.houden,
zooals zpn plan was geweest; terwpl hp den
wensch uitsprak dat dominee Van Hulken,
die zoo prachtig kon improviseeren, ons
ruimschoots vergoeden zou, wat wp aan zpne
voordracht zouden verliezen.
O, hoe levendig staat mp die goede oude
man voor don geestHp, die zoo onverpoosd
en zpn toebehooren werd beleend. In het mid
den van den Doolhof bevond zich, volgens
die beschryving, een aangenaam priëel, onder
een lindeboom, en in het rond eenige nog
aanwezige overwulfde schuilhokken, boven
welke men wandelen en de stad en aango-
legen landen door de openingen van den muur
beschouwen kon.
Het plan bestaat om de afscheidingen te
maken van beukenheggen met doornen tus-
schenvulling, waarvan de kosten zullen be
dragen ongeveer ƒ800, als: 450 voor inkoop
van planten, ƒ300 aan arbeidsloon voor om-
delven en 50 voor plantloon, terwpl het
rooien der aanwezige boomen voor de waarde
van bet hout kan geschieden.
Bovondien zal een bedrag van 200 noodig
zpn om aan het eindpunt (de put) het een
of ander te maken, waardoor die plaats ge
accentueerd is, zoodat het geheel der uitgaven
zal bedragen 1000.
Wanneer tot dit werk wordt besloten, zal
in de uitgave, naar het Inzien van B. on Ws.,
uit de buitengewone ontvangsten moeten wor
den voorzien.
Wat betreft het loopend contract omtrent
de verbouwing van den Burg, zp opgemerkt
dat daarbij is bepaald dat de huurder bevoegd
is van eiken bezoeker van den eigenlpken
Burg 0.10 te vordoren, terwpl verhuurders
zich het recht hebben voorbehouden de be
schikking over den Burg aan den huurder te
ontnemen on de bevoegdheid tot, heffing van
ƒ0.10 per bezoeker in te trekken, in welk
geval do huursom met 50 zal worden ver
minderd.
Het komt hun voor dat later eene beslis
sing kan worden genomen of in vérband met
den aanleg van oen Doolhof de toegangsprijs
zal worden gewpzigd en in hoeverre van de
bedoelde bevoegdheid, door de verhuurders
voorbehouden, gebruik zal worden gemaakt.
B. en Ws. geven den Raad daarom in over
weging tot den aanleg van een Doolhof op
op den Burg te besluiten en de daarvoor be-
noodigde gelden ad ƒ1000 beschikbaar te
stellen op de begrooting voor 1888 en te vin
den uit do Buitengewone Ontvangsten, op
brengst van geldleeniüg.
Van het bestuur van den Pesthuispolder
is ontvangen een aanslagbiljet over 1887, ten
bedrage van ƒ10.37, wegens verschuldigd
molengeld van land, der gemeente in eigendom
toebehoorende en in genoemden polder gelegen.
Vermits dat biljet, gedateerd 10 Aug. 1888,
is ingekomen na het sluiten van den dienst
1887, kon deze aanslag niet meer uit het be
en vaak belangloos der ïydende menschheid
zpne hulp bood in droevige omstandigheden,
die, grys geworden in nutte werkzaamheid,
nog met zooveel opgewektheid kon zeggen
„Al ben ik oud, mpn hart is jong,
„En 'k heb geen lust tot klagen;
„In liedren, die mpn jonkheid zong,
„Vindt myne jubelende tong
„Nog daaglpks welbehagen."
„Maar ach! hp is als zoo menig', dien ik
kende, heengegaan naar de plaats, vanwaar
men niet wederkeert. Vrede zy zpner a3sche 1
Leve zpne nagedachtenis I"
„Vergeef my, myn vriend, dat ik voor een
oogenblik vergat, dat wp met onze gedachten
in de Nutszaal te Overveen vertoeven. Ik haast
my daarheen terug te keeren."
Het heengaan van den goeden Van Gynen
was een dissonnant in de harmonie, maar wel
haast zou het blyken dat hp niet tevergeefs
op den president do aandacht had gevestigd
en deze in staat en bereid was ze op te los
sen. In eene boeiende en vloeiende improvisatie
fprak hy over de Nederlandsche vlag, dat
kleurenbeeld van Nederland, vóór, tydens en
na de Fransche overheersching.
Wordl vervolgd.'