N°. 8735.
X> oi iel e i" tl a o- October.
A*. 1888,
<§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van §pn- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit TWEE
Bladen.
Eerste Blad.
Leiden, 17 October.
Feuilleton.
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Yoor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nomiaers0.05.
PRJJS DER ADVERTENTIEN:
Van 1—6 regels 1.05. Iedere regel meer/0.17J.
Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het in-
casseeren buiten de stad wordt f 0.10 berekend.
Ofllcieele Hennünfevlngen.
Patentbladcn.
Do Burgemeester, hoofd van het bestuur der ge-
meent 3 Leiden, brengt ter kennis van belanghebben
den, dat de ingevulde patentbladen voor de wijken
VII, VIII en IX, benevens restanten, over het dienst
jaar 1888/89, bij het College van Zetters, in een der ver
trekken van het Raadhuis dezer gemeente, op vertoon
van het aanslagbiljet, verkrijgbaar zijn, dagelijks des na
middags van c n tot d r i e uren, en wel op Maanda g
15, Dinsdag 10, Woens dag 17, Donderdag 18,
Vrijdag 19 en Zaterdag 20 O ctober a. s., terwijl,
na het verstrijken van dien termijn, de onafgehaalde
patent-bladen ter uitreiking moeten worden afgegeven
aan de deurwaarders der directe belasting alhier, die
voor hunne moeite mogen eischen tien cents, zonder
meer.
Leiden. De Burgemeester voornoemd,
13 Oct. 1S88. DE KANTER.
Volgens achterstaande advertentie, zal Maan
dag 22 October in den schouwburg te dezer
stede door het Holl. opera-gezelschap van
den Parkschouwburg te Amsterdam, opge
voerd worden „De Troubadour".
De 2de luit.-kwartiermeester Groenveld is
van Nijmegen naar Leiden overgeplaatst, ter
vervanging van den 2den luit.-kwartiermeester
Smits.
Dezer dagen werd gemeld dat onze stad
genoot dr. C. Snouck Hurgronje, lector aan
de Stedelijke Inrichting tot opleiding van Oost-
Indische Ambtenaren, eerlang naar Indië zou
vertrekken ter be3tudeering der instellingen van
den Islam aldaar. In verband hiermede ver
dient meer bijzonder de aandacht te worden
gevestigd op zjjn belangrijk werk „Mekka",
uitgegeven door het Koninklijk Instituut voor
de taal-, land- en volkenkunde van Ned.-Indië.
Eenige weken geleden verscheen het eerste
deel. Het wordt in het Duitsch geschreven
en zal ƒ20 kosten.
In verband met de spanning in onze Indi
sche bezittingen waarvan de gisteren ont
vangen telegrammen opnieuw de getuigenis
afleggen verdient op den arbeid van den
heer Snouck meer bijzonder de aandacht te
worden gevestigd, 't Geschiedt o. a. door den
heer Joh. F. Snelleman in het jongste nom
mer van de „Indische Mercuur".
De artikelen, door dr. Snouck Hurgronje in
verschillende bladen o.a. in de Bijdragen
t. d. Taal-, Land- en Volkenkunde van Ned.-
Indië aan zijn langdurig verbiyf in Arabië
reeds gewpd hy was daar van Aug. 1884
tot Sept. 1885 worden achtereenvolgens
door den heer Snelleman in herinnering ge
bracht. Bpzondere vermelding verd.ent het
stuk „een Arabisch bondgenoot der Neder-
landsch-Indische regeering", in Oct. 1886 ver
schenen. Daarin wordt gesproken over den
Arabischen bestryder van het drpvon der
moderne Naqsjibendi's, eeno mystieke broeder
schap, die in geheel Nederl. Oost-Indië ver
breid is en die bestaat uit duizenden en dui
zenden Javanen en Maleiers van allerlei stand
en rang. Eene politieke vereeniging vormen
deze Naqsjibendi's niet, „maar zy kunnen,"
schreef indertyd dr. S. H., „ieder oogenblik
een groot staatkundig gevaar opleveren, zoo
dra de sjèchs den gunstigen tyd voor eene of
andere onderneming gekomen achten." In de
leiding dier sjèchs toch meenen de leden der
broederschap de ware deur van het Paradys
te vinden. Blinde gehoorzaamheid staat op
den voorgrond, en die is te gevaarlyker, om
dat zp aanvaard wordt door eene lichtgeloo-
vige menigte, die zich gereedelyk tot het
uiterste door heerschzuchtige leidslieden laat
fanatiseeren.
Dat dr. S. H. toen goed gezien heeft, be-
wyst eene correspondentie uit Bantam in een
van de laatst hier te lande aangekomen
nommers van de Java-Bode. In dat stuk
wordt nl. meegedeeld dat de opstandeling
Hadji Wasid en met hem vele anderen tot
de bovengenoemde secte behoorden en de
yverigste uitvoerders waren van de bevelen,
door den grootmeester te Mekka, een Ban
tammer van geboorte, gegeven.
De resident van Bantam, zoo wordt verder
gemeld, kende het bestaan der orde, maar
achtte haar blykbaar niet gevaarlyk, en de
vermoorde heer Gubbels en verschillende con
troleurs wisten niet dat de seote in Bantam
zoovele vertakkingen bezat. Deze woorden
werpen een nieuw licht op het gebeurde in
Bantam en doen zien dat de heer S. H. niet
zonder reden gewaarschuwd heeft.
Het tweede deel van 's heeren S. H.'s werk
„Mekka", dat nog het licht moet zien, zal
eene beschouwing bevatten over de Mekka-
gangers, die onze Oost telken jaro oplevert.
De belangstelling, waarmede men het tege
moet ziet, is dus verklaarbaar, daar het hier
eene actueele quaestie geldt. Hoofdzakelyk zal
dit deel voorts gewyd zyn aan het leven van
de tegenwoordige inwoners der heilige stad
en hun gasten, meer in 't byzonder over hun
godsdienstig leven, dat uit den aard der zaak
op den voorgrond treedt. In het eerste, reeds
verschenen, deel wordt het openbare leven van
de heilige stad behandeld sedert den aanvang
des Islams, de ontwikkelingsgeschiedenis van
Mekka en de politieke toestand in de laatste
dertien eeuwen. Eene verzameling platen naar
photogrammen, voor een groot deel door dr.
Snouck Hurgronje zelf te Mekka gemaakt,
zet aan het werk grooten luister bp. De schry-
ver wil het beschouwd hebben als een stuk
geschiedenis der menschheid. Een prettig werk
voor de breede rp van lezers is het boek
zoo besluit do heer Snelleman gelukkig
niet. Maar een werk van onschatbare waarde
voor hen, die zich aan de studie van den Islam
wyden - dat is „Mekka" wel.
De afdeelingen van de Tweede Kamer
hebben benoemd tot rapporteurs over de In
dische begrootingsontwerpen, dienst 1889,
de heeren Bahlmann, Verniers van derLoelï,
Van Asch van Wyck, Schaapman, tevens
voorzitter der commissie, en Geertsema.
De jaarlyksche inspectie door den Raad
van Toezicht op de spoorwegdiensten van de
Ipnen der Nederlandsche Rpnspoorweg-Maat-
schappy zal deze week plaats hebben en wel
17 October a. s., het traject Amsterdam
Utrecht. 18 Oct. de gedeelten Den Haag
Utrecht en Utrecht Duitsche grens. 20
Oct. Rotterdam —Gouda en Woerden Leiden.
Men leest in het „Haagsche Dagblad":
In het laatste bedryf van „Fedora", waar
mme. Sarah Bernhardt moet ineenzinken, stond
zeer waarschynlyk de canapé een weinig ver
keerd, zoodat zy neerviel en zich den arm
bezeerde, gelukkig niet ernstig. Ten gevolge
van de bekomen verwonding, welke verbonden
moest worden, duurde het eenigen tyd, eer
mme. Bernhardt in het hotel terug was ge
keerd, waar by hare aankomst uit een der
bovenvensters een fraaie krans met linten
voor hare voeten viel, welke krans haar door
den Amerikaanschen gezant vereerd was.
Weldra rukte de muziek aan, die eenige
stukken uitvoerde, waaronder het volkslied;
de „Marseillaise", waarvan de uitvoering op
de openbare straat verboden is, bleef achter
wege.
Gisterochtend is de Diva reeds vroegtydig
naar Brussel vertrokken, met achterlating van
hare twee kameniers, die zich verslapen had
den. Dezen vertrokken later, vergezeld van
Sarah's neger, die belast is met de verzorging
harer honden en tevens de functie van direc
teur harer menagerie bekleedt, welke haar
slechts gedeeltelyk op reis vergezelt. Zoo zit
ten twee leeuwtjes met smart de terugkomst
van de hun dierbare meesteres af te wachten.
Er zal echter heel wat water door de brug
gen der Seine loopen, voor de verlangende
diertjes hun wensch vervuld zullen zien.
Bp het afscheidnemen betuigde de groote
tooneelspeelster aan den heer Van Santen
dank voor de in alle opzichten goede ontvangst,
in het hotel „Den Ouden Doelen" genoten.
Tot lid van den Gemeenteraad te Am
sterdam is op het gele biljet (aftreding 1891)
gekozen de heer J. Becker met 3927 stem
men. De heer L. Serrurier bekwam 3-160
stemmen.
Men schrpft aan de „Haarl. Crt." Zondag
jl. Was een feestdag voor den heer Rix, leeraar
in het Engelsch aan het bekende Instituut
Schreuders, directeur dr. G. J. Dozy, te Noord-
wyk. De jongelui, die daar hunne opleiding
ontvangen, boden hunnen leeraar nl. eene
prachtige lamp aan by gelegenheid van zyn
voorgenomen huwelpk. Met eene passende toe
spraak in het Engelsch, werd dit blyk van
waardeering en toegenegenheid door een der
leerlingen overhandigd. Wel kan dit tot bewüs
strekken, hoe goed de verhouding tusschen
leeraren en leerlingen op genoemde inrich
ting is.
Naar de „N. R. C." verneemt, hebben
de postkantoren geene bepaalde voorschriften
ontvangon betreffende de inruiling van, vóór do
verzending, onbruikbaar geworden postbladen.
De gemeenteraad van Deventer besloot
gisteren geen gemeenteiyken archivaris aan
te stellen.
Het stoomschip „Soerabaia", van Java
naar Rotterdam, arriveerde 16 Oct. te Suez;
de „Utrecht", van Java naar Rotterdam, pas
seerde 16 Oct. Kaap Carveiro; de „Prinses
Wilhelmina", van Batavia naar Amsterdam,
vertrok 16 Oct. van Aden; de „Prins Maurits",
van Suriname naar Amsterdam, is 16 Oct.
van Havre vertrokken; de „Burgemeester
Den Tex", van Amsterdam naar Batavia, ver
trok 16 Oct. van Southampton; de „Gouver-
neur-Genoraal 's Jacob", van Amsterdam naar
Batavia, vertrok 16 October van Gibraltar.
Gemengd N leu w au
Paard, vurig van aard, en twee
wielig rytuigje, licht en sierlpk gebouwd, twee
voorwerpen, toebehoorende aan den stalhouder
Van V. alhier, geraakten hedenmorgen in de
Groenhazengracht.
De bestuurder, een jongmensch, had nog
het geluk bytyds van het voertuig af te
kunnen springen.
Het levende zoowel als het levenlooze werd,
hoewel met eenige moeite en met behulp
Het Roode JECuis.
I.
„Wel, dames, hoe vindt gp dit uitzicht?"
„Charmant, prachtig," was hot eenparig
antwoord.
„Even mooi by na als eene decoratie in de
Opera," voegde er een dandy bp, die zeer
vermoeid was, nu hy den heuvel, welke van
Saunois naar Cormille leidt, beklommen had.
„Mpnheer Darville," zeide eene jonge vrouw,
„hoe heet dit bosch hier?"
„Mevrouw, het is 't bosch van Cormille,"
antwoordde Alfred Darville, een jong eigenaar
van eene zeer nette woning te Saunois.
„Het is bewonderenswaardigmaar wat is
dat voor een zonderling huis daar, hier dicht
by ons, dat daar achter het struikgewas byna
voor onze oogen verscholen is?"
„'t Is het Roode Huis, mevrouw.
„Het Roode Huis, zegt gyeen Italiaansch
paviljoen, waarvan de kleur vuilgeel is?"
„Ik zie," viel de jonge man haar in de
rede, „dat ge de geschiedenis van dat huis
niet kent. Dat dankt niet zyn naam aan zyne
kleur, maar aan heel iets anders. Men verhaalt
dat er eene vrouw geheel alleen woonde, en
dat op zekeren nacht, ten gevolge van eene
valscho aanklacht, de gendarmes by haar
huiszoeking kwamen doen. De schrik dier
ongelukkige was zóó groot, zegt men, dat zp
er van stierf. Sedert dien tyd noemen de boe
ren dat paviljoen het Roode Huis."
„Dat is myne legende niet", zeide Alfred,
„want ik heb er ook eene; het eenige onder
scheid is, dat zy nog wat akeliger is dan
de uwe."
„Welnu!" hernam de dame, „wy zyn ver
moeid, de hitte is vreeselyk, laat ons hierin
't gras, door boomen overschaduwd, plaats
nemen en vertel ons uwe legende."
„Gaarne," antwoordde Afred. „Ik wil zelfs
eene soort droom vertellen, welken ik hier, op
deze plaats, in wakenden toestand, gehad
heb, als men mp belooft niet te veel den spot
met mij te drpven.
H.
Daar de nieuwsgierigheid door deze woor
den opgewekt was, beloofde men inderdaad,
allen spot ter zpde te stellenieder zette zich
op zün gemak neer om goed te kunnen luis
teren, en Darville begon zyn verhaal op de
volgende wyze:
„Een myner vrienden, die een lief huisje te
Cormille bewoont, was my laatst te Saunois
een bezoek komen brengen. Ik verzocht hem
het overige van den dag by mp door te bren
gen; wy gebruikten samen het middagmaal
en ik stelde voor hem een eindweegs te ver
gezellen. Denzelfden weg, welken wy nu ge
gaan zyn, was ook de onze, en toen wy hier
aangekomen waren, vroeg ik, evenals mevrouw
zooeven gedaan heeft, wat het Roode Huis was.
Ziehier wat ik vernam:
Het is eenige jaren geleden, dat een boer
met zyne vrouw dit eenvoudig huis voor wo
ning hadden gekozen. Beiden waren oud en
ziekeiyk en hadden den naam, dat zy van
hunne opgespaarde gelden goed konden leven.
Op zekeren morgen het was nog zeer vroeg
vond het kleine dienstmeisje, dat alle dagen
het benoodigde voor den dag kwam brengen,
de deur van het huis openstaan. Het kind, dat
eerst weifelde, besloot binnen te gaan, maar
weldra kwam zy vol schrik naar buiten ge-
loopen. Zp had twee ïyken zien liggen. De
oudjes waren vermoord.
Een jaar nadien, op denzelfden dag, be
merkte het jonge meisje, dat bp toeval voorby
het noodlottige huis ging, met een kloppend
hart, dat de deur half open stond, evenals
op den morgen van de misdaad.
Na den dood hunner bloedverwanten had
den alleen de neef en de nicht der slacht
offers het paviljoen durven gaan bewonen.
Do dood was de prys voor hunne stoutmoe
digheid.
De moordenaars wisten zich aan alle na-
vorschingen te onttrekkenmaar die herhaalde
moorden verschrikten de bevolking, en sinds
dien tyd is het Roode Huis onbewoond ge
bleven. De landlieden zeggen dat de twee
oudjes en hunne vermoorde bloedverwanten
er van tyd tot tyd verschynen, en beneden
aan den heuvel ziet men soms licht achter
de venstors van het Roode Huis schynen.
Hier hield het verhaal van myn vriend op.
Ik vergezelde hem tot Cormille en daar de
avond begon te vallen, maakte ik mp gereed
om naar Saunois terug te keeren. Het sloeg
tien uren toen ik van myn vriend afscheid
nam; ik stak myne laatste sigaar op en
vertrok.
Ik ben niet bang, zooals ge weeten toch
ben ik in het veld niet ongevoelig voor de
émoties van den nacht. Geen enkel geluid.
Overal stilte. Menschen, vogels, huizen, heb
ben eene blauwachtige, zachte, tooverachtige
kleur.
Aan het einde van eene sombere olmen
laan schynt een gedeelte van de lucht, dat