8791.
S^atei'clas;
OctoHbea'
A0. 1888c
<§eze ijCourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (gon- en feestdagen, uitgegeven.
lelisbaan derLeidscheIJsclub.
Leiden, 12 October.
euilleton.
PRIJS DEZER COURANT:
ior Leiden per 3 maanden1.10.
anco per post1.40.
:onaerlijke Nommera0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 1—6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17 J.
Groottre letters naar plaatsruimte. Voor het in-
caseeeren buiten de stad wordt 0.10 berekend.
Er is dezer dagen veel over deze ijsbaan
isproken; door voorstanders werd het vele
fide en gezellige opgesomd; zjj, die liever
lange banen rjjden en zich niet gaarne om
en hetzelfde punt bewegen, deden moeite
het genotvollo van deze wijze van schaat-
rjjden te bepleiten. Wy voor ons scharen
aan de zijde der voorstanders, zonder
jrom in net minst van dogenen, die dit niet
te zeggen dat zij ongelijk hebben. Wan
de groote wateren voldoende bevroren
dat men zonder gevaar een tochtje kan
Brnemen, wie zal dit niet gaarne mede-
ren? Maar hier is de geschiedenis, dat wij
zulk een winter niet dikwijls hebben,
ga de laatste jaren slechts na; wanneer
jdan nog hoeveel dagen kon men op de
te wateren rijden? Dat de singels sterk
zijn, is uit den aard der zaak spoediger
geval, maar wordt het voortdurend heen
weer ryden op een singel ook niet een-
En wordt juist hier iedereen weet
.rdoor niet veel van het pleizier vergald?
Iden ouders hunne kinderen hier met een
,st hart .heen? Immers neen.
Daarom juiehon wy het plan van eene ijs-
en liefst eene baan, geëxploiteerd wor-
e door eene club in casu de Leidsche
lub ten zeerste toe!
en vergeto niet dat zulk eene baan by drie
fier nachten betrekkelijke vorst reeds voor
leden kan geopend worden, terwijl men
anders tevreden moet stellen met nauwe
tjes, waar al te dikwijls een „oliopootje"
aald wordt, of men een half uur moet
idelen naar Zoeterwoude voor eene iets
Bdere wetering! En niet alleen dat men
jediger rijdt, men kan de baan, door het
erhoud er aan besteed, langer berijden.
Arnsterdamsche Sportclub heeft verleden
de baan 30 dagen en avonden voor het
hek opengesteld.
ovendien heerscht hier geen gevaar en is
•aan steeds even schoonmen rijdt onge
oord en als de kas der club het kan
(talen onder genot van de tonen der
uziek
Hier, weet men, verontrust geen slinger
in een twintig jongens de rijders of wordt
ït ijs mot moedwil stukgereden men ge-
et hier van eene goede baan, good ijs en,
st not least, van groote gezelligheid en on-
.dwonger.heid.
Ja, w;j zouden wel willen voorspellen, dat
de loop van onze wandelaars, vroeger langs
Plantsoen en "Witten Singel, dan genomen
wordt langs Stationsweg en door Zomerzorg,
naar de ijsbaan, om daar, onder genot van
consumptie, in de restauratie-tent getuige te
zijn van het rijden van zoons of dochters,
van vrienden of kennissen! In het kort: wij
voorzien van eene dergelijke baan veel goeds.
"We spreken nog niet eens van de gelegen
heid, welke zich voordoet feesten te arran-
geeren, omdat vooral avondfeesten wel
eens blijken veel geld te kosten, en daarom
bewaren we deze argumenten liever voor later!
We wenschen echter nog een woord van
aanmoediging te richten tot verscheidenen
onzer ingezetenen om mede te helpen deze
baan tot stand te brengen. Het renteloos
voorschot is nog niet genomenis do baan
er eenmaal, wy twijfelen niet aan groote deel
neming, de aflossing zal dan spoedig geschieden.
Ook hier geldt het gulden woordwie spoe
dig inteekent, teekent dubbel!
Do commissie, in 1888/89 belast met het
afnemen van de practische examens van apo
theker, vermeld in art. 11 der wet van 25 Dcc.
1878 (Staatsblad No. 222), zal zitting houden
op Donderdag 22 November a. s. en volgende
dagen te Leiden.
B(j de gehouden openbare aanbesteding
voor de levering, gedurende 1889, van versch
rundvleesch en soepgroenten voor de zeemacht
te Leiden, zijn ingekomen: lo. voor het
vleesch 2 biljetten; minste inschrijver de
heer D. M. Speijer, voor f 0.57 per K. G.;
2o. voor de soepgroenten 2 biljettenminste
inschrijver de heer M. Boon, voor f 3.25 de
100 rantsoenen.
Aan onzen vroegeren stadgenoot, den
heer H. Verlint, heoft H. M. de Koningin
haren dank doen betuigen voor de toezending
van eene door hem geteekende en gekleurde
plaat, voorstellende den. optocht, in Sopt. 11.
te Amsterdam gehouden.
Tot ons leedwezen waren wy verhinderd
geworden gebruik te maken van de gelegenheid
tot bijwoning van de soirée musicale, welke
de St.-Jozefs-gezellonvereeniging na de inwij
ding van den vorigen avond in het nieuwe ge
bouw gaf.
Met genoegen evenwel vinden wij vermeld
dat deze samenkomst volkomen naar wensch
is geslaagd. Wat er werd aangeboden, was
veel en velerlei, en mocht herhaaldelijk de
luide goedkeuring van de talrijke aanwezige
genoodigden wegdragen, want de ruime zaal
was zoowel door dames als heeren geheel
gevuld. Ze was zelfs bijna te klein om allen
te kunnen bevatten.
Zij, die hunne talenten voor dezen feestavond
beschikbaar stelden, waren de heeron leden
van de liedertafel der Vereeniging zelve, die
do voordrachten openden met het Vereenigings-
lied en den inwijdingsfeestzang, alsmede de
heeron C. A. Bonten, J. Coebergh, F. Feitkamp,
C. M. Groenendijk, J. A. Gijbeis, H. A. J.
Krüger, B. A. Van Linden, M. J. Markx,
J. Van der Meer, P. G. Timp, W. J. Van
Unen en H. J. Withake, die, met het meeste
succes, nu eens zang- of piano nummers ten
beste gaven, dan weer het publiek op komische
voordrachten onthaalden.
In het kort: als onberispelijk wordt ge
roemd dp wijze, waarop de verschillende nom-
mers van het met zorg gekozen programma
door de executanten werden uitgevoerd. Bleek
dat dit een en ander werd op prijs gesteld,
ook het optredon van eenige leden van het
orkest der dd. schutterij ondervond wegens
de goede uitvoering oen welverdiend applaus.
De geheele soirée musicale, welke over half-
twaalf eindigde, had plaats onder regeling en
leiding van den heer B. J. De Goey, die zich
wederom als een bekwaam dirigent deed ken
nen en aan wien alzoo mede voor een groot
gedeelte het welslagen van den avond mag
geweten worden.
Aan het einde was de weleerw. heer
Hageraats, directeur der Vereeniging, dan ook
aller tolk, toen hij een hartelijk woord van
dank richtte tot hen, die het bestuur door
hunne belanglooze medewerking in staat
iiadden gesteld den donateurs met hunne
dames dezen feestavond te verschaffen, wel
ken donateurs hjj eveneens zijne erkentelijk
heid betuigde voor do belangstelling, door hen
steeds in de Vereeniging betoond.
Vooral ook bracht spreker een woord van
warmen dank aan den heer Do Goey, die zich
op dezen avond door de leiding van koor en
orkest inderdaad lauweren had verworven,
welke niet zullen verwelken. Der liedertafel
wenschte hij een excelsior toe.
Bjj allen blijft deze avond zeker in de aan
genaamste herinnering.
A. s. Zondag zullen de leden onder elkan
der het feest der inwijding vieren.
Aanstaanden Zondag, des morgens te
tien uren, zal in de Ned-Herv. kerk te Zoe
terwoude optredon de heer Van Linschoten,
candidaat in de theologie te Leiden.
Onder zeer vele blijken van belangstelling
hesfc de heer G. Binnerts Az., predikant by
de Doopsgezinde gemeente te Sappomeer
gisteren den dag herdacht, waarop hy vóór
25 jaar zyn dienstwerk aanvaardde.
Door den gemeenteraad van Boskoop
is gisteren tot wethouder benoemd, in plaats
van don tydolyken, den heer A. De Jong,
de heer A. Koster Mzn.
Voorts is door den raad goedgekeurd de
begrooting voor 1889, tot een bedrag van
f 21,218.Ö2'/i in ontvangst en uitgaaf.
Bedankt is voor het beroep naar Hau-
lerwijk, Hindeloopen en Noordwyk, door den
heer K. Kloosterman, cand. te Augustinusga.
Voor den Hoogen Kaad werd lieden be-
eedigd als advocaat en procureur mr. J. F.
Houwing.
Naar men verneemt, is de sluiting der
nationale kunstny verheidstentoonstelling in de
Koekamp te 's-Hage, bepaald op 21 dezer.
De heer Van Assen, eenigen tyd geleden
door den minister van koloniën uit Indië
ontboden om inlichtingen te geven over de
Atjehsche toestanden, zal 3 November a. s.
naar Indië terugkeeren.
Te Heomstede is overleden de hoer A.
C. J. De Favauge, gepensionneerd luit. kol.
van de infanterie. In 1878 werd hy gepen
sionneerd. De overledene was officier der
orde van de Eikokroon en bereikte den oudor-
dom van 63 jaar.
De Koning heeft ook f 200 doen toe
komen aan den burgemeester van Benkum,
om te dienen voor werkverschaffing aan be
hoeftige werklieden aldaar.
Door de afdeelingen der Tweede Kamer
zyn benoemd tot rapporteurs voor het hoofd
stuk Waterstaat der Staatsbegrooting de
heeren Tan Alphen, Rutgers Van Roozen-
burg, Mackay, Reekers en Smeonge.
De heer Maurice Hageman heeft als
orkestdirecteur van de Hollandsclie Opera
zyn ontslag genomen.
Naar men verneemt, is het Indisch
legerbestuur voornemens een postduivonuienst
te organiseeren in Atjeh en van Atjeh naar
Singkel, hot naastgelegen telegraafstation.
Dientengevolge heeft do minister van koloniën
zich gericht tot de Haagsche postduivenver-
eeniging „De Ooievaar," met wier duiven
uitstekend geslaagde proefnemingen hebben
plaats gehad, met verzoek hem 50 paar
duiven voor den dienst in Indië te bezorgen.
De heeren Diepenheim en De Wys doelen
thans in een schrijven aan den heer Huber
gericht, mede, dat de vergadering, door hen
in zyne interpellatie als „irregulier" geken
merkt, niet was eene vergadoring van enkel
f
Else en Ilse.
Uit het Duitsch.
Vertelling van C. II1KI VDA.
Bij bemerkte het ontkennend hoofdschudden
et meer, want hij omarmde de fijne gestalte
et vurige, innige, onstuimige liefde, kuste
ire oogen, haar voorhoofd en haren mond.
leine maakte zich lachend uit die onstui-
omarming los, en, half schertsend, half
'nig, zeide zy„Maar mynheer Van Molten,
zou oom en tante en wat zou Ilse daar-
tn zeggen?" Toon zy den naam van hare
■ter uitsprak, sprong zy op; men kon in
daareven nog zoo heldere stem eeno
:hte trilling bespeuren.
lotseling vatte Erich hare handen, trok
1 half weerstrevende kind zachtjes op de
■k terug, en begon op ernstigen toon„O,
;S<J, denk voor ditmaal nu eens niet aan
"'4 ruster; denk slechts aan mij, want my
ge nu alleen met lyf en ziel too,
'wtere polsslag, iedere gedachte, behoort
alleen. Onverdeelbaar zyt gij myn;
en eerbiedig het gevoel, dat ge voor
^B^-iige. uwe tweelingzuster koestert, maar
gy moet leeren dit gevoelen te overmeesteren.
Uwe liefde jegens my mag niet geschaad
worden, door.door.hy aarzelde den
naam van de zuster uit te sprekon."
Else had hare handen losgemaakt en zag
Erich hoogst verwonderd aan. Zóó had nog
nooit iemand tot haar gesproken, en waarlyk,
deze blonde Duitscher, aan wien zy zich go-
heel wilde overgeven, dien zy' bominde met
al de warme toewyding van haar kinder-
lyk gemoed, en op wiens liefde zy trotsch
was, voor de geheele wereld, die man
zag zóó ernstig, zóó vastbesloten op haar
neer, dat zy sidderend zichzelvo bekende:
niet myn, maar zyn wil moot gij voortaan
volgen 1
Else van Bonella had het leven niet anders
dan van zyne schoonste zyde leeren kennen.
Schoon reed3 als kind wees geworden, had
zy toch de liefde harer ouders niet gemist,
want met wien zy ook op haren weg door het
leven in aanraking kwam, ieder moest het
schoono meisje liefhebben. Zy was met hare
zuster in een klooster opgevoed, waar zy door
haren stand, door hare schoonheid on zeld
zame goedhartigheid ieders hart won, on door
directrice, onderwijzeressen en medescholieren
om het zeerst bedorven werd.
Eerst een half jaar geledon had zy liaro
intrede in de wereld gedaan, onder do protectie
van haren oom en voogd.
De rykste, meest opofferende liefde was
haar ten deel gevallen, en ook by de keus
van een echtgenoot was het nauwelyks ont
waakt gevoel van liefde in haar hart, zonder
de minste zwarigheid, beantwoord.
Reeds toen zy Erich voor de eerste maal
zag, had zy tot zichzelve gezegd: met dezen
man wil ik door het leven gaan, en nauwe
lyks was de algemeen beminde Duitscher
eenige dagen in de villa van haren oom met
haar samen geweest, als hy haar zyne hand
aanbood. De gebiedende toon in zyne liefdes
verzekeringen was haar echter vreemd; zy
bemerkte, naast den gloed van zyn harts
tocht, de onwik'oare macht van zyne heer-
schappy over haren wil, en, half onbewust,
verzette zy zich daartegen.
„Erich," begon zy, „ik versta u wel, doch
eer gy verder gaat, moot gy my antwoorden."
„Ik ben niet met eene gewone zusterlyke
liefde aan Ilse gehecht. Van myne eerste
jeugd was zy' myne leidsvrouw en myne
schutsengel, niettegenstaande zy myno twee
lingzuster was!"
„Hoe dikwyls deed zy tegenover my het
recht der eerstgeboorte golden, niet om overmy
te heerschen, maar orn zich naar my te voe
gen, en zich nog meer voor my op te offeren."
„O, Erich, als gy haar kendet, ik woet het
zeker, gy zoudt haar liefhebben. Wy vulden
elkander zóó volkomen aan, dat wy geene
andore vriendinnen begeerdenzelfs by onze
vorderingen op de kostschool werden wy te
zamen beoordeeld."
„Zelfs onze gelykluidende namon toonden
onze innige vriendschap aan. Myne moeder
was eene Duitscho; zy heette Elizabeth en
schepte er vermaak in den tweeling-kinderen
byna gelyko namen te geven. Ziet ge, Erich,
en toen was myn voogd zoo wreed ons te
scheidon, en Ilse naar de familie van zyn
vriend Paolo te zendon. Hy meende dat wy
do wereld en de mcnschen niet met twee,
maar met vier oogen moesten leeren beschou
wen, en juist nu, nu myn hart voor het leven
eene keus gedaan heeft, moest zy, myn beter
ik, mij uit het oog verliezen! Kunt ge nu
begrypon, liefste, dat ik niet geheel in u kan
opgaan? Het is my te moede, alsof de eene
helft van myn hart ver af wareals ik naar
uwe woordon van liefde luister, denk ik
„Och, kon Ilse ze toch óók hooren 1"
„Houd op, Elso; zóó moogt ge niet sproken.
Wat tusschen ons is, moet u heilig zynnie
mand, zelfs Ilso niet, mag daar iets van woten 1"
(Wordt vervolgd.)