N°. 8782. Woensdag »3 October. A°. 1888. {Beze tCourant wordt dagelijks, met uitzondering van gon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nomincr bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. van den Winterdienst v Leiden, 2 October. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per post1.40. .Afzonderlijke Nommers0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 16 regels ƒ1.05. Iedere regel meer ƒ0.17^. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het in- casseeren buiten de stad wordt 0.10 berekend. Advcrtentlën, voor het nummer, verschijnende 3 October, worden op lien dag tot uiterlijk des morgens e KECËX uren aangenomen. Op karton geplakte exemplaren Ier Hollandsche IJzeren-Spoorweg maatschappij, van de Rijnspoor en van verschillende trams, zijn aan ons Bureel verkrijgbaar ad 20 cents;— exemplaren, op stevig papier gedrukt, oor de portefeuille, ad 10 cents. Offlcioele Kennlsffevingen. Burgemeester en Wethouders van Leiden, Brengen bij deze ter algemeene kennis, dat op ^aanstaanden Woonedag 3 October, ter ge- .-legieiikeid van de viering van den Gedenkdag van Leidens Ontzet, de bureolen der G «neonte- Secretario (afd. Algemeene Zaken en Financiën), een den Gemeente-Ontvanger, en het bureau van den B u r g e r i ij lc e n Stand, van des namid dags 1 uur af, voor bert publiek zullen gesloten zijn. Het bureau van den Burgerlijken Stand ral tut dien tijd uitsluitend geopend zijn voor aangiften van den Burgerlijken Stand. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE RANTER, Burgemeester. 2 Get. 1888. E RIST, Secretaris. Toen verleden jaar, ook op den lsten Oc tober, het Püiltmrmonisch orkest uit Berlijn, hier voor de eersto maal was opgetreden, was er slechts één reep over hetgeen men gehoord had. Men was opgetogen. Het was dus geenszins te verwonderen dat de belangstelling in hot tegen gisteravond aangekondigde concert hoog zou gespannen zijn; maar dat dit zóó verbazend zou wezen, als nu het geval bieek, dit mag inderdaad eene zeldzaamheid genoemd worden. Geheel het muzikale Leiden was thans ter Stadszaal opgegaan, waar de benedenzaal niet alleen bezet was, maar zelfs de gaanderij by'na te weinig ruimte aanbood, zoodat velen er zich met eene bekrompen etaanplaats moes- en tevreden stellen. Dit ongerief getroostte men zich ditmaal aarne, want hetgeen door des heeren Gustav "ogel's orkest werkelijk werd te genieten egoven, was zóó volkomen, zóó meesleepend, overweldigend en indrukwekkend, dat Jlen één oor en velen ook één oog waren, en de omgeving als in het niet verzonk. Hoe heerlijk werd het concert toch inge leid door Von Wobers' ouverture „Oberon"; hoe vol toewijding, met welk eene bezieling vertolkt, volgde daarop niet Van Beethoven's „Symphonie Pastorale", waarin de groote meester zijne zoo rijke, reine, geheiligde in drukken in de lieflijkste, verhevenste, meest forsche en grillige tonen in waarheid als heeft te lezen gegeven, zoo duidelijk spraken ze tot ons gemoed, hetzij bü de aankomst op het land, hetzij bij de wel iets gerekte scène aan de beek, hetzij by het door storm en onweer gestoorde vrooiyke feest der land lieden, hetzy by het daarop gevolgde herders gezang en de dankbaarheid, welke, na het gevaar, weder alomme heerschte. Welk een meesterschap spreidden de leden van het orkest in deze grootsche schepping al niet ten toonhoe deden ze de algemeene aandacht in verrukking overgaan en nood zaakten ze, naast de fynste, zachtste passa- ouk do kolossale krachtsontwikkeling te bewonderen, wegens de zeldzame harmonie in de verschillende partyen en het respectabel getal en gehalte der eersto en tweede violen, onder wier aanvoering zelfs de schrilste go deelten tot hun recht kwamen, zonder dat het ontwikkelde eerbiedwaardige toon-volume nu, geiyk anders, hinderde. Waren de toejuichingen, welke aan de ver tolking van dit werk ten deel vielen, luide en langdurig, niet minder dankbaar was men na hot voorspel van Wagners „Heistersinger", waarmede de eerste afdeeiing besloten werd, zoodat er gelegenheid geschonken werd zich voor to bereiden op hetgeen de volgende afdeeiing zou aanbieden. Dit was weder van dien aard, dat het, ge- deelteiyk een ander karakter dragend, zich by het eerst gehoorde niettemin overheeriyk aansloot, allereerst metMendelssohn's ouverture „Hobriden," voor volen evenals de vorige nom mers evenmin een onbekende, zóó zelfs, dat eene hernieuwde kennismaking niet anders dan aangenaam kon zyn. En dit bleek wer- keiyk hot geval. Door onverwachte, byzondere omstandighe den kon de hoor L. Bieuer de viooi solo „Zigou- nerweisen," van Sarasato, zooals het pro gramma vermeldde, niet voordragen daarom trad in zyne plaats op de heer J. Mossel, die zich met Servais' fantaisie „Le désir" deed kennen als een violoncellist van het zuiverste water. Streek, voordracht, uitdrukking, techniek, dit alles bleek op het schoonst in dezen musicus vertegenwoordigd. Onder handgeklap opgetreden, violen hem na de vervulling zyner taak andermaal de hoor- baarste biyken van waardoering ten doei. Eene afwisseling, welke mede byzonder in den smaak viel, boden de nu beide volgende orkestnommers, klein maar reinPaganini's „Perpetuum mobile" en Gillet's „Loin du bal", het eene zóó vol van geest en humor, dat de uitwerking op den hoorder niet kon uic- blyven, en het andere met zulk een© lieve, vooral voor do dames verrukkeiyke on toch zoo eenvoudige dansmelodie, dat er eene herhaling van werd verlaagd, welke ertrouwens dm ook op voigdo. Dit nommer is alom VuOr piano verkrygbaar. Waardig was alles wat er gehoord werd, waardig tevens was de wijze, waarop dit concert besloten word, nl. met Rossini's ouverture „Wilhelm Teil", wel vry algemeen bekend, maar juist daarom te meer in staat aan te toonen, hoe verschillend de eene uitvoering by de andore, hoe geheel afwykend de opvat ting van den eeuen directeur by die van een ander kan zyn. In waarheid kan gezegd worden dat er by de uitvoering van gisteravond genoten werd en dat er weer heel wat echoons voor den dag kwam, dat anders verborgen bleef. Ieder zal dus met een govoel van dankbaar heid vervuld zyn geweest, toen hy het gebouw eindelyk weer verliet, Diet alleen tegenover den heer Gustav Kogél met zyn orkest, maar ook tegenover heeren commissarissen der Maat- schappü voor Toonkunst, die andermaal eene zoo gelukkige keuze hebben gehad om het nieuwe concertseizoen op zulk eene wyze te doen openen. Ééne schaduwzyde zal dit prachtige concert evenwel hebbendat de Leidenaars nu onmid- dellyk |wel wat verwend zullen zyn gemaakt en dat al wat er dezen winter nog moet volgen by dat van gisteravond in de schaduw zal staan. Men schryft ons uit ZoeterwoudeSedert eenige jaren bestaat in deze gemeente eene polder-quaestie, welke hierop neerkomt: In het jaar 1882 besloot eene overgroots meerderheid van Ingelanden van den Grooten Westeindschen polder, gelegen onder Zoeter woude en Stompwyk, tot het opruimen der beide op dien polder staande verlaten of sluizen, welke dienen tot het brengen van schuiten uit en in dien polder. Aanleiding tot dit besluit gaf de omstan digheid dat het verlaat, gelegen onder de ge meente Stompwyk, in zoodanigon toestand vorkeerde, dat eene geheeio vernieuwing nood- zakeiyk was, waarvoor eeno uitgaaf gevor derd werd van minstens f 2200, terwyl do meerderheid overwoog dat aan dit verlaat geene behoefte meer bestond, omdat hiervan hoegenaamd geen gebruik werd gemaakt en dus zulk eene groote uitgaaf kon bespaard biy'ven. Enkele Ingelanden vermeenden door dit besluit benadeeld te zullen worden en ver zochten vernietiging daarvan asn de Gedep, Staten van Zuid Holland. De Staten hoorden hierover het gevoelen van het bestuur des polders en dit gaf te kennen dat de verlaten te ondiep waren om behooriyk geladen schui ten door te laten, dat het vervoeren per as van en naar do landen voordeeiiger was, het geen trouwens reeds plaats had, dan dit m9t schuiten te doen en dat ook die minderheid van het voordeel van het vervoeren por as overtuigd kon geacht worden, omdat zy hunne landen, welke ondor de gemeente Stompwyk gelegen zyn, door bruggen hadden verbonden aan den publieken weg om evenals anderen het voortuig te gebruiken. De Gedeputeerde Staten gaven echter der minderheid geiyk en vernietigden het besluit der moeiderheid, daar zy van oordeel waren dat de gelegenheid tot scheepvaartgemeen- schap tusschen de landen in den polder en het boezemwater van zulk een groot nut was, dat dit niet kon opwegen tegen het voordeel der besparing van de ver nieuwing en -onderhoudskosten der verlaten en verder op grond dat de verlaten inrich tingen waren, bedoeld by art. 192 der Grond wet -en daariR geene verandering kon worden gebracht dan -door de Provinciale Staten onder goedkeuring des Konings. Kaar aanleiding van dit besluit verzocht het bestuur des polders aan de Provinciale Staten de gtwenschte verandering, maar het veraoek werf afgewezen cp ongunstig advies van de Gedeputeerde Staten. Intusschen is sedert het jaar 1883 het in slechten toestand verkeerende verlaat onder Stompwyk voor het gebruik afgesloten en is dit niet hersteld. Het bestuur van Rynland, waaraan de rekening en begrooting van inkom sten en uitgaven des polders ter goedkeuring moeten worden ingezonden, heeft nu gewei gerd zyne goedkeuring te geven aan de reke ning van 1886 en de begrooting voor 1887, omdat het hiervoren genoemd verlaat niet gemaakt en voor hot gebruik niet geopend was. Van deze weigering kwam het bestuur des polders ingevolge Rynlands reglement in hooger beroep by de Gedeputeerde Staten, die, zooals te verwachten was, Rynland in het geiyk stelden. Het bestuur des polders ging nu van deze beslissing in beroep by den Koning. Bij Zr. Ms. besluit van 1 Sept. j). werd het polderbestuur niet ontvankeiyk verklaard in dat beroep. Volgens dit besluit laat art. 169 van Rynlands reglement, handelende over de goedkeuring der rekeningen en begrootingen van de waterschappen, alleen toe hooger beroep by Gedeputeerde Staten. Art. 180 van genoemd reglement luidt verder: dit besluit stelt wel beroep by den Koning open van alle beschik kingen van Gedeputeerde Staten, waarby zy een besluit der vereenigde vergadering, een bevel van Dykgraaf en Hoogheemraden, een besluit van een bestuur van een Water schap, in Rynland gelegen, schorsen of vernie tigen, eene aan hen gevraagde goedkeuring wei geren of omtrent een ontstaan geschil uitspraak doen, maar dit artikel doelt niet op weigering van goedkeuring of geschillen in zake Rekening en Begrooting. Voorts wordt by dit besluit opgemerkt dat eene commissie, indertyd belast geweest met het ontwerpen van Rynlands Reglement, wel van meening is geweest dat gemeld art. 180 ook van toepassing was in zake geschil omtrent Rekening en Begrooting, en dus beroep by den Koning daarvoor zou toelaten, maar dat die meening door den KoniDg niet wordt godoold, daar dit artikel konnelyk doelt op zaken in geschillon omtrent de toepassing van het Reglement of onder- derhouden van zee- of riviorwaterkeerende werken. Ook wordt nog gezegd dat er verschil be staat tusschen het Reglement van Delftland en dat van Rijnland; in eerstgenoemd Reg. is hooger beroep in zako Rekening en Begroo ting by den Koning toegelaten, omdat het desbetreffende artikel zegtBy weigering van goedkeuring hebben de Polderbesturen bero' by Gedeputeerde Staten en den Koning, ter' in art. 169 van Ry'nlands Reglement de w oor den en den Koning niet voorkomen. Doo' ,-(je5,e. beschikking des Konings is alzoo niet beslist dat de verlaten moeten biyven bef ^aan €n ook niet dat ze kunnen vervallen, r jaar heeft de Westeindsche Polder geene go> adgekeurde Rekening over 1886 en Begroot! jg voer 1887 verkregen. Het stoomschip „Gelder' van Rot terdam naar Batavia, is 30 Sept. Tariffa ge passeerd de „Zuid-Holland van Batavia naar Rotterdam, is 30 Sept. O' jesseant gepasseerd; de „Leerdam" arriveerde 30 Sept. van Rotter dam te Nieuw-York^ de „Amsterdam," van Rotterdam naar Nie'uw-York, is 30 Sept. Lizard gepasseerd. De gewone audiëntie van den minister van marine zal op 5 dezer niet plaats hebben. Z. M. heeft, met ingang van 15 October a. s., tot commissaris dos Konings in de pro vincie Utrecht benoemdde heer A. baron Schimmelpenninck Van "der Oye Van Nyenbeek, lid van de Twoede Kamer der Staten Gene raal; mr. W. Tonckens JLz. met den dag, waarop hy het bestuur zal overgeven aan den benoemden gouverneur van Suriname, eervol van de waarneming dier betrekking ontheven, onder dankbetuiging voor de daarin bewezen diensten, en jbr. mr. M. A. De Sa- vornin Lohman, advocaat-generaal by den Hoogen Raad der Nederlanden, benoemd tot gouverneur der kolonie Suriname. Gemeifd NUaws. De groote zaal der Stadszaal' heeft in de laatste weken weer eene groote verandering ondergaan. Toen de Maatschappy voor Toonkunst gisteravond het winter-con- cert-seizoen opende, bleek dat de beschildering van balustrade, pilaren, deuren enz., welke verleden jaar nog onuitgevoerd was gebleven, thans ook was voltooid, in denzelfden geest, waarmede roeds mot het overige gedeelte was begonnen. Waren vroeger alle kleuren dof, thane schit tert er ook „goud". Intusschen kwam het ons voor dat het rood, hetwelk eerst zoo ge weldig en onaangenaam den hoofdtoon vormde, wel wat is verminderd en niet meer zoo spre kend uitkomt, maar thans broederlyk mot het grys samengaat. Hoezeer de smaken ver schillen en daaromtrent ook niet te twistón valt, de uitvoering zelve van het werk go- tuigt o. i. niettemin andermaal van de bekwaam heid van den heer Boekwyt, stukadoor altu^ Ook de verlichting der zaal heeft eene go heele wyziging ondergaan. De drie vergulde kronen zyn verdwenen en vervangen door evenzoovele kolossale lampen met eene menigte flikkerende gasvlammen in een kleinen omtrek en onder een dubbelen reflector, zoodat het licht zich door de geheeio zaal voldoende ver spreidt, alsmede over de gaandery, daar de lampen thans hooger togen het plafond zyn aangebracht dan de vorige, waardoor mede ook van de achterzyde een vry uitzicht op het orkest of tooneel is verkregen. Boven de kuip en aan den ingang bevinden zich tevens kleinere Siemens-lampen. Voor de arrond. rechtbank te 's Hage werd gisteren onder een grooten toe loop van belangstellenden do geruchtmakende zaak behandeld van de vrouw uit het Konings hofje aldaar, die, eerst by de oponbaro moening, en later ook by de justitie in ernstige ver denking stond haar vierjarig stiefdochtertje

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1888 | | pagina 1