KOLONIËN. BATAVIA, 21 25 Augustus. (Vervolg.) Tot>n het „Bat. Nbl." het particulier tele gram ontving dat de heer E. P. C. Sol be noemd was tot lid der Algemeene Rekenkamer in Nederlandsch-Indië, wist het 'n oogenblik niet of het waakte of droomde. Was dat ernst of scherts, zeer ongepaste scherts dan altijd Sol, de banneling, Sol le gendre van den Perzischen satraap, Sol, de man, die de in- landsche bevolking behandelde alsof hij in- landsche soldaten en dwangarbeiders (sic!) voorhad, enfin, in één woord: Sol, de Sol, benoemd tot lid van het hooge college, waarin ook als lid zitting neomt de andere gendre, die van den heer O. Van Rees, de heer A. MyerI Wy, zoo schrijft het blad, zjjn er op uit geweest. Wjj hebben geïnformeerd en laten infor- meeren, jawel, het was geene gekheid, het was waar: de heer E. P. C. Sol is, volgens de hier ontvangen officiëele telegrammen, wel en behoorlijk tot lid der Algemeene Reken kamer benoemd. Als men van de eerste verbazing is be komen, dan vraagt men zich af: waarom ook niet? De heer Sol is een fatsoenlek man en een knap man bovendien. Zijn eervol verleden kon in het minst niet worden gekrenkt, door het hem aangedaan onrecht. Dat onrecht is thans openlijk erkend. Er bestaat dus geen enkel motief om hem, waar hij het verzocht, niet te benoemen tot een eervol ambt. Integendeel, het komt hem eenigszins toe, als eene vergoeding voor toegebrachte schade en aangedaan leed; hy heeft meer aanspra ken dan anderen, die wel eens tot lid der Rekenkamer werden benoemd, en wier be noeming, met het oog op hunne bekende min dere bekwaamheid en geringe kennis, ge gronde reden tot verbazing of ergernis moest geven. Het is dan ook niot het enkele feit dei- benoeming van den heer Sol. Volstrekt niet! Het zijn de omstandig heden. Wél toont zich hier de minister Keuche nius onverbiddelijk De heer Van Rees och ter is dat óók geweest. Het is hard uitge gaan van den eenen kant, het komt van den anderen vooral niet minder hard terug. Wie wind zaait, oogst storm. Dat heeft ook ditmaal de geschiedenis geleerd. En Brunner nu? Hag men zijne benoeming bijvoorbeeld tot hoofdredacteur van de „Javasche Courant" niet met eemgen grond tegemoet zien? Volgens het officiéél bericht is uit het gehouden onderzoek, naar aanleiding van bet ontdekt plan tot omverwerping van de vor- stenbesturen op Java, gebleken dat de hoofd personen zijn de inlanders Djaspani in Blitar, Mertojoedoe in het district Djambéan en Amatmoekiar, schoonvader van eerstgenoemde, Doelrasit en Amat Sarpan in Ngrowo. Djaspani is een Solonees van geringe af komst, die zich 16 jaren geleden in het Kedi- rische vestigde on nu sedert ongeveer zes jaren in het gehucht Sengkrong, behoorende tot de dessa Kanigoro, nabij Blitar, woonde, waar het plan tot stichting van een nieuw rijk bij hom schijnt te zjjn opgekomen. Eorst in do laatste tweo jaren kroeg dat plan door het aannemen van leerlingen en het werven van *olk in Soerakarta en Djokjakarta vaster vormen. Djaspani is geen hadji, nam geene uiter lijke godsdienstplichten waar en hield geene vergaderingen, maar ontving alleen bezoeken, altijd van weinig personen tegelijk. Zijn voornemen was, om, zoodra hjj een voldoenden aanhang zou hebben verkregen, zich tot sultan te doen uitroepen en den naam van sultan Adil aan te nemen, waartoe hjj zich bogever. zou naar de dessa Birowo, gelegen op eene heuvelachtige vlakte aan hot zuider zeestrand in Lodojo, afdeeling Blitar. Van daar zou hij langs het strand west waarts oprukken naar de dessa Tjemonoong, in het district Ngoenoet van do afdeeling Ngrowo, waar Amatmoekiar zich bij hem zou aansluiten, om gezamenlijk den tocht voort te zetten naar de rijken van Soerakarta en Djokjakarta. Van het vormoorden van Europeanen werd niet gerept. Djaspani ontkent alles; de ove rigen zijn echter zeer openhartig in hunne mededeelingen en hebben de namen en woon plaatsen der leerlingen in Kedoe, Bagelon en Banjoemas opgegeven. B(j de huiszoeking worden door den regent en den wedono van Blitar in de woning van Djaspani gevonden 12 krissen, 7 lansen, 6 golloks en oene grooto hoeveelheid met Ara bisch schrift beschreven papieren on kleedjes. De beschreven papieren waren de bewijzen, welke werden uitgereikt aan degenen, die als volgeling of leerling werden aangenomen. De „.Java-Bode" verklaart zich nadruk kelijk tegen het besluit, waarbij de heer E. P. C. Sol tot lid der Algemeene Rekenkamer alhier wordt benoemd. Het blad zegt o. a. „Het staatsbelang eischte de benoeming van den heer Sol niet, veel minder nog op dit oogenblik. Integendeel, kieschheid verbood haar thans, juist inzicht van koloniaal beleid, ook voor het vervolg. Een minister van kolo niën mag niet op zulk eene wijze het onrecht trachten te vergoeden, dat naar zijn inzien door een vertegenwoordiger des Konings in de koloniën is gepleegd". De „Locomotief" bericht dat de Tweede Kamer van het hooggerechtshof eene klacht bjj den Gouv.-Gon. heeft ingediend tegen den Raad van justitie te Semarang, omdat deze oneerbiedig zou hebben geantwoord op aan merkingen van den hoogeren rechter, en dat de gouverneur-generaal, zich niet competent achtende, de zaak aan het oordeel der regee ring in Holland heeft onderworpen. Een der spoorwegbeambten van Meester- Cornelis is door een doctor-djawa geheel van de berri-berri genezen. De wijze waarop, is een geheim, dat bedoelde dokter niet aan een officier van gezondheid wilde mededeelen, die er hem naar vroog, maar bereid is in hot berri-berri-gesticht te Batoe-Toelis in het groot toe te passon, hetgeen de Regeering echter geweigerd heeft. Deze doctor-djawa zou uitstekende diensten kunnen bewijzen in de commissie, die de minister van koloniën een onderzoek wü laten instellen naar de berri- berri. Java-Bode De laatste raming van den gouverne- ments-koffie-oogst op Java is bijna 45,000 picols hooger dan de voorgaande, zoodat nu in het geheel ruim 545,000 picols vervracht worden, waarvan verreweg het grootste deel reeds binnen is. Nu de zonderlinge en uit den tijd zijnde instelling van de gouvernements koffiecultuur eenmaal bestaat, is, merkt de „Java-Bode" aan, het meevallen van den oogst een verblijdend verschijnsel. Door den gouverneur-generaal van Ned.-Indie zijn de volgende beschikkingen genomen Civiel Departement. Ontslagen: Eervol, uit '8 lande dienst, wegens volbrachten dionsttijd, de bouv, - kundige ambtenaar 2de kl. bij de staatsspoorwegen J. Klaring; eervol uit zijne betrekking, wegens ziekte, do 2de commies hij het dep. van binnenl. bestuur C. F. A. Werner. Benoemd: Tot instrumentmaker hij de exploitatie der staatsspoorwegen op Java, do ambtenaar op non activiteit M. J. Trebels. Bevorderd: Bij hot departement van binnenl. bestuur: tot lsten klerk Ch. Pakaila, thans klerk. Departement van Oorlog. Overgeplaatst: De off. van gez. 2de kl. dr. 1'. J. Mink, van den geneesk. dienst van Sumatra's Westkust, (garnizoen Fort De Koek), naar het garn. Kajoetanam; de mil. apoth. 2de kl. A. F. De Wolff, van het garnizoen te Muntuk, naar het garnizoon to Meester-Cornelisdo 2de luit. der inf. K. A. Vosmaer van het garn.-bat van Suma tra's Westkust, in garnizoen te Padang-Silempoean, naar het garnizoen te Taroetoengin het militair commandement van Atjeh en onderboorigheden, de lsto .luit. der inf. W. Putfuis, van het garn.-bat. in garn. te Poeloe-Bras, naar het 14de bat. inf. teKota- Radjade lsto luit. der inf. J. H. Kroet, van het garn.-bat. in garn. te Melaboe, naar het 15do bat. te Kota-Alam; de majoor der inf. W. A. Schneider, van het 14do bat. inf. te Kota-Radja bij het girni- zoens-bat. (Lambawe); do lste luit. der inf. J. C. A. Christen \an het garnizoens-bat. in garnizoon te Lani- peneroet, naar hot garnizoen to Poeloe-Bras; dolste luit. dor inf. A. N. A. Panli van het 14do bat. infan terie to Kota-Radja, hij het garnizoens-bat. (Lampene- roet); de lste luit. der inf. C. H. O. Bortsch van het garnizoens-bat. in garnizoen te Blang, naar het garnizoen Melaboe; de lste luit. der inf. H. J. Laar huis van het 15de bat. inf. te Kota-Alam, bij het garnizoensbat. (Elang); de 2de luit. der inf. M. W. E. Van Bloomen Waanders van het 12de bat. inf. te Kota-Radja bij het garnizoensbat. (Analaboe). BUITENLAND. Frankrjjk. Eene betrekkelijke kalmte heerscht er thans onder de Parijsche telegrafisten. Allen z(jn op hun post, gelijk trouwens in de laatste dagen evenzeer het geval is geweest, doch zjj be lemmeren de spoedige bezorging der telegram men door traagheid in het werken. Zy hou den zich in dit opzicht aan het dienstreglement, dat den tijd aanwijst voor het afgeven of het in ontvangst nemen van de telegrammen. Zij verklaren voor het overige, dat zy niet zullen toegeven. Zjj willen voldoening hebben op hunne eischen. Volgens de „Gaulois" zullen de alge meene verkiezingen eerst in 1889 plaats hebben. De profeet der marine te Toulon heeft beschikkingen genomen ter spoedige mobili satie der torpedobooten, wolke in reserve ge houden worden. 250 kolenmijnwerkers te Treuil hebben den arbeid gestaakt. Dertig man, die bleven doorwerken, wilden zij dwingen oveneens er inede op te houden. Er volgde een gevecht, waarbij verscheidene personen gewond werden, terwijl de bereden politie 6 man gevangennam. Bjj de Bank van Leening te Parijs zjjn in 1887 ingebracht 1,483,979 voorwerpen de meeste in Januari, Juli en Augustus waarop 35,883,000 franken geleend werd. In gelost werden 1,259,320 voorwerpen tegen 31,821,000 franken. Dultaohland. Door het ^Landgericht" te Berlijn is giste ren een aanvang gemaakt met het onderzoek tegen de uitgevers van de „Deutsche Rund schau" en den persoon, die het dagboek van wijlen keizer Frederik aan die uitgevers hoeft geleverd. Deze strafrechterlijke vervolging wordt slechts door de conservatieve pers zonder voorbehoud geprezen. Vele andere dagbladen laken Von Bismarcks aankondiging daartoe, ten deele scherp, en zelfs in de nationaal-Iiberale krin gen heerscht geen geestdrift over dit inroepen van den strafrechter. De algemeene indruk is, dat door het proces verdere mededeelingen zullen worden afgeschrikt. De uitgevers van de „Rundschau" lieten uit eigen beweging 30,000 exemplaren ver nietigen, welke opnieuw gedrukt waren wegens de reusachtige bestellingen. Bovendien hebben zij den naam van den persoon, die het dag bosk openbaar maakte, aan de ambtenaren medegedeeld, en hebben zjj het handschrift dadelijk tot hunne beschikking gesteld, om hiermede hunne onschuld te bewijzen. Naar men zegt, heeft een algemeen bekend geleerde uit Zuid-Duitschland die onbeschei denheid begaan. Graaf Herbert Von Bismarck heeft zich naar den keizer te Stuttgart begeven. Op het aldaar gisteren gehouden gala-diner, dronk de koning van Wurtemberg de gezond heid des keizers, over wiens bezoek hij zich ten zeerste verheugde. De koning uitte den wensch dat God den keizer eene langdurige en gelukkige regeering mocht schenken, tot vreugde van z(jn huis en tot heil van het vaderland. De keizer betuigde zijn hartelyken dank voor de woorden, door den koning gesproken, en niet minder voor de vriendolyke uitnoodi- ging, welke hem in de gelegenheid had ge steld, een bezoek te brengen aan dit schoone land, dat de bakermat zijner voorvaderen was en dat reeds in de middeleeuwen uitstekende regenten had voortgebracht. „Ook in mijne aderen", zeide de keizer, „vloeit Zuidduitsch bloed". Hij besloot zijne rede met een dronk op het welzijn des konings. De keizer is vervolgens gisteravond om halfelf te Constanz aangekomen en aan het spoorwegstation door den groothertog en den erfgroothertog ontvangen. In een open rijtuig reed hy over het prachtig verlichte stations plein naar de haven, tusschen de ryen der militaire veroenigingen, welke zich hadden opgesteld. De menigte toonde uitbundige geestdrift. Tegen elf uren vertrok d.e keizer, aan boord der gereed liggende stoomboot, over het prachtvol verlichte meer van Con stanz en onder het afsteken van vuurwerk, naar Mainau. In eene socialistische vergadering te Haid- hausen, verklaarde een redenaar dat de open baarmaking van het dagboek van keizer Frederik veel zal bijdragen tot de finale over winning van het socialisme in Duitschland en de overdreven reputatie van Von Bismarck tot hare werkeiyke waarde zal terugbrengen. De commissaris van politie maakte hiervan proces-verbaal op en sommeerde den president de vergadering te sluiten, waaraan deze ge hoor gaf. Drie Westfaalsche socialisten zyn Beieren uitgezet wegens het maken van propaganda onder de werklieden te Neurenberg. De keizer heeft 0011 besluit bekrachtigd, betreffende de reorganisatie van de Duitsche marine; voortaan zal het bevel geheel afge scheiden zyn van de administratie. De admi raals zullen het bevel over de vloot voeren en niet meer de admiraliteits-bureaux. Gedurende het vorbiyf van keizer Wilhelm op het slot Hainau, in Baden, zal zich daar ook hertog Adolf van Nassau bevinden. Tot dusver vermeed de hortog sedert de inlyving van zyn land by Pruisen elke aanraking met het Pruisische hof, maar nu is het den groot hertog van Baden gelukt don hertog tot andere gedachten te brengen. Daar hertog Adolf troonopvolger in het groothertogdom Luxem burg is, is deze verzoening tusschen de beide vorsten niet zonder gewicht. Uit Auckland wordt gemeld dat koning Tamasese, de door de Duitschers aangestelde koning van Samoa, door de aanhangers van den vorigen vorst Malietoa volkomen zyn ge slagen. De Duitsche vice-consul, de heer Brau- ders, voerde de troepen des konings aan. Keizerin Frederik heeft een brief aan haren zoon, den keizer, gericht, om hem te verzekeren, dat zy geheel vreemd is aan de "openbaarmaking van het dagboek van haren overleden gemaal. Men verzekert dat op de 2de editie van de „Rundschau" te Leipzig be slag is gelegd. Groot-Brltaiml». Te Manchester zyn de nederlaag van de Armada en de troonsbeklimming van Willem III herdacht in meetings, gepresideerd door Garnett en lord Montagu. Aan de „Times" wordt uit Durban be richt dat Endaboeko Dinizoeloe's .gevangen schap loochent, waaraan ook anderen twy- felen. De regeering van Natal verklaart dat Engeland Zoeloeland voorgoed heeft gean nexeerd. Aan de „Times" wordt uit Zanzibar gemeld dat kapitein Cecchi, buitengewoon gezant van Italië by den sultan, plotseling en heimelyk met zyne twee schepen van Zanzibar vertrokken is, zonder den sultan en de Engelsche en Duitsche consuls vaarwel te zeggen. De zending van Cecchi moot totaal mislukt zyn. Het is onbekend waarheen de beide schepen vertrokken. Spinye. De „Madrid Gazette" bevat het bevel tot den aanbouw van een eerste-klasse-kruiser te Cadix, twee kruisers van 70Ö0 ton en een andere van 3000 ton, alsmede 4 torpedobooten. Zooals men weet, worden bovendien reeds te Bilbao drie andere nieuwe kruisers gebouwd. Te Charthagena zjjn tachtig kisten met dynamiet uiteengesprongen. De materiëele schade is aanzienlyk. Persoonlyke ongelukken worden niet gemeld. Zwitserland. De bondsbegrooting voor 1889 zal, naar het heet, sluiten met oen aanmerkelyk tekort. De groote Raad van Bern besloot het volk te vragen of eene Grondwetsherziening zou worden aangevangen. <*i-ieltenliin<l. De Grieksche bladen weerspreken het be richt, volgens hetwelk koning Georges het voornemen zou hebben van den troon afstand te doen onmiddellyk na de voltrekking van het huwelyk tusschen den kroonprins en de Duitsche prinses Sophia, ten einde hem met n de koninklijke waardigheid bekleed te zien. 1 Ruraeuië. Uit Bucharest wordt aan het dagblad „Paris" 1 geseind dat aan den linkeroever van den Donau eeno anti-dynastieke beweging heerscht, welke der regeering onrust baart. Eene af deeling soldaten heeft voor den aanval der bevolking moeten wyken. Versterking is ge zonden. Bulgarjje. Men verhaalt dat de heer Stamboulolf, voorzitter van het Bulgaarsche ministerie, vroeger kleermakersleerling is geweest en dat zyne ouders er op stonden dat hy kleer maker zou worden. De jonge Stambouloff had evenwel niet het minste begrip van taille, coupe en maat. Zyn patroon verkeerde nogal eens in de meening dat eene hardhandige bejegening hem wel de nooaige kennis zou aanbrengen, maar, ziende dat hy zich daarin vergist had, zette hy hem eindelyk buiten de deur. Thans schynt de heer Stambouloff het heil zame van die bejegening ingezien te hebben, want hij heeft zyn voormaligen meester be noemd tot onder chef van politie te Sofia- Vereeiiigfde Staten. Uit Valparaiso wordt bericht dathetsprin- I gen van de groote waterreservoirs in Augustus, I eene schade van 600,000 pond sterling heoft F veroorzaakt. De stad Copiapo werd in Augustus ten gevolge van een storm overstroomd, waar- door 27 personen verdronken. Te Valparaiso zonk het Britsche schip „Cambrian", en de geheele bemanning, behalve de kapitein en een leerjongen, verdronken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1888 | | pagina 6