N°. 8778. Vi'ijclag September. A0. 1888.
(Deze (Courant wordt dagelijksmet uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit TWEE
Bladen.
Eerste Blad.
Bericht.
Leiden, 27 September.
Feuilleton.
Jenny's aanbidder.
LEIDSCH fii DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
I'ranco per post1.40.
Afzopderlijke Nommers0.05.
Wy deelen onzen Abonné's het volgende
mede:
De uitgever van dit blad kan voortaan,
naast het Leidsch Dagblad, den Abonné's eene
aangename, humoristische Zondags-
ectuur aanbieden.
KIKERIK1is een reeds sedert eenige
jaren bestaand en gunstig bekend gees
tig Weekblad, dat ook door zijne menigte
illustraties, welke den tekst sieren, uitmunt.
Dit weekblad kan nu onzen Abonné's wor
den geleverd tegen de helft van den prijs,
welke het in den handel kost, nl. tegen 35
Cents per drie maanden voor Abonné's
binnen, en 35 eents voor Abonné's buiten
de stad.
En daarvoor ontvangt men iets in eigen
dom, dat, na den inspannenden arbeid der
week, allen leden van het gezin eenige aan
gename, maar tevens onderhoudende uren
kan bezorgen.
De inteekening staat voor al onze Abonné's
open. Bi) ons nommer van a. s. Zaterdag
avond zal een proefnommer met inschrij
vingsbiljet worden gevoegd.
Zy, die zich abonneeren, ontvangen dan in
het vervolg de KIKERIKrdes Zaterdags
avonds tegeiykertyd met het L. Dagblad.
Daar het nieuwe kwartaal van ons blad
reeds is ingegaan, wordt de prys van de
„KIKERIKV voor September, October en
November gesteld op SO cents, voor buiten
de stad op 35 cents.
DE REDACTIE.
Otlloleele Kennisgevingen.
De Bnrgcmeeeter der gemeente Leiden brengt ter
algemeens kennie dat op heden aan den ontvanger
der Directe Belastingen alhier ia ter hand gesteld
een kohier van het patentrecht (aanvnllingsrechten)
dienst 1988/89, exeentoir verklaard den 26eten Bept. 11.
en herinnert voorts do belanghebbenden aan hunne ver
plichting om bunnen aanslag op den bjj de Wet be
paalden voet te voldoen.
Leiden, De Burgemeester voornoemd,
20 Sept. 1888. DE KANTER.
De oefeningen der jongelieden, die zich
vrywillig in den wapenhandel willen bekwa
men, zullen den lsten October beginnen. De
7) Naar het Fransch van
T. COMKE.
Hy was zjjne fee al kwyt Zyne woorden
hingen als droog zand aan elkanderhet
was weer 't eerste teeke», dat zyne kwaal
terugkwam. Jenny was dus niet zoo be
schroomd, als hy had gedacht! Zy had nog
niet eens eene kleur gekregen. Zy beviel hem
dezen keer niet zoo goed als gisteren.
„Ik kom hier juist met opzet zoo vroeg,"
ging hy voort. „Tante had hier hare parasol
laten liggen.
„Ja, die heb ik al een kwartier geleden
door den jongen terug laten bezorgen. U is
hem zeker voorbygeloopen."
„Ik ben langs het voetpad gekomen," haastte
Sully dit op te helderen.
„O, dan zal hy den grooten weg langs ge
gaan zyn. Het spijt mij, dat u zich de moeite
gegeven heeft
„Volstrekt geene moeite, juffrouw," zei hy
met eenigen gloed.
Die woorden brachten haar in de war. Niet
aan complimenten gewoon, wist zy ook niet
kapitein Bruinier wordt belast met de leiding,
terwyi hem is toegevoegd de 1ste luit. Ophorst.
Gedurende de eerste helft der maand
Sept. zyn aan het postkantoor alhier bezorgd
de volgende brieven, welke, wegens onbekend
heid der geadresseerden, niet besteld konden
worden
A. Van Huizen, Van der Kooy, H. Rys-
kampf, Wed. Steen, AmsterdamEngelaikke-
reins, Breda; J. Roel, 's-GravenhageC. H.
F. Hoekraeck, Lichtenvoorde; H. De Woer,
MeerenbergJ. Schuitenmaker, Nieuw-Amster-
dam; H. Stikkelorum, N. Buitendyk, wed.
Akens, Rotterdam; M. Van der LugtMelfert,
SchiedamL. P. De Graaf, SoestJ. P. Hak
kaart, Utrecht; M. Lambooy, Barnet, J. Bruis-
selaar, niet vermeld. Briefkaarten, H. J.
W. Beens, wed. Byvoet, Amsterdam; mej.
J. Van Leeuwen, 's-Gravenhage; W. Buiten
dyk, mej. M. Wysman, Rotterdam; mevr. J.
Bloncke, mevr. B. v. d. Spil, Utrecht; mej.
Ouwersloot, niet vermeld.
Brieven naar EngelandE. Walker, Leeds
naar Indiö: C. Hartog, Magelang.
In de „Midd. Ct." wordt er op gewezen,
dat onder de inrichtingen van onderwys, voor
wie het rykssubsidie zal worden ingetrokken,
ook behoort de Kweekschool voor Bewaarschool-
onderwyzeressen te Leiden. Opmerkeiyk is,
dat het voorstel tot intrekking daarvan thans
uitgaat van dezen minister van binnenlandsche
zaken, denzelfden heer Mackay, die in de
zitting der Tweede Kamer van 12 Maart 1885
door zpne stem, toen als voorzitter uitge
bracht, het subsidie met eene meerderheid
van 43 tegen 41 stemmen deed handhaven.
Vóór een amendement tot schrapping, van
den heer De Savornin Lohman c. s., waren
41 stemmen uitgebracht en 42 daartegen,
toen de beurt eindelyk aan den voorzitter
Mackay kwam. Deze had dus de stemmen
kunnen doen staken en de beslissing doen
verdagen door vóór het amendement te stemmen
van zyne partytoch verklaarde hy er zich
tegen, waardoor het werd verworpen. En nu,
drie jaren later, vergeet hy zyne toen uitge»
brachte beslissende stem en handelt zooals
de heer Lohman c. s. verlangde.
De Duitsche commissie, die op het oogen-
blik de noodige gelden inzamelt ter stichting
van het Langenbeck-huis, heeft zich gewend
tot de Nederlandsche hoogleeraren Tilanus,
te Amsterdam, Donders, te Utrecht, en Rosen-
stein, te Leiden, met het verzoek of die heeren
voor genoemd doel in ons land willen op
treden als sub-commissie. Genoemde hoog
leeraren hebben nu, in vereeniging met vele
hoe men die beantwoordt. Was die korte zia
ook eigeniyk wel een compliment? Was het
misschien maar eene phrase, of hadden zyne
woorden wellicht betrekking op het aangename
van eene ochtendwandeling? Terwyi al deze
gedachten Jenny's hoofd doorkruisten en zy
zwygend en verlegen bleef staan, werden hare
wangen gekleurd door een blos, welke Sully's"
hart luider deed kloppen van biydschap en
trots.Opeens gleed oen van de eieren haar
uit het voorschoot en viel op het gras.
„Wat ben ik onhandig!" zei zy, terwyi zy
zich bukte <jm het ei op te rapen, dat door
den val op het zachte gras niet gebroken was.
By die beweging vergat zy echter het voor
schoot omhoog te houden, zoodat alle eieren
er tegeiyk uitgleden en zich naar rechts en
links verspreidden. „Dat is myne schuld,"
dacht Sully. „Ik ben oorzaak, dat zy aan
andere dingen denkt!" Toch had hy geene
spyt over dit kleine ongeluk. Hij knielde
tegenover haar neer en gaarde langzaam de
verspreide eieren weer byeen. Jenny daaren
tegen legde eene koortsachtige haast aan
den dag.
„Acht, negen.Ik heb er drie en twintig
gehad.... Hoeveel zy'n er gebroken?"
„Geen één, geloof ik. U bukte juist toen
uw voorschoot losging, zoodat zy nog al niet
doctoren, eene oproeping gedaan aan hunne
Nederlandsche collega's, waarin zy om be
dragen vragen voor de stichting. Secretaris
dezer subcommissie is dr. Tilanus, te
Amsterdam.
Naar inen uit goede bron verneemt, heb
ben de Haagsche gymnasten het initiatief
genomen om eene voorloopige commissie te
vormen tot feestelyke viering van den 17den
November a. s. en besloten eenige invloedryke
ingezetenen der residentie uit te noodigen om
met hen het feestcomité uit te maken.
Mr. A. E. H. Goekoop werd in de heden
gehouden zitting van den Hoogen Raad be-
eedigd als advocaat en procureur.
Beroepen is te Noordwük de heer K.
Kloosterman, cand. te Augustinusga (Fr.)
te Wyngaarden en Ruybroek do heer L. Smit,
cand. te Noordwyk aan Zee.
Aan het ministerie van Marine werd
heden aanbesteed: het maken van 2 woon
gebouwen voor den dienst van de verlichting
van de Beneden-Eems te Delfzyi en Watum.
Minste inschryver was de heer A. Pastoor, te
Stedum, voor f 45,616.
Ook volgens hot „Dbl. v. Ned." heeft
dr. Mezger, te Amsterdam, zyn laatsten knoop
geteld. Hy gaat nu toch naar Wiesbaden.
Door een reporter van het „Hbl." naar de
reden van zyn besluit gevraagd, heeft hy
te kennen gegeven dat de straatschenderyen,
waarvan de vreemdelingen meermalen de
mikpunten waren, in Neerlands hoofdstad te
erg zyn, en vruchteloos door hem is aange
drongen op het aanbrengen van verbeteringen
in hot openbaar verkeer, 's Dokters wenken
werden in den wind geslagen
Het „N. v. d. Dag" heeft dr. Mezger even
eens om inlichtingen gevraagd nopens de
geruchten over diens aanstaand vertrok,
„maar", schryft het, „'s avonds wordt men
niet toegelaten in de woning van den ge
neesheer (by dr. La Cave was 't hetzelfde)
en op eene schriftelyke aanvraag is tot dus
ver nog geen antwoord gekomen.
„Waarom ons de inlichting onthouden wordt,
weten wy niet en begrypen wy niet. Aan
belangstelling heeft het onzerzyds nooit ont
broken.
„De woorden, door dr. Mezger zelf tot som
migen van het personeel in bet Amstel-
Hotel gesproken, laten maar weinig reden
tot twyfel over."
Ja, vraagt het „D. v. N.", waarom
dr. Mezger thans met de kellners vertrou
weiyker omgaat dan met het „Nieuws?'
Wy begrypen het ook niet. Was het niet het
van eene groote hoogte zyn/ge>allen: En het
gras is op deze plek vry d&." „Wat gaat
het praten my gemakkelyk af!" dacht hy.
„Ik heb nog nooit zoo vlot met eene vrouw
gesproken."
„Heeft u ze nu allen weer? Laten wy daar
ginds even gaan zitten om ze te tellen."
Hy had den moed gehad om „wy" te zeg
gen Verschrikt over zyne eigen vryheid, bleef
hy steken. Jenny, zelve geheel en al verbazing,
ging op den rand van een houten trog zitten,
maar Sully durfde de vrypostigheid niet zoover
dryven om naast haar plaats te nemen. Hy
bleef vóór haar staan en begon de eieren met
haar te tellen, met eene zorg alsof het bank
papier was.
„Achttien, negentien.en vier. maar
neen, wy hebben dit ei al éénmaal geteld. Er
komt er één te kort."
„Ik geloof het niet. Laten wy dan nog eens
weer tellen."
Mocht er iemand willen beweren dat het
tellen van drie en twintig eieren, in een voor
schoot byeengehouden, nog al gemakkelyk is
en niet voel tyd vordert, dan wyzen wy er
hem alleen op dat Sully Arnaudin een reke
naar van beroep was en dat Jenny Verdan,
die toch nog al gewend was om nu eens dit
en dan weer dat samen te tellen, er een groot
PRIJS DER ADVERTENTIBN:
V*n 1—S rogele 1.05. Iedere regel meer ƒ0.174.
Grootere lettere naar plaatsruimte. Voor het in-
caeseeren buiten de etad wordt 0.10 berekend.
„Nieuws", dat ons verleden jaar het allereerst
heeft ingelicht omtrent Mezgers blakende
vaderlandsliefde? Destijds lag Mezgers hart
voor een reporter open en bloot en nu.
Daar is iets wreeds in die heele geschiedenis!
Volgens het „D. v. N." is de eerste op
gegeven reden van dr. Mezger slechts eene
uitvlucht. Waarlyk, als men dr. Mezger
na zich pas opnieuw aan zyne gemeente ver
bonden te hebben nu weder bereid ziet
aan Wiesbaden de voorkeur te schenken, dan
is dit oen zóó eenvoudig geval, dat men wel
in de laatste plaats aan de Amsterdamsche
straatjeugd en het stofzand op de Weesperzyde
behoeft te denken, om zich rekenschap van
dien plotselingen ommekeer te geven.
Om eerlyk te zyn, acht genoemd blad het
niet moeieiyk te begrypen, dat dr. Mezger
ten slotte geen weerstand heeft kunnen bieden
aan den zoo herhaaldeiyk by hem opgekomen
lust zich eens te verfrisschen,door den kring
te verlaten, binnen welken hy, hoezeer ook
in de hoogte gestoken, toch niet die verheven
plaats kon bemachtigen, waarop een man
van zooveel succes allicht aanspraak moest
maken. In zekere mate door de medische
faculteit te Amsterdam geacht, bleek toch
veelal dat respect meer gegrond te zyn op
zyn energie dan op de erkentenis van byzondere
wetenschappelyke verdienste. De laatste werd
in het algemeen niet hoog aangeslagen. Veel-
maals echter vernam men dat de geestkracht
gepaard ging met eene soort van stoutmoe
digheid, die, voor de wetenschap misschien
niet onvruchtbaar, voor den patiënt hare be-
denkeiyke zyde had. „In hoeverre deze wyze
van den ongewonen man te waardeeren juist
was, staat niet aan ons zegt, het „D. v. N.",
geheel te beoordeelen, doch de heer Mezger
kan zelf niet onkundig gebleven zyn van
hetgeen men omtrent hem vertelde. Het zal
hem niet ontgaan zyn, dat, behalve een groot
aantal erkenteiyke patiënten, die hunne her
stelling aan hem dankten, en dus zyn lof
als medicus zongen, er weinigen waren, die
niet in hem meer een gepersonifleeerde Ver-
eeniging tot bevordering van het vreemde
lingenverkeer zagen dan den grooten wel
doener der menschheid.
„Het streelde ons, Amsterdammers, zoovele
hooge gasten te mogen herbergen en wy
waren niet blind voor de stoffeiyke voordee-
len, die deze bezoekers een aantal onzer
medeburgers schonken, doch het is zeer licht
in te zien, dat dr. Mezger volstrekt niet vol
daan werd door deze soort van ingenomen
heid met zyn persoon en werken. Men moet
kwartier aarr besteedden. Eieren laten zich
niet zoo gemakkelyk tellen als uien emrapen
zy rollen telkens dooreen en men moet al
goed oppassen, wanneer men er niet mee in
de war wil raken.
„Nu ben ik er zeker van," zei Jenny, „dat
zy er allen zyn. En wat hindert het ook of er
een paar weg zyn?" voegde zy er ongeduldig
by, door het lange tellen zenuwachtig ge
worden.
„Hoeveel kippen heeft u?" vroeg hy snel,
om te verhinderen dat zy wegging.
„Vyr en twintig, en twee hanen."
„Dat is een mooi troepje. U heeft zeker
geene eenden?"
„Wy hebben ze wel gehad, maar wy
konden ze niet houden, omdat wy geen vijver
hebben."
„Het gesprek wordt levendig," dacht hy.
„Hare antwoorden worden geregelder en geven
biyk van meer vertrouwelykheid."
„Het schynt dat hy maar niet weg wil
gaan!" zei Jenny by ziclizelve. „En ik heb
juist zooveel werkDaar juffrouw Arnaudin's
neef zich echter do moeite gaf om zoo vroeg
eene visite te komen maken, moest zy de
beleefdheid jegens hem in acht nemen.
(Wordt vervolgd.)