Leiden, 22 September. zou geen 63 millioen per jaar noodig zyn om op ruime en voortreffelijke wyze de bruggen en wegen in orde te houden en in de politie bewaking te voorzien. Wordt dan tevens gezorgd dat de particu liere ondernemingsgeest geene belemmeringen ondervindt, wanneer hy de bronnen van wel vaart milder tracht te doen vloeien, waardoor ook de inlander in de gelegenheid komt om wat meer te verdienen, dan kan de verbete ring van den algemeenen toestand niet uit blijven. Blijkens de statistiek der geboorten en der sterfte naar den leeftijd en de oorzaken van den dood in Nederland over de maand Juli 11., bedroeg het aantal overledenen op 1000 inwoners per jaarte Amsterdam 20.5 Arnhem 19.8; Dordrecht 19.3; 's-Gravenhage 21.2; Groningen 22.3; Haarlem 20; 's-Her- togenbosch 25.2; Leeuwarden 14.5; Leiden 16.6; Maastricht 17.3; Rotterdam 18.5; Utrecht 21.5. Op veelvuldig verzoek, vooral van dege nen, die daarvan gebruik gemaakt hebben op de wereldtentoonstellingen te Amsterdam in 1883, te Antwerpen 1885 en te Brussel 1888, stellen directeuren van het Koninklijk Nedor- landsch Handelsmuseum te Amsterdam het Algemeen Nederlandsch Agentschap ook weder om in werking voor de deelnemers aan de wereldtentoonstelling te Parijs in 1889. Het prov.-kerkbestuur van Zuid-Holland heeft, in zijne vergadering van 19 September, den heer G. Klaarhamer, vroeger predikant bij de hervormde gemeente van Montfoort, thans bjj de doleerende gemeente te Rotter dam, het radicaal als predikant in de Ned.-Herv. kerk ontnomen, en hem uit zyne ambten en bedieningen ontzet. Voor 4 vacatures als hoofd eener open bare lagere school te 's-Hage moeten zich bijna 400 sollicitanten hebben aangemeld. Het „H. Dbl." verneemt dat regenten der scholen van de Ned.-Herv. gemeente te 's-Hage, na mondelinge en schriftelijke bespre kingen met den hoofdonderwijzer der Moll- school, den heer J. A. Wijnveldt, besloten hebben het ontslag van dien heer als hoofd der genoemde school aan den kerkeraad voor te stellen, en dat wegens het geregeld bezoe ken van de godsdienstoefeningen der dolee rende gemeente. Te Berlijn, by Rosenbaum Hart, ver scheen dezer dagen een boek van Marie Mohr, getiteld „Skizzen und Umrisse aus dem Lande der Wasserbautendas moderne Holland." Het is opgedragen aan Koningin Emma. De „Kölnische Zeitung" voorspelt aan dit werkje in Nederland een gunstig onthaal, want het handelt meer bepaald over de licht- zyden van het Hollandsche leven en streven in den tegenwoordige^ tijd. De Nederlanders, voegt dit blad er by, zyn zeer kitteloorig op het punt van beschouwingen, door buiten landers aan hunne toestanden gewyd en zy worden dan ook werkelyk niet altyd met de noodige zaakkennis en welwillendheid bespro ken. Marie Mohr echter roemt het Holland sche volkskarakter over het algemeen als goed en degeiyk, bezonnen en eerlyk en de Hollanders als brave menschen. Uit de ontvangst, welke de Schetsen in eenige onzer tydschriften en weekbladen heb ben gevonden, blykt dat de „Küln. Ztg." zich niet geheel vergist. Over het geheel wordt, hetgeen Marie Mohr over het huiselyk leven in ons land zegt, de zorg van de huisvrouw voor de wasch enz. als vry juist erkend. Waar zy verder gaat, wordt de bal echter nogal eens misgeslagen. De welwillende be doeling van de schryfster is overigens niet te miskennen. By koninklijk besluit van 11 September 1888 is op voordracht van den minister van koloniën, dd. 19 Juni 1888, lit. C. No. 27, met wyziging in zoover van het kon. besluit van 1 Dec. 1879, No. 34, bepaald De pensioenen, verleend aan de officieren van het leger in Nederlandsch Indië, die in het jaar 1879 den militairen dienst hebben verlaten, worden, gerekend van 1 October 188S af, door Ons en voor zooveel de belanghebbonden zich in Nedorlandsch-lndië bevinden door don gouverneur-generaal van Nederland "h Indië nader geregeld en uitge keerd overeenkomstig de bepalingen van het by meervt 'meid besluit vastr, - telde ponsioens reglement. Di i esluit wordt door het „Hbl." me: blijd schap begroet, omdat daarbjj een onrecht, wordt goed gem: nkt, dat ongeveer 10 jaar geleden is gepleegd en, trots herhaalde pogin gen, niet was hersteld. Het betreft de pensioenen van officieren van het Ned.-Ind. leger, die in 1879 den dienst hebben verlaten. In 1878 was eene wijziging der pensioenregeling gereed en op de Ind. be grooting voor 1879 werd daarvoor een post uitgetrokken. Degenen, die in de termen vielen hun pen sioen te erlangen, konden niet anders dan aannemen dat zy in de mildere bepalingen zouden deelen, en in dat vertrouwen vroegen zy het hun rechtens toekomend eervol ontslag. Maar er kwam vertraging, zoodat het besluit eerst in het laatst van 1879 werd afgekon digd, zonder eenige bepaling van terugwer kende kracht. Bij herhaling zyn de belanghebbenden tegen die onbillykheid opgekomen en hunne pogingen werden ook door de pers krachtig gesteund. Nu het herstel van onrecht ten slotte is ge schied, brengt het „Hbl." den minister van koloniën, den heer Keuchenius, hulde voor deze daad van rechtvaardigheid. Geheel en al worden de nadeelige gevolgen van de vroegere regeling niet weggenomen. Want de herziening der pensioenen zal eerst ingaan met 1 Oct. 1888, zoodat over de ver- loopen jaren geene aanvulling, met of zonder rente, plaats vindt en de betrekkingen der in- tusschen overleden officieren van den maat regel geen nut hebben. De belanghebbenden zullen echter wel berusten in deze bepaling, welke voor de toekomst althans hunne recht matige grief wegneemt. Het is volkomen juist zoo schrijft men aan de „Zw. Crt." dat prof. Donders gaat trouwen met mej. Bramine Hubrecht. Heden wordt het engagement publiek, zooals men dat noemt. Misschien interesseert het uwe lezeressen te vernemen dat zy 33 a 34 jaren oud is. Hy is pas 70 geweest. Ten aanzien van Atjeh wordt o. a. in het dezer dagen verschenen Koloniaal Verslag van 1888 medegedeeld: In denpolitieken toe stand van Atjeh is sedert de mededeeling van het vorig verslag geene verandering ge komen. De werkzaamheid van de vljandelyke ben den tegen onze vestiging in Groot-Atjeh bleef zich in hoofdzaak bepalen tot het beschieten van onze posten en de treinen van den stoom tramweg, terwyl soms in donkere nachten kleine benden binnen do postenlinie drongen, die de kampongbewoners beroofden, de buiten- wyken van Kotta-Radja dan wel Olehleh alarmeerden of telefoongeleidingen en brug gen vernielden. Slechts by uitzondering waag den de benden zich aan eon aanval op wacht posten of patrouilles. Na mededeeling der verschillende scher mutselingen wordt medegedeeld: Het reizen van Atjehers per stoomtram nam merkbaar toe. In het belang van de veiligheid is daarom in Jan. jl. bepaald dat in eiken trein iemand aanwezig zal zyn, die by de halte een wakend oog heeft te houden op de Atjehers, die mede- reizen, ten einde te voorkomen dat gewapende lieden in de wagens plaats nemen. Moest de gezondheidstoestand in de eerste maanden van het afgeloopen jaar ongunstig worden genoemd, sedert kwam daarin eene niet onbelangryke verandering ten goede. De weersgesteldheid droeg tot dezen, in verge- lyking met vorige jaren, gunstigen toestand veel byde regenval was niet groot, de lucht zeer groot en de temperatuur dragelyk, des nachts en des ochtends zelfs koel en soms guur. In het algemeen kan worden vermeld dat het aantal berri-berri-lyders in Groot-Atjeh in den loop van 1887 merkbaar afnam, doch in de eerste maanden van dit jaar gedurende eenigen tyd zich weder verhief. In 't vorig verslag werd medegedeeld dat de Indische Regeering in Juli 1887 gelden had toegestaan ter uitvoering van werken ter be vordering eener goede afwatering en tot het tegengaan van overstroomingen in het bezette gebied. In September van hetzelfde jaar werd nog machtiging verleend tot het maken ter beveiliging, bepaaldeiyk van Kotta-Radja, tegen overstroomingen. Als gevolg van die werken, voor zoover ze reeds in het afgeloo pen jaar tot stand kwamen, wordt vermeld dat, hoewel in December jl. de Atjeh-rivier soms zeer gezwollen was, gedeelten van Gedak en van Penajoeng van overstrooming bevrijd bleven. De handel in Groot-Atjeh bleef van weinig boteekenis. Ook op de westkust v 1 wem levendigheid n den handel, die van pepe uitgezonderd, to bespeuren. Hoezeer de bevolking van Groot-Atjeh, vooral die binnen het bezette gebied, zich meer dan vroeger op do rystcultuur toelegde, waren de uitkomsten nog weinig bevredigend, voornamelyk ten gevolge van gebrek aan ploegvee. De niet onbolangryke invoer van karbouwen uit Simaloer en Troemon en van koeien uit Pinang, die in 1887 plaats vond, bracht hierin nog luttel verbetering, doordien velen der pas aangebrachte dieren stierven, meestal aan buikziekte. Ter noord- en west kust wierpen de rystaanplantingen een goed product af. Zoowel in Groot-Atjeh als ter i westkust bleef de bevolking aan de peper- cultuur voortdurend uitbreiding geven; op evengemelde kust werd dan ook eene over vloediger opbrengst verkregen dan in 1886. De peperproductie ter oostkust viel daaren tegen minder voordeelig uit. De pinangteelt bleef gaandeweg afnemen; niettemin kon de oogst van pinangnoten in 1887 nog belangryk worden genoemd. Gemenfd Nl«ow» Naar wj] vernemen, is de heer C. J. Coster alhier pachter geworden der buf fetten op het Schuttersveld, by gelegenheid der aldaar op 3 October te geven feesten. Mot het oog op de uitnemende wyze, waarop de heer Coster zich by andere feesten, zooals dat van Landbouw, de onthulling van het Monument enz., van eene dergelijke taak kweet, mag men zeggen dat de zaak aan goede handen is toevertrouwd. Morgen zal alhier op het Schut tersveld een cricketmatch plaats hebben tus- schen de Leidsche cricketclubs „Sixteen" en „Achilles." Hedenmorgen omstreeks half- tien ontstond er brand in de timmermans werkplaats van G. Van derKooy, in de Prinse- steeg No. 2 alhier, door den tocht, welke een gordyn in aanraking bracht met een petroleum- toestel. De brand werd onder leiding der brandmeesters W. Hoogenstraaten Dz., A. Ver hoog en G. Zirkzee met twee brandkranen der fabriek van den heer Scheltema en met behulp van eenige werklieden dier fabriek gebluscht. Gedurende deze week werden op „Rhynzigt" alhier genomen 261 zwemba den door heeren en 11 door dames. De tem peratuur van het water is.a17° Celsius. De miliciens der lichting 1887, van het 2de regiment veld-artilleuie, zyn hedenmorgen mot groot verlof naar hunne haardsteden gezonden. In de „Maasbode" komt een be richt voor, ook door andere bladen overge nomen, dat er te Rotterdam, met het oog op de openbare veiligheid by nacht, een „uitste kende" maatregel is genomen, nl.om in ver schillende wyken agenten van politie in politiek te doen surveilleeren, terwyl de ronden zóódanig worden afgewisseld, dat zy niet meer te be rekenen zyn. Daarin vinden wy aanleiding mede te deelen dat deze uitstekende maatregel reeds jaren lang by de politie hier ter stede wordt toege past, waardoor sedert een tiental jaren in deze gemeente geene diefstallen van eenig belang by nacht hebben plaats gehad. Men meldt ons heden uit Den Haag Terwyl de quaestie-Verstege-De Roclie- mont nog veler aandacht bezighoudt, wordt eene andere duelzaak niet minder druk be sproken. Algemeen doet het gerucht hier de ronde dat dezer dagen in de Scheveningsche duinen by het kanaal oen tweegevecht op degen of sabel zou hebben plaats gehad tusschen een officier van de Haagsche schuttery en een student. Het duel zou geëindigd verklaard zyn toen de schuttery-officier door den uitgedaagden student aan de hand gewond was. Als 't waar is wat daaromtrent verhaald wordt, dan was de eerste aanleiding tot deze ontmoeting met de wapenen al heel nietig. Door de te Noordwyk aange komen schuiton van de haringvisschery zijn aangebracht: 284 ton en 10,000 stuks steur- huring en 3386 ton pekelharing. Terwyl gisterochtend een groen- tenboer zyn waar in een hofje in de Hekkelaan te 's-Hage verkocht, zyn een mud aardappelen en eone mand prinsesseboonen van zyn wagen gestt. P i'. Dader of daders onbekend. Men s c h r y f t a a n d e „H a a r 1. Crt." uit. Hoi:ord?.ra, dd. 21 September: f: w irrlvoerde alhier met d Arno- sci: boot eene familie, welke op hars doorreis was naar SileziS. Tot de leden doner familie be: -orde e :,e oud-: vrouw die aan eene hartkwaal leed. Aan wal gekomen, kreeg zy een aanval van hare kwaal, waarom men haar op een sleeperswagen plaatste. Met dezen vervoerde men haar naar het station Halte- Beurs, waar zy kort daarop overleed. De politie werd van het geval in kennis gesteld, waarna het lyk per brancard naar Crooswyk werd vervoerd. Naar het „Vad." nader vernoemt, zijn de hondjes te Scheveningen, waarvan in het derde blad sprake is, op last van den hoofdcommissaris aan den eigenaar terugge geven. Uit Decatur (Alabama) wordt bericht dat aldaar tien gevallen van gele koorts zyn voorgekomen en dat daarom de werk plaatsen deels gesloten werden en de inwo ners vluchtten. Te Jacksonville zyn tot nu 1203 personen door de gele koorts aangetast en 153 hunner overleden. Gisteren deden zich 131 nieuwe gevallen voor, waarvan vyf te Jackson (Mississippi). Te Angers is een koordedanser, Castanet genaamd, van het koord gevallen en spoedig onder afgryselyke pynen gestorven. Hy had een helm met vuurwerk op het hoofd gezet en dit laatste afgestoken, met het ge volg, zooals hy nog verklaren kon, dat hy door het vuur en den rook het touw niet meer kon zien. Droevig einde eener schaking.— Te Marseille schaakte, een groote veertien dagen geleden, een tramwegconducteur, Léon Marchand, de dochter van een zeepfabrikant, Simon Michel, en ging met haar eenige dagen te Cannes doorbrengen. Te Marseille terug gekeerd, kwamen de gelieven op een goeden dag den vader tegen, die zyne dochter in een klooster bracht. "Voorts nam hy Woensdag avond by den laatsten rit in Marchands wagen plaats en verraste hem met rottingslagen op het hoofd. Het tweetal werd naar den com missaris van politie gebracht. Hier haalde Michel eene revolver uit en schoot Marchand eene gevaarlyke wonde in den rug. De mail uit Cuba, te Nieuw-York ontvangen, heeft byzonderheden omtrent den cycloon, die den 4den en 5den dezer over de provincie Santa-Clare gewoed heeft en mil- lioenen dollars schade heeft berokkend. Te Sagua zyn geen twintig huizen ongedeerd gebleven. De ellende en de verwoesting zijn algemeen. De rivieren stroomden over de oevers en de schepen zonken of strandden, en dreven in sommige gevallen tot in de straten. Van alle zyden kwamen de berichten over ongelukken. Te Cardenas verloren 100 per sonen 't leven en te Caibarien zeventig. Het totaal aantal dooden wordt geschat op duizend, terwyl een grooter aantal gewond is. Vóór eenige dagen zyn drie jongeliedon te Nizza een roeitochtje op zee gaan doen en sedert heeft men niets meer van hen gehoord. By Eze is eene boot gezien, waarin eene overjas. De moeder van een der vermisten, Buisson, een notarisklerk, is waan zinnig van droefheid. In Spanje heeft men bywyze van proef een waggon voor huwelyksreizen in gebruik gesteld met coupé's voor twee personen en een tafeltje. Niemand maakt er echter gebruik van, daar de pas gehuwde paartjes liever voor oudgetrouwden sehynen door te gaan. En men had nog wel gehoopt hen iets meer te doen betalen voor het voor recht met elkander alleen te zy'n! Volgens Engelse li e bladenis een koffer van Sigrid Amoldson op reis open gebroken en zyn daaruit gestoleneen bra celet van 20,000 fr., geschenk van de barones Rothschildeen diamanten kruis, geschenk van den koning van Zweden; twee diaman ten sterren, geschenk van de prinses van Wales. Te Gergal (Spanje) waren twee jongelieden verloofd met twee zusters. Z(j kregen twist met elkander en besloten te duelleeren op de volgende voorwaardenDe f rechtervoet van den een zou op den linker-1 voet van den ander steunen en in deze positie zouden ze elkander mot dolken stooten toe brengen, totdat er een zou sterven. Aldus geschiedde; elk der beido heeren kreeg 7 dolk- stooteneen gaf den geest op de plek zelve, de ander verkeert in levensgevaar. Te A1 p h a r e 11 a, in Georgië, z o u' dezer dagen zekere Edith Smith in het huwelijk treden met zekeren Alexander James. Het gehoele gezelschap was reeds by den vrede rechter, toen de bruidegom zich o -zyn paard wierp en in galop wegreed, na den eersten bruidsjonker te hebben ingefluisterd dat hij te bloo was om ten aanzyn van zoovele men- :hen te trouwen. Toen het versriirikkelyko

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1888 | | pagina 2