N°. 8774. Maandag 2-A= September. A0. 1388.
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Eerste Blad.
Indische zaken.
Feuilleton.
Jenny's aanbidder.
LEIDSCH tiSSi DAGBLAD.
j nachtdiensten vorderen. Het aantal dergenen,
j die voor dezen arbeid worden opgeroepen,
bedraagt 3'/2 millioen; berekent men dus
eiken dienst op eene waarde van slechts twin
tig cents, dan komen we, voor deze gemeen
telijke belasting alleen, op eene som van 63
millioen gulden.
24.50 per gezin, zeiden we zooeven. En
daar, geljjk we in ons vorig artikel deden
uitkomen, de gemiddelde verdienste van een
gezin niet meer bedraagt dan 90 per jaar,
volgt daaruit dat het totaal belastingcjjfer te
stellen is op ruim 27 procent.
Wat te zeggen, vraagt schr. terecht,
van zulk eene belasting? Wel is waarzjjnnu
ook medegerekend degenen, die wat meor
welstand gemeten: de hoogere hoofden en
inlandsche ambtenaren, de desahoofden, de
geestelijken, de hadji's, de enkele inlandsche
pachters van 's lands middelen (de moesten zijn
Chineezen), en eenige aanzienlijken. Indien zij
allen een gezin hebben, is hun aantal te be
rekenen op 2,185,000. De overige 17'/, mil
lioen inlandsche inwoners der gouvernements-
landen behooren allen tot den minderen stand,
en verdienen hun levensonderhoud met land
bouw, kleine beroepen en bedrijven. Het peil
van welvaart, waarop zij staan, is zóó laag,
dat er van draagkracht zelfs geen sprake kan
zijn. Niettemin legt de fiscus, onder velerhande
vormen, beslag op 27 percent van hun zoo
uiterst schamel inkomen.
Het is waar, enkele der genoemde belas
tingen kunnen vermeden worden. Wie niet
schuift, betaalt (>een cent aan de opiumpacht
wie zjjne boeltje bjj elkaar weet te houden,
en z(jn toevlucht niot behoeft te nemen tot
den pachter van pandhuizen, heeft ook met
deze heffing niets te maken, en evenzoo is
het golegen met den accijns op het gedistil
leerd. Maar de overige belastingen worden
met onverbiddelijke gestrengheid opgevorderd,
en het streven in den laatsten tijd is aan
houdend geweest, de opbrengst steeds op te
voeren.
Van 1871 tot 1886 klommen de bestaande
belastingen in geld, (die in arbeid buiten reke
ning gelaten), van 48 tot 72 millioen, en werden
voor 7 millioen nieuwe ingevoerdeene ver
meerdering dus met 05 percent. Die vermeer
dering betrof hoofdzakelijk de landrente, de
opiumpacht, de invoerrechten en de bedrijfs
belasting van inlanders en vreemde Ooster
lingen. Vooral de landrente is het meest
drukkend, wanneer zij zekere grenzen te
buiten gaat, en hare uitzetting, geljjk thans
het geval is geweest, in omgekeerde ver
houding staat tot de opbrengsten van hot
landbouwbedrijf.
Maar ook do geschiedenis van de bedrijfs
belasting levert een merkwaardig voorbeeld
van de wijze, waarop van hoogerhand alle
middelen worden te baat genomen om, zoo
als dat in officiëele taal genoemd wordt, het
financieel evenwicht te herstellen. Hare ver
meerdering is een gevolg van den maatregel,
welke met 1 Jan. 1885 in werking trad,
en waarbij vreemde Oosterlingen, dus
hoofdzakelijk de Chineezen, voortaan 4 pet.
in plaats van 2 te betalen zouden hebben
van de opbrengst hunner nering of industrie.
De heer Brooshooft zegt hiervan: „Ik dweep
allesbehalve met Chineezen. Maar onrecht
bljjft onrecht. En onrecht is het, kleine njj-
veren en handelaren van het bruto inkomen,
door dageljjksch hard zwoegen verkregen, vier
percent af te nemen alleen aan bedrijfsbelas
ting. Men kan dit niet rechtvaardigen door te
beweren: Zjj weten waar zij aan toe zjjn,en
zoo het hun niet bevalt, moeten zij uitlndië
maai wegblijven. De verhooging toch met
100 percent werd hun opgelegd toen zjj
reeds hier waren, door hunne gezinnen en
belangen aan onze kolonie waren gebonden
en dus niet, wanneer het hun hier te „warm"
werd, zonder groote schade naar elders kon
den verhuizen."
Eene andere heffing, welke veel ontevre
denheid heeft veroorzaakt, was de patent
belasting op Europeanen. Men bestreed hare
billijkheid op ongeveer dezelfde gronden, welke
hier te lande tegen haar worden aangevoerd,
namelijk dat zij, geheven van alle inkomsten,
door Europeanen verkregen uit bedrijven van
handel, landbouw en nijverheid, eigenljjkslechts
is eene belasting op het inkomen, met vrij
stelling echter van alle inkomen uit kapitaal
in portefeuille.
We zullen in een volgend artikel meer in
bijzonderheden do aandacht vestigen op de
belasting, welke het dringendst herziening vor
dert, omdat haar aard en wjjze van heffing
haar van den meesten invloed doen zjjn op
de welvaart van den inlander. Thans wenschen
we te blijven binnen de grenzen der algemeene
beschouwingen, leggen de Memorie voor eene
wijl ter zijde, en stellen de vraag: Langs
welken weg zal de Regeering moeten komen
tot eene hervorming, welke aan do belangen
van Indië recht doet wedervaren?
Jarenlang is, steeds tevergeefs, getracht
eene regeling te vinden voor de financiëele
verhouding tusschen moederland en koloniën;
wjj gelooven dat de herhaalde mislukking do
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden3.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommeis0.05.
ii.
Belastingen in het algemeen.
Indien we, altijd aan de hand van Mr. F.
Brooshooft eens nagaan, welke belastin
gen in Indié betaald worden, dan krijgen we
een lijstje van respectabele afmetingen. Voor
eerst hebben we de landrente, op de Ind.
Begrooting voor 1888 uitgetrokken tot een
cijfer van 19 millioen 7 ton; de bedrijfsbe
lasting, ƒ3,134,000; invoerrechten; accijnzen
op inlandsch gedistilleerdhet zout-monopolie
de opiumpacht; de pandhuispacht en enkele
kleinere verpachte middelen; het hoofdgeld,
ter vervanging van eenige afgeschafte heeren-
diensten.
Dat zijn de belastingen in geld; die, welke
in arbeid worden opgebracht, zijn niet min
der drukkend. Zij komen voor in drie vormen
cultuurdiensten bjj do gouvernements-koffie-
teelt, welke arbeid slechts voor een gedeelte
wordt vergoed; de heerendiensten, waarop
de hoofden recht hebben, en de desa.diensten,
ten behoeve van de gemeente, voornamelijk
bestaande in onbetaalden arbeid aan wegen,
bruggen en waterkeeringen, en politiediensten.
Ten einde te komen tot eene juiste kennis
van den belastingdruk, heeft de schrijver der
Memorie getracht ook de geldswaarde van
den gedwongen arbeid te taxeeren. Daarbij
moeten we het volgende in aanmerking
nemende Vorstenlanden, de residentiën
Soerakarta en Djokjokarta verkeeren in een
afzonderlijken politieken en économischon toe
stand voor deze kunnen slechts in rekening
worden gebracht een deel der invoerrechten,
de opiumpacht en andere verpachte middelen.
De overige residentiën van Java met Madoera
tellen 3/,4 van de bevolking, zijnde 19,660,000
zielen, over welke het gezamenlijk belasting-
cijfer moet worden omgetrokken.
Ons. bestek gedoogt niet, veel cijfers mede
te deelen; genoeg z(j het te vermelden dat
schr. met eene werkelijk matige taxatie komt
tot een bedrag van 120 millioen, zijnde ruim
6 gulden per hoofd of f 24.50 per gezin.
Een aanzienlijk deel van dat bedrag wordt
vertegenwoordigd door de desadiensten, welke
ongeveer van eiken dienstplichtige 90 dag- of
„Memorie over den toestand in Indié." Zie ook
one nummer van 6 Augustus, No. 8732.
1) Naar het Fransch van
T. t OtllIE.
I.
„Zouden wij ze in 't voorbijgaan niet even
goeden avond zeggen?"
„Zooals u wilt, tante."
„Je hebt de drie zusjes in lang niet ge
zienJe zult heel wat b(j hen veranderd
vinden. Hun vader is verleden jaar gestorven,
en omdat ze de hoeve zonder hulp niet konden
besturen, is Caroline, de oudste, met Abdias
getrouwd. Ken je Abdias nog?"
„Dat was immers hun knecht, een lange,
magere man?"
„Juist, 't Is een brave en werkzame vent;
maar.'t was maar een knecht. Natuurlijk
dat het niet aan praatjes ontbrak. Ik heb het
ronduit tegen Caroline gezegd„Kind, je gaat
beneden je standmaar jjj moet het weten,
en zelf zal je er de gevolgen van ondervindon.
Zie je?"
„Jawel, tante."
Juffrouw Arnaudin en haar neef, Sully 1
Arnaudin, hadden voor hunne avondwandeling J
het pad gekozen, dat, aan den eenen kant door
eene heg van wilde rozen begrensd, aan de
andere zijde een fraai uitzicht had over de
groote weide van de Verdans. Om de kleuren
pracht van die in vollen bloei staande heg
zich voor den geest te halen, zou men het
penseel van een schilder moeten hebben. Met
de pen kan men den gloed niet weergeven
van die bladeren, door de stralen der avond
zon gekust; geene schets doen zien van den
fijnen omtrek dier bloesems, met hunne fraaie
schakeeringen van rozerood; en geen denk
beeld geven van de schoonheid dier half ver
scholen rozeknoppen of bijna uitgebloeide bloe
men. De schilder, die dit tafereel op het doek
bracht, zou ons op het gras de afgevallen
bloesems wijzen, op den adem van het windje
voortbewogen, als zochten zij zich te hereeni
gen, en ons op de fijne teekening wjjzcn van
die bovenste dunne takjes, welke zoo scherp
uitkomen tegen het warme licht van den
hemel.Wjj zouden in zijn doek het beeld
zien van Juni, de maand der bloemen, en ge
troffen zouden wjj stilstaan bjj zóóveel schoons,
dat zich tegelijk voor ons oog opdeed.
De man, die thans langs die heg voort wan
delde, was niet gewend om op luide wijze
uiting te geven aan hetgeen er in zijn bin
nenste omging. Stil en eenigszins in zichzelven
gekeerd, zag hij om zich heen, terwjjl h(] zich
gelukkig gevoelde, zonder zich juist rekenschap
te geven waarom.
„Hoe ben je zoo stil, Sully? Je zegt niets;
waaraan denk je toch?" vroeg juffrouw Ar
naudin.
„Ik dacht zoo bjj mjjzelven u zal me or om
uitlachen," antwoordde hjj met een verlogen
glimlachje, „dat die rozen in een mensch
den lust zouden doen opkomen om verliefd
te worden.
Juffrouw Arnaudin, die erg bjjgeloovig was;
bukte en raapte een steentje op, dat zij over
den linkerschouder achter zich wierp.
„Dat is niet om mee te spotten!" riep zjj
uit. „Pas maar op; een ongeluk zit op een
klein plaatsje."
„Is het dan een ongeluk als iemand ver
liefd wordt?"
„Ja. Kj)k maar eens naar die boomen op
den weg. Zjj zijn zóó geplant, dat de schaduw
van den eenen nooit den stam van den anderen
bereiken kanaltjjd valt hjj er naast.Dat
is precies het beeld van de liefde; men treft
nooit zijn doel, maar gaat er gewoonlijk
voorbij."
„Er zijn echter gevallen, waarin twee har
ten elkaar vinden."
Tegelijk bloosde hjj over zijne eigen woor-
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 1—6 regels f 1.05. Iedere regel meer ƒ0.174.
Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het in-
ca6seeren buiten de stad wordt 0.10 berekend.
poging niet mag doen opgeven. Indië behoort
in zijne eigen behoeften te kunnen voorzien,
en zal dat ook kunnen bij een zuinig beheer en
een rechtvaardig systeem van belastingenen
wanneer het, ter verkrijging van hetgeen het
zichzelf niet kan verschaffen, de hulp van
Nederland noodig heeft, kan daarvoor eene bil
lijke vergoeding worden berekend. Maar dan
ook zjj d6 Volksvertegenwoordiging bescheiden
in de toepassing van het budget-recht, dat zij
wel niet uit de handen moet geven, maar toch
zóó uitoefenen, dat uit hare critiek en controle
de overtuiging spreekt, dat men in Indië beter
in staat is te bepalen wat er noodig is, dan
dat de groote meerderheid van onze Kamer
leden zulks vermag. Alle rechten, van in-
of uitvoer, die de ruiling van producten tus
schen Indië en Nederland bemoeilijken, be
hooren te worden afgeschaft; économisch ten
minste moeten moederland en koloniën één
zjjnen of men goederen met een schip ver
zendt van Harlingen naar Rotterdam of van
Amsterdam naar Batavia, dat mag geen ver
schil maken. De quaestie der differentiëele
rechten behoeft hierbij geen gewicht in de
schaal te leggen; wij meenen dat hetzelfde
tarief, dat voor invoeren binnen de Neder-
landsche grenzen wordt gevolgd, ook voor de
koloniën dienst kan doen, op grond alweer
van de économische eenheid, die eene juiste
opvatting van de wederzijdsche verhouding en
belangen zal moeten billijken.
Eindelijk volge men, bjj het voorzien in
de behoefte van Indië aan werken van open
baar nut, en wel van dezulke, die onbetwist
baar ook volgende geslachten voordeel aan
brengen zullen, hetzelfde stelsel, dat in Europa
van kracht is, namelijk het scheppen van
buitengewone inkomsten. Natuurlijk zorgemen,
overdrijving te vermijdenniet alles wat daar
voor wordt aangewezen, is van dien aard, dat
er voor geleend kan worden. Maar verbetering
van de communicatiemiddelen kan zeer goed
geschieden met gelden, door leoning verkregen
is het in het belang der koloniën, dat Neder
land zelf zijn krediet als waarborg stelt, het zou
onze plicht zijn voor die noodzakelijkheid niet
terug te deinzen, hoewel wjj ook gelooven dat
er op de geldmarkt èonoegzaam vertrouwen
zou bestaan in de toekomst van Indië zelf.
Ernstig moet vervolgens gestreefd worden
naar vermindering van de arbeidslaston dei-
bevolking, door de dingen, voor welke de
desaman aan zjjne gewone werkzaamheden
wordt onttrokken, voor rekening der regeering
te nemen. Er is geen duurder arbeid dan die
met dwang wordt verkregen, en waarlijk, er
den. Hij had nog nooit zulk een sentimenteel
gesprek gevoerd.
„Kom, wat weet jjj daarvan, jongen? Ben
je ooit verliefd geweest?"
„Dat ik weet niet."
„Als je het geweest waart, zou je het we
ten dat is zoo iets bijzonders.... Luister eens,
Sully. Je bent vier en dertig jaar; als jjj de
mazelen kreeg, zou je er aan kunnen sterven.
Die kinderziekten zijn voor iemand van jou
leeftijd somtijds levensgevaarlijk. Pas dus op
dat je niet verliefd wordt."
Hjj haalde de schouders op. Een spijtig
glimlachje vertoonde zich om zjjne lippen, als
wilde hij zeggen: „daarvoor behoeft ge bjj m\j
niet bang te zijn!" Hjj had immers een schrik
voor alle vrouwen, jong of oud? Zooveel mo
gelijk vermeed hj) elke aanraking met hen,
moenende dat zjj hem zouden uitlachen. Zelfs
tegenover zjjne tante kon hjj die beschroomd
heid niet afleggen. Hjj stelde zich voor, dat
men, om met eene oude vrouw oen gesprek
te kunnen voeren, eene meer dan gewond
vlugheid van bevatting noodig hadanders
zou men hare gedachten niet kunnen volgen,
welke natuurlijk voel sneller gingen dan die
van den man.
(Wordt vervolgd.)