da gevangenis ook kwijtschelding van een langer verblijf in het Panopticum voor haar wassen evenbeeld gevraagd en dit is haar verleend. Ook Jeanne Lorette, die nu reeds in een hoek van het Markerhuis verscholen staat, zal binnenkort uit de beeldengalerij worden verwijderd. (Rott. Nbl.) Het baantje van orgeldraaier schijnt nog niet lui genoeg; te Utrecht gaat men nu met een „zelfwerkend" orgel langs de huizen! Te Breda had gisternacht eene hevige vechtpartij plaats tusschea een burger en een artillerist, welke laatste, eenigszins doof dtank bevangen, twee diepe wonden in de borst' ëh dy bek wam, welke zijne opneming in het militair hospitaal noodzakelijk maakten. Uit Tessel meldt men aan de „N. R. C.": Niet alleen hier, maar ook op Vlieland zijn de palingvisschërs tot de ontdekking gekomen, dat er onder do zeepaling eene ziokte schijnt te heorschon, waardoor velen zijn aangetast. De zieke paling is met roode vlekken over dekt, sterft terstond na gevangen te zijn, en gaat dan aanstonds tot verderf over. Aan gezien de aangetaste palingen niet bruikbaar zijn, worden de zieko dieren, als gehe6l waar deloos, weer in zee geworpen. De tuinbaas van mevr. dewed. B., te Kralingen, heeft in den tuin eene slang van ongeveer één meter lengte gevangen. Het dier is aan de Rotterdamsche Diergaarde ten geschenke aangeboden. Te Stadskanaal is de schuur van den landbouwer V., met al het daarin aanwezige koren, de landbouwproducten en roe rende goederon, afgebrand. De goederen waren gedeeltelijk verzekerd. Hot kantongerecht te Wagenin- gen heeft de hoeren B., E. en R., te Oosterbeek, wegens het werpen van „koekelboonen" in een der vijvers bohoorendo aan mevr. Ivneppelhout, ten gevolge waarvan een aantal visschen stierf, veroordeeld tot f 20 boete elk, en den vroe- geren gemeente-veldwachter O., tot 7 dagen hechtenis, met verbeurdverklaring van de door misdrijf verkregen visch of f 5 boete, bij met voldoening te vervangen door 5 dagen gevan genisstraf. Door eenige hoeren, te Heemstede woonachtig, is het plan opgevat nog deze maand eene harddraverij te houden voor paar den van zessen klaar. De Kerklaan, een prach tige weg voor zulk eene gelegenheid, is als plaats voor de uitvoering aangewezen. Daar men het terrein met de stoomtram kan be reiken, belooft het een drukke dag voor Heem stede te zullen worden. In onderscheidene gomeonten in hot zuiden van Limburg hoerscht de typhus vrij erg. Door het geneeskundig staatstoezicht zijn de noodige maatregelen tot beteugeling der ziokte genomen. De vrouw van een baanwachter te Lokeren, die wegens ziekte van haren man hom verving, zag Maandag haar dochtertje van 2 jaar op de rails spelen, juist toon er een trein aankwam. Zy schoot toe om het te Redden, maar to laat het arme kind werd voor hare oogen vermorzeld. Hoewel constateerende dat de orde voorloopig te Pagani en verder op de kusten van Zanzibar is hersteld, op die kusten, staande onder Duitsch protectoraat, geeft eene depeche aan de „Times" toch te konnon dat de toestand ernstig blijft en dat alle handel stilstaat. De Arabieren eischen herstel van hunne grieven tegon de Duitsclie ambtenaren. Uit K o n s t a n tinopel wordt aan de „Times" gemeld dat door den staf omvangryke verdedigingswerken voor Tripoli ontworpen worden. De stoomschepen „Sud-Amé- rique", van Montevideo naar Genua, en „La France", van Marseille naar Montevideo, zijn bjj Las Talmas in aanvaring goweost, ten gevolge waarvan eerstgenoemd stoomschip is gezonken, terwijl de hoegrootheid der schade van laatstgenoemd stoomschip nog niet be kend is. De berichten over do overstroo mingen in Tyrol luiden zeer treurig. De treinen van den Vorarlberg spoorweg staan stil op den Brenner, tusschen Bozen en Roveredo. Innsbrück wordt met overstroo ming bedreigd; Bregenz staat onder water, waarbij menschenlevens te betreuren zijn Trento is eveneens geïnundeerd, en bovendien van verlichting verstoken, omdat de gasfabriek overstroomd is. De stad Augusta, in den staat Richmond, alwaar de gehoele katoonvoorraad van Boven-Georgia opgeslagen is, is geheel overstroomd. Men hoopt dat de Savannah spoedig woder binnen hare oevers zal treden, daar anders de schade niet te overzien zal zijn. De Londensche politie schijnt den moordenaar van Whitechapel op het spoor to zjjn. Op den avond voor den moord van Mary Ann Nicholls op 8 Augustus, werd een man gezien, die met eene vrouw, vermoedelijk zijn slachtoffer, stond te praten. Do politie hield hem steeds in het oog en vermoedt dat hy ook bij den moord van Annie Chapman is betrokken. Men verwacht eiken dag zjjne inhechtenisneming. De schoenlapper Piser, „hot leoren voor schoot", is echter op vrije voeten gestold. By den terugkeer in zijne woning in Mulberry- Street, werd hy door de bewoners dier straat met eene ovatie ontvangen. Vijfvoudige moord en zelfmoord. - Maandag-avond zag iemand in den omtrek van Laval, aan den linkeroever der Mayenne, aan de overzyde een rytuig, waarin een man, eene vrouw en drie kinderen gezeten waren. Plotseling reed het de rivier in en zonk het weg. De toeschouwer haastte zich om hulp to roepen, maar in de duisternis, welke inmiddels gevallen was, kon men eerst na lang zoeken het lyk van den man en van twee kinderen ophalen. Dinsdag hoeft men het derde kind en den hoed en de sjaal der vrouw gevonden, die de moeder der kinderen moet geweest zyn, want toen het rytuig te water ging hoorde men één hunner roepen: „o mama, mama!" In een der zakken van den man vond men eene portemonnaie, waarin het volgende briefje „Daar wij geene familie hebben, doe men geene nasporingen. Maxlmiliaan Dietsh, geb. te Ballancourt (S. 6n Oise.j" KOLONIËN. BATAVIA, 5 13 Aug. (Vervolg.) De laatste berichten over de onlusten in Bantam in de „Java-Bode" van 11 Augustus luiden als volgt Op den 6den en 7den dezer zijn achtereen volgens door de ijverige bemoeienis der poli tie van Menes opgevat de volgende, by het begin van het gevecht te Tji-si-ih op 30 Juli 11. gedroste muitelingen, tot de bende van hadji Wasid c. s. behoord hebbende, nl. hadji Djafler, hadji Saban, hadji Ardja, Jachjja en Saliman. Het blykt nu dat slechts één der kerels, in stede van twee, in de kali Tji-si ih weg gespoeld is. Dit lyk is nu ook reeds opge- vischt en by confrontatie gebleken te zijn van zekeren Ramdi, een fijn merk van Bedjie. De geheele bende is dus in het Tjaringin- sche in onze handon gevallen. Al de levenden, door den adsistent-resident in verhoor genomen, zijn in volle confessie en hunne van elkander onafhankeiyk afge legde verklaringen zullen zeer zeker veel by- dragen tot het vinden van den draad van het onbezonnen opstootje. Zy zyn nu op weg naar Tjilegon. Aldaar is eorgisteren nog zwaar geboeid binnengebracht zekere Achmad, eveneons in hot Tjaringinscho opgevat. Ook hjj behoorde oorspronkelijk tot de bende van Wasid, doch moest op hot laatst door ziekte en uitputting achterbiy ven. Door honger genoodzaakt, vroeg hy eenigen visschers om wat ryst, die zij hem aan boord van hun vaartuig beloofden te zullen geven, maar nauwelijks was de muiter aan boord, of de visschers gingen onder zeil, ontnamen hem zyn golok en brachten hom gebonden te Tjitoureup. Dit was niet oen der weggeloopen dragers. De opgaven van dezen Achmad komen volkomen overeen met de herkonde lyken. Dagelijks worden thans hier en daar zwer vende muiters door de bevolking zelve uit geleverd en patrouilles zyn sedert het vertrek van de hoofdmacht nog niet noodig gebleken. In de dessa Bodjonegara en Balagen-'.oeng liggen, zooals wy vroeger reeds mededeelden dat gebeuren zou, detachementen onder com mando van een onderofficier, hoofdzakelijk tot geruststelling van de daar thuisbehoorende adsistent wedanas. Eindeiyk vernemen wy nog dat ook in de Proanger-Rogentschappen de grootste waak zaamheid betracht wordt; zoo vindt men tegenwoordig in de afdeeling Garoet overal posten van 3 tot 7 man, waar men die vroe ger nooit zag. Den 8sten Augustus werd nog opgevat hadji Sawal, die, zooals mevrouw Bumas en mejuffrouw Bachet verklaren, op den dag van den 9den Juli den geheelen dag met een geweer en eene bos buitgemaakte sleutels heeft rondgeloopen, zoodat het dus zeer waar schijnlijk is dat hy een zeer werkzaam aan deel heeft gehad aan de geploegde moor den en het openbreken van de kassen van don ondercollecteur en van den zoutverkoop- pakhuisméester. Daar hadji Sawal als een brutaal on ondernemend man bekend staat, dacht de patih Raden Penna aanvankelijk dat hy zich niet goedschiks zou overgeven en dat militaire hulp weder noodig zou zyn. De schrik Sfchynt er echter verbazend in te zitten, ten minste het dessahoofd van Djombangkoelon en zijnen volgelingen gelukte het hadji Sawal zonder e6Tiige moeite gevan gen te nemen. Den lOden Aug. zyn de troepen, die den Oden Juli op het eerste bericht der Tjilegonsche gruwelen naar Bantam werden gezonden, van daar teruggekeerd: wol zyn er thans in die residentie nog oen honderd vijftig man meer in garnizoen dan vóór het genoemde tijdstip, maar dit meer voor zekerheid en geruststel ling, dan omdat de onlusten nog niet geheel zouden zyn onderdrukt. De troepen werden feestelijk ingehaald. Aan den ingang van Gang Chaulau werd even halt gehouden om de bouquetten en bloemen in ontvangst te nemen, welke eenige jonge dames don officieren in het knoopsgat en den soldaten in de trompen der geweren staken. Onderwijl had zich de stafmuziek vooropgesteld, en onder hare opgewekte tonen marcheerden nu de troepen naar hunne kwar tieren, onderweegs menigmaal toegejuicht door groepjes dames en heeren to paard en in rijtuigen, die het ook op hunne beurt niet aan bloemen deden ontbreken. Voor de woning van den legercommandant gekomen, heette deze officieren en manschappen hartelijk wel kom. In do kazerne werd het bataljon een besluit van den gouverneur-generaal voorge lezen, waarbij Z.E. hare bijzondere tevreden heid betuigde met het in Bantam verrichte, en daarna werd het bedankt. Tal van belangstellenden stonden langs den geheelen weg geschaard om de door do zon geblakerde krijgers te begroeten, terwyi van achter de bloemen van menige officierswoning op het Waterlooplein een van vreugde stralend gezichtje den lang verbeide nastaarde en het erg naar vond, dat hij ook nog eerst mede naar de kazerne moest. Tot ons leedwezen vernamen wy dat on derweg een Europeesch fuselier aan een zon nesteek is bezweken en op Tjikandie plechtig begraven. Opmerkelijk was het zegt het „Bat. Hbl." in zyn verslag van de terugkomst der troepen uit Bantam dat geen enkele inlander of Arabier op den weg te zien was. By andere gelegenheden zyn die mensehen toch nieuws gierig genoeg. De „Java-Bode" schryft nog: By de Regee ring moet de meening bestaan dat de hoofd aanlegger van de Bantamsche onlusten is een gepensionneerd Inlandsch ambtenaar uit eene andere residentie. Zeker is het, dat alles wordt openbaar gemaakt, wat omtrent die onlusten aan den dag komt of vermoed wordt. Geruchten loopen, schryft de „Loc.", als zouden woelingen plaats hebben in het Sragen- sche. Eenige dagen geleden beweerde voorts het „Bat. Nieuwsblad", dat er iets zou „broeien" in het Klattensche. Om daaromtrent zekerheid te verklagen hebben wy heden: lo. Information ingewonnen bij het bestuur te Semarang. Hier was hoegenaamd geene tijding van eenige ongeregeldheden in het Solosche ontvangen, behalve dat eene vrouw van Salatiga te Klaten was aangekomen en zich daar zeer oneerbiedig had uitgelaten omtrent Europeanen te Salatiga, over wier handelingen zy bezwaard was. 2o. Idem by het militaire commandement der tweede afdeeling. Hoegenaamd niets be kend van eenige ongeregeldheid. 3o. Een telegram gezonden naar den ass.- resident van Klaten, met verzoek mede te deelen, of het gerucht dat te Klaten woelingen hadden plaats gehad, juist was. Antwoord: „Het is hier volkomen rustig." 4o. Idem voor Sragon. Antwoord: „Niet meer dan gewoon." Ziedaar onze information. Ieder mag dio opvatten zooals hy wil wij voor ons ge- looven dat zij alle reden geven tot gerustheid. Alleen hot antwoord uit Sragen is een weinig onbestemd. Vraagt men ons dan ook, of wy meenen dat de gezindheid der bevolking jegens ons zeer innig is, dan antwoorden wy voor het grootsto gedeelte van Java ontken nend. In Sragen en andere streken van do Vorstenlanden is die altijd nog wat ongun stiger geweost. Het kan zyn, dat op het oogenblik eenige geestdrijvers wat moer bid den, en dat er zijn, die wel gaarne onrust zouden willen stoken, maar van ongeregeld heden is geen sprake, Waarschijnlijk nemen alle geruchten daarom trent hun oorsprong uit het feit door de „Nieuwe Vorstenlanden" van gisteren mede gedeeld dat in Klaten een 3 tal goeroes (Mahomedaanschegodsdienstonderwijzers)„niet pluis" waren, dat er daarom één door de politie werd opgepakt, waarna de twee anderen zich uit de voeten maakten naar Sragen en daar werden opgepakt. Evenmin als tot onrust stemmen, mogen wy verzwijgen hetgeen over mogelijke woe lingen in het Sragensche tot ons komt. Schoon het wol is waar voor de hand ligt, dat de Europeanen aldaar, na het gebeurde in Ban tam, zich moer dan noodig zenuwachtig maken, nu het blykt dat ook in Solo raddraaiers de bevolking trachten op te ruien, heeft het voorbeeld van Tjilegon te schrikkelijk het onverantwoordelijke van zorgeloosheid bewe zen, om niet de voorkeur te geven aan te grooten angst boven te groote onverschil ligheid. In een brief uit Sragen lezen wy nl., dat byna alle Europeesche bewoners der plaats hunne vrouwen en kinderen hebben weggezon den; dat het bestuur het gevaar zeer goed kent, doch de menschen in de binnenlanden niet waarschuwt (hetgeen onjuist is, daar de resident van Solo een administrateur eener landbouw onderneming raadde, vrouw en kin deren te Solo te laten); dat op de landen Modjo, Tarik en Kedoeng-Banteng des nachts velo geheime vergaderingen worden gehouden, en do opgezetenen daar, meer dan gewoonlijk, van contanten voorzien zyndat ook op eenige palen van Sragen, laatst nog met 500 man te Mentis, by Bodjo, en te Sabrangas, by Kedoeng-Banteng, en te Goenoeng-Weliras, by Tank, vergaderd is. Onder de onruststo kers moeten, volgens dezen brief, vele lieden uit Bodjonegoro zitten. Het reeds meermalen door ons gemeld oppakken van dien gooroe te Sragon wordt bevestigdde man zit op de hoofdplaats der afdeeling achter slot. Welke beteekenis aan deze en dergelijke uitingen van ter plaatso wonenden is te hech ten, kunnen wy niet beoordeelen. De meeste zorg en waakzaamheid zy in ieder geval het bestuur op het hart gedrukt. (B. H.) Gisteren zyn van Buitenzorg hier aan gebracht zes Bantammers, die in het bezit waren van allerlei wapens en een 20-tal Korans. Hieruit blykt alweder dat de grootste waakzaamheid van de politie noodig is. Ge makkelijker reisgelegenheid en samenhooping van allerlei slag van volk op de landbouw ondernemingen maken het onruststokers en vagebonden zoo gemakkelijk hun slag tel slaan. (B. H.) De eerst 6 maanden geleden naar Atjehl vertrokken kapitein der infanterie Merz is nuf reeds met berri-berri in belangryken graad van daar teruggekeerd. Volgens bericht van den chef over den geneeskundigen dienst, is de cholera te Baros (residentie Tapanoeli, gouvernement Sumatra's Westkust) op 21 Juli jl. weder epidemisch verklaard. Men schryft bet volgende aan het „Bat. Hbl.": „In het Bantamsche zijn pas eenige hadjies, die zich verzet hadden tegen ons gezag, daarvoor als welverdiende straf dood geschoten, of ik verneem daar juist dat het stoomschip „Noord Holland" van de „Rott Lloyd" niet minder dan een 800-tal van die onruststokers zal aanbrengen van Djedda en die hier „lossen" moet. Inderdaad, verdier,! de vraag overweging, of in die ruime uit- zwerming van hadjies over onzen archipel geen werkelyk gevaar is gelegen, zeker kan ook wel eens het 'onverantwoordelijke wor den overwogen om eene dergelijke fameuse menschen-massa op één stoomschip in te schepen." Aan do „Telefoon" werd uit Solo ge schreven, dat het in het Sragensche niet pluis is: bij een heilig graf op een heuvel komen 50 a 60 „galgebrokken" bijeen om zegen ak te smeeken op hunne plannen, en dat doe:M op die plaats alleen aanstaande oproermaker® en roovers. Ook heeft eene Inlandsche vromtj oeno geheime bijeenkomst gezien van 20 Je vanen, waarin herhaaldelijk het woord „krf. man" werd geuit, dat opstand beteekent. De: Europeanen is het opgevallen, dat zich zo I veel vreemd en gewapend volk in do afdeW ling Sragen ophoudt, en sommigen hebbctt hunne gezinnen reeds naar Solo gezonden. I

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1888 | | pagina 2