N°. 8732. A0. 1888 cBeze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Eerste Blad. Wapenoefeningen van niet- miliciens. Leiden, 8 September. Feuilleton. HET MUZIEKGEZELSCHAP „POLYHYMNIA." ïïr'h,™".?™! »r Maaiidiag: lö ©epteiaïlbei". PRIJö DEZER COURANT: Yoor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per post1.40. A Wonderlijke Nommers0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 1—6 regels ƒ1.05. Iedero regel moer 0.17£. Grootere lettere naar plaatsruimte. Voor het in- casseeren buiten de stad wordt 0.10 berekend. De redevoering, waarmede op den laatsten <lag der vorige maand de Kector van het Gym nasium alhier de openbare promotio en prys- uitdeeliDg opende, had betrekking op boven genoemd onderwerp, en geeft ons eene ge- reede aanleiding om over deze belangrijke zaak eenige losse gedachten ter overweging aan te bieden. Het standpunt, door den ge- achten leidsman onzer aanstaande academie burgers ingenomen, is ook het onzestudie is de hoofdzaak, en behoort onder alle om standigheden de hoofdzaak te blijven; alles wat op haar storend werkt, moet worden geweerd. Niet zonder opzettelijke bedoeling drukken w(j ons hier zoo stellig uit: het is om ter stond het vermoeden weg te nemen, als zou den we, op de bewuste toespraak nog even terugkomende, tegenover den redenaar staan. Maar wy zijn er niet zoker van datuitz{jne mededeeling van Aristoteles' oordeel over de opvoeding der Spartaansche jeugd, niet door sommigen kan zijn afgeleid dat Spr. zich al bijzonder weinig ingenomen betoonde met de ministeriëele beschikking tot bevordering der vrijwillige wapenoefeningen door de jongelui; daarentegen komt het ons voor dat hU alleen beeft willen waarschuwen tegen overdrijving on eenzijdigheid, juist mot het oog op het vaderland van Lycurgus. De gedachte aan een afkeurend oordeel valt echter terstond weg als wy hem met lof hooren gewagen van de wjjze, waarop onze gymna siasten aan de roepstem des ministers hebben gehoor gogeven„daardoor hebben z(j getoond, eon fier karakter te bezitten, en het bewijs geleverd dat het vaderland op hen kan rekenen, als het mocht noodig zijn." Zoker, hen, die eenmaal zullen optreden als de intellectuoele voorgangers van ons volk, moet het niouwe tijdperk, waarin zij op eigen beenen moeten gaan qtaan, gereed vinden „in de linker het boek om te lezen, in de rechter de pen om te schrijven." Maar ergons, op eon plekje van het studeervertrek verwijderd, moet het geweer gereedstaan; en als het vaderland roept, dan zal dezelfde jonge man, die in de beoefening der weten schap zijn levensdoel erkent, zyne kamer ver laten gelijk Cincinnatus zijn akker, en zich plaatsen in de gelederen om met mannen moed den aanrander onzer nationale onaf hankelijkheid af te weren. Zoo geschiedde het in de dagen van den Belgischen opstand, zoo zal het weer zijn, indien onverhoopt 's lands behoud slechts gewaarborgd kan blij ven is doorde toewijding zijner zonen. Toewijding op het oogenblik, dat het ge vaar dreigt, is niet voldoende; zij moet ook onmiddellijk vruchten kunnen dragen. De ontzaglijke veranderingen, sinds vijftig, zestig jaren op het gebied van het krijgswezen voorgevallen, maken het onmogelijk de voor bereiding te doen aanvangen als de strijd voor de deur staat; vooraf moeten de mannen zich gereedmaken, willen zjj zich niet tegenover den vyand geplaatst zien als eene bende weer- loozen. Een schoonen kampstrijd voeren, zegt de leermeester van Alexander den Grcoten, is het voorrecht van den harmonisch gevormden man alleen. "Wy hebben daaronder te ver staan dat geest en lichaam beiden geoefend en ontwikkeld moeten zyn. Het laatste sluit het eerste volstrekt niet uit; integendeel, een krachtig gevormd lichaam is van een edelen geest het voortreffelijkst werktuig. En ook de oefening in den wapenhandel sterkt de spieren en geeft een hechten grondslag aan het zelfvertrouwen, dat de kracht uitmaakt van een weerbaar volk. De zaak meer in het algemeen beschou wende, gelooven we dat de Regeering, bij het vaststellen der bepalingen betreffende de wapenoefeningen, een tweeledig doel beoogde vooreerst de bezwaren, die velen weerhouden in persoon hun dienstplicht te vervullen, weg te nemen, ten tweede eene kern te vormen van geoefende jongelieden uit den beschaaf den stand, waaruit het kader kan worden samengesteld van onze leger-reserve. "Wat het eerste punt betreft, het is niet tegen te spreken dat een langdurige dienst tijd voor de maatschappelijke toekomst van vele jongelieden een geduchte hinderpaal is; niet straffeloos breekt men voor geruimen tijd zyne studiën af. Kan nu de eerste oefening, zonder schade voor die studiën, aan het tijd perk der indiensttreding voorafgaan, dan is een veel kortere diensttijd het natuurlijk loon voor de Inspanning, welke men zich daartoe moet getroosten. Wy zullen met de militaire specialiteiten geen strijd aanbinden over de vraag of een zoo kort samenzijn met do overige miliciens kan volstaan om de begrip pen van krijgstucht diep genoeg wortel te doen schieten, de opinièn daaromtrent zyn verdeeld. W(j meenen dat bij beschaafde jon gelui de tucht ontspruit uit het besef hunner zedelijke verantwoordelijkheid, uit plichtgevoel, en dat ze niet van buitenaf, door middel van eene soort van dressuur, behoeft te worden aangebracht. Onzo Leidsche jagers van 1830 werden uitmuntende soldaten, zoodra zij door oefening met den wapenhandel vertrouwd waren. De overige voordeelen, door het Kon. Be sluit in uitzicht gesteld, beschouwen we meer als lokmiddelen, en het zal zeer de vraag zijn, of men het op den duur raadzaam zal vinden de dienstplichtigen, die aan de voor waarden voor vorkorten diensttijd hebben voldaan, ook gedurende dien tijd aan de ge meenschap hunner minder bevoorrechto broe deren te onttrekken. Ons ideaal is een natio naal leger, waarin alle maatschappelijke klassen vereenigd zyn in de vervulling van dezelfde taak, onder gelijke omstandigheden. In oorlogstijd zullen ook de jongelieden uit den gegoeden stand zich menige ontbering dionen te getroosten, en het kan geen kwaad hun daarvan een voorproefje te geven op den leeftijd, dat men zich het gemakkelijkst in alles leert schikken. In het kamp, in het fort, op de grenzen zal „help uzelven" de boodschap zijn, en eene voorbereiding, waarby dit uit het oog wordt verloren, kan niet volledig genoemd worden. De groote meerderheid van hen, die zich hier en elders voor de vrijwillige wapenoefe ningen hebben aangemeld, bestaat uit jonge lieden, die voornemens zijn, of wier omstandig heden het noodzakelijk maken „voor hun eigen nummer uit te trekken", en dus aan de ministe riëele beschikking een direct voordeel ontleenen. Maar daar zijn er toch ook, wier kansen op vrijstelling zeer groot zijn, en die niettemin gretig gebruik hebben gemaakt van de ge legenheid tot oefening. Dat zyn in de eerste plaats de jongens van sta vast, die zeker niet zullen wegkruipen als het kanon aan het woord komt, en bij wie het bewustzijn levendig is, dat geene wettelijke regelingen hen ontheffen kunnen van den plicht der vaderlandsliefde. Wy gelooven dat de Regeering wèl zal doon, dat aan te moedigen, door wapens en instruc teurs en gelegenheden tot oefening zoo ruim mogelijk beschikbaar te stellen. De geringe kosten, daartoe vereischt, zinken weg by de ontzaglijke sommen, jaarlijks voor de lands verdediging uitgetrokken, en die toch niet heb ben kunnen boletten dat de toestand nog vorre van bevredigend wordt geachtdaarvoor be komt men dan een aantal mannen, die ook bereid zullen zijn in <}o '.oger-reserve der toe komst pyede diensten te bewijzen. Zou het zoo ondoenlijk zijn, ook dezen met dienstplichtigen een cursus te doen doorloopen, ongeveer overeenkomende met hetgeen van den dusgenaamden „afgefxerceerden" milicien wordt gevorderd, met inbegrip van de oefenin gen in hot schioten? Na don afloop van dien gehoel vrijwilligen arbeid, die bekroond kan worden met eenige kamp-oefeningen in de vacantieweken van gymnasia en hoogere burgerscholen, kon hun een certificaat worden uitgereikt, als bewijs dat zij zonder wettely- ken dwang aan hun plicht hebben voldaan. Voel is daartoe, naar het ons toeschijnt, niet noodig. Op die w(jze verkroeg de Staat eenige com pagnieën vrijwilligers, dio hy mot had te onder- houdon en op welko hij niettemin met vrij groote zekerheid zou kunnen rekenen, indien werkelijke diensten gevorderd moeten worden. De ervaring, gedurende hot laatste jaar opge daan, kan aan de militaire autoriteiten genoeg zame gegevens verschaffen om te weten of dit denkbeeld vatbaar is voor verwezenlijking. De afdeoling Letterkunde der „Kon. Aca demie van Wetenschappen" zal hare gewone vergadering houden op Maandag den lOden dezer, te 12 uren, in hot „Trippenhuis" te Am sterdam. Onderwerpen van bohandelingVer slag van de heeren De Goeje en Acquoy over eene door den heer Land aangeboden verhan deling voordracht van den beer Van Boneval Faure over de macht der traditie in onze rechtspleging en rechtspraakmededeeling van den heer Fockema AndreaeOver eenige Friesche rechtstermen. Het Provinciaal kerkbestuur van Over- ijsel heeft, na afgelegd examen, tot de evange lie-bediening toegelaten den heer J. C. V. Meiske, candidaat in de godgeleerdheid aan de univer siteit te Leiden. In verband mot de internationale gas- tentoonstolling te Utrecht, bestaat by de Ryn-Spoorwegmaatschappy het voornemen, aan de stations Rotterdam, Den Haag, Leidri,n en Arnhem op enkele dagen bijzondere eon. daagsche retourkaarten naar Utrecht voor <je 3 klassen van reizigers tegen de vracht voor onkele reis verkrijgbaar te stel'-on welke kaar ten daags te voren vóór 6 - jren nam. zullen moeten worden genomen Tot onderwijzer aan d0 bijzondere school voor lager en mee' uitgebreid lager onderwijs rivdlher '-,out en citers aan tJeftuyT J LabberK A™8terdam is ben°°®d de heer J. Labber onderwijzer to Aarlanderveen -Sfof.) Was het toeval of was het die geheime kracht, welke men liefde noemt, die öhze'blik ken ketende? O, zeg, Louise, zeg dat het liefde waszeg dat ge voortaan met my te zamen het leven wilt ingaan! Aan uwe voeten geknield, vraag ik u of gij mot mjj, geschaard onder de banier der Liefde, mot het zwaard der eendracht in de hand! den stryd des levens verder wilt volstrijden! Louise, zeg, wilt ge mijne vrouw worden'" vroeg hij teeder. Een zacht uitgesproken „Ja" klonk van hare lippen, waarop zj) spoedig zeide: „Sta op, Van der Snaar, ik wil hem niet aan myne voeten geknield zien, tot wien ik, van dit oogenblik af, op wil zien als mijn --■teun. ln het leven. Kom, laten we gaan!" 'an der Snaar richtte zich op, sloeg zijn arm om haren hals en drukte het eerste zegel van hunne verbintenis op hare wangen. En achter in den tuin van eene eenvoudige dorpsherberg werden de heiligste banden op aarde tusschen twee jonge levens gesloten. Hoe gelukkig waren ze, die tweet dl? reedq lang voor elkander bested waren, maar nog nooit elkander begrepen hadden Mijn ep.gel, je hebt me volmaakt gelukkig gemaaktzeide Van der Snaar, toen ze op het punt stonden de zaal weder binnen te gaan. „Myn goéde "Willem!" zeide Louise, hem een zachten tik op de wang gevende: „J(j waart de eenige Snaar, die nog aan Pijn levensspel ontbrakthans is dat óók volmaakt!" Hiorop ging Louise naar hare moeder, die reeds ongeduldig zat te wachten. Gedurende de uitvoerirtg van het tweede gedeelte kon Louise haar geluk niet meer verzwijgen voor hare moeder. En Van der Snaar? Ook hem was de uit voering onverschillig geworden. H(j had immers zooeven zelf de mooiste solo uitgevoerd, met het beste succös? HU was nu niet alleen de componist van „La Blonde", maar ook de gelukkige bezitter van de blonde Louise Smits! Niettemin liep de uitvoering van het tweede gedeelte flink van stapel, en de ingezetenen keerden allen zeer voldaan huiswaarts van dit feest, dat hun eene aangename afwisse ling was geweest in het anders zoo eentonig dorpsleven. „Wel, wel," zeide mevrouw Sfiuts defi Vol genden dag tot haren man„ik had nooit gedacht dat hy er zóil VluJ mee Z0U zbI1i' Enfin een mensch kan zicll fergisserri Den volgenden dag wist het gahscfie dorp van de jongelui af en toen ze bi) hunne eerste wandeling door het dorp voorbij het burge meesters-huis kwamen, stond de burgemeester voor z(jn venster, krabde zich achter het oor en dacht: „Zóóooo, gaf jij daarom aan Louise Smits een arm en aan mijne dochterq niet? Zóóooo!" Lang duurde hun engagéihentstijd niet. Reeds een paar maanden later kon men mevrouw Smits en Louise druk bezig zien om de uit rusting van de laatste klaar te maken. Zwij gend zaten ze aan tafel, terwijl twee naai machines op die tafel snorder,. „"Wel, wel," zei mevrouw Smits van haar werk opziende „wie had dat zoo gauw gedachtEnfin, een mensch kan zich vergissen!" „Ja, moedertje," zeide Louise hartelijk, „dat hebt u gezien met die kruidnagelen!" „Neen, neen, kind!" zei mevrouw Smits plechtigj,hy ligt nu in de peper „Zoo! en woor mij ligt een gelukkig huwe lijksleven in het zout!" schertste Louise. „"VVat, pr per en zout?" zeide de heer Smits, die middelerwijl de kamer binnen was ge-. „-giflfien opnieuw weer zwart ie wordeR êil ik word weer jong door het geluk van mijne kinderen!" Smits had gelyk. De beide ouders verheug den zich in het geluk van dat kleine huis houdentje, en toen Mevrouw Smits na een groot jaar met haren eersten kleinzoon op don schoot zat, zeide ze tot haren man„Wel, wel, grootpapa, wie had dat ooit gedacht!" „Vrouw", zeide Smits, „je ziet het zonne klaar bewezen: „Een menseh kan zich ver gissen!" 8 Augustus 1888. Muxleknvr ^gramma's. MUSIS SACRUM. door het muziekcorps ,11**0 te tuee urc». heer A. Van Leenw dcr dd' ®chu'toU, directeur de haoser", Marsch, V .t~. E0et'. *>o. 1. „Tan- Beethoven; 3. f", Vih,.» v Quadrille, MilJöriicr. g' 8' -Bettclstndent",

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1888 | | pagina 1