N°. 8756. ^laandag S September A°. 1888. Tweede Blad. ,gsze fëourant wordt dagelijksmet uitzondering van tgon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 1 September. Feuilleton. HET MUZIEKGEZELSCHAP „POLYHYMNIA," LEIDSCH FEIJB DHZER OOTJILANT: ^Toor Leiden per 8 meenden1.19. Franoo per 1.49. AfaonderUfke No mm en.0.08. OtHcieele KenuisgevinKen. PRIJS DER ADVHETENTUN: Ten 1—6 regefai 1.01. Iedere regel meea/R13|»l Qroolere lettere neer pleeterxdmte. Toer het he* oeeeeeren buiten de eted wordt 0.10 berekend. Vergadering van den Gemeenteraad van Leiden. op Dinodcg 4 September, dea namiddags to twee nren. Punten ter behandeling: 1°. Benoeming van loden in vaBte commission, als: o. drie leden van de Commissie van financien en uit dezen van den voorzitter; b. twee leden van de Commissie voor de Straf verordeningen c. drie leden van de Commissie voor de Huis houdelijke Verordeningen en uit dezen van den voorzitter; d. twee leden van de Commissie van Fabricage. 2°. Idem van een commissaris-voorzitter der Leid- sche Duinwater-Maatschappij. 3°. Voorstel betrekkelijk de oprichting van eene kegel baan met biljartzaal op het terrein van den Burg. (165 en 177) 4a. Verzoek van M. H. Fontein, ter bekoming van grond in het Gcfalgde Bagijnhof. (172) 5°. Idem van E. J. Schlette, om eene stoep te leggen aan den Haagweg. (174) G°. Idem van mej. B. Van Praag, om eene stoep te leggen aan den Apothekersdijk. (17-1) 7°. Idem van Mej. C. C. Niemeijer, om ontslag als tweede onderwijzeres in de handwerken aan de. Herhalingsschool en de scholen No. 2 van de 3de en 4de klasse. (178) 8°. Idem als voren van Mej. G. H. J. J. Vlaanderen, als derde onderwijzefcs aan de Leerschool. (179) 9°. Idem als voren van P. De Carpentier Wilder- vanck, als derde onderwijzer aan de Jongens school 2de klasse. (180) 10°. Rekening over 1887 van het R.-K. Wees- en Oudelicdenhuis. (181) 11°. Idem als voren van het R.-E. Armbestuur. (181) 12°. Idem als voren van het Nederlandsch Israélie- tisch Armbestuur. (181) 13°. Verdeeling van den Raad in sectiën. De invloed van het ongunstige weder van overdag deed zich ook des avonds, ai was het toen heel wat beter geworden, nog gevoelen. Het concert op „Musis Sacrum" toch, door heeren officieren der dd. schutterij den leden met hunne dames aangeboden, was zeer slecht bezocht, zóó zelfs, dat het moeilijk erger kon. Wegens de wyze, waarop niettemin het programma door de schutterij-kapel werd uit gevoerd, was dit bepaald jammer. Over het algemeen bevatte het nommers, welke juist in het bereik, der kapel vielen, waardoor deze zich hoogst verdienstelijk van hare taak kweet en er wederom mee toonde dat z(j over goede krachten kan beschikken, welke volkomen tot haar recht kunnen komen. Al was het aantal opgekomen leden klein en al zaten ze als verdwaalde schapen in den tuin, of ondor en voor de veranda, of in de zaal, zoo ontbrak het dan ook niet aan toejuichingen, vooral niet toen het Wilhelmus en Wien Neerlandsch Bloed werden uitgevoeid, welke blootshoofds en door de officieren ook staande werden aangehoord. Laatstgenoemden waren met hun comman dant voor doze gelegenheid bij het bestuur van „Musis" gezeten, dat hun den eerewijn aanbood, waarop menigo heildronk volgde voor het jarige Prinsesje niet alleen, maar ook voor hare Koninklijke Ouders en het ons allen zoo dierbaar Vaderland. Aan den kapitein Vieweg alhier worden de funtiën van detachements commandant op gedragen gedurende de afwezigheid van den garnizoens commandant kolonel Alings. Maandag te 1 u. 15 m. vertrekken de beide bataljons van het vierde regiment infanterie, alhier in garnizoen, met een extra-trein naar Wouw, in Noord-Brabant. Een detachement van het zevende regiment uit Amsterdam, onder commando van den kapitein Tonnet, zal gedurende de manoeuvres alhier den garnizoensdienst verrichten. De officier van gezondheid Snijders, van het zesde reg., wordt voor den duur der manoeuvres toegevoegd aan het tweede bat. 4de reg. inf. alhier. By het te Utrecht gehouden examen in de Fransche taal is o. a. ook geslaagd de heer D. Pronk, vroeger onderwijzer te Katwijk, thans te Utrecht. Ds. F. Oberman hoopt Zondag-morgen te tien uren voor de Ned.-Herv. gemeente te Zoeterwoude op te treden. De Ned. Spectator van heden bevat eene zeer begrijpelijke plaat, naar aanleiding van den Prinsessedag. Ze stelt voor eon „huldebetoon en harte lijke belangstelling van alle Nederlanders. en eenige anderen." Die eenige anderen zijn drie personen met monsterbouquetten en visitekaartjes in de hand, op weg naar het paleis. Aan de breede linten om hun hoed kan men zien dat die personen zijnbedienden van Von Wied, Albert van Pruisen en Weimar Omtrent het Prinsessefeest van gisteren schrijft men uit AmsterdamWas de Vrijdag middag aan de jeugd gewijd, heden was aan ouderen do beurt, want 300 jongens en mannen kregen de gelegenheid aan de volksspelen deel te nemen, om daar naar tal van prijzen gouden remontoirs, zilveren horloges, hammen, kistjes sigaren enz. enz. te kampen. Eene groote schare was op het Museumterrein ge tuige van die volksspelen en van den wieler wedstrijd, die ook zonder entróe kon worden bijgewoond. Dat alles met groote belangstelling gevolgd werd, behoeft geen betoog, evenmin dat de prijswinnaars menigmaal met luide toejuichin gen werden begroet. Een en ander bracht eene levendige stemming teweeg, waartoe nog medewerkte dat de draaimolens, poffertjes kramen enz., welke den vorigen dag bij het kinderfeest gediend hadden, thans voor het groote publiek beschikbaar waren en natuur lijk druk bezocht werden want, hoewel Amsterdam eene der eerste plaatsen was, waar de kermis verdween, de Amsterdammer is nog steeds in merg en been een liefhebber van kermispret, trots de vallende stortbuien. De officiëele inwijding van den feestdag had plaats gehad te middernacht, toen vijf muziekcorpsen en alle tot het Amsterdamsche garnizoen behoorende tamboers, hoornblazers en pijpers eene taptoe uitvoerden, een nummer op een feestprogramma, dat ook door het nieuwe hier veel succes had. Na de taptoe volgden nog eenige militaire marschen, daarna do „retraite militaire" en een druk bezocht bal-champêtre. Aan den gondeltocht op den avond van den tweeden dag werd deelgenomen door de roei- en zeilvoreeniging „De Amstel," met 6, door de roeivereeniging „Fortuna" met 5, door de roei- en zeilvereeniging „Neptunus" met 4, en door de roeivereeniging „"Willem IIP' met 4 vaartuigen, door de studenten-roei vereeniging „Nereus" en de roeivereeniging „Sirene" ieder één vaartuig, en door 6 sloepen van de Koninklijke Nederlandsche marine. Op den Amstel werd de stoet opgewacht door 24 verlichte boeiers van de zeilvereeniging „Het IJ." Van deze gondelvaart konden de deelne mers op de „a giorno" verlichte booten en scheepjes van allerlei vorm en grootte, zeiven het rechte genot niet hebben. Alleen zji, die onderweg aan wal wisten te komen om het geheel van eene hooge „sluis" te overzien, konden over het schilderachtig effect oordeelen. En dan die onafzienbare menschenmassa lanps de grachtwallen; de stoepen van huizen dODr allerlei slag van volk dicht bezet, de open raamkozijnen dor huizen opgevuld mot hoofden en dat alles nu en dan fantastisch verlicht door bengaalsch vuur, op de gondels en door het publiek zelf kwistig ontstokenHet gaf inderdaad een tafereel te aanschouwen, alleen mogelijk in eene groote stad, waar de geheele bevolking op de been is. Na de voornaamste grachten te zyn doorgevaren on oen oogen- blik rust te hebben gehouden voor de woning des burgemeesters, waar de muziekcorpsen een extra-nommer en de mannenkoren, die ns idevoeren, een extra lied ten boste gaven, zette men koers terug naar den Amstel. Een vuurwerk, door de gemeente aange boden, bekroonde den feestdag en gaf door zijne slotkanonade het sein aan de burgerij om ter ruste te gaan. Heden werd de historische optocht gehou den, waarvoor zelfs de effectenmakelaars blijkens het sluiten van de Bours zich in teresseerden. Uit de residentie wordt gemeld Pluvius ontfermde zich gisteravond over het feestvierende 's-Gravenhage. Het ware ook jammer geweest wanneer regen zich ontlast had over de inderdaad fraaie plafond en slingerverlichting in het Voorhout, waar eene ontzaglijke menigte vertoefde en luisterde naar het concert der schutterij. Dit stads gedeelte baadde in eene zee van licht. Men liep onder een hemel van lampions, die uit stekend brandden. Alle landsgebouwen en sommige hotels waren geïllumineerd. Ook de sociëteitstent in het Bosch prijkte met eene nette verlichting. De stafmuziek der grenadiers gaf daar een fraai concert. Het publiek was echter dun gezaaid, wellicht uit vrees voor regen. In den Dierentuin was muziek van de Leidsche kapel, onder leiding van den heer Mann. De menigte was overal zeer feestelijk ge stemd, doch over 't algemeen ordelijk. Alleen had eene hevige vechtpartij met sabels plaats tusschen veld-artilleristen en politie bjj de arrestatie van een veld artillerist, die een koet sier zóó ernstig met de sabel had verwond, dat de opneming in het gasthuis noodzakelijk was. Een agent kreeg een gevoeligen slag met eene sabel. Heden, I September, herdenkt de heer W. G. Caron den dag, waarop hy vóór 25- jaar als gymnastiek-onderwjjzer aan de open bare scholen te Amsterdam in werking trad. Van den Koning ontving de jarige Prin ses gisteren het eerste gedoelte van een prach tig en zeer groot tafelservies, geheel van massief zilver, vervaardigd in de Utrechtsche zilverfabnek van den heer G. J. Begeer. Het is ontworpen in den stijl Louis XV, en, naar wjj vernemen, waren HH. 'MM. bij de afleve ring, deze week, over de uitvoering der order ten zeersto voldaan. Wat er nog aan het servies ontbreekt, is in bewerking en zal, met goedvinden van Z. M., later worden afgeleverd, omdat tusschen den tjjd der bestelling en den verjaardag geen genoegzame tjjd was om het geheel gereed te maken. (Utr. Dbl.) 3) Wie bjj zulk eene inspiratie mocht twijfelen aan het welslagen van zijne compositie? Van der Snaar niet; integendeel, bij stelde er zich alles van voor. Voor hem moest dit stuk zijn: de toegang tot Louise's hart, de aanleiding tot het onderhoud met Papa Smits. Dit laatste kon hij zeker verwachten, daar toch Smits zslf ook medespeelde, en het onder werp van het gesprek dus zeer gemakkelijk op „La Blonde" kon komen. Vol moed ging hij dan ook de groote uit voering tegemoet en vol fierheid stond hij ook nu reeds op zijne verhevenheid. „We zullen dus maar dadelijk met „La Blonde" beginnen, heeren! had hij gezegd, „maar vooraf wenschte ik mijnheer Arends nog eens dringend te verzoeken, bjj het enge lenkoor niet steeds door te crescendeeren. Het is werkelijk van overwegend belang voor het succes! Een zacht bazuingeschal moet u zoo natuurlijk mogelijk trachten weer te geven." „Rommbommbomzegt de neervallende pauk des heeren Lensing, wijl de tabouret tijdelijk haren vierden poot mist. „Ach, mijnheér Lensing!" zegt Van der Snaar. „Wilt u zoo goed zijn te zorgen dat zoe iets niet meer gebeurt, vooral niet tijdens de uitvoering? Het zou mij tot oneer strek ken!" „Trouwens", liet hij er op volgen, „er zal tegen hedenavond in dat gebrek worden voorzien." Op dit laatste heeft Lensing niets aan te merken en belooft het eerste. „Alzoo zijn alle heeren gereed roept Van der Snaar; „dan één twéé en bjj drie ruischen de eerste tonen van „La Blonde" door de dorpsschool, thans gevuld met zulke heterogene bestanddeelen. De heer Van der Snaar gaat op in zijne compositie. Hij slaat werktuiglijk de maat en leeft als het ware in een feeënrijk, waar uit hjj weder tot de werkelijkheid wordt teruggeroepen door het crescendeeren van den heer Arends by het engelenkoor. Een paar nydige tikken op den lessenaar doen het orkest zwygen. „Mijnheer Arendsnogmaals, ik bid u, laat dat crescendeeren! Met een weinig moeite zult u aan dat biliyk verzoek kunnen voldoen. Mij is dan tevens een bange angst uit het hart verbannen." Hij dacht weer aan Louise, die dit trompet geschetter natuuriyk heel leelijk zou vinden en dit moest juist het uitgangspunt van zyne declaratie worden. Hy had dat alles van te voren reeds zoo bepaald De heer Arends kon niet zoo spoedig van zijn idee afstappen, dat het trompetgeschal meer de aankomst des keizers op het slag veld moest aankondigen, dan wel een koor van engeltjes uit den hooge. Enfin, hy be loofde er thans aan te zullen denken. „Ik zal u ten overvloede nog wel even op tikken!" zeide Van der Snaar. „Alzoo, myne heeren, beginnen we nog eensthans, naar ik hoop, voor de laatste maal. Weer ruischten ze, die tonen van eerbied en liefde; weer leefde Van der Snaar inhoo- gere sferen, en weer riep Arends hem naar beneden door te crescendeeren. „Mynheer Arends!" gilde Van der Snaar; „meent u wellicht my daarmede te declineeren? Mofet u my met alle geweld noodzaken dit nummer van het programma te schrappen? U pleegt zonde, mynheer, om de kunst, die verhevene, op zulk eene wyze te vernederen Staak dat dwaze crescendeeren ofzich tot allen wendende: „of ik ben genoodzaakt myn dirigeerstok voorgoed aan een ander over te dragen, myne heeren!" Nu gingen er verschillende stemmen van de andere musici op tegen Arends en brachten dezen hem onder het oog, dat hy zyne flauwe aardigheid niet meer moest herhalen. Zoo iete was aardig voor ééns, maar ook niet voor meer Weer word van voren afaan begonnen, weer genoot Van der Snaar en thans crescendeerde Arends ni6t meer. Welgevallig knikte Van der Snaar hem toe, toen de engelen-passage gelukkig gepasseerd was en toen later de wilde hartstochten-storm, met steeds zwellende akkoorden, het engelen lied verving, vond Arends ruimschoots gele genheid zyne schade dubbel in te halen, het geen zeer ten genöegen van Van der Snaar was. Wild doorkliefde de dirigeerstok de lucht, als ware Van der Snaar in een byenkorf terechtgekomen en deze zyn eenige wapen; wild rolden 's mans oogen, wild dansten de strykstokken op de violen, de vingers pp piano, en de haren op Van der Snaar's hoorn. De overgang van de wilde hartstochten tot het huwelyk werd goed doorgeworsteld, en lieflijk klonken aan het slot de tonen van den gevariëerden „Hochzeits-marsch uit den Som- nernachtstraum," welken Van der Snaar er tusschen had gewerkt, hem in de ooren. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1888 | | pagina 5