N». 8753.
Dondei'claü: 30 Auoustus.
A0. 1888.
Leiden, 29 Augustus.
feze gourant wordt dagelijks, met uitzondering
ran &on- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
MICA.
LEIDSCH
PBUS DBZBB OOUBXHT:
Voer L«M«a per S muila...;;.;;;;.".'. 140.
VntH per poet.TiTTT LU.
tfcneilildti Hommen...
Na overleg met de commissie van fabri
cage, geven B. en Ws. in overweging aan M.
H. Fontein, tot wederopzeggens te vergunnen
een gedeelte der openbare straat in het Gefa-
ïyde Bagynhof, vóór zyn perceel No. 16, groot
ongeveer 14 centiaren, in gebruik te nemen,
mits de grond behooriyk met een hekje worde
afgescheiden en tegen betaling van een recht
van ƒ0.50 'sjaars.
Tevens leggen zy aan den gemeenteraad
over een voorstel van Curatoren van het gym
nasium, strekkende om aan den heer P. Fjjn
Van Draat, leeraar in de Engelsche taal aan
het Gymnasium, de periodieke traktements-
verhooging toe te kennen vóór dat de drie-
of zesjarige diensttijd is volbracht.
Krachtens art. 5 der Verordening van 5
Juni 1879, regelende het getal leeraren, ver
bonden aan het gymnasium en het bedrag
hunner jaarwedden (Gemeenteblad No. 6 van
1879) heeft de gemeenteraad zich de bevoegd
heid daartoe voorbehouden, evenals om, in
buitengewone gevallen, de jaarwedde te ver-
hoogen. Van deze bevoegdheid is mede ge
bruik gemaakt by raadsbesluit van 18 Maart
1886, waarbjj do jaarwedden van de leeraren
in de Fransche en Hoogduitsche talen, in de
Verordening bepaald op ƒ1000, zijn vastge
steld op 1400, met de periodieke verhoogingen
bedoeld in art. 3 der Verordening van drie-
en zesjarigen diensttijd, welk besluit door
den minister van binnenlandsche zaken hij
beschikking van 26 Maart d. a. v. is goed
gekeurd.
Overtuigd van de billijkheid van de voor
gestelde verhooging, vereenigen B. en Ws.
zich gaarne met het voorstel van Curatoren
en geven mitsdien in overweging te besluiten,
dat aan den leeraar in de Engelsche taal aan
het gymnasium met ingang van 1 Januari
1889 worden toegekend de beide periodieke
traktementsverhoogingen, bedoeld in art. 3 der
aangehaalde Verordening tot een gezamenlijk
bedrag van ƒ400.
De heer Fijn Van Draat, by besluit van den
Baad dd. 9 December 1886 aangesteld met
1 Jan. 1887 als leeraar in de Engelsche taal aan
het gymnasium, op eene jaarwedde van 1000,
zou met 1890 in het genot komen eener jaar
wedde van ƒ1200, welke met 1893 tot 1400
zou worden verhoogd. Volgens curatoren heeft
hy evenwel sedert hy als leeraar optrad, ge
toond volkomen voor zyne taak berekend te
zyn en voldeed hy in alle opzichten aan de
goede verwachtingen, welke curatoren aanvan-
kelyk omtrent hem koesterden.
PBXJS DHK ADVBBTBUfHEWi
Th 1—n(«li l.Of. Mm rsgel a«i/*.lTVr
Srooto» Uttm sur pUaWniimt*. Voor hot tal-
oommn b mi ton do atod wordt 0.10 Wekend.
By de in het vorige jaar en onlangs ge
houden examens bleek by met uitstekenden
uitslag als leeraar te zyn workzaam geweest,
en kwam dit reeds ten vorigen jare in het
byzonder uit, toen hy in het midden van den
cursus moest aanvangen met onderwys te
geven aan leerlingen, wier vorderingen te
wenschen overlieten.
Hy mocht er toch volkomen in slagen hen
het verlorene te doen inhalen.
Curatoren hebben daarom besloten, als biyk
van ingenomenheid met de wyze, waarop hy
zyne taak vervult, bovenbedoelde poging te
doen om te bevorderen dat zyne jaarwedde
eenigszins meer in overeenstemming worde
gebracht met de bezoldigingen der leeraars in
het Fransch en in het Hoogduitsch, die, volgens
art. 1 der Verordening, in gunstiger finantiêele
positie zynterwyl laatstgenoemde volgens
het goedgekeurde leerplan in den volgenden
cursus, evenals in den vorigen, ongeveer het
zelfde aantal uren onderwys zal geven als de
heer Fyn Van Draat.
De commissie van financiën heeft de in
hare handen gestelde verantwoording van
Burg. en Ws. van de inkomsten en uitgaven
dezer gemeente over den dienst 1887 en de
daarby overgelegde rekening .van den ge
meente-ontvanger onderzocht.
Het is haar tot haar genoegen gebleken
dat door Burg. en Weths. welwillend gevolg
is gegeven aan den ten vorigen jare geuiten
wensch dat de bylagen der rekening derwyze
mochten worden ingericht, dat kon worden
nagegaan hoeveel was uitgegeven, niet slechts
op eiken begrootingspost in zyn geheel, maar
ook op de onderdeelen, waarin deze by de
Memorie van Toelichting was gesplitst.
Thans kon met betrekking tot de gewich
tigste uitgaven worden geconstateerd dat ook
de raming dier onderdeelen niet was over
schreden.
Slechts in één post der rekening is, voor
zoover der commissie van financiën bleek,
eene onnauwkeurigheid geslopen.
Het is bekend dat de aannemer van de
Verversbrug niet ten volle aan zyne verbin
tenis heeft voldaan. Dientengevolge was de
gemeente genoodzaakt, de herstelling van
gebreken, waartoe hy verplicht was, aan
anderen op te dragen. De kosten, hierdoor
veroorzaakt, ten bedrage van 944.16, zyn,
door inhouding van een deel der aannemings
som, op hem verhaald.
Bovendien zyn echter in den loop van het
jaar 1888 aan I. Van der Kamp en aan de
Kon. Ned. Grofsmedery andere werkzaam
heden aan voormelde brug opgedragen, waar
voor is betaald aan I. Van der Kamp 395.74
on aan de Kon. Ned. Grofsmedery 444.34,
welke onder de uitgaven over 1887 (art. 93
der Begrooting) zyn gebracht, ten onrechte,
immers, eene betaling, gedaan in 1888, inge
volge eene verbintenis in dat jaar aangegaan
kan nooit geacht worden te behooren tot den
dienst van 1887. De vergissing is vermoe-
delyk hierdoor te verklaren, dat de rekeningen
voor deze in 1888 opgedragen en verrichte
werkzaamheden abusief zyn gedagteekend
rasp. op October en December 1887.
Hot betreft hier wel i3 waar slechts een
administratieven vorm, maar welks inacht
neming der commissie van financiën niet van
belang ontbloot schynt.
Overigens geeft de overgelegde rekening
haar tot geene bedenkingen aanleiding.
De commissie acht de onnauwkeurigheid,
waarop zy wees, niet van zoodanig gewicht
om den gemeenteraad op dien grond de goed
keuring van het voorgelegde concept besluit
te ontraden en adviseert dit aan te nemen.
Het vierde buitengewoon harmonie-con
cert, gisteravond door het stafmuziekcorps
van het vierde regiment infanterie op Zomer-
zorg gegeven, was tevens het laatste dezer
kleine reeks.
In verband met het minder gunstige woer,
reeds van den geheelen dag, kon de tuin toch
vry goed bezet genoemd worden.
De natuur was op den duur niet zoo kalm
als voor eene uitvoering in de open lucht
wel verkiesiyk was. Soms was zy zelfs al
heel grillig en bleek zy, ook by zachte en tref
fende passages, met eene rustige rust niets
te maken te willen hebben. Do later in den
avond ontstoken gasverlichting had het mede
dikwyls hard te verantwoorden.
Dat daardoor veel van het effect verloren
ging en de nommers van het programma niet
allen even goed, ook door het begin van later
volgonde stortbuien, tot hun recht kwamen,
spreekt vanzelf.
Toch bleef er nog genoeg gelegenheid tot
waardeering over. Buyssens „De Songe d'une
Nuit d'Été", Manns fantaisieën op „Faust" en
„Lohengrin", met hare verschillende schoon
voorgedragen solo's voor cornet, oboe enz.,
niet het minst de fantaisie op „Hamlet", mede
van den directeur, gaven daartoe door de ver-
diensteiyke voordracht, volkomen aanleiding
terwyl ook do „Morgenbl(i.ttor"-Walzer van
Strauss en Von Webers „Invitation a la Valse",
tor afwisseling van de meer ernstige muziek,
mot genoegen werden aangehoord.
De toejuichingen bleven dan ook geenszins
achterwege en toonden andermaal dat men
met des hoeren Mann's werkzaamheid en zyn
corps hoogeiyk is ingenomen.
De schout-by-nacht Kramer, uit Amster
dam, hield heden te elf uren eene inspectie
over de Kweekschool voor Zeevaart alhier.
De eerste luitenant De Bruine, van den
hoofdcursus te Kampen, zal, ingedeeld by het
2de bataljon infanterie alhier, de manoeuvres
medemaken.
Op de internationale hygiënische tentoon
stelling te Ostende, werd de firma Sanders
Co. alhier voor hare „medicinale zeepen"
met de gouden medaille bekroond.
De Nederlandsche mail, met berichten
uit Batavia tot 27 Juli, wordt 30 dezer alhier
verwacht.
De eerste luit. W. C. Schreyner, van
het O.-I. leger gedetacheerd by het 5de reg.
inf., wordt tegen 1 Dec. e. k. op zyn verzoek
overgeplaatst by het 4de reg. van het wapen.
Bedankt is voor het beroep naar Biervliet
(Zeel.) door ds. J. J. Van Walsem, te Noord-
wyk aan Zee (cl. Leiden).
Mejuffrouw C. P. N. Jullieu, sedert 15
October 1882 onderwijzeres aan de openbare
school te Voorschoten, heeft, naar wy ver
nemen, aan den gemeenteraad aldaar tegen
15 October a. s. eervol ontslag gevraagd en
dat ook verkregen.
Tot hoofd der openbare school te Hei
en Boeicoop is benoemd de hoer J. Hoek,
onderwyzer aan de openbare school te
Koudekerk aan don Ryn.
De ministor van justitie, jhr. mr. Ruj-s
Van Beerenbroek, is met zyne familie, tot
dusver te Maastricht gevestigd, gaan wonen
te 's Hage in het huis op do Mauritskade No. 1.
De vereeniging „Israël en Oranje", te
's-Hage, zal aan don optocht aldaar op den
verjaardag van prinses "Wilhelmina deelnemen
met eene groep, georganiseerd door den direc
teur den heer Benj. Wolff, van ruim 40 his
torische personen, waarvan velen te paard.
Onder meer zullen daarin worden voorgesteld
Willem de Zwyger, Prins Maurits, Mamix van
St.-Aldegonde, Blois Van Treslong, Jan Pie-
tersz. Koen enz.
De kostumes zyri uit het bekende magazyn
van mej. Davidson aldaar.
Uit Arnhem wordt van hedenmiddag
hrt overlyden gemeld van don heer W. J.
Hofdyk, den vruchtbaren schryver en dichter.
De welverdiende rust, die hy zich voorgesteld
had in Gelderlands schoone dreven te vinden
na de hulde hem op zyn 70sten verjaardag
Naar liet Fransch. van
16) T. COM UE.
„Ons feestje slaagt, dunkt my, tameiyk
goedl" zei hy, terwyl hy naast David Borel
kwam zitten.
„Ja, uw huis wordt overvloedig gezegend,"
antwoordde de hulpprediker.
„Jawel, jawel. Als men werkt en elkaar
onderling verdraagt, dan moet men bynawel
gelukkig zyn.
„Wanneer men daarby de gezondheid ge
nieten mag en de overige gaven, welke de
Hemel ons om niet schenkt," vulde David
Borel aan.
Abdias stond op. Hy hield er niet van dat
men sprak van gaven, welke om niet geschon
ken worden; zyne overtuiging was het, dat
de Hemel zijne gunsten uitdeelt aan hen, die
ze verdienen. Jean-Jacques Frénel had het
druk; men had hem, zooals Robert zei, „ver
eerd" met ie waardigheid van brandwacht
en met eene „eerespons" aan een-langen stok,
om een eventueelen brand in de geboorte te
smoren. Deze post was lang geene sinecure;
hy eischte eene voortdurende werkzaamheid
en liet den persoon, die er mee bekleed was,
weinig vryen tyd. Elk oogenblik vatte eene
van de papieren guirlandes vlam, of begon
een afhangend takje zachtjes te knetteren;
of werd de vlam van eene der kaarsen al te
groot en lekte de tak, welke er boven hing,
zoodat eene zee van gesmolten hars naar be
neden droppelde. „De brandweer mocht hier
wel wat talryker zyn," mompelde Jean-Jacques,
terwyl hy naar alle kanten rondkeek om
iemand te zoeken aan wien hy zyne spons
zou kunnen overdragen.
Voortdurend zag hy naar David Borel, die
in een heek met Mica het gesprek voerde.
Robert praatte met Ami Frénel, en Abdias
liep, met eene flosch in iedere hand, achter
zyne vrouw, die een grooten schotel wafelen
naar binnon droog. Aan wien kon hy zyne
spons het best overdragen? Jean-Jacques
verliet eindelijk zyn post; maar het duurde
niet lang, of hy werd met zyn blusch-
werktuig teruggeroepen. Eene groote guir
lande had vlamgevat, tot groote vreugde
van den kleine, die in Mica's armen kraaide
van pret.
„De herinnering aan dezen avond zal lang
in myn geheugen bewaard biy ven," zei David
Borel zacht.
„Ook ik zal er vaak aan terugdenken,"
antwoordde Mica droomerig.
„O, kon ik dat gelooven!" zei David, die
aan deze woorden de beteekenis hechtte,
welke met zyne wenschen overeenkwam.
„Waarom zou u het niet?" vroeg zy ver
wonderd.
Maar plotseling gissende, welke dwaling de
jonge hulpprediker beging, wendde zy zich
verlegen en verschrikt af. Zy ging aan het
andere einde van de kamer zitten met het
kind op haren schootde kleine was in slaap
gevallen en zy leunde met het voorhoofd tegen
het dommelige hoofdje. Het was alsof zy
moest schreienwerktuigelyk herhaalde zy
in zichzelve: „Waarom juist hy? Waarom
hy?" totdat zij eindolyk zelve niet meer wist,
wat zy met die woorden bedoelde.
Robert had een oogenblik te voren een ge
sprek aangeknoopt met Ami Frénel, die, naar
hy meende, er niet zoo opgewekt uitzag als
anders. Na eenige woorden over koetjes en
kalfjes, zei Ami:
„Het is vreemd, zooals dit feestje my van
avond treft. Het doet my zoo gevoelen hoe
eenzaam een ongetrouwd man het heeft.
Muller is toch maar gelukkig geweest."
„Ik hoop dat je nog eens ev.en gelukkig
zult worden!"
„Wenscht u my dat inderdaad toe? Maar
weet u wel, wat ik bedoel?" zei hy op le-
vendigen toon.
Robert zag hom vol verbazing aan.
„Neen, u begrypt my niet. Dat doet er ook
niet toe; ik weet, waar ik myn geluk moet
zooken," zei Ami, terwyl hy naar den anderen
hoek van do kamer zag, waar Mica zat.
Robert volgde de richting van zyn blik. Hy
liet een onverstaanbaren uitroep hooren en
ging weg, de kamer uit, naar de groote keu
kon. Daar was niemand, en langen tyd liep
hy op en neer, in zenuwachtige opgewon
denheid.
„Die óók nog! Zyn die boerenkinkels dan
blind? Is Mica geschikt voor hen; zy, zoo
mooi, zoo zacht, zoo lief! Zy zouden haar
pyn doen by de minste aanraking!... Als
ik Kom, Robert Vordan, je past immors
niet by haar! je past immers niet by haar!
Je hobt het zelf gehoord." Hy kwam dichter
by de deur, welke open was, en bleef op den
drempel staan. Wat was zy toch mooi, die
kleine Mica, zooals zy zich daar over het
slapende kind boogOpeens hief zy het hoofd
op en zag hom aan. Door eene onweerstaan
bare macht aangetrokken, trad hy op haar toe.
(Slot volgt.)