H\ £750. Maandair A0. 13S8. Tweede Blad. Leiden, 25 Augustus. I De Rjjnlandsche Stoomtram vervoerde in de maand Juli 11. tusschen Leiden en Katwijk 11,402 personen, met eene opbrengst van r5280.60'/3; het goederenvervoer en diversen wacht 370.71 op; totaal ƒ5651.311/,. Van l Januari tot en met uit0. Juni 1888 bedroeg iet aantal vervoerde reizigers 165,901 met sene opbrengst van 25,431.23'/,'t goederen vervoer en diversen bracht 2774.101/, op, totaal ƒ28,205.34, zijnde per dagkilomoter 14.71'/,. feze fëcurant wordt dagelijks, met uitzondering van 'on- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. MICA. z4.iiü;iistu s. f"T"iri i LEIDSCE PRIJB DEZ33B COTJILANT: T«or Leiden per 8 maanden.l.tt. Franco par p«ci.1.40. A.£aoiiderl^ke N«mm«n.0.06. De Raad dezer gemeente zal Donderdag 30 Augustus a. s. eene vergadering houden, waarin o. m. zal behandeld worden de Ge meen terekening over 1887. De 1ste luit. Van Dura, onlangs uit Indië teruggekeerd, is ingedeeld bjj het 3de bataljcn 4de reg. inf. alhier. Zoo het Vrydag 31 Augustus a. s., den verjaardag der Kroonprinses, gunstig weder is en indien de alsdan te houden parade op het Schuttersveld plaats heeft, zal er, na afloop van bedoeld militair schouwspel, eene matinée musicale, te geven door het staf muziekcorps van het 4de regiment infanterie, op „Zomerzorg" zijn. 4 Weer en plaats voor de parade dienende, zal dus in onze gemeente toch ook nog, behalve aan het uitsteken van, naar we hopen en verwachten, een groot aantal vlaggen met den oranjewimpel, te bemerken zijn dat de ook hier zeer beminde Prinses haren geboorte dag viert. Bjj koninklijk besluit van 23 dezer (op- genomon in de „Staatscourant" van heden), is aan eene staatscommissie opgedragen, zoo wel uit een geneeskundig als uit een militair oogpunt te onderzoeken, welke nieuwe midde len kunnen worden te baat genomen om de berri-berri ziekte te bestrijden en hare nadee- lige gevolgen voor het Indische leger zooveel mogelijk op te heffen of althans te lenigen. In die commissie zijn benoemd: tot lid en voorzitter dr. Th. H. Mac Gillavry, hoogleeraar in de faculteit der geneeskunde aan 's Rijks universiteit te Leidentot leden de heeren W. F. Braun, majoor der infanterie van het leger in Ned. Indië, met verlof hier te lande; A. Cochius, geponsionneerd kolonel, oud chef van den geneeskundigen dienst bij het leger in Ned.-Indië; A. Van der Eist, dirigeerend officier van gez. der 2de kl. bij het leger in Ned.-Indië, met verlof hier te lande; G. J. H. Furnee, oud officier van gez. der 2de kl. bij het leger in Ned.-Indië, praktizeerend arts te Meern, prov. Utrecht; J. O. Harthoorn, dirig. officier van gez. der 2de kl. van de Koninklijke Nederlandsche marine; dr. F. J. Van Leent, schout bij-nacht, inspecteur van den genees kundigen dienst der Koninklijke Nederlandsche marineJ. A. Lodewijks, oud-officier van goz. der 2de kl. bij het leger in Ned.-Indië, prak tizeerend arts te Haarlem; dr. C. A. Pekel haring, hoogleeraar in de faculteit der genees kunde aan 's Rijks Universiteit te Utrecht; dr. J. J. W. E. Van Riemsdijk, gepensionneerd kolonel, oud-chef van den geneeskundigen dienst van het leger in Ned. Indië; jhr. J. H. P. Von Schmidt auf Altenstadt, gepensionneerd kapitein ter zee van de Koninklijke Nederl. marine; A. J. J. Staal, majoor der genie van het leger in Ned.-Indië, met verlof in Neder land; en tot lid en secretaris de heer J. I. De Rochemont, gepensionneerd luit.-kolonel der artillerie van het leger in Ned.-Indië. Prins Alexander van Battenberg heeft een paar dagen te Domburg vertoefd. Hij logeerde in het „Bad-Hotel' onder den naam van Von Hartenau en is gisteren weder ver trokken. (M. C.) De nieuwe landvoogd van Nederlandsch- Indië, de heer mr. C. Pijcacker Hordijk, heeft hedenochtend per Holl. spoortrein ten 8 u. 46 min. met echtgenoote en kinderen den vaderlandschen grond verlaten, met het voor nemen om zich op den 30sten dezer op het stoomschip „Sumatra" van de Maatschappij „Nederland", te Marseille voor de reis naar Patavia, ter aanvaarding zijner hooge waar digheid in Nederlandsch-Indië, in te schepen. Aan het Hollandsche spoorstation te 'e>Hage verdrongen zich vele regeeringspersonen en belangstellenden om 's Konings vertegenwoor diger in 's Ryks overzeesche bezittingen en zijner familie een hartelijken afscheidsgroet te brengen. De minister van koloniën, de heerKeuche- nius, onderhield zich levendig met den gouv.- generaal en zijne betrekkingen. Ook de minis ters van binnenlandsche zaken, buitenlandsche zaken, marine, financiën en waterstaat, de secretaris-generaal van het ministerie van koloniën, hoofdambtenaren van dat departe ment, de commissaris des Konings, de heer Fock, de oud-minister Taalman Kip, het jongst- benoemde lid der Indische Rekenkamer, de heer Sol en verschillende hooge Indische ambte naren werden opgemerkt in den kring, in welken de heer Hordijs voor het vertrek van den trein vertoefde. Met allen wisselden de heer en mevr. Hor dijk hartelijke handdrukken tot afscheid en tot de hoofdambtenaren van het departement sprak de gouv.-generaal een woord van dank voor de hem in den laatsten tijd bewezen diensten. Het afscheid, vooral op het oogenblik, dat de trein wegstoomde, wekte de aandoening van den gouv.-gen. en zijne gade op. De adjudant van ZExc., de kapitein der infanterie H. M. Nepveu, vergezelde hem niet, maar zal zich eerst later bjj den gouverneur- generaal vervoegen. Bjj den heer P. Gouda Quint te Arnhem is ter perse: „De Wees van Averilo", een historisch-romantisch verhaal door Betsy Perk. Het zal worden uitgegeven in één deel, groot o:tavo formaat. Do vorige, uitvoerige roman dezer schrijf ster, getiteld„De laatste der Bourgondiërs", waarin zij Maria van Bourgondië, grootmoeder van vaderszijde van keizer Karei V, heeft ge schetst, verscheen in 1885 bij den heer G. G. Vonk te Haarlem en werd, op voordracht van den „Conseil de perfectionnement de l'Ensei- gnement Moyenne" aan den minister van onder wijs in België, bjj Ministerieel besluit van 4 October 1886, door het Belgisch gouverne ment aangewezen om als prijsboek bij hot middelbaar onderwijs te worden uitgereikt aan de kweekelingen der Koninklijke Athenaea. In „De Wees van Averilo", worden de jeugd en troonsbestijging van Isabella van Castilië, grootmoeder van moederszijde van keizer Karei V, behandeld. Tot leeraar in de geschiedenis en aard rijkskunde aan het gymnasium te Tiel is door den gemeenteraad benoemd de heer J. Land man, leeraar aan de H. B.-S. te Groningen. Door den heer Meertens, leeraar in de tuin- en landbouwkunde aan de Rijkskweek school te Maastricht, zullen, op uitnoodiging van het landbouw-syndicaat te Luik, in ver schillende gemeenten van Limburg, kosteloos voorlezingen worden gehouden over en naar aanleiding van de goede uitkomsten, welke in 1887/88 met verschillende meststoffen en zaai granen zjjn verkregen. Uit Steeg wordt gemeld dat de dichter Hofdijk ernstig ziek is. Door den minister van koloniën zjjn de heeren mrs. J. F. Engelbrecht, J. W. Cordes, H. J. Matthes, H. C. Van Meerten, G. W. Uhlenbeck en J. C. Hubregtse ter beschik king gesteld van den gouverneur-generaal van Nederlandsch-Indië, om in rechterlijke betrek kingen daar te lande te worden geplaatst. PBXJS DEE AD VERTEN TIEN: T*n 16 ragel» 1.05. I«Klere regel meer Orootere lettere uv ple&Umlmte. Toot het ie- caeoeeTen bulten de eted wordt f 0.10 ber-keed. Het stoomschip „Koningin Emma," van Batavia naar Amsterdam, vertrok 63 Augus tus van Marseillede „Donar," van Singapore naar Amsterdam, is 24 Aug. van Malta ver trokken. Z. M. heeft M. Van Dis Jz., te Fynaart, benoemd tot burgemeester dier gemeente; L. D. Labberté, te Maastricht, met ingang van 1 Sept. a. s., benoemd tot onderwijzer bij den cursus tot opleiding van gymnastiek- onderwyzers, verbonden aan de Rykskweeks. voor onderwijzers, aldaar; aan de juffrouwen A. M. Dinkelmann, geb. te Wadersloh, en J. G. M. Fuchs, geb. te Essen (Pruisen), mits zij overigens aan de daartoe by de wet gevor derde vereischten voldoen, vergunning verleend tot het geven van lager onderwijs; den kapitein der artillerie J. A. Frieswijk, thans op non-activiteit, op zjjne aanvrage op pensioen gesteld en het bedrag van het pensioen bepaald op ƒ1560 'sjaars; de kapitein W. M. Van Eek, van het 7de reg. inf., op zijne aanvrage op pensioen gesteld en het bedrag van het pensi oen bepaald op ƒ1560 'sjaars; benoemd bjj het wapen der infanterie, by het 2de reg. tot kapt. den eersten luit.-adj. W. G. Spronken tot eersten luit., den tweeden luit. J. F. T. Bloem, beiden van het corpsby het 5de reg., tot eersten luit., den tweeden luit. W. J. Steinbuch, van het corps; by het 7de reg., tot kapt., den eersten luit. H. Nusink, van de hoofdcursuscompagnie te 's-Hertogenbosch by het 8ste reg., tot kapt., den eersten luit.- adj. T. Baak, van het corpsbenoemd bij de Koninkiyke Militaire Academielo. tot leeraar in de genie-wetenschappen, den leeraar in de wiskunde en het lynteekenen aan die inrichting A. C. C. G. Van Hemert; andermaal voor den tyd van één jaar tot leeraar aan die inrichting doch thans tot leeraar in de wiskunde en het lynteekenen den gepen- sionneerden kapitein der genie van het Oost- Ind. leger I. W. C. Beelenkamp; 3o. ander maal voor den tyd van één jaar, tot leeraar in de geschiedenis en de staathuishoudkunde aan die inrichting, den heer L. Van Bruggen, allen met ingang van 1 Sept.4o. andermaal voor den tyd van één jaar, tot leeraar in de geschiedenis en de Nederlandsche taal en letterkunde aan die inrichting, den heer W. H. Hasselbach, met ingang van 1 Oct. a. s. 5o. andermaal voor den tyd van één jaar, tot leeraar in de natuurkunde aan die inrich ting, den heer C. Krediet, met ingang van 15 Oct. a. s. Naar liet Fransch van 12) T. COMBE. Al muntte hy met uit door een schitterend vernuft, hy had een gezond verstand en heldere ideeën. Robert luisterde ten slotte zelfs met belangstelling naar hem, ondervroeg hem op zyne beurt en voerde eindeiyk zelf tamelyk ongedwongen den hoofdtoon. Toen zy by het bosch gekomen waren, was het gesprek al byna vertrouweiyk. „Hier beginnen de moeiiykheden," zei Da vid, toen zy over het muurtje geklauterd waren, waarvan alleen de bovenrand als eene %ryze, onregelmatige lyn zichtbaar was. „Ge lukkig is de sneeuw hard en zullen wy er niet al te diep inzakken. Vindt u niet 'dat juffrouw Mica er sinds eenige dagen slecht juitziet? Ik ben bang, dat zy niet wel is." „Zoo, daar heb ik niets van bespeurd," zei lobert droogjes. „Hy schynt dus geen acht op haar te slaan," tfdacht David Borel. „Dan heb ik mij zeker ten onrechte bezorgd Igemaakt," hernam hy. Jammer dat hy zich zoo ongelukkig uit drukte; Robert hechtte aan zyne woorden eene verkeerde beteekenis en vond hem onbe schoft. Hy zweeg echterterwyl hy zyn met gezel eenige schreden vooruitging, monsterde hy eene ry jonge denneboomen, welke achter den muur naast elkaar stonden als soldaten by eene parade. „Ik weet volstrekt niet aan welke eischen een goede Kerstboom moet beantwoorden," zei hy, terwyl hy nu voor dezen, dan voor dien boom staan bleef en van eiken de met sneeuw beladen takken schudde. „Hy moet recht zyn, geloof ik, en regelmatig verdeelde takken hebben, hè?" „My dunkt, het was te bespeuren dat het plan voor dit feest haar niet byzonder toe lachte," vervolgde David, terwyl hy naast hem kwam staan. „U schynt een goed opmerker te zyn, myn heer," zei Robert koeltjes. „Ja, en in dit byzonder geval. „Zullen wy dezen nemen?" zei Robert on geduldig. „Zooals u \yil." „Neen, die is veel te klein; zyn buurman zal beter aan het doel beantwoorden." „Juist." „Ik moet zeggen dat u uwe taak gemak- kelyk opvat!" riep Robert uit. „U is ook een mooie raadgever 1 „Ik denk aan veel gewichtiger dingen," zei David op gedempten toon; ik wilde juist u raadplegen." „Hoe dat zoo?" „Uwe verwantschap, uw vertrouwelyken omgang met de familie. „Die kan. ik niet laten gelden," viel Robert hem driftig in de rede. „Waarom niet? Ik ben in groote ver legenheid. Ik weet wel dat u uwe eigen denkbeelden heeft op dit punt.het hu- weiyk. „Myne eigen denkbeelden!" protesteerde Robert. „Wat weet u daarvan? Als u mis schien den een of anderen uitval ernstig heeft opgenomen. „Maar ik ben overtuigd," vervolgde David, wiens gedachten zich niet gemakkelyk in haren loop lieten koeren, „ik ben overtuigd dat ge die denkbeelden niet in 't algemeen en op ieder zult willen toepassen, byvoorbeeld op my, of op.juffrouw Mica." Robert ging, met een gezicht als een mar telaar, op den lagen muur zitten, nam de byl tusschen de knieën en luisterde. Het beviel hem volstrekt niet dat de jonge hulpprediker hém tot zyn vertrouwde maakte. „Sedert eenige dagen vraag ik my af," hernam David, „of het niet beter zou zyn dat ik u myn vertrouwen schonk. Waarom zou ik het niet „Ja, waarom niet?" zei Robert met eene Echte ironie, welke zyn metgezel niet eens scheen op te merken. „Ik dank u voor dat aanmoedigend woord,'" ging David voort, terwyl hy op zyne beurt op den muur plaats nam. „U is de naaste bloed verwant van haar, die ik zooeven noemde; u ziet haar eiken dagMisschien heeft u gemerkt? „Neen, ik merk nooit iets," viel Robert hem gomeiyk in de rede. „Maar u kan my toch zeker zeggen. „Niets, volstrekt niets!" of het oogenblik slecht gekozen zou zyn voor meer vertrouweiyke stappen. „O, zeer slecht." „Waarom „Weet ik dat?.... Ik ben de vertrouwe ling niet van mijn nichtje." Er zyn van die lieden, die niet begrijpen dat teruggaan soms noodig is, die altyd maar vooruit willen, vol koppigheid, zoodat zy ten slotte lastig worden. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1888 | | pagina 5